Overheidsorganisatie | Gemeente Menterwolde |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Menterwolde |
Citeertitel | Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Menterwolde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2013 | n.v.t. | 31-01-2013 Tussenklappen | Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Menterwolde | ||
13-12-2007 | n.v.t. | 12-12-2007 | Verordening Wet kinderopvang |
No: 8/1
De raad van de gemeente Menterwolde;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, inzake Wet kinderopvang;
gelet op artikel 1.25 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen en artikel 149
van de Gemeentewet;
overwegende dat het noodzakelijk is de verlening, de voorschotverlening en de vaststelling van de tegemoetkoming van de gemeente in de kosten van kinderopvang bij verordening te regelen;
BESLUIT:
vast te stellen de:
VERORDENING WET KINDEROPVANG (VWK) GEMEENTE MENTERWOLDE
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. het college: het college van burgemeester en wethouders;
b. de wet: de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen Peuterspeelzalen.
1 Een aanvraag tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie als bedoeld in artikel 1.23 van de wet bevat in ieder geval de volgende gegevens:
a. naam en adres van de ouder;
b. indien van toepassing: naam van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de aanvraag betrekking heeft;
d. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
2 Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
3 Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.
1 Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.
2 Het college kan dit besluit met ten hoogte vier weken verdagen. Het college stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.
Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van de kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie bevat in ieder geval:
a. de geldigheidsduur van de indicatie;
b. de omvang van de kinderopvang die noodzakelijk wordt geacht.
Het college weigert de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal-medische indicatie vast te stellen indien:
a. de ouder en de partner reeds een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang ontvangt of kan ontvangen; of
b. de ouder en de partner niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 1.6, eerste lid, onder k of l van de wet.
1 Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat:
a. naam, adres, bsn van de ouder;
b. indien van toepassing: naam en bsn van de partner en, indien dit een ander adres is dan het adres van de ouder: het adres van de partner;
c. naam, geboortedatum en bsn van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;
d. een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen waarin in ieder geval wordt aangegeven: het aantal uren kinderopvang per kind, de kostprijs per uur en de aanvangsdatum van de opvang;
e. gegevens of een verwijzing naar gegevens waaruit blijkt dat de ouder behoort tot de groep personen als bedoeld in artikel 1.22 van de wet;
f. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de aanvraag van de tegemoetkoming.
2 Het college kan bepalen dat de aanvraag geschiedt met behulp van een door het college vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
3 3. Indien de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.
1 1. Het college besluit over de aanvraag binnen vier weken na ontvangst van alle benodigde gegevens.
2 Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het stelt de ouder hiervan schriftelijk in kennis.
Het college weigert de tegemoetkoming indien de ouder niet behoort tot de personen als bedoeld in artikel 22 van de wet.
1 De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag voor de tegemoetkoming door het college in ontvangst is genomen.
2 Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden
1 De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een tegemoetkomingsjaar.
2 In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een andere periode vaststellen.
1 Het college verleent de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat door de ouder is aangevraagd.
2 In afwijking van het eerste lid verleent het college bij een ouder als bedoeld in artikel 1.24, eerste lid, onderdeel a of tweede lid, onderdeel a, van de wet de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en zorg.
Het besluit tot het verlenen van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
a. de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder behoort;
b. de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking heeft;
c. de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
d. de periode en de omvang van de kinderopvang per tijdvak waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;
e. de wijze waarop het bedrag van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;
f. de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
g. de verplichtingen van de ouder.
1 De tegemoetkoming wordt in de vorm van een voorschot in maandelijkse termijnen uitbetaald.
2 Het college kan nadere voorschriften stellen over de wijze van bevoorschotting.
1 De ouder verstrekt binnen vier werken na afloop van de periode waarvoor de tegemoetkoming is verleend aan het college een overzicht van de feitelijke kosten van kinderopvang over deze periode.
2 Het college stelt de tegemoetkoming binnen acht weken na ontvangst van het overzicht van de kosten vast.
3 De hoogte van de tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van de wettelijke maximum uurtarieven voor kinderopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang zoals deze zijn vastgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
De tegemoetkoming wordt overeenkomstig de vaststelling binnen vier weken betaald, onder verrekening van de betaalde voorschotten.
1 De ouder of de partner doet het college onmiddellijk na het bekend worden daarvan uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gege4vens die kunnen leiden tot de vaststelling van een lagere tegemoetkoming.
2 De ouder of partner verstrekt desgevraagd aan het college, binnen een door het college te stellen redelijke termijn, alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente van belang zijn.
Het college beslist in gevallen waarin deze verordening niet voorziet.
1 Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Wet kinderopvang (VWk) gemeente Menterwolde”
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.
Muntendam, 31 januari 2012.
De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,
(E.A. van Zuijlen) (F.A.P. Grit)