Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2011nieuwe regeling

10-12-2009

Tussenklappen, 16-12-2010

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Tekst van de regeling

No. 6/13.

De raad van de gemeente Menterwolde;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

B E S L U I T :

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTENBELASTING 2010

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.b. kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen hoofdzakelijk ten behoeve van recreatief nachtverblijf.c. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van eenzelfde kampeermiddel gedurende een seizoen of een jaar.d. volgtijdige standplaats: een terrein of terreingedeelte dat deel uitmaakt van een kampeerterrein en dat ter beschikking wordt gesteld voor de volgtijdige plaatsing van verschillende kampeermiddelen.e. woning: een huis, een naar aard en inrichting vergelijkbare ander onderkomen of een deel van een huis of een vergelijkbaar onderkomen.f. particulier: een natuurlijk persoon die buiten de uitoefening van een bedrijf of beroep gelegenheid biedt tot verblijf.g. particulier verhuurde woning: een woning die door een particulier ter beschikking wordt gesteld voor het houden van verblijf met overnachting tegen een vergoeding in welke vorm dan ook.

  • 2 Voor particulier verhuurde woningen en voor kampeermiddelen op vaste of volgtijdige standplaatsen kan het aantal overnachtingen op een bij de aangifte gedaan verzoek van de belastingplichtige forfaitair worden vastgesteld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene zijn opgenomen in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3 Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf: 1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;2. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.3. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning voor welk verblijf forensenbelasting is verschuldigd;4. op vaartuigen voor welk verblijf watertoeristenbelasting is verschuldigd.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing of werkelijk aantal overnachtingen

  • 1 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:a) mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op 2,1 personen;b) mobiele kampeeronderkomens op seizoenstandplaatsen bepaald op 2,6 personen.

  • 2 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:a) in geval verblijf wordt gehouden op vaste standplaatsen, bepaald op 64;b) in geval verblijf wordt gehouden op seizoenstandplaatsen, bepaald op 52.

  • 3 Het aantal malen dat wordt overnacht en het aantal personen dat verblijf houdt in vakantieonderkomens, niet beroepsmatig - verhuurde ruimten, in mobiele kampeeronderkomens op een niet, in artikel 6, eerste lid onderdelen a en b, genoemde standplaats wordt bepaald op het werkelijk aantal overnachtingen en het werkelijk aantal personen dat verblijf houdt blijkens de verhuuradministratie van de belastingplichtige.

Artikel 7 Opteren voor niet - forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6, eerste en tweede lid, wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6, eerste en tweede lid berekende aantal.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per overnachting € 0,60.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

Belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 11 Aanslaggrens

Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan 10 zal of heeft belopen.

Artikel 12 Termijnen van betalingen

De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 15 Aanmeldingsplicht

  • 1 Ieder die gelegenheid tot het houden van nachtverblijf biedt in de zin van de verordening is verplicht verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd (en eventueel door gemeente verstrekt) nachtverblijfregister.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen genoemde nachtverblijfregisters op verzoek kosteloos beschikbaar.

  • 3 Burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en gebruik van de nachtverblijfregisters.

  • 4 De verplichting, genoemd onder lid 1, vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk, en door burgemeester en wethouders geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.

Artikel 16 Registratieplicht

  • 1 Ieder die gelegenheid tot het houden van nachtverblijf biedt in de zin van de verordening is verplicht verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd (en eventueel door gemeente verstrekt) nachtverblijfregister.

  • 2 Burgemeester en wethouders stellen genoemde nachtverblijfregisters op verzoek kosteloos beschikbaar.

  • 3 Burgemeester en wethouders geven nadere voorschriften omtrent de inrichting en gebruik van de nachtverblijfregisters.

  • 4 De verplichting, genoemd onder lid 1, vervalt indien de belastingplichtige een soortgelijk, en door burgemeester en wethouders geaccepteerd, nachtverblijfregister voert.

Artikel 17 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De “Verordening toeristenbelasting 2009” van 11 december 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de derde dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4 Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2010”.

Ondertekening

Muntendam, 10 december 2009.

De raad voornoemd, 

 

De voorzitter,                     De griffier,

 

E.A. van Zuijlen              drs. F.A.P. Grit