Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid
CiteertitelVerordening overleg lokaal onderwijsbeleid gemeente Menterwolde 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op het primair onderwijs

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-2007Nieuwe regeling

08-11-2007

Tussenklappen; 12 december 2007

Verordening overleg lokaal onderwijsbeleid

Tekst van de regeling

Nr.:

De raad van de gemeente Menterwolde;gelet op de bepalingen over het op overeenstemming gericht overleg in de Wet op het PrimairOnderwijs;overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het overleg tussen degemeente en de lokale schoolbesturen over onderwijsbeleid;

BESLUIT

vast te stellen:

DE VERORDENING OVERLEG LOKAAL ONDERWIJSBELEID

Hoofdstuk 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1. Beqripsbepalinqen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het PrimairOnderwijs, bekostigde openbare of bijzondere school voor basisonderwijs, die gelegen isop het grondgebied van de gemeente;b. advies: het advies van de Onderwijsraad als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs;c. burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders.

Hoofdstuk 2. OVERLEG

Paragraaf 2.1. Overleqorqaan lokaal onderwijsbeleid.
Artikel 2. Functie overlegorgaan.
  • 1 Er is een overlegorgaan lokaal onderwijsbeleid waarin burgemeester en wethouders metde vertegenwoordigers van alle schoolbesturen overleg voeren over de voorbereiding enuitvoering van het lokaal onderwijsbeleid.

  • 2 In het overlegorgaan komen aan de orde:2a. de onderwerpen waarop het op overeenstemming gericht overleg vantoepassing is als bedoeld in de Wet op het Primair Onderwijs; overigeonderwerpen vanb. overleg aangaande het lokaal onderwijsbeleid.

  • 3 Op de onderwerpen, als genoemd in het tweede lid onder b, is artikel 9 niet vantoepassing.

Artikel 3. Samenstellinq overleqorqaan.
  • 1 De schoolbesturen kunnen zich laten vertegenwoordigen in het orgaan. Eenschoolbestuur wijst daartoe 2 vertegenwoordigers namens dit schoolbestuur het overlegvoeren.

  • 2 Schoolbesturen kunnen zich gezamenlijk laten vertegenwoordigen in het overlegorgaan.Ze wijzen daartoe 3 vertegenwoordigers aan.

  • 3 De portefeuillehouder onderwijs vertegenwoordigt burgemeester en wethouders in hetoverlegorgaan. De portefeuillehouder onderwijs fungeert als voorzitter van hetoverlegorgaan.

Artikel 4. Derden.

Derden kunnen, indien de voorzitter van het overlegorgaan dit wenst of 2 vertegenwoordigers vanschoolbesturen, genoemd in artikel 3, dit wensen, deelnemen aan een overleg.

Paragraaf 2.2 Voorbereidinq overleg.
Artikel 5. Uitnodiqinq.
  • 1 Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel aan de raad doen over eenonderwerp, zenden zij de voorgenomen inhoud van dit voorstel met een toelichtingdaarop en de inventarisatie, als bedoeld in artikel 7, toe aan alle schoolbesturen.

  • 2 De toezending geschiedt onder bekendmaking van de plaats, de datum en het tijdstipwaarop het overleg hierover zal aanvangen. Tussen de datum van de toezending van hetvoorstel en de datum van het overleg liggen ten minste twee weken.

  • 3 De schoolbesturen die niet deelnemen aan het overleg kunnen voor de datum van ditoverleg hun zienswijzen schriftelijk kenbaar maken aan burgemeester en wethouders.Burgemeester en wethouders stellen de deelnemers aan dit overleg hiervan in kennis.

Artikel 6. Secretariaat.

Burgemeester en wethouders voeren het secretariaat van het overlegorgaan.

Artikel 7. Voorbereidinq.

Burgemeester en wethouders kunnen een voorbereidend overleg tussen vertegenwoordigersvan de schoolbesturen en burgemeester en wethouders instellen dat voorafgaat aan het overlegin het overlegorgaan. Dit voorbereidend overleg wordt afgerond met een inventarisatie van deonderwerpen waarover al dan niet overeenstemming is bereikt. Per onderwerp wordtaangegeven of het gaat om een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweede lid onder a.

Artikel 8. Aqendaoverleq.
  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen een agendaoverleg instellen. Hierin wordtnagegaan welke onderwerpen op welk tijdstip in het overlegorgaan aan de orde kunnenkomen. Op grond hiervan stellen burgemeester en wethouders de agenda op.

  • 2 Aan het agendaoverleg nemen de portefeuillehouder onderwijs en 2 vertegenwoordigersvan schoolbesturen deel.

Paragraaf 2.3. Uitvoerinq overleq.
Artikel 9. Advies Onderwiisraad.
  • 1 Indien een of meer schoolbesturen of burgemeester en wethouders een advies wensenover een onderwerp waarop het op overeenstemming gericht overleg van toepassing is,maken ze dit uiterlijk kenbaar in het overleg waarin het onderwerp in finale zin aan deorde is. Dit gebeurt aan de hand van een schriftelijk gemotiveerde omschrijving van hetonderwerp waarover het advies wordt verwacht. Hierbij wordt tevens het verbandaangegeven tussen het onderwerp en de vrijheid van richting en de vrijheid van inrichtingvan het onderwijs.

  • 2 Alle vertegenwoordigers krijgen in het overleg de gelegenheid hun zienswijzen naarvoren te brengen over het verzoek om advies.

  • 3 Burgemeester en wethouders zijn belast met de indiening van een verzoek om advies. Zijdoen dit uiterlijk twee weken na afloop van het overleg. Daarbij informeren zij tevens deOnderwijsraad over de in het tweede lid bedoelde zienswijzen.

  • 4 De wettelijke termijn voor het uitbrengen van het advies wordt opgeschort met ingangvan de dag waarop de Onderwijsraad burgemeester en wethouders uitnodigt het verzoekvoor het uitbrengen van het advies aan te vullen met de gegevens die hij nodig heeftvoor een goede vervulling van zijn taak, tot de dag waarop het verzoek is aangevuld.

  • 5 De raad neemt gedurende de termijn voor het uitbrengen van het advies geen besluitover het onderwerp waarover advies is gevraagd.

  • 6 Burgemeester en wethouders zenden zo spoedig mogelijk een afschrift van hetuitgebrachte advies toe aan alle schoolbesturen. Indien het geheel of gedeeltelijkopvolgen van het advies zou leiden tot een of meer inhoudelijke bijstellingen van hetvoorstel over een onderwerp waarover advies is gevraagd, worden de schoolbesturen bijde toezending van het afschrift van het advies uitgenodigd voor nader overleg. In alleandere gevallen beoordelen burgemeester en wethouders of nader overleg over hetadvies wenselijk is. Zij geven dit aan bij de toezending van het afschrift van het advies.

  • 7 Het overleg, als bedoeld in het vorige lid, vindt binnen twee weken plaats nadat hetadvies is uitgebracht. Burgemeester en wethouders informeren de raad over dit overlegin de vorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10.

Artikel 10. Verslaqleqqinq; informeren raad.
  • 1 Burgemeester en wethouders maken een verslag van het overleg.

  • 2 Het verslag bevat een overzicht van de besproken onderwerpen, waarbij per onderwerpwordt aangegeven:a. of het bepaalde in artikel 2, tweede lid, onder a en b van toepassing is;b. of volledige, geen volledige of geen overeenstemming is bereikt;c. de in het overleg door de deelnemers naar voren gebrachte zienswijzen en – indienvan toepassing – de zienswijzen als bedoeld in artikel 5, derde lid;d. de door de portefeuillehouder onderwijs in het overleg toegezegde wijzigingen in hetoorspronkelijke voorstel.Indien artikel 9, eerste lid van toepassing is, wordt hiervan eveneens een weergaveopgenomen in het verslag.

  • 3 Het overlegorgaan stelt het verslag vast. In afwijking hiervan kunnen burgemeester enwethouders spoedheidshalve het verslag ter commentaar toezenden aan deschoolbesturen. Binnen 10 daqen na de dag waarop het conceptverslag istoegezonden, maken de schoolbesturen die deel hebben genomen aan het overlegschriftelijk hun opmerkingen over het concept van het verslag kenbaar. Burgemeesteren wethouders stellen het verslag vast met inachtneming van de opmerkingen.

  • 4 Burgemeester en wethouders brengen het verslag gelijktijdig met het voorstel over hetonderwerp ter kennis van de raad. Voorzover burgemeester en wethouders afwijken vande tijdens het overleg naar voren gebrachte zienswijzen, wordt dit gemeld in het voorstelaan de raad. Daarbij geven zij de redenen aan van het niet of niet geheel overnemen vandeze zienswijzen.

Artikel 11. Heropeninq overleq.
  • 1 Indien uit het oordeel van de betrokken raadscommissie over het voorgenomen voorstelaan de raad over een onderwerp blijkt dat de meerderheid van de raadscommissie of eendeel van de raadscommissie dat volgens burgemeester en wethouders geacht wordt eenmeerderheid in de raad te vertegenwoordigen, van oordeel is dat het voorstel inhoudelijkbijstelling behoeft, dan kan een heropening van het overleg plaatsvinden. Burgemeesteren wethouders beslissen daarover. Zij heropenen het overleg in ieder geval indien deinhoudelijke bijstelling betrekking heeft op een onderwerp als bedoeld in artikel 2, tweedelid, onder a, waarover overeenstemming in het overlegorgaan was bereikt.

  • 2 Indien burgemeester en wethouders het overleg heropenen, dan roepen zij hetoverlegorgaan zo spoedig mogelijk bijeen, doch uiterlijk vóór het moment waarop de raadeen definitief besluit neemt over het onderwerp. In dit overleg hebben devertegenwoordigers de gelegenheid om hun zienswijze te geven op het oordeel van deraadscommissie.Burgemeester en wethouders informeren de raad over het resultaat van dit overleg in devorm van een aanvulling op het verslag als bedoeld in artikel 10. De raad betrekt de in ditaanvullend verslag neergelegde zienswijzen bij zijn definitieve besluitvorming over hetonderwerp.

Hoofdstuk 3. SLOTBEPALINGEN

Artikel 12. Beslissinq burqemeester en wethouders in qevallen waarin de verordening niet voorziet.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders,gehoord de vertegenwoordigers van de schoolbesturen in het overleg.

Artikel 13. Citeertitel; inwerkinqtredinq.
  • 1 De verordening kan worden aangehaald als: Verordening overleg lokaal onderwijsbeleidgemeente Menterwolde 2007;

  • 2 Deze verordening treedt, onder gelijktijdige intrekking van de verordening overleg lokaalonderwijsbeleid van 11 december 1997, no. 13/10, in werking met ingang van de dag nabekendmaking.

Ondertekening

Muntendam,

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,