Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer envoor de inrichting van de financiële organisatie van het stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer envoor de inrichting van de financiële organisatie van het stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam
CiteertitelVerordening art. 212 Gemeentewet
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 5-11-2003

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 212

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200419-03-2016nieuwe regeling

05-11-2003

Noord-Amsterdam Nieuwsblad, 25 juli 2006

-

Tekst van de regeling

Hoofdstuk

Artikel 1 Definities

  • In deze verordening worden de volgende begrippen gedefinieerd:

  • - administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van relevante informatie met als doel het besturen en beheren van de financiële middelen van het stadsdeel. Tevens heeft de administratie het afleggen van verantwoording tot doel.

  • - financiële organisatie: de financiële administratie maakt deel uit van de algehele administratie en heeft tot doel het zodanig vastleggen en verwerken van aantekeningen inzake de financiële gegevens van de organisatie van de stadsdelen (en eventueel onderdelen) dat een goed inzicht mogelijk is in:

    • de financieel-economische positie;

    • het beheer van vermogenswaarden;

    • de uitvoering van de begroting;

    • het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover;

  • - administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • - beheer van vermogenswaarden: het uitoefenen van bestuur en toezicht op het beheer van vermogenswaarden van het stadsdeel

  • - rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder stadsdeel verordeningen, besluiten van het Dagelijks Bestuur en stadsdeelraad.

  • - doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • - doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Hoofdstuk 1

Artikel 2 Programmabegroting

  • 1. De stadsdeelraad stelt tenminste bij de aanvang van de nieuwe stadsdeelraadsperiode een programma-indeling voor de stadsdeelraadsperiode vast.

  • 2. De stadsdeelraad stelt per programma vast:

    • a.

      De beoogde maatschappelijke effecten en doelstellingen;

    • b.

      De te leveren prestaties voorzover betrekking hebbend op de maatschappelijke effecten;

    • c.

      De baten en lasten van het programma voor het betreffende begrotingsjaar.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur stelt per programma indicatoren voor met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten, de te leveren prestaties en de bijbehorende activiteiten.

  • 4. De stadsdeelraad stelt de indicatoren, bedoeld in het vorige lid, vast.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en diensten, de beoogde maatschappelijke effecten en de bijbehorende activiteiten, zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door de stadsdeelraad, kunnen worden getoetst.

  • 6. Bij de begroting en het jaarverslag wordt een overzicht gegeven welke producten uit de productraming onder welke programma’s behoren.

  • 7. De indeling van de programma’s staat voor de stadsdeelraadsperiode vast, tenzij er dringende redenen zijn tot wijzigen, die dan bij de begroting expliciet zullen worden gemeld.

Artikel 3 Kaders begroting

  • 1. Het Dagelijks Bestuur biedt voor het zomerreces van het begrotingsjaar een voorjaarsnota aan over de financiële kaders voor het komende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. In deze nota worden ontwikkelingen die van belang zijn voor de uitvoering van de programma’s aangegeven en worden de bevindingen betrokken uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 7 en de jaarstukken bedoeld in artikel 8.

  • 2. De stadsdeelraad stelt voor het zomerreces deze nota vast.

Artikel 4 Uitvoering begroting

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor regels die tot doel hebben dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat:

    • a.

      De lasten van de programma’s niet worden overschreden. Daar waar lasten en baten van de programma’s worden onder- of overschreden, stelt het bestuur de stadsdeelraad hiervan tijdig op de hoogte en legt aan de stadsdeelraad een begrotingswijziging voor.

    • b.

      De producten van de productenbegroting worden toegewezen aan de diverse programma’s van de programmabegroting.

    • c.

      De lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat het verwezenlijken van de doelstellingen binnen hetzelfde programma onder druk komt.

Artikel 5 Interne controle

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt ze maatregelen tot herstel.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur zorgt op basis van de resultaten van de interne toetsing genoemd in het vorige lid voor een plan tot herstel. Het Dagelijks Bestuur neemt op basis van het plan van verbetering maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

  • 3. De resultaten van de interne toetsing en het plan van verbetering, worden ter kennisgeving aan de stadsdeelraad aangeboden en vormen een onderdeel van het jaarverslag.

Artikel 6 Tussentijdse rapportage

  • 1. Het Dagelijks Bestuur stelt tenminste twee maal per jaar de tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van het stadsdeel vast en legt dit ter bespreking voor aan de stadsdeelraad. Indien de uitkomsten van de tussentijdse rapportage leiden tot een begrotingswijziging, dan zal een samenvatting van de knelpunten aan de stadsdeelraad worden voorgelegd ter besluitvorming.

  • 2. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de programma-indeling van de begroting.

  • 3. De rapportages gaan op hoofdlijnen in op afwijkingen van baten en lasten en de geleverde prestaties in relatie tot de realisatie van de maatschappelijke effecten.

Artikel 7 Jaarverslag

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een adequate vertaling van de verantwoording van de prestaties naar de productenrealisatie en naar de programma verantwoording.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur legt verantwoording af over de programma’s inzake de beoogde maatschappelijke effecten, de geleverde prestaties, de bijbehorende baten en lasten en hoe de resultaten zich verhouden tot de in de begroting gestelde doelen.

  • 3. De stadsdeelraad bepaalt aan de hand van de uitvoering van de programma’s of de beleidsdoelen van de programma’s bijstelling behoeven.

Hoofdstuk 2

Artikel 8 Financiële positie

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat al het beleid waartoe de stadsdeelraad heeft besloten in de verklaring van de financiële positie en de meerjarenramingen is opgenomen.

  • 2. De stadsdeelraad autoriseert met het vaststellen van het investeringsplan de investeringskredieten.

  • 3. Het totaalbedrag aan verleende garanties en waarborgen worden bij de uiteenzetting van de financiële positie expliciet vermeld.

  • 4. Het Dagelijks Bestuur informeert in ieder geval vooraf de stadsdeelraad en neemt pas een besluit, nadat de stadsdeelraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen aan het Dagelijks Bestuur te uiten voor zover het betreft niet bij de begroting vastgestelde verplichtingen groter dan € 50.000.

Artikel 9 Reserves en voorzieningen

  • 1. Het Dagelijks Bestuur biedt eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota Reserveringsbeleid aan. Daarnaast zal jaarlijks in de jaarrekening verantwoording worden afgelegd. De raad stelt de nota vast.

  • 2. De nota behandelt:

    • a.

      de vorming en besteding van reserves

    • b.

      de vorming en besteding van voorzieningen

Artikel 10 Waardering en afschrijving vaste activa

Het Dagelijks Bestuur biedt eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota Investerings- en afschrijvingsbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In deze nota wordt in ieder geval het volgende opgenomen:

  • a.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling worden lineair in 4 jaar afgeschreven.

  • b.

    De materiele activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, worden overeenkomstig hun economische levensduur lineair afgeschreven. Activa met een aanschafwaarde van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

  • c.

    Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, wordt verstaan:

  •      investeringen in aanleg en onderhoud van waterwegen, waterbouwkundige werken, permanente terreinwerken, wegen, straten, fietspaden, voetpaden, bruggen, viaducten, tunnels, verkeerslichtinstallaties, openbare verlichting, straatmeubilair, reconstructie openbare ruimte, parken en overig openbaar groen;

  •      Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en eventuele bestemmingsreserves of voorzieningen bij voorkeur direct ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadsbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.

Artikel 11 Waardering debiteuren en overige vorderingen

Voor de totale post inzake openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een beoordeling op oninbaarheid van de openstaande vorderingen ouder dan drie maanden.

Artikel 12 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten ten behoeve van de bepaling van de hoogte van leges en heffingen van het stadsdeel, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd.

  • 2. Bij de kostentoerekening bedoelde indirecte kosten worden meegenomen de bijdragen aan voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van betrokken activa, de kapitaalslasten van de in gebruik zijnde activa.

Artikel 13 Registratie bezittingen en activa

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor een actuele en volledige registratie van bezittingen. In de registratie worden ook opgenomen niet geactiveerde kunstvoorwerpen met cultuurhistorische waarde.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor dat de registratie en ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente systematisch worden gecontroleerd.

  • 3. Bij afwijkingen neemt het Dagelijks Bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen. De resultaten van de controle en het (eventuele) plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de stadsdeelraad aangeboden

Hoofdstuk 3

Artikel 14 Lokale heffingen

  • 1. Het Dagelijks Bestuur biedt eenmaal in de vier jaar een op het niveau van de stadsdelen (bijgestelde) nota lokale heffingen aan. Daarnaast zal dit jaarlijks in de begroting nader worden uitgewerkt en geactualiseerd. Hierbij zal aandacht worden besteed aan de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen, de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden, de kostendekkendheid van de heffingen, de druk van de lokale belastingen en heffingen, het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid. De raad stelt de nota vast.

  • 2. Voor het vaststellen van de hoogte van de stadsdeel tarieven, heffingen en prijzen door de stadsdeelraad, verstrekt het Dagelijks Bestuur aan de stadsdeelraad per verordening waarin deze tarieven, heffingen en prijzen worden vastgelegd, de actueel geraamde hoeveelheden per door het stadsdeel verstrekte dienst, waarover de tarieven, heffingen en prijzen in rekening worden gebracht en per verordening het totaal van de geraamde kosten van de door het stadsdeel verstrekte diensten.

  • 3. Bij de begroting en jaarstukken doet het Dagelijks Bestuur in de paragraaf lokale heffingen verslag van de opbrengsten per stadsdeelheffing, het volume en bedrag aan kwijtscheldingen, de kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing, de (ontwikkeling van de) lokale lastendruk voor eenpersoonshuishoudingen, meerpersoonshuishoudingen en bedrijven.

Artikel 15 Weerstandsvermogen

  • 1. Het Dagelijks Bestuur biedt eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota Weerstandsvermogen aan. Daarnaast zal dit jaarlijks in de begroting of Voorjaarsnota nader worden uitgewerkt en geactualiseerd. Hierbij wordt ingegaan op het risicomanagement, het opvangen van risico’s door verzekeringen, voorzieningen, het weerstandsvermogen of anderszins. In de nota wordt tevens het gewenste weerstandsvermogen bepaald. De raad stelt de nota vast.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur geeft in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en van de jaarstukken de risico’s van materieel belang met enige kwantificatie van risico. Het Dagelijks Bestuur brengt hierbij in elk geval de risico’s in beeld en actualiseert de risico’s genoemd in de nota bedoeld in lid 1.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur geeft aan in de paragraaf weerstandsvermogen van de begroting en jaarverslag de weerstandscapaciteit en in hoeverre schaden en verliezen als gevolg van de risico’s van materieel belang met het weerstandsvermogen kunnen worden opgevangen.

Artikel 16 Onderhoud kapitaalgoederen

  • 1. Het Dagelijks Bestuur biedt eenmaal in de vier jaar een (bijgestelde) nota Onderhoud kapitaalgoederen aan. Daarnaast zal dit jaarlijks in de begroting nader worden uitgewerkt en geactualiseerd. Hierbij wordt het kader weergegeven voor de inrichting van het onderhoud en beoogde onderhoudsniveau voor de openbare ruimte en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettaire beslag. De raad stelt de nota vast.

  • 2. Ook zal het Dagelijks Bestuur eens in de vier jaar in een kaderstellende nota aandacht besteden aan onderhoud gebouwen. Daarnaast zal dit jaarlijks in de begroting, nader worden uitgewerkt en geactualiseerd. De nota bevat de voorstellen voor het te plegen onderhoud en bijbehorende kosten aan de stadsdeelgebouwen en eveneens de normkostensystematiek en het meerjarig budgettaire beslag.

  • 3. Bij de begroting en jaarverslag doet het Dagelijks Bestuur in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen verslag over de voortgang van het geplande onderhoud en het eventuele achterstallige onderhoud aan openbare ruimte en gebouwen.

Artikel 17 Bedrijfsvoering

  • 1. Het Dagelijks Bestuur stelt eens in de vier jaar een nota Bedrijfsvoering vast. De nota wordt ter kennisgeving aan de raad gezonden. In de nota wordt speciale aandacht besteed aan de relatie tussen het stadsdeel apparaat en de inwoners van het stadsdeel.

  • 2. In de bedrijfsvoeringparagraaf in de begroting wordt ingegaan op de actuele onderwerpen die aandacht behoeven. In de bedrijfsvoeringparagraaf van het jaarverslag wordt gerapporteerd over de bij de begroting bepaalde onderwerpen aangaande de bedrijfsvoering alsmede over nieuwe ontwikkelingen.

  • 3. het Dagelijks Bestuur rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en de jaarstukken over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid, bedoeld in artikel 213a gemeentewet, en de uitputting van de bijbehorende budgetten.

Artikel 18 Verbonden partijen

Het Dagelijks Bestuur besteedt jaarlijks in de begroting en het jaarverslag aandacht aan Verbonden partijen. In een nota of in de begroting worden de kaders voor het beleid aangaande (het aangaan van nieuwe) participaties nader uitgewerkt, met name ten aanzien van hoe het publiek belang is gediend met de verbonden partijen, de taken, de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de verbonden partijen en de financiële condities.

Artikel 19 Grondbeleid

  • 1. Het Dagelijks Bestuur besteedt, binnen de kaders van het Ontwikkelbedrijf Gemeente Amsterdam, in de begroting aandacht aan het grondbeleid.

  • 2. Hierbij kunnen de volgende onderwerpen aan de orde komen:

    • a.

      De relaties met de programma’s van de begroting;

    • b.

      De strategische visie van het toekomstig grondbeleid van het stadsdeel;

    • c.

      De te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten;

    • d.

      De voorraadverwerving en uitgifte van gronden;

    • e.

      De uitgiften van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.

  • 3. In de paragraaf grondbeleid van het jaarverslag wordt ingegaan op de uitvoering van de in de begroting voorgenomen grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen, zoals winstverwachtingen, de verwerving van gronden e.d. en de relaties van het grondbeleid met de programma’s voorzover van toepassing.

Artikel 20 Verstrekking subsidies

Het kader voor de verstrekking van stadsdeel subsidies is vastgelegd in de subsidieverordening van het stadsdeel. Indien het kader van de subsidieverstrekking actualisatie behoeft, dan is een aanpassing van de subsidieverordening vereist. Het Dagelijks Bestuur zal zorgdragen voor een dergelijke actualisatie van de subsidieverordening.

Hoofdstuk 4

Artikel 21 Financiële administratie

  • Het Dagelijks Bestuur draagt er zorg voor dat :

  • 1. De inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • 2. de vereiste informatie verstrekt wordt aan de gemeente Amsterdam, het Rijk, de Provincies en de Europese Unie alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan stadsdelen.

Artikel 22 Administratie

  • De administratie is zodanig van opzet en werking dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • 1. Het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het stadsdeel als geheel;

  • 2. Het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;

  • 3. Het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;

  • 4. Het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende weten regelgeving;

  • 5. Het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en d doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • 6. De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 23 Financiële organisatie

  • 1. Het Dagelijks Bestuur draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast:

    • a.

      Een eenduidige indeling van de stadsdeel organisatie;

    • b.

      Een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;

    • c.

      De verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten.

    • d.

      De regels voor de opdrachtverlening en de verrekening van interne leveringen.

  • 2. De stadsdeelraad stelt de (financiële) organisatie van de griffie vast, waarbij dezelfde aspecten worden geregeld als vermeld onder lid a t/m d van dit artikel.

Artikel 24 Inkoop

Het Dagelijks Bestuur draagt de zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels voor de inkoop van goederen en diensten en het aanbesteden van werken, alsmede de algemene inkoopvoorwaarden van het stadsdeel en de voorwaarden voor aanbesteding van werken van het stadsdeel.

Artikel 25 Overgangsbepaling

Op de begroting en de jaarrekening van 2003 blijven de bepalingen zoals opgenomen in de “Beheersverordening Stadsdeel Amsterdam-Noord” van kracht.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2004 met dien verstande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2004 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2004 vervalt de “Beheersverordening Stadsdeel Amsterdam-Noord”

Artikel 27 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Verordening op het financieel beleid en beheer en de financiële organisatie van het stadsdeel Noord van de gemeente Amsterdam”.