Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Menterwolde

Klachtenregeling openbaar primair onderwijs

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Menterwolde
Officiële naam regelingKlachtenregeling openbaar primair onderwijs
CiteertitelKlachtenregeling onderwijs 2007
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet op het primair onderwijs

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

13-12-2007Nieuwe regeling

13-12-2007

Tussenklappen;12 december 2007

Klachtenregeling openbaar primair onderwijs

Tekst van de regeling

Nr.:De raad van de gemeente Menterwolde;

gelet op de bepalingen in de Wet op het Primair Onderwijs;overwegende dat het noodzakelijk is een regeling vast te stellen voor het indienen van een klachtover gedragingen van een of meerdere personen die deel uitmaakt respectievelijk uitmaken vaneen schoolgemeenschap vallende onder het openbaar primair onderwijs;

BESLUIT

vast te stellen:DE KLACHTENREGELING OPENBAAR PRIMAIR ONDERWIJS 

Hoofdstuk I Begripsbepalingen.

Artikel 1.

In deze regeling wordt verstaan onder:a. school: een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op deexpertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs;b. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 4;c. klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling,(een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag ofeen vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon dieanderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, die een klacht heeft ingediend;d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen enhet niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde;e. contactpersoon: de persoon als bedoeld in artikel 2;f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 3;g. aangeklaagde: een (ex-)leerling, ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegdgezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede eenpersoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, tegen wie een klachtis ingediend;h. benoemingsadviescommissie: een door het bevoegd gezag ingestelde commissie diebestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders/leerlingen, personeel enbevoegd gezag.

Hoofdstuk II Behandeling van de klachten.

Paragraaf 1. De contactpersoon.
Artikel 2. Aanstelling en taak contactpersoon.
  • 1 Er is op iedere school ten minste één contactpersoon die de klager verwijst naar devertrouwenspersoon.

  • 2 Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de contactpersoon. De benoeming vindt plaatsop voorstel van de benoemingsadviescommissie.

Paragraaf 2. De vertrouwenspersoon.
Artikel 3. Aanstelling en taken vertrouwenspersoon.
  • 1 Het bevoegd gezag beschikt over ten minste één vertrouwenspersoon die functioneert alsaanspreekpunt bij klachten.

  • 2 Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersoon. De benoemingvindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie.

  • 3 De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. Devertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van eenklacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenstbijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie.

  • 4 De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk,naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg.

  • 5 Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken,kan hij deze ter kennis brengen van de klachtencommissie of het bevoegd gezag.

  • 6 De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegdgezag te nemen besluiten.

  • 7 De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid inacht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in diehoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet voordat betrokkene zijn taak alsvertrouwenspersoon heeft beëindigd.

  • 8 De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van zijnwerkzaamheden.

Paragraaf 3. De klachtencommissie.
Artikel 4. Instelling en taken klachtencommissie.
  • 1 Er is een klachtencommissie voor alle scholen van het bevoegd gezag die de klachtonderzoekt en het bevoegd gezag hierover adviseert.

  • 2 Het bevoegd gezag kan zich ook, na hierover instemming te hebben verkregen van de(gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad, aansluiten bij een regionale of landelijkecommissie.

  • 3 De klachtencommissie geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over:a. (on)gegrondheid van de klacht;b. het nemen van maatregelen;c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.

  • 4 De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen,de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden vande klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in diehoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet voordat betrokkene zijn taak als lid van deklachtencommissie heeft beëindigd.

  • 5 De klachtencommissie brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van haarwerkzaamheden.

Artikel 5. Samenstelling klachtencommissie.
  • 1 De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die wordenbenoemd, geschorst en ontslagen door het bevoegd gezag. De benoeming vindt plaats opvoorstel van de benoemingsadviescommissie.

  • 2 Het bevoegd gezag benoemt overeenkomstig het eerste lid de plaatsvervangende leden.

  • 3 De klachtencommissie is zodanig samengesteld dat zij voldoende deskundig moet wordengeacht voor de behandeling van klachten.

  • 4 Leden van het personeel, van het bevoegd gezag, alsmede ouders/voogden/verzorgers enleerlingen/studenten/deelnemers van de schoolgemeenschap, de vertrouwenspersoon encontactpersoon kunnen geen zitting hebben in de klachtencommissie.

  • 5 De klachtencommissie wijst uit haar midden een (plaatsvervangend) voorzitter aan.

  • 6 Het bevoegd gezag wijst een (plaatsvervangend) secretaris aan.

Artikel 6. Zittingsduur.
  • 1 De (plaatsvervangende) leden van de klachtencommissie worden benoemd voor de periodevan vier jaar en zijn terstond herbenoembaar.

  • 2 De voorzitter en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

Paragraaf 4. De procedure bij de klachtencommissie.
Artikel 7. Indienen van een klacht.
  • 1 De klager dient de klacht in bij:a. het bevoegd gezag; ofb. de klachtencommissie.

  • 2 De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij deklachtencommissie anders beslist.

  • 3 Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag deklager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie Het bevoegd gezag kan de klachtzelf afhandelen indien hij van mening, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid.

  • 4 is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldteen dergelijke afhandeling op verzoek van de klager aan de klachtencommissie.

  • 5 Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan dan de in het eerste lid genoemde,verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de klachtencommissie of naar hetbevoegd gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht.

  • 6 Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen.

  • 7 Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 8 Na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager en deaangeklaagde binnen vijf werkdagen schriftelijk mee dat zij een klacht onderzoekt.

  • 9 Het bevoegd gezag deelt de directeur van de betrokken school schriftelijk mee dat er eenklacht wordt onderzocht door de klachtencommissie.

  • 10 Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door eengemachtigde.

Artikel 8. Intrekken van de klacht.

Indien de klager tijdens de procedure bij de klachtencommissie de klacht intrekt, deelt deklachtencommissie dit aan de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur van debetrokken school mee.

Artikel 9. Inhoud van de klacht.
  • 1 De klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend.

  • 2 Van een mondeling ingediende klacht wordt terstond door de ontvanger als bedoeld in artikel7, eerste lid een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend enwaarvan hij een afschrift ontvangt.

  • 3 De klacht bevat ten minste:a. de naam en het adres van de klager;b. de dagtekening;c. een omschrijving van de klacht.

  • 4 Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheidgesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan hetgestelde in het derde lid, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard.

  • 5 Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde,het bevoegd gezag en de directeur van de betrokken school gemeld.

Artikel 10. Vooronderzoek.

De klachtencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de klachtbevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen. Zij kan daartoe deskundigen inschakelen en henzo nodig uitnodigen voor de hoorzitting. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is voorafmachtiging van het bevoegd gezag vereist.

Artikel 11. Hoorzitting.
  • 1 De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en de aangeklaagdetijdens een niet-openbare vergadering in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord.De hoorzitting vindt plaats binnen vier weken na ontvangst van de klacht.

  • 2 De klager en de aangeklaagde worden buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij deklachtencommissie anders bepaalt.

  • 3 De klachtencommissie kan bepalen, al dan niet op verzoek van de klager of deaangeklaagde, dat de vertrouwenspersoon bij het verhoor aanwezig is.

  • 4 Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klager heeft verklaard geengebruik te willen maken van het recht te worden gehoord.

  • 5 Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.Het verslag bevat:a. de namen en de functie van de aanwezigen;b. een zakelijke weergave van wat over en weer is gezegd.

  • 6 Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 12. Advies.
  • 1 De klachtencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over hetadvies.

  • 2 De klachtencommissie rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het bevoegdgezag, binnen vier weken nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden. Deze termijnkan met vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt de klachtencommissiemet redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag.

  • 3 De klachtencommissie geeft in haar advies een gemotiveerd oordeel over het al danniet gegrond zijn van de klacht en deelt dit oordeel schriftelijk mee aan de klager, deaangeklaagde en de directeur van de betrokken school.

  • 4 De klachtencommissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de doorhet bevoegd gezag te treffen maatregelen.

Artikel 13. Quorum.

Voor het houden van een zitting is vereist, dat ten minste twee leden van de klachtencommissie,waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.

Artikel 14. Niet-deelneming aan de behandeling.

De voorzitter en de leden van de klachtencommissie nemen niet deel aan de behandeling vaneen klacht, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Paragraaf 5. Besluitvorming door het bevoegd gezag.
Artikel 15. Beslissing op advies.
  • 1 Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegdgezag aan de klager, de aangeklaagde, de directeur van de betrokken school en deklachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid vande klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke.De mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie en het verslag vande hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten.

  • 2 Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt hetbevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en deklachtencommissie.

  • 3 De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dannadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk teverweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing.

Hoofdstuk III Slotbepalingen.

Artikel 16. Openbaarheid.
  • 1 Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage.

  • 2 Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling.

Artikel 17. Evaluatie.

De regeling wordt binnen vier jaar na inwerkingtreding door het bevoegd gezag, decontactpersoon, de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en de (gemeenschappelijke)medezeggenschapsraad geëvalueerd.

Artikel 18. Wijziging van het reglement.

Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met devertrouwenspersoon en de klachtencommissie, met inachtneming van de vigerende bepalingen.

Artikel 19. Overige bepalingen.
  • 1 In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.

  • 2 De toelichting maakt deel uit van de regeling.

  • 3 Deze regeling kan worden aangehaald als "Klachtenregeling onderwijs 2007".

  • 4 Deze regeling treedt, onder gelijktijdige intrekking van de “klachtenregeling onderwijs”vastgesteld op 20-05-1999, no. 7/5, in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Muntendam,

De raad voornoemd;

De voorzitter, De griffier,

1 Algemene toelichting

Algemene toelichting

De onderwijswetgeving zal met ingang van 1 augustus 1998 worden gewijzigd in verband met deinvoering van het schoolplan, de schoolgids en het klachtrecht, ook wel de Kwaliteitswetgenoemd (wetsontwerp 25.459). 

De inwerkingtreding van de Kwaliteitswet betekent onder meer dat de schoolbesturen verplichtzijn uiterlijk 1 augustus 1998 een klachtenregeling vast te stellen en in te voeren.Volgens de voorgestelde wetgeving kunnen ouders en leerlingen klachten indienen overgedragingen en beslissingen of het nalaten daarvan van het bevoegd gezag en het personeel.Het klachtrecht heeft een belangrijke signaalfunctie met betrekking tot de kwaliteit van hetonderwijs.Door de klachtenregeling ontvangen het bevoegd gezag en de school op eenvoudige wijzesignalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gangvan zaken op school.Over de hier gepresenteerde regeling is een akkoord bereikt tussen de landelijkeouderorganisaties, vakorganisaties en besturenorganisaties en schoolleiderorganisaties 1).Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten, waarmee het belangvan de betrokkenen wordt gediend, maar ook het belang van de school (een veiligschoolklimaat).De hier gepresenteerde regeling is breder dan de Kwaliteitswet voorschrijft. Nogal watschoolbesturen hebben een regeling seksuele intimidatie vastgesteld en zijn momenteel bezigom maatregelen te treffen ter voorkoming van bijvoorbeeld pesten. Om te voorkomen dat hetonderwijs te maken krijgt met verschillende klachtenregelingen is er op landelijk niveau voorgekozen om te komen tot één klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs. Naast ouders enleerlingen (Kwaliteitswet) kan eenieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap klachtenindienen. Deze kunnen betrekking hebben op gedragingen en beslissingen van het bevoegdgezag en personeel of het nalaten daarvan en ook op gedragingen van anderen die deeluitmaken van de schoolgemeenschap.Onderhavige klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet ergens andersterecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen inonderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijzeworden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indiende afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op dezeklachtenregeling. Voor wat betreft de aard van de klachten waarvoor deze regeling is bedoeld,wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting bij artikel 1, onder d en artikel 7, eerste lid.Voorts dienen klachten waarvoor een aparte regeling en proceduremogelijkheid bij eencommissie bestaat, langs die lijn te worden afgehandeld. Zo kan een klacht die moet wordeningediend bij de commissie van beroep bij examens, niet via de klachtenregeling onderwijsworden ingediend. Hetzelfde geldt voor een klacht die via een geschillencommissie kan wordeningediend.Deze regeling is ook niet van toepassing indien het een klacht betreft tegen een besluit van hetbevoegd gezag van een openbare school in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).Wanneer een bevoegd gezag van een openbare school bijvoorbeeld een verzoek van eenleerkracht om buitengewoon verlof afwijst, kan de desbetreffende leerkracht op basis van de Awbbezwaar en beroep aantekenen.1) Deze organisaties zijn: ABB/VO, AOB, AVS, BPCO, LOBO, NKO, Onderwijsbonden CNV, Ouders en Coo, PCSO, VBKO,VBS, VNG, VOO, VOS en VVO.Deze regeling is opgesteld voor het primair en voortgezet onderwijs, maar is ook voor andereonderwijssoorten te hanteren.In de regeling wordt gesproken over bevoegd gezag. Afhankelijk van de in het directiestatuutneergelegde taakverdeling en bevoegdheidsverdeling tussen de directeur en het bevoegd gezag,dient in voorkomende gevallen daarvoor in de plaats "de directeur" te worden gelezen.Aanpassing van de regeling is niet nodig omdat de directeur in dat geval namens het bevoegdgezag optreedt.Er zijn inmiddels al heel wat besturen die met een klachtencommissie, vertrouwenspersoon eneen contactpersoon werken. Deze besturen dienen ook een klachtenregeling vast te stellen dievoldoet aan de Kwaliteitswet. De hier gepresenteerde regeling kan ook dan wordenovergenomen. Voorts dienen deze besturen ervoor te zorgen dat de klachtencommissie zodanigis samengesteld dat zij alle in de regeling voorkomende klachten kan behandelen. Het spreektvoor zich dat gestreefd zou moeten worden naar ten hoogste één klachtencommissie perbevoegd gezag.In plaats van het zelf instellen van een klachtencommissie kan een bevoegd gezag zichaansluiten bij een regionale of (wellicht nog in te stellen) landelijke klachtencommissie. Ook in datgeval kan de hier gepresenteerde regeling worden overgenomen.De wetgever kent rond de totstandkoming van de klachtenregeling aan de (G)MRinstemmingsrecht toe. Verder krijgt de (G)MR instemmingsrecht ten aanzien van de door hetbestuur vast te stellen procedure voor de aanwijzing van een contactpersoon en eenvertrouwenspersoon respectievelijk de procedure voor aansluiting bij dan wel instelling van eenklachtencommissie.De benoemingsadviescommissie wordt door het bevoegd gezag ingesteld. Deze commissiebestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders/leerlingen, personeel en bevoegdgezag. De contactpersoon, de vertrouwenspersoon en leden van de klachtencommissie wordenop voorstel van de benoemingsadviescommissie door het bevoegd gezag benoemd. Hetbevoegd gezag kan afwijken van dit voorstel. Van deze mogelijkheid zal echter zeerterughoudend gebruik moeten worden gemaakt. Het advies van de commissie moet als eenzwaarwegend advies worden beschouwd.In de regeling zijn maximumtermijnen opgenomen. Het spreekt voor zich dat eenieder erbijgebaat is dat een klacht zo zorgvuldig mogelijk, maar ook zo snel mogelijk, wordt afgehandeld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 onder c.Ook een ex-leerling is bevoegd een klacht in te dienen. Naarmate het tijdsverloop tussen defeiten, waarover wordt geklaagd en het indienen van de klacht groter is, wordt het voor deklachtencommissie en het bevoegd gezag moeilijker om tot een oordeel te komen. Bovendien isin artikel 7, tweede lid bepaald dat een klacht binnen een jaar na de gedraging of beslissing moetworden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders bepaalt. Hierbij valt te denken aan (zeer)ernstige klachten over seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie.Bij personen die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap kan gedacht worden aanbijvoorbeeld stagiaires en leraren in opleiding.Artikel 1 onder d.Klachten kunnen gaan over bijvoorbeeld begeleiding van leerlingen, toepassing vanstrafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksueleintimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten.Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: ongewenst seksueel getinte aandacht die tot uitingkomt in verbaal, fysiek en non-verbaal gedrag.Dit gedrag wordt door degene die het ondergaat, ongeacht sekse en/of seksuele voorkeur,ervaren als ongewenst, of wordt indien het een minderjarige leerling betreft, door de ouders,voogden of verzorgers van de leerling als ongewenst aangemerkt. Seksueel intimiderend gedragkan zowel opzettelijk als onopzettelijk zijn.Onder discriminerend gedrag wordt verstaan: elke vorm van ongerechtvaardigd onderscheid, alsbedoeld in artikel 2 van de Algemene wet gelijke behandeling, elke uitsluiting, beperking ofvoorkeur die ten doel heeft of tot gevolg kan hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefeningop voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek,economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het openbare leven wordttenietgedaan of aangetast. Discriminatie kan zowel bedoeld als onbedoeld zijn.Onder agressie, geweld en pesten worden verstaan: gedragingen en beslissingen dan wel hetnalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen waarbij bedoeld of onbedoeldsprake is van geestelijke of lichamelijke mishandeling van een persoon of groep personen diedeel uitmaakt van de schoolgemeenschap.

Artikel 2.De contactpersoon is toegankelijk voor alle betrokkenen bij de school. Het is van belang dat dezepersoon het vertrouwen geniet van alle bij de school betrokken partijen. Hij is voor de uitvoeringvan zijn taak uitsluitend verantwoording schuldig aan het bevoegd gezag. De contactpersoon kanuit hoofde van de uitoefening van zijn taak niet worden benadeeld.

Artikel 3.Het verdient aanbeveling per bestuur een onafhankelijke vertrouwenspersoon te benoemen enper school een interne contactpersoon.De vertrouwenspersoon dient zicht te hebben op het onderwijs en de participanten hierin en dientkundig te zijn op het terrein van opvang en verwijzing. Het bevoegd gezag houdt bij debenoeming van de vertrouwenspersoon rekening met de diversiteit van de schoolbevolking. Devertrouwenspersoon is toegankelijk voor alle betrokkenen bij de school. Het is van belang dat hijhet vertrouwen geniet van alle bij de school betrokken partijen.De vertrouwenspersoon bezit vaardigheden om begeleidingsgesprekken te leiden.Overwogen kan worden te kiezen voor twee vertrouwenspersonen: één vrouw en één man. Bijsommige aangelegenheden kan het drempelverhogend zijn om te moeten klagen bij een persoonvan het andere geslacht.Artikel 3, tweede lid.De vertrouwenspersoon is voor de uitvoering van zijn taak uitsluitend verantwoording schuldigaan het bevoegd gezag. De vertrouwenspersoon kan uit hoofde van de uitoefening van zijn taakniet worden benadeeld.Artikel 3, derde lid.De vertrouwenspersoon zal in eerste instantie nagaan of de klager getracht heeft de problemenmet de aangeklaagde of met de directeur van de betrokken school op te lossen. Als dat niet hetgeval is, kan eerst voor die weg worden gekozen.De vertrouwenspersoon kan een klager in overweging geven, gelet op de ernst van de zaak,geen klacht in te dienen, de klacht in te dienen bij de klachtencommissie, de klacht in te dienenbij het bevoegd gezag, dan wel aangifte te doen bij politie/justitie.Begeleiding van de klager houdt ook in dat de vertrouwenspersoon nagaat of het indienen van deklacht niet leidt tot repercussies voor de klager. Tot slot vergewist hij zich ervan dat de aanleidingtot de klacht daadwerkelijk is weggenomen.Indien de klager dit wenst, begeleidt de vertrouwenspersoon hem bij het indienen van een klachtbij de klachtencommissie of bij het bevoegd gezag en verleent desgewenst bijstand bij het doenvan aangifte bij politie of justitie.Indien de klager een minderjarige leerling is, worden met medeweten van de klager, deouders/verzorgers hiervan door de vertrouwenspersoon in kennis gesteld, tenzij naar het oordeelvan de vertrouwenspersoon het belang van de minderjarige zich daartegen verzet.Artikel 3, zevende lid.De plicht tot geheimhouding geldt niet ten opzichte van de klachtencommissie, het bevoegdgezag en politie/justitie.

Artikel 4.De commissie wordt ingesteld door het bevoegd gezag. De klachtencommissie functioneert vooralle scholen van het bevoegd gezag gezamenlijk.De commissie draagt zorg voor een tijdige en deugdelijke informatie aan het bevoegd gezag overde voortgang van de behandeling van een ingediende klacht.Het spreekt voor zich dat het bevoegd gezag de commissie in de gelegenheid stelt haar takennaar behoren te vervullen. Het bevoegd gezag wijst, ter ondersteuning van de commissie, eensecretaris aan en stelt vergaderruimte ter beschikking. De secretaris wordt via zijn aanstelling deplicht opgelegd tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Dezeverplichting geldt niet ten opzichte van de leden en plaatsvervangende leden van deklachtencommissie.Voor de hoogte van de vergoeding voor de leden van de commissie kan aansluiting wordengezocht bij het Rechtspositiebesluit voor wethouders en raadsleden, bijlage vergoedingcommissieleden niet zijnde raadsleden2).In plaats van het instellen van een eigen klachtencommissie kan het bevoegd gezag zichaansluiten bij een regionale of landelijke klachtencommissie.Artikel 4, vierde lid.Deze plicht tot geheimhouding geldt niet ten aanzien van het bevoegd gezag, secretaris van deklachtencommissie, de klager en de aangeklaagde, de raadslieden van partijen alsmedepolitie/justitie.

Artikel 5.Het bevoegd gezag streeft zo veel mogelijk naar een gelijk aantal mannelijke en vrouwelijkeleden van de klachtencommissie. Bij de samenstelling van de commissie wordt rekeninggehouden met de mogelijke diversiteit van de schoolbevolking. In de klachtencommissie moetendiverse deskundigheden vertegenwoordigd zijn. De commissie beschikt in ieder geval over juridische,sociaal-medische en onderwijskundige deskundigheid.De commissie bepaalt zelf haar werkwijze. Een aantal mogelijkheden is aan de orde:a. De voltallige commissie behandelt alle klachten.b. De commissie stelt verschillende kamers in:- seksuele intimidatie;- agressie en geweld;- schoolorganisatorische zaken;- etc.c. Per klacht wordt bezien welke commissieleden de klacht behandelen.De te kiezen werkwijze is afhankelijk van de omvang van de klachtencommissie en de tebehandelen zaken.Artikel 5, vierde lid.De commissie dient onafhankelijk te functioneren. De leden van de commissie dienen daaromgeen binding te hebben met de betrokken schoolgemeenschap.Artikel 5, zesde lid.De secretaris is belast met de administratieve werkzaamheden, vergelijkbaar met die van desecretaris van de commissie bezwaar en beroep, van de ombudscommissie,geschillencommissie etc.

Artikel 7, eerste lid.De klager bepaalt zelf of hij de klacht bij het bevoegd gezag of bij de klachtencommissie indient(een klacht kan niet bij de vertrouwenspersoon worden ingediend). Niet altijd zal de klacht bij de2) Raads- en commissieledenbesluit 22 maart 1994, Stb 1994, nr. 244, tabel II maximumpresentiegeld commissieleden die geenraadsleden zijn.klachtencommissie worden ingediend, bijvoorbeeld als naar het oordeel van de klager sprake isvan een minder ernstige klacht. Dit neemt niet weg dat de klager in het laatste geval het rechtheeft alsnog zijn klacht in te dienen bij de klachtencommissie, als hij daartoe aanleiding ziet.Anderzijds dient ervoor gewaakt te worden dat de positie van de aangeklaagde in het gedrangkomt doordat de klachtencommissie niet wordt ingeschakeld. In gecompliceerde situaties of alshet bevoegd gezag ingrijpende maatregelen overweegt, is het gewenst eerst advies van deklachtencommissie te vragen. Ook bij gerede twijfel of indien er sprake is van een ernstige klacht,verdient het aanbeveling eerst advies te vragen aan de klachtencommissie.Daardoor wordt bereikt dat uiterste zorgvuldigheid wordt betracht en wordt vermeden de indruk tewekken dat de klacht "binnenskamers" wordt afgedaan.Artikel 7, vierde lid.Indien de klager dit wenst, dient het bevoegd gezag aan de klachtencommissie te melden dat hijeen klacht zelf heeft afgehandeld.Artikel 7, zesde lid.Het bevoegd gezag kan desgewenst een voorlopige voorziening treffen. Hierbij valt te denkenaan het schorsen van onderwijspersoneel, het schorsen van leerlingen of het bepalen dat deaangeklaagde geen contact mag hebben met de klager. Het bevoegd gezag moet dan tevensbepalen tot wanneer de voorlopige voorziening van kracht blijft. Meestal is dit tot het moment dathet bevoegd gezag heeft beslist over de klacht.Artikel 7, achtste lid.De klachtencommissie kan, in het belang van het onderzoek en/of in het belang van de positievan de klager, naar de aangeklaagde de klacht sturen, waarin het adres van de klager ontbreekt.Dit gegeven is immers niet van direct belang voor de aangeklaagde. In dat geval wordt volstaanmet de schriftelijke mededeling: "adresgegevens bij de commissie bekend". De commissie dientdan wel over deze gegevens te beschikken.Artikel 7, tiende lid.De klager en de aangeklaagde hebben het recht zich op elk gewenst moment in de procedure telaten bijstaan door een raadsman of zich te laten vertegenwoordigen.

Artikel 8.Als de klager de klacht intrekt, kan de commissie besluiten of de procedure al dan niet wordtvoortgezet. Van dit besluit worden de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag zo spoedigmogelijk in kennis gesteld.Indien er aanwijzingen zijn dat de klager onder druk de klacht heeft ingetrokken, ligt voortzettingvan de procedure voor de hand. De commissie brengt in dat geval een ongevraagd advies uit aanhet bevoegd gezag.

Artikel 9, vierde lid.Een anonieme klacht wordt niet in behandeling genomen, tenzij de klachtencommissie of hetbevoegd gezag anders beslist.

Artikel 10.Personeelsleden in dienst van het bevoegd gezag zijn verplicht de door de commissie gevraagdeinformatie te verstrekken en omtrent verzoek en informatieverstrekking geheimhouding in acht tenemen. Deze verplichtingen gelden ook voor het bevoegd gezag.Het kan voor het onderzoek nodig zijn dat getuigen of deskundigen door de commissie wordengehoord. De vraag die zich dan voordoet, is hoe de commissie dient om te gaan met deverkregen informatie naar de klager en de aangeklaagde. De commissie bepaalt welke informatiein de rapportage aan het bevoegd gezag wordt opgenomen.Ten aanzien van de geheimhouding geldt dat ook aan betrokken ouders en leerlingen voorafgevraagd moet worden zich te verbinden om deze geheimhouding in acht te nemen.

Artikel 11, tweede lid.De klachtencommissie kan bepalen dat de klager en de aangeklaagde in elkaars aanwezigheidworden gehoord. Als een van beide partijen dit niet wenst, worden de klager en de aangeklaagdeapart gehoord.

Artikel 15.Het bevoegd gezag stelt de klager en de aangeklaagde op de hoogte van het advies van deklachtencommissie, tenzij naar het oordeel van het bevoegd gezag, al dan niet op aangeven vande commissie, zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Het bevoegd gezag zendt deklager en de aangeklaagde een afschrift van het gehele advies. Delen van het advies kunnen bijuitzondering worden weggelaten, indien dit wordt gemotiveerd. Bijvoorbeeld: een leerling heefteen klacht ingediend over seksuele intimidatie.De klachtencommissie hoort via deskundigen dat er zich ook iets dergelijks in het privé-leven vande aangeklaagde heeft afgespeeld. Dergelijke informatie is niet van belang voor de klager. Uitprivacyoverwegingen kan besloten worden de betreffende passage uit het advies niet aan deklager kenbaar te maken.Indien de klacht door het bevoegd gezag ongegrond wordt verklaard kan het bevoegd gezag opverzoek van en in overleg met de aangeklaagde in een passende rehabilitatie voorzien, zo nodigna advies van de klachtencommissie.Artikel 15, derde lid.Indien in deze beslissing een rechtspositionele maatregel is begrepen, worden de vigerendebepalingen ter zake van hoor en wederhoor in acht genomen. De bepalingen neergelegd in TitelII van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel en de Awb, zijn van toepassing op een besluitvan het bevoegd gezag van een openbare school voor primair onderwijs. Voor het bijzonderprimair onderwijs zijn de overige voorwaarden, behorend bij de akte van benoeming, vantoepassing.Bij het openbaar en bijzonder voortgezet onderwijs dienen de bepalingen van de CAO-VO in achtte worden genomen.Het bevoegd gezag van het openbaar onderwijs is verplicht aangifte te doen van een misdrijf aande officier van justitie of aan één van zijn hulpofficieren.Schoolbesturen worden verplicht contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur als hetvermoeden bestaat dat een personeelslid zich schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf meteen minderjarige leerling. Als uit het overleg met de vertrouwensinspecteur blijkt dat er eenredelijk vermoeden bestaat van een strafbaar feit, is het bevoegd gezag verplicht daarvanaangifte te doen bij politie/justitie. Deze verplichting zal de staatssecretaris in deonderwijswetgeving vastleggen, als uitwerking van haar voorstellen gedaan in haar beleidsbrief"Preventie en bestrijding van seksuele intimidatie".Wanneer er sprake is van een strafbaar feit wordt met nadruk ontraden de uitkomst van hetstrafproces af te wachten, alvorens door het bevoegd gezag maatregelen jegens deaangeklaagde worden genomen. Het bevoegd gezag heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid.

Artikel 16.Informatie over deze regeling wordt opgenomen in de schoolgids. Namen en telefoonnummersvan de voorzitter en de secretaris van de klachtencommissie, van de vertrouwenspersoon en vande contactpersoon kunnen in de schoolgids worden vermeld. Ook kan een en ander in een folderworden opgenomen.Typ.: N