Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

wijziging op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingwijziging op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
CiteertitelVerordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Op 25 juni 2009 zijn de volgende artikelen gewijzigd:| | aan artikel 22 wordt toegevoegd: | d. een financiële tegemoetkoming te besteden aan een vervoersvoorziening.| | na artikel 26 wordt toegevoegd:| | artikel 26a Vervreemding| Bij de verstrekking van een voorziening in de vorm van een fiets met trapondersteuning is het niet toegestaan om binnen een periode van 5 jaar na verstrekking over te gaan tot vervreemding van de voorziening.| | artikel 26 b Afschrijving| De voorziening, verstrekt in de vorm van een fiets met trapondersteuning, wordt voor de periode van 5 jaar verstrekt. | | Deze wijzigingen treden in werking met ingang van 1 juli 2009.|

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 4
  2. Wet maatschappelijke ondersteuning, art. 26

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-20091e wijziging

25-06-2009

Tussenklappen; 08-07-2009

wijziging op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
01-01-2007n.v.t.

21-09-2006

Tussenklappen; 08-11-2006

Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning

Tekst van de regeling

No.:

De raad van de gemeente Menterwolde;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;gelet op de artikelen 4, 5, 6, 15, 19 en 26 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

B E S L U I T :

vast te stellen:Verordening voorzieningen maatschappelijkeondersteuning.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

Artikel 1 Begripsbepalingen.

In deze verordening en de daarop gebaseerde nadere regelgeving wordt verstaan onder:a. Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning;b. Compensatiebeginsel: de algemene verplichting aan het gemeentebestuur om personenmet aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek door het treffen vanvoorzieningen een gelijkwaardige uitgangspositie te verschaffen zodat zij zelfredzaamzijn en in staat tot maatschappelijke participatie;c. Beperkingen: moeilijkheden die een persoon heeft met het uitvoeren van activiteiten;d. Persoon met beperkingen: een persoon die ten gevolge van ziekte of gebrek, inclusiefchronische psychische en psychosociale problemen, aantoonbare beperkingenondervindt bij het uitvoeren van activiteiten op het gebied van het voeren van hethuishouden, bij het normale gebruik van de woning; bij het verplaatsen in en om dewoning, bij het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel of bij het ontmoeten vanmedemensen en het op basis daarvan aangaan van sociale verbanden;e. Mantelzorger: een persoon, die mantelzorg verleent als bedoeld in artikel 1, lid 1, onderb. van de wet;f. Zelfredzaamheid: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk en financiële vermogen omvoorzieningen te treffen die deelname aan het normale maatschappelijke verkeermogelijk maken;g. Maatschappelijke participatie: normale deelname aan het maatschappelijke verkeer, teweten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning; het zich in enom de woning verplaatsen; het zich zodanig verplaatsen dat aansluiting wordt gevondenbij regionale, bovenregionale en landelijke vervoersystemen; het ontmoeten van anderemensen en het aangaan en onderhouden van sociale verbanden om op die manier deelte nemen aan het lokale maatschappelijke leven;h. Algemene voorziening: een voorziening die wordt geleverd op basis van directebeschikbaarheid, een beperkte toegangsbeoordeling en die een snelle, regelarme enadequate oplossing biedt voor de beperkingen die een persoon ondervindt;i. Individuele voorziening: een voorziening die individueel wordt aangeboden indien eenalgemene voorziening geen adequate oplossing biedt;j. Eigen bijdrage of eigen aandeel in de kosten: een door het college van burgemeester enwethouders vast te stellen bijdrage, die bij respectievelijk de verstrekking van eenvoorziening in natura, een persoonsgebonden budget (een eigen bijdrage) of eenfinanciële tegemoetkoming (een eigen aandeel) betaald moet worden en waarop deregels van het Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn;k. Voorziening in natura: een voorziening die in eigendom, in bruikleen, in huur of in devorm van persoonlijke dienstverlening wordt verstrekt;l. Persoonsgebonden budget: een geldbedrag waarmee de aanvrager een of meer aanhem te verlenen voorzieningen kan verwerven en waarop de in deze verordening en hetBesluit maatschappelijke ondersteuning te stellen regels van toepassing zijn;m. Financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorzieningwelke kan worden afgestemd op het inkomen van de aanvrager;n. Algemeen gebruikelijk: naar geldende maatschappelijke normen tot het gangbaregebruiks- dan wel bestedingspatroon van een persoon als de aanvrager behorend;o. Meerkosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening,voorzover dit deel van de kosten uitgaat boven voor die persoon als algemeengebruikelijk te beschouwen kosten van een dergelijke voorziening;p. Besparingsbijdrage: een door de aanvrager te betalen bijdrage, gelijk aan het bedrag datten gevolge van de verstrekking van een voorziening door de aanvrager wordt bespaardomdat deze verstrekte voorziening een algemeen gebruikelijke voorziening vervangt ofkan vervangen;q. Huisgenoot: iedere meerderjarige met wie de aanvrager duurzaam gemeenschappelijkeen woning bewoont;r. Budgethouder: een persoon aan wie ingevolge deze verordening een persoonsgebondenbudget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding van hetpersoonsgebonden budget verschuldigd is.

Artikel 2 Beperkingen.
  • 1 Een voorziening kan slechts worden toegekend voorzover:a. deze langdurig noodzakelijk is om de beperkingen op het gebied van het voerenvan het huishouden, het verplaatsen in en om de woning, het zich lokaalverplaatsen per vervoermiddel en bij het ontmoeten van medemensen en opbasis daarvan sociale verbanden aangaan op te heffen of te verminderen;b. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequatevoorziening kan worden aangemerkt;c. deze in overwegende mate op het individu is gericht.2. Geen voorziening wordt toegekend:a. indien de voorziening voor een persoon als de aanvrager algemeen gebruikelijkis;b. indien de aanvrager niet woonachtig is in de gemeente Menterwolde;c. voor zover de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woningvoortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;d. voor zover de aangevraagde voorzieningen betrekking hebben op een hogerniveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw;e. voor zover er aan de zijde van de aanvrager geen sprake is van aantoonbaremeerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van debeperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd;f. voorzover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de aanvrager voorafgaandaan het moment van beschikken heeft gemaakt;g. indien een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft reedseerder krachtens deze, dan wel krachtens de aan deze verordeningvoorafgaande Verordening voorzieningen gehandicapten is verstrekt en denormale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet is verstreken, tenzij deeerder vergoede of versterkte voorziening verloren is gegaan als gevolg vanomstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.

Hoofdstuk 2 Vorm van te verstrekken individuele voorzieningen

Artikel 3 Keuzevrijheid.
  • 1 Een individuele voorziening kan verstrekt worden in natura, als financiële tegemoetkomingen als persoonsgebonden budget.

  • 2 Het college stelt vast in welke situaties de bij wet verplichte keuze tussen een voorzieningin natura en een persoonsgebonden budget niet wordt geboden aan de hand van de inhet Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde neergelegde criteria.

Artikel 4 Voorziening in natura.

Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoalsgenoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde in debeschikking opgenomen.

Artikel 5 Financiële tegemoetkoming.

Bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming worden de toepasselijke voorwaarden zoalsgenoemd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde in debeschikking opgenomen.

Artikel 6 Persoonsgebonden budget.
  • 1 Op het persoonsgebonden budget zoals genoemd in artikel 6 van de wet, zijn de vvolgende voorwaarden van toepassing:a. een persoonsgebonden budget wordt alleen verstrekt ten aanzien van individuelevoorzieningen;b. de omvang van het persoonsgebonden budget is de tegenwaarde van de in debetreffende situatie goedkoopst adequate voorziening in natura, indien nodig aangevuldmet een vergoeding voor instandhoudingkosten, zoals vastgelegd in het Besluitmaatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde;c. de wijze waarop het persoonsgebonden budget wordt vastgesteld wordt door het collegevastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde;d. op het persoonsgebonden budget is de Overeenkomst persoonsgebonden budgetgemeente Menterwolde van toepassing.

  • 2 De toekenning van het te verstrekken persoonsgebonden budget, de omvang en delooptijd ervan worden bij beschikking vastgesteld.

  • 3 Bij de beschikking wordt een programma van eisen verstrekt waarin aangegeven is aanwelke vereisten de met het persoonsgebonden budget te verwerven voorziening dient tevoldoen.

  • 4 Na verzending van de beschikking wordt het persoonsgebonden budget ter beschikkinggesteld door storting op de rekening van de aanvrager.

  • 5 Het college gaat steekproefsgewijs na of het verstrekte persoonsgebonden budgetbesteed is aan het doel waarvoor het verstrekt is. De budgethouder is verplicht dedaarvoor noodzakelijke stukken, zoals genoemd in het Besluit maatschappelijkeondersteuning gemeente Menterwolde , op verzoek van het college per omgaande teverstrekken.

  • 6 Na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde bescheiden wordt door het collegebeoordeeld of er aanleiding bestaat het persoonsgebonden budget geheel of ten deleterug te vorderen of te verrekenen.

Artikel 7 Eigen bijdragen en eigen aandeel.

Bij het verstrekken van individuele voorzieningen op grond van de wet is de aanvrager een eigenbijdrage verschuldigd of wordt de financiële tegemoetkoming afgestemd op het inkomen. Hetcollege legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde de omvangvan de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.

Hoofdstuk 3 Hulp bij het huishouden.

Artikel 8 Vormen van hulp bij het huishouden.

De door het college, ter compensatie van beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek bij hetvoeren van een huishouden, te verstrekken voorziening kan bestaan uit:a. een algemene voorziening waaronder algemene hulp bij het huishouden;b. hulp bij het huishouden in natura;c. een persoonsgebonden budget te besteden aan hulp bij het huishouden.

Artikel 9 Primaat van de algemene hulp bij het huishouden.

Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wetkan voor de in artikel 8 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebrachtindien:a. aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek ofb. problemen bij het uitvoeren van de mantelzorghet zelf uitvoeren van een of meer huishoudelijke taken onmogelijk maken en dealgemene hulp bij het huishouden dit snel en adequaat kan oplossen.2. Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wetkan voor de in artikel 8 onder b. en c. vermelde voorzieningen in aanmerking wordengebracht als:a. de in artikel 8 onder a. genoemde voorziening een onvoldoende oplossing biedtofb. niet beschikbaar is.

Artikel 10 Gebruikelijke zorg.

In afwijking van het gestelde in artikel 9 komt een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid,onder g. onderdeel 4, 5 en 6 van de wet niet in aanmerking voor hulp bij het huishouden als totde leefeenheid waar deze persoon deel van uitmaakt een of meer huisgenoten, ouder dan 21jaar, behoren die wel in staat zijn het huishoudelijk werk te verrichten en van wie dat inredelijkheid verlangd kan worden.

Artikel 11 Omvang van de hulp bij het huishouden.

De omvang van de hulp bij het huishouden wordt uitgedrukt in klassen, waarbij de volgendeklassen met de daarbij behorende uren kunnen worden toegekend:Klasse 1, 0 tot en met 1,9 uur per week;Klasse 2, 2 tot en met 3,9 uur per week;Klasse 3, 4 tot en met 6,9 uur per week;Klasse 4, 7 tot en met 9,9 uur per week;Klasse 5, 10 tot en met 12,9 uur per week;Klasse 6, 13 tot en met 15,9 uur per week.

Artikel 12 Omvang van het persoonsgebonden budget.

De bedragen die per klasse in de vorm van een persoonsgebonden budget worden verstrekt,worden jaarlijks door het college vastgesteld en vastgelegd in het Besluit maatschappelijkeondersteuning gemeente Menterwolde.

Hoofdstuk 4 Woonvoorzieningen.

Artikel 13 Vormen van woonvoorzieningen.

De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het voeren van een huishouden, teverstrekken woonvoorziening kan bestaan uit:a. een algemene woonvoorziening;b. een woonvoorziening in natura;c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een woonvoorziening;d. een financiële tegemoetkoming in de kosten van een woonvoorziening.

Artikel 14 Primaat algemene woonvoorzieningen en recht op individuele woonvoorzieningen.
  • 1 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kanvoor de in artikel 13, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebrachtindien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek een aanpassing aan dewoning noodzakelijk maken en de algemene woonvoorziening dit snel en adequaat kanoplossen.

  • 2 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kanvoor de in artikel 13, onder b. c. en d. vermelde voorziening in aanmerking wordengebracht indien de in het vorige lid genoemde oplossing niet aanwezig is of niet tot eensnelle en adequate oplossing leidt.

Artikel 15 Soorten individuele woonvoorzieningen.

De in artikel 13 onder b., c. en d. genoemde voorzieningen kunnen bestaan uit:a. een tegemoetkoming in de verhuis- en herinrichtingskosten;b. een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening;c. een niet bouwkundige of niet woontechnische woonvoorziening;d. een uitraasruimte.

Artikel 16 Primaat van de verhuizing.
  • 1 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kanvoor een voorziening als bedoeld in artikel 15 onder a. in aanmerking worden gebrachtwanneer aantoonbare beperkingen als gevolg van ziekte of gebrek het normale gebruikvan de woning belemmeren.

  • 2 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kanvoor een voorziening als bedoeld in artikel 15 onder b. en c. in aanmerking wordengebracht wanneer de in het eerste lid genoemde voorziening niet mogelijk is of niet degoedkoopst adequate voorziening is.

  • 3 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wetkan voor een voorziening als bedoeld in artikel 15, onder d. in aanmerking wordengebracht wanneer sprake is van een op basis van aantoonbare beperkingen op grondvan ziekte of gebrek aanwezige gedragsstoornis met ernstig ontremd gedrag tot gevolg,waarbij alleen het zich kunnen afzonderen kan leiden tot een situatie waarin dezepersoon tot rust kan komen.

Artikel 17 Primaat van de losse woonunit.

Indien een bouwkundige woonvoorziening bestaat uit een aanbouw aan of een aanzienlijkeverbouwing van een woning die niet het eigendom is van een verhuurder, die bereid is deaangepaste woning blijvend ter beschikking te stellen van personen die op basis vanaantoonbare beperkingen ten gevolge van ziekte of gebrek behoefte hebben aan een dergelijkewoning, zal het college een herplaatsbare losse woonunit verstrekken indien daartegen geenbezwaren van overwegende aard bestaan.

Artikel 18 Uitsluitingen.
  • 1 De bepalingen van dit hoofdstuk zijn niet van toepassing op het treffen van1. voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen,vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur

  • 2 specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreftvoorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bijnieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomenkunnen worden.

Artikel 19 Hoofdverblijf.
  • 1 Een woonvoorziening wordt slechts verleend indien de aanvrager zijn hoofdverblijf heeftof zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.

  • 2 In afwijking van het gestelde in het eerste lid kan een woonvoorziening getroffen wordenvoor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de aanvrager zijn hoofdverblijfheeft in een AWBZ-instelling.

  • 3 De aanvraag voor het bezoekbaar maken wordt ingediend in de gemeente waar de aante passen woning staat.

  • 4 De woonvoorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van de in het tweede lidbedoelde woonruimte met een door het college in het Besluit maatschappelijkeondersteuning gemeente Menterwolde vast te leggen maximumbedrag.

  • 5 Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de aanvrager dewoonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken.

Artikel 20 Beperkingen.

De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien:a. de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizingwaartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolgvan ziekte of gebrek geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke redenaanwezig was;b. de aanvrager niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat momentbeschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming isverleend door het college;c. deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten anders danautomatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen;d. de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd,gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijnen er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak;e. De aanvrager voor het eerst zelfstandig gaat wonen, verhuisd is vanuit of naar eenwoonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naareen AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er inde verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijnondervonden.f. de verhuizing niet heeft plaatsgevonden voordat burgemeester en wethouders schriftelijkop de aanvraag hebben beschikt.

Artikel 21 Terugbetaling bij verkoop.

De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een woonvoorziening heeft ontvangen dieleidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van7 jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan hetcollege te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluitmaatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde door het college vastgelegdeafschrijvingsschema te worden terugbetaald.Hoofdstuk 5. Het zich lokaal verplaatsen pervervoermiddel.

Hoofdstuk 5 Het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel.

Artikel 22 Vormen van vervoersvoorzieningen.

De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het zich lokaal verplaatsen teverstrekken voorziening kan bestaan uit:a. een algemene voorziening waaronder een collectieve vervoersvoorziening;b. een vervoersvoorziening in natura;c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een vervoersvoorziening;d. een financiële tegemoetkoming te besteden aan een vervoersvoorziening.

Artikel 23 Het recht op een algemene voorziening.

Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor dein artikel 22 onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht indien aantoonbarebeperkingen op grond van ziekte of gebrek:a. het gebruik van het openbaar vervoer ofb. het bereiken van het openbaar vervoer onmogelijk maken.

Artikel 24 Het primaat van het collectief vervoer.

Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kan voor dein artikel 22, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking worden gebracht wanneer:a. aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek het gebruik van een collectiefsysteem als bedoeld in artikel 22, onder a., onmogelijk maken dan welb. een collectief systeem als bedoeld in artikel 22, onder a., niet aanwezig is.

Artikel 25 Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen.

Indien het inkomen van een ongehuwde persoon of het gezamenlijk inkomen van gehuwdepersonen meer bedraagt dan 1,5 maal in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeenteMenterwolde voor de diverse categorieën genoemde inkomensgrenzen, wordt het bezit van eenpersonenauto algemeen gebruikelijk geacht, zodat een auto of een met een auto vergelijkbarevoorziening en de daarmee samenhangende gebruiks- en onderhoudskosten niet in aanmerkingkomen voor verstrekking of vergoeding.

Artikel 26 Omvang in gebied en in kilometers.
  • 1 Bij de te verstrekken vervoersvoorziening wordt ten aanzien van de vervoersbehoefte tenbehoeve van maatschappelijke participatie uitsluitend rekening gehouden met deverplaatsingen in de directe woon- en leefomgeving in het kader van het leven vanalledag, tenzij zich een uitzonderingssituatie voordoet waarbij het gaat om eenbovenregionaal contact, dat uitsluitend door de aanvrager zelf bezocht kan worden,terwijl het bezoek voor de aanvrager noodzakelijk is om dreigende vereenzaming tevoorkomen.

  • 2 De te verstrekken vervoersvoorziening zal maatschappelijke participatie door middel vanlokale verplaatsingen met tenminste een omvang per jaar van 1500 kilometer met eenbandbreedte tot 2000 kilometer mogelijk maken.Hoofdstuk 6. Verplaatsen in en rondde woning.

Artikel 26a Vervreemding

Bij de verstrekking van een voorziening in de vorm van een fiets met trapondersteuning is het niet toegestaan om binnen een periode van 5 jaar na verstrekking over te gaan tot vervreemding van de voorziening.

Artikel 26b Afschrijving

De voorziening verstrekt in de vorm van een fiets met trapondersteuning wordt voor de periode van 5 jaar verstrekt.

Hoofdstuk 6 Verplaatsen in en rond de woning.

Artikel 27 Vormen van rolstoelvoorzieningen.

De door het college, ter compensatie van beperkingen bij het verplaatsen in en om de woningdan wel voor sportbeoefening te verstrekken voorziening kan bestaan uit:a. een algemene voorziening waaronder een algemene rolstoelvoorziening;b. een rolstoelvoorziening in natura;c. een persoonsgebonden budget te besteden aan een rolstoelvoorziening;d. een persoonsgebonden budget te besteden aan een sportrolstoel.

Artikel 28 Primaat algemene rolstoelvoorziening bij incidenteel rolstoelgebruik en sportrolstoel.
  • 1 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wetkan voor de in artikel 27, onder a. vermelde voorziening in aanmerking worden gebrachtindien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek incidenteel zittendverplaatsen in en rond de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrektworden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijkeregeling geen adequate oplossing bieden.

  • 2 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g., onderdeel 5 en 6 van de wetkan voor de in artikel 27, onder b. en c. vermelde voorziening in aanmerking wordengebracht indien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek dagelijks zittendverplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrektworden op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of een andere wettelijkeregeling geen adequate oplossing bieden.

  • 3 Een persoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder g. onderdeel 5 en 6 van de wet kanvoor de in artikel 27, onder d. vermelde voorziening in aanmerking worden gebrachtindien aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek sportbeoefening zondersportrolstoel onmogelijk maken.

Artikel 29 Aanspraak op rolstoelvoorzieningen voor AWBZ-bewoners.

In uitzondering op het gestelde in artikel 28, lid 2 komt een persoon die verblijft in een op grondvan artikel 5 van de Wet toelating zorginstellingen erkende instelling uitsluitend voor een rolstoelin aanmerking indien hij geen recht heeft op een rolstoel, verstrekt op grond van de AWBZ.Hoofdstuk 7. Het verkrijgen van voorzieningenen het motiveren van besluiten.

Hoofdstuk 7 Het verkrijgen van voorzieningen en het motiveren van besluiten.

Artikel 30 Gebruik aanvraagformulier.

Een aanvraag dient te worden ingediend door middel van een door het college ter beschikkinggesteld formulier.

Artikel 31 Relatie met de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

De aanvraag kan worden ingediend bij één van de volgende loketten in de gemeenteMenterwolde:* Steunpunt Muntendam;* Steunpunt Meeden;* Steunpunt Zuidbroek;* Steunpunt Noordbroek;* Gemeentehuis Muntendam,alwaar zowel aanvragen voor voorzieningen op grond van de Wet MaatschappelijkeOndersteuning alsook aanvragen op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekostenkunnen worden ingediend.

Artikel 32 Inlichtingen, onderzoek, advies en beschikking.
  • 1 Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling vanhet recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend:a. op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats entijdstip en hem te ondervragen;b. op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoeaangewezen deskundigen te doen ondervragen en/of onderzoeken.

  • 2 Het college vraagt een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies indien:a. het handelt om een aanvraag een persoon betreffend, die nog niet eerder eenaanvraag in het kader van deze verordening heeft ingediend en het eenvoorziening betreft waarvan de kosten naar verwachting het bedrag als genoemdin het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde te bovenzal gaan;b. de gevraagde voorziening om medische redenen wordt afgewezen;c. het college dat overigens gewenst vindt.

  • 3 Een aanvrager is verplicht aan het college of de door hem aangewezen adviesinstantiedie gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor debeoordeling van de aanvraag.

  • 4 Bij de advisering zoals genoemd in het eerste lid wordt door de adviseur gebruik gemaaktvan de systematiek zoals neergelegd in de International Classification of Functions,Disabilities and Impairments, de zogenaamde ICF classificatie.

  • 5 De beschikking vermeldt op welke wijze de genomen beschikking bijdraagt aan hetbehouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en de normale maatschappelijkeparticipatie van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en vanmensen met een psychosociaal probleem.

Artikel 33 Overeenkomsten met derden.
  • 1 Het college is bevoegd ter uitvoering van deze verordening overeenkomsten met derdente sluiten. Hieronder worden in ieder geval overeenkomsten betreffende de indicering,advisering en verstrekking van voorzieningen.

  • 2 a. In beginsel wordt de indicatiestelling voor huishoudelijke verzorging uitgevoerddoor (het CIZ of de GGD);b. Het college is bevoegd van het bepaalde in sub a. van dit lid af te wijken en deindicering te laten verzorgen door een ander orgaan dan wel instelling.

Artikel 34 Samenhangende afstemming.

Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwolde regelsvast omtrent de wijze waarop de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend wordtafgestemd op de situatie van de aanvrager.

Artikel 35 Wijzigingen in de situatie.

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan hetcollege mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moetzijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 36 Intrekking van een voorziening
  • 1 Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel ofgedeeltelijk intrekken indien:a. niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;b. op grond van gegevens beschikt is en gebleken is dat de gegevens zodanigonjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een anderebeslissing zou zijn genomen.

  • 2 Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebondenbudget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnenzes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het middelwaarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 37 Terugvordering
  • 1 Ingeval een voorziening is ingetrokken kan op basis daarvan reeds uitbetaalde financiëletegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2 In geval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken kan dezevoorziening worden teruggevorderd indien de voorziening is verleend op basis vanvalselijk verstrekte gegevens.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 38 Hardheidsclausule.

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingenvan deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegendeaard leidt.

Artikel 39 Indexering.

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op dezeverordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Menterwoldegeldende bedragen verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgenshet Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 40 Evaluatie.

Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt één jaar na invoering van deze verordeningen vervolgens eenmaal per 4 jaar geëvalueerd. Indien de evaluatie daartoe aanleiding geeftwordt deze verordening aangepast. Het college zendt hiertoe na één jaar en vervolgens telkensna 4 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over dedoeltreffendheid en de effectiviteit van de verordening in de praktijk.

Artikel 41 Inwerkingtreding.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 42 Citeertitel.

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening voorzieningen maatschappelijkeondersteuning gemeente Menterwolde 2007.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Menterwolde,

op 21 september 2006

De voorzitter, De griffier,

Wijzigingsverordening 1

No. 9/7De raad van de gemeente Menterwolde;gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;overwegende dat het noodzakelijk is voor een fiets met trapondersteuning de vastgestelde verordeningvoorzieningen maatschappelijke ondersteuning aan te passen;gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;besluit:de wijziging op de “Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2007” vast testellen:Artikel IAan artikel 22 wordt toegevoegd:d. een financiële tegemoetkoming te besteden aan een vervoersvoorziening.Artikel IINa artikel 26 wordt toegevoegd:artikel 26a VervreemdingBij de verstrekking van een voorziening in de vorm van een fiets met trapondersteuning is het niettoegestaan om binnen een periode van 5 jaar na verstrekking over te gaan tot vervreemding van devoorziening.artikel 26 b AfschrijvingDe voorziening, verstrekt in de vorm van een fiets met trapondersteuning, wordt voor de periode van5 jaar verstrekt.Artikel IIIDeze wijzigingen treden in werking met ingang van 1 juli 2009.Muntendam, 25 juni 2009.Burg. griffier

1 Toelichting op de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.