Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Uivoeringsregeling met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Menterwolde 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingUivoeringsregeling met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke belastingen in de gemeente Menterwolde 2007
CiteertitelUitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen gemeente Menterwolde 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 6
  2. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 7
  3. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 8
  4. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 13
  5. Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 14
  6. Invorderingswet 1990, art. 29
  7. Invorderingswet 1990, art. 31
  8. Gemeentewet, art. 237
  9. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

09-12-2006n.v.t.

21-11-2006

Tussenklappen; 6-12-2006

Uitvoeringsregeling met betrekking tot de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen in de gemeente Menterwolde 2007

Tekst van de regeling

Het college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen29 en 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeela, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van deGemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op het betreffendeartikel van de in de gemeente Menterwolde geldende belastingverordeningen, waarin aan hetcollege van burgemeester en wethouders de bevoegdheid is toegekend nadere regels te gevenmet betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;

BESLUIT:vast te stellen de:UITVOERINGSREGELING MET BETREKKING TOTDE HEFFING EN DE INVORDERING VANGEMEENTELIJKE BELASTINGEN IN DEGEMEENTE MENTERWOLDE 2007

Artikel 1 Algemene bepaling

  • 1 Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wetinzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160,eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wetbestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de gemeente Menterwoldeop grond waarvan het college van burgemeester en wethouders nadere regels kan gevenmet betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijkebelastingen.

  • 2 Voor de toepassing van deze regeling worden rechten aangemerkt als gemeentelijkebelastingen.

  • 3 De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van deGemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege vanaanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag ofde voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag.

Artikel 2 Aangifte,Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.

  • 1 De belastingplichtige voor:a. de onroerende zaakbelastingen;b. de toeristenbelasting;c. de hondenbelasting.aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar isuitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van hetbelastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand naafloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van deGemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen omuitreiking van een aangiftebiljet.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel wijzigingondergaat, moet de belastingplichtige binnen twee weken na het tijdstip waarop debelastingplicht is ontstaan of wijziging heeft ondergaan, bij de in artikel 231, tweede lid,onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk verzoeken omuitreiking van een aangiftebiljet.

  • 3 Als formulier van het aangiftebiljet onroerende zaakbelastingen wordt vastgesteld hetformulier dat in overeenstemming is met het in bijlage OZB1 opgenomen model.

  • 4 Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat inovereenstemming is met het in bijlage TB1 opgenomen model.

  • 5 Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld:a. voor het doen van een verkorte aangifte, het formulier dat in overeenstemming ismet het in bijlage HB1 opgenomen model;b. voor het doen van een uitgebreide aangifte, het formulier dat inovereenstemming is met het in bijlage HB2 opgenomen model;c. voor het afmelden van honden, het formulier dat in overeenstemming is met hetin bijlage HB3 opgenomen model

  • 6 Overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 van de Algemene wet inzake rijksbelastingendienen de in het aangiftebiljet gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud teworden ingevuld. Het aangiftebiljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagdebescheiden ingeleverd of toegezonden.

Artikel 3 Gebruik nachtverblijfregister ten behoeve van de heffing van

Bij de vaststelling van feiten ten behoeve van de heffing van toeristenbelasting kan de inartikel 231, tweede lid, onderdeel b, bedoelde gemeenteambtenaar het door belastingplichtigebijgehouden nachtverblijfregister raadplegen.

Artikel 4 Voorlopige aanslag

  • 1 De in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoeldegemeenteambtenaar legt een voorlopige aanslag op, indien het bedrag waarop de aanslagvermoedelijk zal worden vastgesteld, na verrekening van voorheffingen en reeds opgelegdevoorlopige aanslagen, zulks naar zijn mening rechtvaardigt.

  • 2 De bepaling van het bedrag van een voorlopige aanslag die wordt vastgesteld in het tijdvakwaarover de belasting wordt geheven, dan wel na het tijdstip waarop de belastingschuld isontstaan kan:a. voor de toeristenbelasting geschieden op grond van het gemiddelde datvoortvloeit uit de gegevens die hebben gediend ter vaststelling van de meestrecente belastingaanslag over elk van de twee voorafgaande jaren, met dienverstande dat daarbij op benaderende wijze rekening kan worden gehouden metwijzigingen in de wettelijke bepalingen betreffende de heffing van degemeentelijke belasting alsmede met andere wijzigingen die voor de heffing vande gemeentelijke belasting van belang kunnen zijn. Ingeval de belastingplichtigeaannemelijk maakt dat het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal wordenvastgesteld lager is dan het op de voet van de vorige volzin berekende bedrag,wordt de voorlopige aanslag gesteld op dit lagere bedrag;b. voor de afvalstoffenheffing of reinigingsrechten maandelijks geschieden en naarevenredigheid worden vastgesteld op het per maand van het betreffendebelastingtijdvak verschuldigde bedrag.

Artikel 5 Rente

  • 1 Het percentage van de invorderingsrente volgt het percentage dat op grond van artikel 29van de Invorderingswet 1990 voor het betreffende kalenderkwartaal voor de rijksbelastingenis vastgesteld.

  • 2 Bij de invordering van de gemeentelijke belastingen vindt de ministeriële regeling bedoeld inartikel 31 van de Invorderingswet 1990 overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De uitvoeringsregeling “gemeentelijke belastingen gemeente Menterwolde 2002”,vastgesteld bij besluit van 8 januari 2002 wordt ingetrokken op het moment dat dezeregeling in werking treedt.

  • 2 Deze regeling treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3 Deze regeling wordt aangehaald als: “Uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingengemeente Menterwolde 2007”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van

Menterwolde van 21 november 2006;

De wnd. burgemeester, De secretaris,

M. Schollema K. Nieland