Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Noord |
---|---|
Officiële naam regeling | Nadere Regeling Woonboten 1998 |
Citeertitel | Nadere Regeling Woonboten 1998 |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | Infrastructuur, verkeer en vervoer |
Deze regeling is op 12 juli 2016 herbevestigd door het college van burgemeester en wethouders en met ingang van 19 maart 2016 terug te vinden onder de regelingencollectie van de gemeente Amsterdam
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 7-7-1998
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -, 1998-10-08
Onbekend.
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-10-1998 | 19-03-2016 | nieuwe regeling | 07-07-1998 - | - |
Datum vaststelling: 7 juli 1998
Datum publicatie: niet bekend
Nadere Regeling Woonboten
Op grond van de Verordening op de Haven en het Binnenwater artikelen 2.3, lid 2 / 2.3, lid 3 / 2.4, lid 2 en 2.5, lid 3.)
Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord op 7 juli 1998 onder nummer 98-753-A; van kracht per 8-10-1998.
In deze regeling wordt verstaan onder:
woonboot: een vaartuig, daaronder begrepen een object te water, dat hoofdzakelijk wordt gebruikt als of is bestemd tot woonverblijf (bijv. woonschip, woonvaartuig, woonark);
woonschip: een woonboot die herkenbaar is als een van origine varend schip en die, naar gelang het type schip, voorzien is van enkele karakteristieke kenmerken, zoals een stuurhut, een roer, gangboorden, een luikenkap, een mast en zwaarden. In geen geval mag het schip voorzien zijn van een opbouw die niet als authentiek kan worden aangemerkt;
woonvaartuig: een woonboot met een casco dat herkenbaar is als dat van een van origine varend schip, waaronder begrepen een dekschuit, met daarop een - gehele of gedeeltelijke - opbouw die niet als authentiek kan worden aangemerkt;
woonark: een woonboot, niet zijnde een woonschip of een woonvaartuig, die feitelijk niet geschikt is om te varen;
lengte: de afstand van de voorkant van het voorste vaste deel tot de achterkant van het achterste vaste deel van de woonboot;
breedte: de afstand van de buitenste vaste delen van de woonboot van bakboord naar stuurboord gemeten;
constructiehoogte: de afstand tussen de waterlijn en het hoogste punt van de woonboot;
kopkanten: het voorste vaste deel en het achterste vaste deel van de woonboot;
bestemmingsplan: een plan als bedoeld in artikel 10 e.v. van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
verordening: de Verordening op de Haven en het Binnenwater.
1. Het is verboden, zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur, met een woonboot ligplaats in te nemen, een woonboot te vervangen of te verbouwen.
2. Voor de in het eerste lid bedoelde woonboten gelden - voorzover het ter plaatse van de ligplaats vigerende bestemmingsplan niet anders bepaalt - de volgende afmetingen:
woonschepen:
maximum lengte 30 meter
maximum breedte 5 meter
Met betrekking tot de constructiehoogte: de authentieke hoogte van het schip dient in stand gelaten te worden gelaten te worden
woonvaartuigen:
maximum lengte 25 meter
maximum breedte 5 meter
maximum constructiehoogte 2,5 meter
woonarken:
maximum lengte 20 meter
maximum breedte 7 meter
maximum constructiehoogte 2,5 meter
3. Het Dagelijks Bestuur kan voor woonvaartuigen en woonarken vrijstelling verlenen van de onder lid 2 genoemde constructiehoogte tot een maximum hoogte van 6 meter op de volgende locaties:
Zijkanaal H (kaart nr. 1 t/m 4)
Twiske West (kaart nr. 11)
Klaprozenweg /Zijkanaal I aan de steigers (kaart nr. 5), zolang het zicht op het water vanaf de brug gehandhaafd blijft.
Slochter (kaart nr. 20)
Zijkanaal K (kaart 21 + 22)
Buiten Y (kaart nr. 23 t/m 27)
4. Het Dagelijks Bestuur kan voor woonschepen vrijstelling verlenen van de onder lid 2 genoemde lengte en breedte op de volgende locaties:
Buiten Y (kaart nr. 23 t/m 27)
5. De vergunning als bedoeld in lid 1 kan worden geweigerd indien de afstand tussen de kopkanten van 2 woonboten minder dan 2 m bedraagt
Aan de vergunning als bedoeld in artikel 2 lid 1 kan de voorwaarde worden verbonden, dat indien de aanvrager dicht op een brug ligplaats inneemt, hij de eigenaar van de brug in de gelegenheid dient te stellen de brug behoorlijk te onderhouden.
De woonboot, die ten tijde van inwerkingtreding van deze voorschriften op een bepaalde locatie geoorloofd was krachtens het beleid en/ of een eerder daartoe verleende vergunning, mag - indien die situatie strijdig is met deze voorschriften - op die locatie gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd mits daardoor geen grotere afwijking van deze voorschriften ontstaat. In geval van tenietgaan ten gevolge van een calamiteit mag – indien de oude situatie strijdig is met de voorschriften - de woonboot geheel worden vernieuwd, mits daardoor geen grotere afwijking van deze voorschriften ontstaat.
Deze regeling kan worden aangehaald als "Nadere regeling woonboten".
Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.