| Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Noord |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening Indieningsbescheiden voor Vrijstelling van een Bestemmingsplan 2000 |
| Citeertitel | Verordening Indieningsbescheiden voor Vrijstelling van een Bestemmingsplan 2000 |
| Vastgesteld door | deelraad |
| Onderwerp | |
| Eigen onderwerp | Ruimtelijke ordening, grondbeleid en bouwen |
Geen
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 17-5-2000
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 01-05-2008 | 30-11-2015 | nieuwe regeling | 17-05-2000 - | - |
Enig artikel
Bij de indiening van een verzoek om toepassing van vrijstelling krachtens artikel 19 leden 1 of 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en/of artikel 50, lid 5 van de Woningwet dienen tenminste de volgende bescheiden te worden overgelegd:
Indieningsbescheiden:
een beschrijving van het project als bedoeld in artikel 19a, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
tekeningen van de bestaande toestand (waaronder in ieder geval wordt verstaan een situatietekening op schaal 1:1000 of groter, en - bouwkundige - tekeningen van de toestand voor realisatie van het project op schaal 1:100 of groter), alsmede foto’s van de omgeving, inclusief foto’s van de in de nabijheid gelegen bouwwerken;
tekeningen van de nieuwe toestand (waaronder in ieder geval wordt verstaan een situatietekening op schaal 1:1000 of groter, en - bouwkundige - tekeningen van de toestand na realisatie van het project op schaal 1:100 of groter);
een "ruimtelijke onderbouwing" als bedoeld in artikel 19, de leden 1 of 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en/of artikel 50, lid 5 van de Woningwet (waarbij wordt ingegaan op de relatie met het geldende bestemmingsplan, of wordt gemotiveerd waarom het te realiseren project past in de toekomstige bestemming van het gebied, zoals die bestemming door de aanvrager wordt gezien en moet worden beschreven);
een notitie waarin wordt ingegaan op de invloed van het milieu op het project (waaronder een onderzoek naar de milieuhygiënische geschiktheid van de bodem en naar de gevolgen van het aanwezige verkeers- en industrielawaai) en de gevolgen die het project heeft voor het (leef)milieu (waaronder een onderzoek naar de hoeveelheid verkeersbewegingen en de parkeerdruk als gevolg van aan- en afvoer van personeel, klanten en goederen; een onderzoek naar de wijze waarop gevaar en hinder voor de omgeving kan worden beperkt, dan wel voorkomen en een onderzoek naar de gevolgen voor het -openbaar- groen) en
een notitie waarin wordt ingegaan op de economische uitvoerbaarheid van het project.