Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Vlist

Drank- en horecaverordening gemeente Vlist 1995

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Vlist
Officiële naam regelingDrank- en horecaverordening gemeente Vlist 1995
CiteertitelDrank- en horecaverordening gemeente Vlist (1995)
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Drank- en horecawet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-199601-01-2017Nieuwe regeling

25-09-1995

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Drank- en Horecawet gemeente Vlist 1995

De raad van de gemeente Vlist;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op de bepalingen van de Drank- en Horecawet en de bepalingen van de Gemeentewet;

gehoord de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in de provincie Zuid-Holland en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gouda en Omstreken;

besluit:

vast te stellen de Drank- en Horecawet gemeente Vlist 1995.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Drank- en Horecawet;

    • b.

      horecabedrijf: een horecabedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder a van de wet;

    • c.

      cafébedrijf en restaurantbedrijf: hetgeen daaronder wordt verstaan in respectievelijk de artikelen 3 en 6 van het Besluit vestigingseisen Drank- en Horecawet;

    • d.

      horecawerkzaamheid: een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c van de wet;

    • e.

      lokaliteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder b van het Besluit inrichtingseisen Drank- en Horecawet;

    • f.

      rechtspersoon: de rechtspersoon, niet zijnde een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap, die zich richt op activiteiten van recreatieve, sportieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard;

    • g.

      inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1 van de wet.

  • 2. Artikel 1 van de Drank- en Horecawet is van overeenkomstige toepassing op de niet op die wet steunende bepalingen van deze verordening.

Hoofdstuk 2 Aanvullende inrichtingseisen

Artikel 2.1

In een inrichting waarin een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid wordt uitgeoefend mag vóór de toiletten geen voor mannen zowel als vrouwen toegankelijk voorportaal aanwezig zijn.

Artikel 2.2

  • 1. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de eisen gesteld in artikel 2.1.

  • 2. Een besluit waarbij een ontheffing is geweigerd, ingetrokken of gewijzigd, een ontheffing onder beperkingen is verleend of aan een ontheffing voorschriften zijn verbonden, is met redenen omkleed.

Artikel 2.3

Tegen een besluit als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid kan de belanghebbende beroep instellen bij Gedeputeerde Staten.

Artikel 2.4

Het artikel 2.1 is niet van toepassing op inrichtingen waarvoor op 31 oktober 1967 een vergunning of een verlof-A ingevolge de Drankwet 1931, Stb. 476, gold.

Hoofdstuk 3 Beperking verstrekking sterke drank

Artikel 3.1

Het is verboden sterke drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken in een inrichting:

  • a.

    Waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren, zoals belegde broodjes, patates frites en kroketten worden verkocht;

  • b.

    Waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;

  • c.

    Die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen;

  • d.

    Die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of –instellingen;

  • e.

    Die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;

  • f.

    Die gelegen is op een kampeer- of caravanterrein;

  • g.

    Die gelegen is op een terrein waarop een kermis, een lunapark of een soortgelijke vermakelijkheid wordt gehouden, gedurende de tijd dat zulks een vermakelijkheid plaatsvindt.

Artikel 3.2

Het is verboden bedrijfsmatig sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse te verstrekken in een inrichting als bedoeld in artikel 3.1 onder de letters a tot en met g.

Artikel 3.3

  • 1. De burgemeester kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, gesteld in de artikelen 3.1 en 3.2.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd.

Artikel 3.4

Tegen een besluit als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid, kan de belanghebbende bezwaar indienen bij de burgemeester.

Hoofdstuk 4 Bestrijding paracommercie

Artikel 4.1

Het is aan een rechtspersoon verboden:

  • a.

    in de inrichting bijeenkomsten te houden van persoonlijke aard, waarbij tegen betaling alcohol wordt verstrekt zo als bedoeld in artikel 3a van de wet;

  • b.

    openlijk de mogelijkheid aan te prijzen tot het houden van bijeenkomsten als bedoeld onder a.

Artikel 4.2

Het is aan een rechtspersoon verboden alcoholhoudende dranken te verstrekken buiten één uur voor, tijdens en één uur na de wedstrijd, trainingsuren, clubavonden en clubvergaderingen, bijeenkomsten van sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard, voorzover deze activiteiten binnen de doelstelling van de desbetreffende rechtspersoon zijn gelegen.

Artikel 4.3

  • 1. De burgemeester kan op schriftelijk verzoek ontheffing verlenen van de in de artikelen 4.1 en 4.2 gestelde verboden.

  • 2. Aan een ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 3. Een ontheffing kan te allen tijde worden gewijzigd of ingetrokken.

  • 4. Een besluit waarbij een ontheffing is geweigerd, ingetrokken, gewijzigd of waarbij aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden, is met redenen omkleed.

Artikel 4.4

  • 1. Alvorens de burgemeester een ontheffing verleent of wijzigt, als bedoeld in artikel 4.3, maakt hij zijn voornemen daartoe in de vorm van een ontwerpbeschikking bekend in één of meer plaatselijke of regionale bladen, onder gelijktijdige toezending van die ontwerpbeschikking aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken, en stelt hij belanghebbenden in de gelegenheid hun zienswijze naar voren te brengen.

  • 2. Een beschikking als bedoeld in het eerste lid wordt niet eerder vastgesteld dan een maand na de in dat lid genoemde bekendmaking.

Artikel 4.5

  • 1. De burgemeester kan met het oog op bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard ontheffing verlenen van de in de artikelen 4.1 en 4.2 gestelde verboden.

  • 2. Aan een ontheffing als genoemd in het eerste lid kunnen voorwaarden worden verbonden.

Hoofdstuk 5 Het verstrekken van alcoholvrije drank

Artikel 5.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder alcoholvrije drank mede verstaan de drank, die bij een temperatuur van 15 graden Celsius voor minder dan 1,5 volumeprocent uit alcohol bestaat.

Artikel 5.2

  • 1. Het is verboden zonder verlof van burgemeester in een besloten ruimte bedrijfsmatig alcoholvrije drank voor gebruik ter plaatse te verstrekken.

  • 2. Dit verbod geldt niet:

    • a.

      indien wordt gehandeld krachtens een vergunning ingevolge de wet tot het uitoefenen van een horecabedrijf of een horecawerkzaamheid;

    • b.

      indien deze verstrekking geschiedt als dienstverlening van bijkomstige aard aan personen die in die besloten ruimte vertoeven anders dan voor het gebruik van consumptie;

    • c.

      voor legerplaatsen en aan het militair gezag onderworpen lokaliteiten;

    • d.

      voor middelen van vervoer tijdens hun gebruik als zodanig.

Artikel 5.3

  • 1. Het verlof geldt uitsluitend voor de in het verlof vermelde ruimten.

  • 2. Bij overlijden van een verlofhouder kan het verlofbedrijf door of namens één van zijn rechtsopvolgers worden voortgezet tot een maand na het overlijden of, indien binnen die termijn terzake een nieuw verlof is aangevraagd, tot het tijdstip waarop op deze aanvraag onherroepelijk is beslist.

Artikel 5.4

Voor het verkrijgen van een verlof moet een natuurlijk persoon de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en voldoen aan de eisen, die bij of krachtens artikel 5, tweede lid, aanhef en letters a en b en derde lid, van de wet, worden gesteld aan de bedrijfsleiders en de beheerders.

Artikel 5.5

  • 1. Het verlof wordt aangevraagd bij de burgemeester

  • 2. Een verlof kan onder beperkingen worden verleend, aan een verlof kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 5.6

  • 1. De burgemeester weigert het verlof indien niet wordt voldaan aan de in artikel 5.4 gestelde eisen.

  • 2. Hij trekt het verlof in, indien:

    • a.

      niet langer wordt voldaan aan de in artikel 5.4 gestelde eisen;

    • b.

      gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;

    • c.

      zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan,die de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.

  • 3. Hij kan het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 5.5, tweede lid gestelde beperkingen of voorschriften.

  • 4. Een besluit waarbij een verlof is geweigerd of ingetrokken, een verlof onder beperkingen is verleend, of aan een verlof voorschiften zijn verbonden, is met redenen omkleed.

Artikel 5.7

Overtreding van het verbod, gesteld in artikel 5.2 of van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 5.5, tweede lid wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 71 van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde onderwerpen.

Artikel 6.2

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking. Op het moment van inwerkingtreding vervalt de verordening “Drank en Horecaverordening gemeente Vlist” zoals vastgesteld op 7 oktober 1985.

Artikel 6.3

Deze verordening kan worden aangehaald als Drank en Horecaverordening gemeente Vlist (1995).

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Vlist, gehouden op 25 september 1995.

De secretaris, De voorzitter,