Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Procedureverordening tegemoetkoming planschade gemeente Menterwolde 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingProcedureverordening tegemoetkoming planschade gemeente Menterwolde 2009
CiteertitelProcedureverordening tegemoetkoming planschade gemeente Menterwolde 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet ruimtelijke ordening, art. 6.7
  2. Besluit ruimtelijke ordening, art. 6.1.3.3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-10-200901-01-2018n.v.t.

08-10-2009

Tussenklappen;21 oktober 2009

Procedureverordening tegemoetkoming planschade gemeente Menterwolde 2009

Tekst van de regeling

No.: 5b/9. 

Procedureverordening tegemoetkoming planschade gemeenteMenterwolde 2009

Artikel 1 Begripsbepalingen

a. aanvrager: degene die een aanvraag om tegemoetkoming in de schade als bedoeld in artikel    6.1 Wet ruimtelijke ordening indient;b. adviseur: de door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen persoon als bedoeld    in artikel 6.1.1.1, onder c, Besluit ruimtelijke ordening;c. adviescommissie: schadebeoordelingscommissie als bedoeld in artikel 5 van deze verordening;d. besluit: Besluit ruimtelijke ordening;e. college: het college van burgemeester en wethouders;f. derde-belanghebbende: belanghebbende als bedoeld in artikel 6.4a, tweede en derde lid Wet   ruimtelijke ordening;g. gemeente: gemeente Menterwolde;h. planologische maatregel: oorzaak als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, Wet ruimtelijke ordening;i. planschade: schade als bedoeld in artikel 6.1, eerste lid, Wet ruimtelijke ordening;j. drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 6.4, derde lid, Wet ruimtelijke ordening;k. wet: Wet ruimtelijke ordening.

Artikel 2 Indiening van de aanvraag en mededeling van ontvangst

  • 1 Een aanvraag om vergoeding van planschade wordt bij het college ingediend met gebruikmakingvan een door het college vastgesteld formulier.

  • 2 Het college tekent de datum van ontvangst van de aanvraag als bedoeld in het eerste lid onverwijldaan op het formulier waarbij de aanvraag is ingediend. De ontvangst wordt zo spoedigmogelijk schriftelijk medegedeeld aan aanvrager. Van de aanvraag wordt een afschrifttoegezonden aan de derde - belanghebbende.

  • 3 In de mededeling van ontvangst wijst het college de aanvrager er op dat voor het behandelenvan de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigdebedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van degemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.

Artikel 3 Besluit tot het niet-ontvankelijk verklaren van de aanvrager

Indien het drempelbedrag niet binnen de in artikel 2, derde lid genoemde termijn is bijgeschreven ofgestort, verklaart het college de aanvrager niet-ontvankelijk, tenzij redelijkerwijs niet kan wordengeoordeeld dat de aanvrager in verzuim is geweest.

Artikel 4 Opdrachtverstrekking

Binnen twaalf weken na een ontvankelijke aanvraag in de zin van artikel 6.1.2.2 van het besluitmet inbegrip van het betaalde recht als bedoeld in artikel 6.4 van de wet of na het verstrijken vande termijnen als bedoeld in artikel 6.1.3.1 van het besluit verstrekt het college aan één of meerdereadviseurs gezamenlijk, opdracht om ter zake van een aanvraag advies uit te brengen, tenzijtoepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 van het besluit of aan artikel 4:5 van de Algemenewet bestuursrecht.

Artikel 5 Adviseur of adviescommissie

  • 1 Voor de advisering over de op de aanvraag te nemen beschikking wordt door het college eenadviseur aangewezen die beschikt over voldoende deskundigheid inzake advisering op hetgebied van planschade.

  • 2 Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur,van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege inkomensdervingen er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag, behoefte bestaat aan extradeskundigheid wordt door het college een tweede adviseur aangewezen die deskundig isop het gebied van accountancy of van financieel economische bedrijfsvoering.

  • 3 Indien het college, na advies te hebben ingewonnen van de in het eerste lid bedoelde adviseur,van oordeel is dat de aanvraag betrekking heeft op planschade vanwege waardeverminderingvan een onroerende zaak en er, gezien de complexiteit, aard en omvang van de aanvraag,behoefte bestaat aan extra deskundigheid wordt door het college een tweede adviseuraangewezen die deskundig is ter zake van de waardering van onroerende zaken en van waardeverminderingdaarvan als gevolg van een planologische verslechtering.

  • 4 Indien naar het oordeel van het college het tweede en het derde lid van toepassing zijn, wordenzowel de in het tweede als het derde lid bedoelde adviseurs aangewezen.

  • 5 Bij aanwijzing van meerdere adviseurs vormen deze een adviescommissie, waarvan de in heteerste lid bedoelde adviseur voorzitter is.

  • 6 De adviescommissie wijst uit haar midden een rapporteur aan.

Artikel 6 Deskundigheid en onafhankelijkheid

  • 1 Voordat een persoon als adviseur wordt aangewezen, kan het college verlangen dat dezeaantoont op grond van opleiding en ervaring deskundig te zijn met betrekking tot de in artikel5, eerste, tweede of derde lid, bedoelde aspecten waarop deze persoon de aanvraag moet beoordelen.

  • 2 Een adviseur mag niet werkzaam zijn onder verantwoordelijk van de raad. Eveneens mag eenadviseur niet betrokken zijn bij de planologische maatregel waarop de aanvraag betrekkingheeft.

Artikel 7 Betrokkenheid aanvrager en andere belanghebbenden bij aanwijzing adviseur of

  • 1 Voordat het college de opdracht tot advisering zoals bedoeld in artikel 4 verstrekt, stelt hetcollege de aanvrager, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede derdebelanghebbendenop de hoogte van de aanwijzing van:a. Een adviseur als bedoeld in artikel 5, eerste lid, ofb. Meerdere adviseurs als bedoeld in artikel 5, vijfde lid.

  • 2 De aanvrager, eventuele andere bestuursorganen, alsmede derde-belanghebbenden kunnenbinnen twee weken na de mededeling als bedoeld in het eerste lid schriftelijk en voldoendegemotiveerd een verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs bij het college indienen.

  • 3 Het college beslist binnen twee weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoeldetermijn over een ingediend verzoek tot wraking van één of meerdere adviseurs.

Artikel 8 Werkwijze adviseur of adviescommissie

  • 1 Het college stelt aan de adviseur of de adviescommissie alle op de aanvraag betrekking hebbendeinformatie, alsmede de voor de beoordeling daarvan naar het oordeel van de adviseurof adviescommissie noodzakelijke bescheiden ter beschikking.

  • 2 Het college wijst uit de ambtelijke organisatie één of meerdere personen aan die de adviseurof de adviescommissie bij de uitvoering van de adviesopdracht bijstaat.

  • 3 De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie organiseert één of meerdere hoorzittingen,waar de aanvrager en de in het tweede lid bedoelde ambtelijke vertegenwoordiger(s) inde gelegenheid gesteld worden de aanvraag toe te lichten, onderscheidenlijk de voor de adviseringover de aanvraag relevante informatie te verschaffen, dan wel een standpunt van degemeente over de aanvraag aan de adviseur of de adviescommissie kenbaar te maken. Eventueleandere betrokken bestuursorganen, alsmede de derde-belanghebbenden worden eveneensin de gelegenheid gesteld hun standpunt kenbaar te maken.

  • 4 De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie bepaalt het tijdstip waarop de adviseurof de adviescommissie de situatie ter plaatse zal bezichtigen en nodigt de aanvrager voor deplaatsopneming uit.

  • 5 Ten behoeve van een taxatie van een bij de aanvraag betrokken onroerende zaak, wordt doorde adviseur of de voorzitter van de adviescommissie met de aanvrager een afspraak gemaakt.

  • 6 Van de in het derde lid bedoelde hoorzitting en van de in het vierde lid bedoelde bezichtigingwordt door, dan wel onder verantwoordelijkheid van, de adviseur of de voorzitter van de adviescommissieeen verslag gemaakt, dat een onderdeel vormt van het uit te brengen advies.

  • 7 Alvorens een advies uit te brengen zendt de adviseur of de adviescommissie binnen zestienweken na de dagtekening van de opdracht tot advisering een concept daarvan aan de gemeente,aan de aanvrager, aan eventuele andere betrokken bestuursorganen en aan de derdebelanghebbenden.De adviseur of de voorzitter van de adviescommissie kan deze termijn onderopgaaf van redenen met een daarbij aan te geven termijn met ten hoogste vier weken verlengen.

  • 8 De aanvrager, het college, eventuele andere betrokken bestuursorganen, alsmede de derdebelanghebbendenworden in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na toezending vanhet concept-advies schriftelijk hierop te reageren.

  • 9 In het geval tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissie binnenvier weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn een advies uit aan hetcollege, waarbij de betreffende reacties zijn betrokken.

  • 10 In het geval geen of niet tijdig reacties zijn ingediend, brengt de adviseur of de adviescommissiebinnen twee weken na het verstrijken van de in het achtste lid bedoelde termijn eenadvies uit aan het college.

  • 11 De adviseur of de adviescommissie zendt een afschrift van het definitieve advies aan de aanvrager en de derden-belanghebbenden.

Artikel 9 Uitbetaling

Indien het college een vergoeding van planschade vaststelt, vindt uitbetaling plaats op een dooraanvrager aangegeven rekening direct na het onherroepelijk worden van deze beschikking.

Artikel 10 Slotbepalingen

  • 1 Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als “Procedureverordening tegemoetkoming planschadegemeente Menterwolde 2009”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Menterwolde op 8 oktober 2009. 

De voorzitter,                 De griffier, 

E.A. van Zuijlen             F.A.P. Grit