Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Menterwolde

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag gemeente Menterwolde
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Menterwolde
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, art. 36

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-02-200901-01-2012n.v.t.

09-10-2009

Tussenklappen ; 11 maart 2009

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Menterwolde

Tekst van de regeling

No.: 8/2.

De raad van de gemeente Menterwolde;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

Gelet op artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

Vast te stellen:DE VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE MENTERWOLDE

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. college: het college van burgemeester en wethoudersb. wet: de Wet werk en bijstandc. WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkostend. WSF 2000: Wet Studiefinancieringe. bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wetf. uitkeringsgerechtigde: persoon bedoeld in artikel 1, onder L van de Wet structuur uitvoeringsorganisatiewerk en inkomen.g. peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1 Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslagde belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezenis geweest op een inkomen dat gemiddeld niet hoger is dan 120% van de voor hem geldendebijstandsnorm o.g.v paragraaf 3.2, vermeerderd of verminderd met de o.g.v paragraaf 3.3 doorhet college vastgestelde verhoging of verlaging en geen in aanmerking te nemen vermogenheeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 2 Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleidingvolgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

Artikel 3 Hoogte van de toeslag

  • 1 De langdurigheidstoeslag bedraagta. voor gehuwden: 40 % van de voor hen geldende bijstandsnorm;b. voor alleenstaande ouders: 40 % van de voor hen geldende bijstandsnorm;c. voor alleenstaanden: 40 % van de voor hen geldende bijstandsnorm.

  • 2 De bedragen worden naar boven afgerond in een veelvoud van € 5,00.2

Artikel 4 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009, waarbij de beleidsnotitie Langdurigheidstoeslagmet inachtneming van het overgangsrecht komt te vervallen.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als: Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk enbijstand gemeente Menterwolde.

Ondertekening

Muntendam, 9 oktober 2008

De raad voornoemd,

De voorzitter, De griffier,

(E.A. van Zuijlen) (F.A.P. Grit)

1 Toelichting

AlgemeenDecentralisatie langdurigheidstoeslagOp 1 januari 2009 is de langdurigheidstoeslag gedecentraliseerd naar de gemeenten. De huidigelangdurigheidstoeslag vindt zijn grondslag in artikel 36 van de Wet werk en bijstand. Daarin isnauw omschreven in welke gevallen en onder welke voorwaarden mensen met een laag inkomenin aanmerking komen voor de toeslag. De gedachte achter de toeslag is, dat mensen die langdurigeen inkomen op het sociaal minimum hebben, geen financiële ruimte hebben om te reserverenvoor onverwachte uitgaven.In het Bestuursakkoord Rijk-gemeenten uit 2007 (“Samen aan de slag”) is afgesproken dat delangdurigheidstoeslag gedecentraliseerd wordt naar gemeenten. Artikel 36 van de wet blijft debasis, maar daarnaast wordt in artikel 8 een bepaling toegevoegd waarin wordt bepaald dat gemeentenin een verordening de precieze voorwaarden voor de langdurigheidstoeslag moeten vastleggen.Bij het opstellen van deze verordening is uitgegaan van het wetsontwerp. Het amendement Spies(31441 nr 12) is tevens in deze verordening verwerkt. Dit betekent dat gemeenten geen toetshoeven te doen op het aanwezig zijn van arbeidsmarktperspectief.Bevoegdheid gemeentenIn het nieuwe artikel 36, eerste lid, is de basis voor de langdurigheidstoeslag opgenomen:“Het college verleent op aanvraag een langdurigheidstoeslag aan een persoon van 21jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerkingte nemen vermogen als bedoeld in artikel 34.”In het nieuwe artikel 8 wordt bepaald dat de verordening in ieder geval betrekking moet hebbenop de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan debegrippen langdurig en laag inkomen.Mogelijkheden voor eigen beleidOp grond van de nieuwe bevoegdheden van gemeenten, zijn er diverse mogelijkheden voor hetinvullen van eigen beleid. Naast de genoemde onderwerpen, kan het daarbij ook gaan om de afstemmingvan het beleid op het gemeentelijke re-integratiebeleid. Hierna wordt op de respectieveonderwerpen nader ingegaan.DoelgroepDe nieuwe langdurigheidstoeslag geeft gemeenten nadrukkelijk de mogelijkheid deze ook vantoepassing te laten zijn op werkenden met een laag inkomen. Voor de duidelijkheid wordt hiergesteld dat gemeenten zelf de keuze kunnen maken of werkenden onder de langdurigheidstoeslagkomen te vallen. In deze verordening is ervan uitgegaan dat werkenden tot de doelgroep behoren.Hoogte van de toeslagOp dit moment is de hoogte van de toeslag centraal bepaald. Het zijn vaste bedragen, als percentage(40%) van de voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm. Gemeenten kunnen straks zelf dehoogte van de toeslag bepalen. Daarbij moet een aantal zaken dingen bedacht worden. Een te laagbedrag doet geen recht aan het karakter van de langdurigheidstoeslag, namelijk dat deze is bedoeldvoor mensen die financieel geen mogelijkheden hebben gehad te reserveren voor onver4wachte uitgaven. Een te hoog bedrag kan leiden tot het optreden van de armoedeval. Immers,wordt op enig moment een hoger inkomen bereikt, dan vervalt direct de hele toeslag.Uit oogpunt dat de toeslag praktisch uitvoerbaar moet zijn is hier gekozen om de huidige percentagevan 40% van de voor de persoon toepasselijke bijstandsnorm1 aan te houden voor de bepalingvan de hoogte van de toeslag.LangdurigDe huidige referte periode is vijf jaar. Door gemeenten is de afgelopen jaren aangegeven dat dezeperiode te lang is. Veeleer wordt gedacht aan 3 jaar, een periode waarvoor ook door het Nibud isaangegeven dat de reserveringsmogelijkheden minimaal worden.In ons huidig minimabeleid wordt ook uitgegaan van het Nibud, zodat hier gekozen wordt om eenperiode van 3 jaar te hanteren als referte periode.Laag inkomenGemeenten zijn vrij om een eigen maximale inkomensgrens te hanteren. Het ligt het meest voorde hand hierbij aan te sluiten bij de inkomensgrenzen die in het eigen gemeentelijk minimabeleidworden gehanteerd. In het gemeentelijke minimabeleid wordt 120% van de van toepassing zijndebijstandsnorm (incl. toeslag) gehanteerd, zodat aansluiting op deze grens hier voor de hand ligt.Geen ambtshalve verstrekkingIn de wet wordt bepaald dat het college de toeslag op aanvraag verstrekt. Dit sluit de mogelijkheidvoor ambtshalve toekenning uit. Het kabinet geeft hierbij aan dat het gaat om een vorm vanbijzondere bijstand, waarbij geldt dat voor elk individueel geval beoordeeld moet worden of ereen recht bestaat.Er zijn echter wel mogelijkheden om de aanvraag te vereenvoudigen. Als uit de gemeentelijkeadministratie blijkt dat in de situatie van betrokkene het afgelopen jaar geen wijzigingen zijnopgetreden, dan kan een volledig ingevuld aanvraag formulier toegezonden worden, waarna debetrokkene door het zetten van de handtekening de aanvraag officieel maakt.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2In dit artikel worden de omschrijvingen van de begrippen langdurig en laag inkomen uitgewerkt.Het laag inkomen wordt uitgedrukt als percentage van het voor de betrokkene toepasselijke bijstandsnorm.Voor werkenden zal gekeken moeten worden naar het inkomen, afgezet tegen depersoonlijke situatie (alleenstaand, alleenstaande ouder, gehuwden). Er wordt een gemiddeldeinkomen genomen over de referteperiode van 36 maanden.

Artikel 3In dit artikel wordt de hoogte van de toeslag geregeld. Er wordt uitgegaan van een percentage vande toepasselijke bijstandsnorm. Hierdoor behoeft de verordening niet jaarlijks aangepast te worden.De toeslag wordt automatisch aangepast aan de wijziging in de normbedragen van de WWB.De bedragen dienen naar boven afgerond te worden in veelvoud van € 5,00.De langdurigheidtoeslag wordt naar rato uitgekeerd indien de inkomsten over 36 maanden hogerzijn dan 120% van de norm tot een maximum bedrag van de langdurigheidstoeslag. Het collegewil de inzet om door middel van arbeid in hun eigen bestaan te willen voorzien op deze manier1 Bijstandsnorm is inclusief eventuele toeslag.07070707.

Artikel 5Bij de inwerkingtreding is aangesloten bij de beoogde inwerkingtreding van het wetsontwerp, 1januari 2009. In het wetsontwerp is een bepaling over overgangsrecht opgenomen, zodat dit nietin de verordening geregeld hoeft te worden.