Overheidsorganisatie | Gemeente Menterwolde |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening tijdelijke regels Wet Investeren in Jongeren |
Citeertitel | de verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
De artikelen 2 tot en met 6 vervallen ieder voor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekking hebbende verordening in het kader van de wet, doch uiterlijk 1 juli 2010.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2009 | 29-07-2010 | n.v.t. | 10-09-2009 | Verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren |
No.: 4/8.
De raad van de gemeente Menterwolde;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 12, van de Wet investeren in jongeren;
overwegende, dat het noodzakelijk is om tot de datum waarop de verordeningen bedoeld in deWet investeren in jongeren (WIJ) in werking treden, voor een beperkte periode regels te stellendie waarborgen dat de uitvoering van de wet zoveel mogelijk in overeenstemming met de Wetwerk en bijstand en de in dat kader vastgestelde verordeningen plaatsvindt;
B E S L U I T :
vast te stellen:DE VERORDENING TIJDELIJKE REGELS WET INVESTEREN IN JONGEREN.
In deze verordening wordt verstaan onder:a. de wet: de Wet investeren in jongeren;b. het college: het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Menterwolde.
De regels met betrekking tot de inhoud van het werkleeraanbod, bedoeld in artikel 12, eerste lid,onderdeel a, van de wet, luiden als volgt:1. De voorzieningen die op grond van de Reïntegratieverordening wet werk en bijstand aanpersonen als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet werk en bijstand, kunnen wordenaangeboden, kunnen door het college worden ingezet voor het vaststellen van de inhoud vanhet werkleeraanbod.2. In afwijking van het eerste lid, kunnen de volgende voorzieningen niet worden ingezet:a. Onbeloonde additionele arbeid;b. premies voor werkaanvaarding of scholing;c. vrijlating van inkomsten, end. onkostenvergoeding voor vrijwilligerswerk.
De regels met betrekking tot het verlagen van de inkomensvoorziening, bedoeld in artikel 12,eerste lid, onderdeel b, van de wet, luiden als volgt:1. Voor de toepassing van artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1 t/m 8 van de Afstemmingsverordening WWB van overeenkomstige toepassing.2. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1 t/m 8 van de Afstemmingsverordening WWB van overeenkomstige toepassing.3. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van schending van de overige verplichtingen, bedoeld in artikel 45, van de wet, zijn de artikelen 1 t/m van de Afstemmingsverordening WWB van overeenkomstige toepassing.4. Voor het verlagen van de inkomensvoorziening als gevolg van zeer ernstige misdragingen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van de wet, zijn de artikelen 1 t/m 8 van de Afstemmingsverordening WWB van overeenkomstige toepassing.
De regels met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik, bedoeld in artikel12, eerste lid, onderdeel c, van de wet, luiden als volgt:
De in de Handhavingsverordening WWB gestelde regels, zijn van overeenkomstige toepassing.
De regels met betrekking tot de wijze waarop jongeren of hun vertegenwoordigers worden betrokkenbij de uitvoering van de wet, luiden als volgt:
De in de Verordening voor een WMO/WWB – adviesraad Menterwolde gestelde regels, zijn vanovereenkomstige toepassing.
De regels met betrekking tot het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 12, eerstelid, onderdeel e, van de wet, luiden als volgt:
De in de Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet Werk en Bijstand gestelde regels zijn vanovereenkomstige toepassing.
1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
2 Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, alstoepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze regeling treedt in werking op 1 oktober 2009. De artikelen 2 tot en met 6 vervallen iedervoor zich per datum inwerkingtreding van de specifiek op het desbetreffende artikel betrekkinghebbende verordening in het kader van de wet, doch uiterlijk 1 juli 2010.
Deze regeling wordt aangehaald als: de verordening tijdelijke regels Wet investeren in jongeren.
Muntendam, 10 september 2009
De raad voornoemd,
De voorzitter, De plv. griffier,(E.A. van Zuijlen) (J.R. Boltendal)