Overheidsorganisatie | Deelgemeente Amsterdam - Noord |
---|---|
Officiële naam regeling | Partiële Huisvestingsverordening 2003 |
Citeertitel | partiële Huisvestingsverordening stadsdeel Amsterdam-Noord |
Vastgesteld door | deelraad |
Onderwerp | |
Eigen onderwerp |
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
17-07-2003 | 24-06-2008 | Vervallen van rechtswege |
http://www.stadsregioamsterdam.nl/publicaties/bekendmakingen/artikelen/bekendmaking_24_juni | nr. 2008/19 |
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
woonruimte: besloten ruimte die, al dan niet tezamen met een of meerdere ruimten, bestemd of geschikt is voor bewoning door een huishouden;
vergunning: de vergunning als bedoeld in artikel 30, eerste lid onder a, b en c van de Huisvestingswet;
huurprijs: de prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woonruimte, uitgedrukt in een bedrag per maand;
maximaal redelijke huurprijs: de huurprijs die jaarlijks op 1 juli, de op 30 juni daaraan voorafgaande, krachtens de in het Besluit Huurprijzen Woonruimte geldende maximale huurgrenzen, wordt aangepast aan de ontwikkeling van de consumentenprijzen, zoals jaarlijks in januari in de Staatscourant wordt bekendgemaakt;
onzelfstandige woonruimte: woonruimte, niet zijnde woonruimte bestemd voor inwoning, welke geen eigen toegang heeft en/of welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat die daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte.
woonoppervlak: gebruiksoppervlak van een woning (GBO) berekend volgens NEN 2580;
woningonttrekking: de onttrekking, samenvoeging of de omzetting van woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid van de Huisvestingswet;
Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord;
Stadsdeelraad: de Stadsdeelraad van het stadsdeel Amsterdam-Noord.
Het verbod, als bedoeld in artikel 30 van de Huisvestingswet, geldt voor alle woonruimte in het stadsdeel Amsterdam-Noord, ongeacht huur- of koopprijs.
1. Voor het verkrijgen van een vergunning moet een aanvraag worden ingediend bij het Dagelijks Bestuur op een daartoe beschikbaar gesteld formulier.
2. De aanvraag en de daarbij behorende bescheiden moeten in tweevoud worden ingediend.
3. De aanvraag mag meer dan één gebouw betreffen indien zij betrekking heeft op met elkaar samenhangende gebouwen.
De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:
de straat, het huisnummer en de kadastrale ligging van het gebouw waarop de aanvraag betrekking heeft;
de aard en het huidige gebruik van de woonruimte(n) waarop de aanvraag betrekking heeft;
de namen en de adressen van de bewoners van de woonruimte(n) waarop de aanvraag betrekking heeft;
de naam en het adres van de aanvrager;
de betaalde en de maximaal redelijke huurprijs van de woonruimte(n) waarop de aanvraag betrekking heeft;
in geval van woningonttrekking met verlies van woonfunctie: de aard van de toekomstige onderneming, blijkend uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel;
in geval van samenvoeging: de verwachte huurprijs en de verwachte maximaal redelijke huurprijs van de samengevoegde woning;
de reden van het verzoek.
Bij de aanvraag moeten de volgende bescheiden worden overlegd:
één of meer tekeningen waaruit blijkt de plattegrond op schaal van iedere verdieping van het gebouw, alsmede de verdieping of verdiepingen waarop de aanvraag betrekking heeft, met een aanduiding van de beoogde bestemming;
een situatietekening waaruit blijkt de situering van het gebouw ten opzichte van de in nabijheid gelegen bouwwerken;
in geval van woningonttrekking met verlies van woonruimte: de aard van de toekomstige onderneming, blijkend uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en een ondertekend huurcontract tussen de aanvrager en de toekomstige huurder.
De aanvrager krijgt van of namens het Dagelijks Bestuur een bewijs van ontvangst waarop de datum van ontvangst is vermeld.
1. Indien de aanvrager de in de artikelen 2.2 en 2.3 bedoelde gegevens en bescheiden niet of in onvoldoende mate verstrekt bij het indienen van de aanvraag, stelt het Dagelijks Bestuur de aanvrager in de gelegenheid deze binnen een termijn van vier weken nadat hem dit is meegedeeld, aan te vullen of te verbeteren.
2. Het Dagelijks Bestuur kan, indien de aanvrager niet voldaan heeft aan het in het vorige lid gestelde, besluiten de aanvraag niet te behandelen. Een dergelijk besluit wordt aan de aanvrager bekend gemaakt binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
Het Dagelijks Bestuur beslist over de aanvraag om vergunning binnen acht weken na de dag waar op de aanvraag is ontvangen. De beslissing kan eenmaal met ten hoogste acht weken worden verdaagd.
1. Indien voor het gebouw of de gebouwgedeelten waarop de aanvraag om vergunning betrekking heeft, tevens een bouwvergunning is aangevraagd, kan bij deze aanvraag voor overeenkomstige bescheiden en gegevens worden verwezen naar de aanvraag om bouwvergunning.
2. Onverminderd het bepaalde in art. 2.6 kan het Dagelijks Bestuur beslissen de aanvraag om vergunning aan te houden, indien voor deze aanvraag tevens een aanvraag bouwvergunning is ingediend, waarbij het bouwen niet zonder onttrekking, samenvoeging of omzetting van woonruimte kan plaatsvinden. De aanhouding eindigt uiterlijk twee weken na de beslissing op de aanvraag om bouwvergunning.
De Stadsdeelraad stelt richtlijnen vast in een beleidsnota Woningonttrekking, ter toetsing van het belang van het behoud of de samenstelling van de woningvoorraad en bij beoordeling van aanvragen om vergunningen, als bedoeld in artikel 30, lid 1 van de Huisvestingswet.
1. Het Dagelijks Bestuur kan aan de vergunning de volgende voorwaarden en voorschriften verbinden:
het betalen van compensatiegeld (financiële compensatie). Hierbij gelden de volgende prijzen €1.100 per m² (GBO) van de te onttrekken woonruimte. Bedragen worden geïndexeerd volgens de Bouwkostenindex van het CBS.
het toevoegen aan de woonruimtevoorraad van een naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur gelijkwaardige woonruimte (reële compensatie).
2. In het geval het belang van de aanvrager slechts voor een bepaalde tijd aanwezig is kan een tijdelijke vergunning worden verleend tegen betaling van een waarborgsom gelijk aan het bedrag dat zou moeten worden voldaan bij financiële compensatie.
3. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd gehele of gedeeltelijke vrijstelling van compensatie te verlenen indien de woningonttrekking een voornaam maatschappelijk belang dient: in het kader van herstructurering, of indien er een wijkgerichte voorziening wordt gecreëerd (of andere voorzieningen die de aantrekkelijkheid van een buurt verhogen).
Een vergunning wordt geweigerd als het belang van het behoud van de samenstelling van de woon ruimtevoorraad groter is dan het met het onttrekken aan de bestemming tot bewoning gediende belang en het belang van het behoud van de samenstelling van de woonruimtevoorraad door het stellen van voorwaarden en voorschriften onvoldoende kan worden gediend.
De gegevens die ten minste in de vergunning moeten worden vermeld zijn:
1. de woonruimte(n) waarop de beschikking betrekking heeft, aangeduid met de straat, het huisnummer en/of kadastrale ligging, waarbij voor het overige kan worden verwezen naar de bijgevoegde bescheiden als bedoeld in artikel 2.3;
2. bij toepassing van artikel 2.9:
1. de verlangde financiële compensatie met het in rekening gebrachte aantal m² of de geboden reële compensatie en
2. de mededeling dat binnen één jaar van de vergunning gebruik moet worden gemaakt dan wel de termijn in geval van een tijdelijke vergunning.
1. Hij die handelt in strijd met enig aan de vergunning als bedoeld in art. 30 van de Huisvestingswet verbonden voorschrift, wordt geacht zonder vergunning te hebben gehandeld.
2. Voor toepassing van het eerste lid wordt onder handelen verstaan: doen, hebben of nalaten.
Het Dagelijks Bestuur is bevoegd, in gevallen waarin de toepassing van deze verordening naar zijn oordeel tot een bijzondere hardheid leidt, ten gunste van de aanvrager af te wijken van deze verordening.
1. Vergunningen, met inbegrip van daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften vóór het tijdstip van in werking treden van deze verordening verleend krachtens de partiële Huisvestingsverordening Amsterdam-Noord 1993, gelden als vergunningen, voorwaarden en voorschriften als bedoeld in de verordening 1993.
2. Aanvragen voor een vergunning welke voor de dag van inwerkingtreding van de onderhavige verordening zijn ingediend, worden behandeld overeenkomstig het voordien geldende recht.
Deze verordening treedt in werking acht dagen na publicatie.
Deze verordening kan worden aangehaald als partiële Huisvestingsverordening stadsdeel Amsterdam-Noord.