Overheidsorganisatie | Gemeente Menterwolde |
---|---|
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010 |
Citeertitel | Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 24-06-2010 | Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010 |
No.: 4c/8.
De raad van de gemeente Menterwolde;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Menterwolde;
gelet op artikel 147, eerste lid Gemeentewet (GW), artikel 8a Wet Werk en Bijstand (WWB) en artikel 12, eerste lid en onderdeel c Wet Investeren in Jongeren (WIJ);
B E S L U I T:
vast te stellen de volgende:
HANDHAVINGSVERORDENING WWB EN WIJ 2010
1 1. In deze verordening wordt verstaan onder:a. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Menterwolde;b. WWB: Wet Werk en Bijstand;c. WIJ: Wet investeren in jongeren;d. Abw: Algemene bijstandswete. algemene bijstand: de bijstand ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan; hieronder wordt ook de inkomensvoorziening als bedoeld in artikel 24 van de WIJ verstaan;f. bijzondere bijstand: de bijstand, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de WWB;g. bijstand: algemene- en bijzondere bijstand dan wel inkomensvoorziening zoals bedoeld in artikel 24 van de WIJ;h. belanghebbende: persoon die bijstand heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ont-vangen dan wel de jongere die gebruik wil maken, maakt of gemaakt heeft van een werk-leeraanbod en/of een inkomensvoorziening op grond van de WIJ; indien het een gehuwde betreft, wordt onder de belanghebbende elk van de echtgenoten verstaan.
2 Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wetten.
1 Het college voert onderzoeken uit om de rechtmatigheid van de uitke-ring/inkomensvoorziening te controleren, bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij be-eindiging.
2 Het college kan nadere regels met betrekking tot de onderzoeken genoemd in lid 1 stellen.
1 Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid ingevolge artikel 58 en 59 van de WWB en artikel 54, 55 en 56 van de WIJ de kosten van bijstand/inkomensvoorziening terug te vor-deren.
2 Het college vordert de kosten van bijstand terug met inachtneming van paragraaf 6.4 van de WWB en hoofdstuk 7 WIJ.
3 Het college stelt nadere regels met betrekking tot terugvordering.
1 Het college geeft uitvoering aan haar bevoegdheid ingevolge artikel 61 van de WWB en artikel 57 van de WIJ de kosten van bijstand/inkomensvoorziening te verhalen.
2 Het college stelt nadere regels met betrekking tot verhaal.
Het college stelt nadere regels op het punt van invordering en kwijtschelding.
Indien belanghebbende onjuiste, of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand/inkomensvoorziening, conform hetgeen hierover in de afstemmingsverordening WWB of de afstemmingsverordening WIJ, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.
1 Indien een gedraging van belanghebbende als bedoeld in artikel 6 leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en af te stemmen en de ten onrechte ontvangen bijstand/inkomensvoorziening terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten (laatstelijk “Aanwijzing Sociale zekerheidsfraude 23 december 2008, nr. 2373).
2 Van misdragingen genoemd in de Nederlandse strafwetgeving gepleegd tegen het college of de gemeentelijke uitvoerders van de WWB en WIJ, dan wel andere uitvoerders van voorzieningen in het kader van de WWB en WIJ, kan het college aangifte doen bij het Openbaar Ministerie.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
1 Deze verordening wordt aangehaald als "Handhavingsverordening WWB en WIJ 2010".
2 Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010.
Muntendam, 24 juni 2010.De raad voornoemd,
De voorzitter, De griffier,
(E.A. van Zuijlen ) (F.A.P. Grit)
Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de in artikel 12 van de Wet investeren in jongeren (WIJ) gegeven opdracht om regels te stellen met betrekking tot het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de Wet investeren in jongeren. Het behoort tot de gemeentelijke beleidsvrijheid om daarin eigen beleidskeuzes te maken. Het gemeentelijk beleid over misbruik en oneigenlijk gebruik in het kader van de WWB is reeds in de Handhavingsverordening vastgelegd. Vastgesteld is dat dit beleidskader ook toepasbaar is op de uitvoering van de WIJ. Mede gelet op de grote verwantschap tussen beide wetten is het handhavingsbeleid voor de WIJ opgenomen in de Handhavingsverordening WWB.