Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening kwaliteitsregelspeuterspeelzalen en voorschoolse educatie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening kwaliteitsregelspeuterspeelzalen en voorschoolse educatie
CiteertitelVerordening peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie Amsterdam-Noord
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpMaatschappelijke zorg, ondersteuning en welzijn

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200504-06-2008nieuwe regeling

22-12-2004

-

-

Tekst van de regeling

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Inhoud

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord;

  • b.

    Peuterspeelzaalwerk: het bieden van speelgelegenheid aan kinderen die nog niet naar de basisschool gaan gedurende een of meer dagdelen per week van maximaal 3,5 uur met als doel de ontwikkeling van deze kinderen te bevorderen en hen samen te laten spelen;

  • c.

    Peuterspeelzaal: een voorziening waar peuterspeelzaalwerk plaatsvindt;

  • d.

    Houder: degene die een peuterspeelzaal exploiteert;

  • e.

    Beroepskracht: degene die in een peuterspeelzaal of voorschoolse educatie werkzaamheden verricht die zijn opgenomen in de voor het peuterspeelzaalwerk geldende CAO en die beschikt over een voor deze werkzaamheden passende beroepskwalificaties;

  • f.

    Begeleider: degene die anders dan als beroepskracht is belast met de begeleiding van kinderen bij een peuterspeelzaal.

  • g.

    Voorschoolse educatie: een vorm van peuterspeelzaalwerk, waarbij een educatief programma wordt geboden, gekoppeld aan een basisschoolprogramma voor kinderen die nog niet naar de basisschool gaan, voor vier dagdelen per week met als doel om kinderen met achterstand te bereiken en hen optimale ontwikkelingskansen te bieden;

  • h.

    NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-Instituut vastgestelde norm;

  • i.

    Register: een openbaar register, door het Dagelijks Bestuur bijgehouden, waarin alle gegevens inzake de vergunningen, ontheffingen en inspecties van peuterspeelzalen en voorschoolse educatie ter inzage liggen.

HOOFDSTUK 2 VERGUNNINGSPLICHT

Artikel 2 Vergunningsplicht peuterspeelzaal en voorschoolse educatie
  • 1. Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van het Dagelijks Bestuur, een peuterspeelzaal open te stellen of te houden.

  • 2. Het is verboden, zonder schriftelijke vergunning van het Dagelijks Bestuur, een voorschoolse educatie groep open te stellen en te houden.

  • 3. De vergunningaanvraag vindt plaats met behulp van een door het Dagelijks Bestuur vastgesteld en beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 3 Weigering en ontheffing
  • 1. Het Dagelijks Bestuur weigert de vergunning indien niet wordt voldaan aan de kwaliteitsregels die in hoofdstuk 3 van deze verordening worden gesteld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid is het Dagelijks Bestuur bevoegd ontheffing te verlenen van de eisen in hoofdstuk 3.

  • 3. Indien aan een ontheffing een termijn is verbonden en er niet binnen de gestelde termijn aan de voorschriften wordt voldaan, wordt de vergunning ingetrokken.

  • 4. De ontheffingen en aanvullingen worden opgenomen in het register.

Artikel 4 Ambitieniveau van het peuterspeelzaalwerk

De houder geeft in de vergunningaanvraag aan het Dagelijks Bestuur aan voor welk ambitieniveau van het peuterspeelzaalwerk hij kiest, waarbij de volgende ambitieniveaus worden onderscheiden:

  • a.

    ambitieniveau 0: ‘spelen en ontmoeten’ (minimaal kwaliteitsniveau);

  • b.

    ambitieniveau 1: ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren’ (reguliere peuterspeelzaal);

  • c.

    ambitieniveau 2: ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen’ (voorschoolse educatie).

Artikel 5 Termijnen
  • 1. Het Dagelijks Bestuur beslist op een aanvraag om een vergunning of ontheffing binnen twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan zijn beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 6 Aanhouding

Het Dagelijks Bestuur houdt in het voorkomende geval de beslissing op de aanvraag om vergunning of ontheffing aan, totdat zij een beslissing heeft genomen over de aanvraag voor een bouwvergunning overeenkomstig artikel 40, eerste lid van de Woningwet.

Artikel 7 Geldigheidsduur van de vergunning
  • 1. De vergunning zoals genoemd in artikel 2, eerste en tweede lid, is een jaar geldig.

  • 2. Aan de hand van de resultaten van de jaarlijkse inspectie wordt besloten of de vergunning opnieuw wordt verleend.

Artikel 8 Verplichtingen
  • 1. Vergunningen en ontheffingen zijn niet overdraagbaar.

  • 2. De houder is verplicht het Dagelijks Bestuur gegevens te verstrekken die door of namens hen in verband met de huisvesting, verzorging en begeleiding van de kinderen van belang worden geacht.

  • 3. De houder is voorts verplicht om bij wijziging van de gegevens die zijn verstrekt bij de vergunning- of ontheffingaanvraag daarvan onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen aan het Dagelijks Bestuur.

  • 4. De vergunninghouder is verplicht de vergunning en/of ontheffing op een zichtbare plaats in de peuterspeelzaal of voorschoolse educatie zaal op te hangen.

Artikel 9 Register
  • 1. Het Dagelijks Bestuur houdt een register bij van de gemelde en vergunde peuterspeelzalen en voorschoolse educatie zalen. In dit register worden de gegevens opgenomen omtrent vergunningen, ontheffingen en inspectierapporten inzake peuterspeelzalen en voorschoolse educatie.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur deelt de houder schriftelijk mee dat opneming in het register heeft plaatsgevonden.

  • 3. Het register ligt op het stadsdeelhuis Amsterdam-Noord kosteloos voor een ieder ter inzage.

Artikel 10 Wijziging van gegevens
  • 1. De houder doet van wijzigingen in de gegevens die bij de vergunningaanvraag zijn verstrekt, onmiddellijk mededeling aan het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur deelt de houder schriftelijk mee dat de wijzigingen in het register zijn aangetekend.

  • HOOFDSTUK 3 KWALITEITSEISEN

Artikel 11 Algemene kwaliteitseisen
  • 1. De houder van een peuterspeelzaal biedt peuterspeelzaalwerk aan dat bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving.

  • 2. De houder van een voorschoolse educatie zaal biedt voorschoolse educatie met als doel om kinderen met onderwijsachterstanden te bereiken en hen optimale ontwikkelingskansen te bieden.

  • 3. De houder van een peuterspeelzaal en / of voorschoolse educatie zaal organiseert het werk op zodanige wijze, voorziet de zaal zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel, pedagogisch beleid, dat een en ander leidt of moet leiden tot verantwoord peuterspeelzaal of voorschools educatie werk.

Artikel 12 Eisen ten aanzien van veiligheid en gezondheid

De houder voert een beleid dat ertoe leidt dat de veiligheid en de gezondheid van de op te vangen kinderen in elk door hem geëxploiteerde peuterspeelzaal c.q. voorschoolse educatie zoveel mogelijk is gewaarborgd. De houder legt, voor zover hierin niet wordt voorzien bij of krachtens andere wet – en regelgeving, in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico’s de opvang van kinderen met zich meebrengt.

Artikel 13 Oppervlakte speelruimte
  • 1. Voor ieder kind is minimaal 3,5 vierkante meter bruto-oppervlakte aan binnenspeelruimte beschikbaar.

  • 2. Voor ieder kind is buitenspeelruimte beschikbaar, waarvan de bruto-oppervlakte minimaal 4 vierkante meter per kind bedraagt en die voor kinderen bereikbaar is.

Artikel 14 Groepen en groepsgrootte
  • 1. De opvang van kinderen vindt plaats in vaste groepen in passend ingerichte vaste afzonderlijke ruimtes.

  • 2. In een groep zijn ten hoogste zeventien kinderen aanwezig.

Artikel 15 Aantal beroepskrachten of begeleiders per groep
  • 1. Het aantal beroepskrachten of begeleiders per groep is afhankelijk van het door de houder gekozen ambitieniveau.

  • 2. Indien de houder heeft gekozen voor ambitieniveau 0: ‘spelen en ontmoeten’ zijn er in elke groep ten minste twee begeleiders aanwezig en is er één beroepskracht voor de openingstijden aanwezig in de peuterspeelzaal.

  • 3. Indien de houder heeft gekozen voor ambitieniveau 1: ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen en signaleren’ zijn er in elke groep ten minste twee begeleiders aanwezig waarvan één beroepskracht en één begeleider voor de openingstijden van de peuterspeelzaal aanwezig.

  • 4. Indien de houder heeft gekozen voor ambitieniveau 2: ‘spelen, ontmoeten, ontwikkelen, signaleren en ondersteunen’ (voorschoolse educatie) zijn er in elke groep tenminste twee beroepskrachten aanwezig.

Artikel 16 Overeenkomst tussen houder en ouder

Opvang in een peuterspeelzaal of voorschoolse educatie geschiedt op basis van een schriftelijke overeenkomst tussen houder en ouder.

Artikel 17 Informatieplicht aan de ouders

De houder van een peuterspeelzaal of voorschoolse educatie informeert de ouder voorafgaand aan het aangaan van deze overeenkomst in ieder geval over:

  • a.

    de plaatsingsprocedure en leveringsvoorwaarden;

  • b.

    het gekozen ambitieniveau als bedoeld in artikel 3;

  • c.

    het te voeren beleid, waaronder het beleid inzake veiligheid en gezondheid, als mede het pedagogisch beleid waarin vanuit de visie op de ontwikkeling van kinderen is beschreven;

  • d.

    de wijze en frequentie van informatie-uitwisseling na plaatsing van het kind bij de peuterspeelzaal of voorschoolse educatie.

Artikel 18 Verklaring omtrent gedrag
  • 1. Personen die als beroepskracht of begeleider werkzaam zijn bij een peuterspeelzaal of voorschoolse educatie zijn in het bezit van een verklaring omtrent gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële gegevens.

  • 2. Deze verklaring wordt aan de houder overlegd voordat een persoon zijn werkzaamheden aanvangt. De verklaring is op het moment dat zij wordt overlegd niet ouder dan 2 maanden.

  • 3. Bij de jaarlijkse aanvraag tot vergunningverlenging als bedoeld in artikel 7 wordt van ieder personeelslid van de peuterspeelzaal of voorschoolse educatiezaal een verklaring omtrent het gedrag van niet ouder dan twee maanden ingeleverd.

  • HOOFDSTUK 4 HET TOEZICHT

Artikel 19 Aanwijzing toezichthouders

De toezichthouder is verantwoordelijk voor de inspectie en wordt door het Dagelijks Bestuur aangewezen.

Artikel 20 Controle

Het Dagelijks Bestuur laat de toezichthouder ten minste één maal per jaar de houders op naleving van de Verordening inspecteren.

Artikel 21 Onderzoek door toezichthouder
  • 1. De toezichthouder onderzoekt na een eerste vergunningaanvraag al bedoeld in artikel 2, eerste en tweede lid, binnen acht weken of de exploitatie redelijkerwijs zal plaatsvinden in overeenstemming met de voorschriften in hoofdstuk 3 van deze verordening.

  • 2. Onverminderd het derde lid onderzoekt de toezichthouder jaarlijks of de exploitatie van elke peuterspeelzaal c.q. voorschoolse educatie zaal plaatsvindt in overeenstemming met de voorschriften in hoofdstuk 3 van deze verordening.

  • 3. Naast het onderzoek bedoeld in het eerste en tweede lid kan de toezichthouder incidenteel onderzoek verrichten naar de naleving door een houder van de voorschriften in hoofdstuk 3 van deze verordening.

Artikel 22 Het inspectierapport
  • 1. De toezichthouder legt zijn oordeel naar aanleiding van een onderzoek bij een peuterspeelzaal of voorschoolse educatie zaal vast in een inspectierapport.

  • 2. Indien de toezichthouder oordeelt dat door de houder de voorschriften van deze verordening niet zijn of zullen worden nageleefd, vermeld hij dat in het rapport.

  • 3. Alvorens het rapport vast te stellen, stelt het Dagelijks Bestuur de houder in de gelegenheid van het ontwerprapport kennis te nemen en daarover zijn zienswijze kenbaar te maken. De toezichthouder vermeldt de zienswijze van de houder in een bijlage bij het rapport.

  • 4. De toezichthouder zendt het inspectie rapport onverwijld aan de houder, die een afschrift daarvan zo spoedig mogelijk ter inzage legt op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur maakt het inspectierapport uiterlijk drie weken na vaststelling daarvan openbaar.

Artikel 23 Intrekking van de vergunning

Het Dagelijks Bestuur kan een vergunning of ontheffing, verleend op grond van de verordening, intrekken indien de peuterspeelzaal of voorschoolse educatie niet aan de eisen gesteld in deze verordening of de voorschriften bij de vergunning of ontheffing voldoet.

Artikel 24 Strafbepaling

Overtreding van de artikelen 2, eerste en tweede lid, en de artikelen in hoofdstuk 3 van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie.

HOOFSTUK 5 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 25 Overgangsbepaling
  • 1. Vergunningen en ontheffingen die reeds waren verleend op grond van de Verordening kinderopvang (vastgesteld op 23 september 2003) op het moment van inwerkingtreding van deze verordening, worden geacht op grond van deze verordening te zijn verleend.

  • 2. De vergunningen en ontheffingen genoemd in het eerste lid blijven geldig tot de datum waarop zij volgens de verlening geldig zouden zijn, maar niet langer dan tot 1 januari 2006.

  • 3. Beroepskrachten en begeleiders die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening werkzaam zijn bij een peuterspeelzaal of voorschoolse educatie zaal, leggen aan de houder binnen twee maanden na de inwerkingtreding een verklaring omtrent het gedrag over.

Artikel 26 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening peuterspeelzaalwerk en voorschoolse educatie Amsterdam-Noord.