Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de bergaafplaatsen gelegen in het stadsdeel Amsterdam-Noord

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rechten voor het gebruik van de bergaafplaatsen gelegen in het stadsdeel Amsterdam-Noord
CiteertitelHeffingsverordening Begraafplaatsen 1996
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpBelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-02-199601-01-2010nieuwe regeling

17-01-1996

-

geen

Tekst van de regeling

Hoofdstuk

Art. 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN:

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Algemeen graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarin door de gemeente als rechthebbende gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken en deze begraven te houden voor de duur van de in de Wet op de lijkbezorging gestelde termijn.

Asbus : een bus, ter berging van de as van een overledene.

Begraafplaatsen :

  • a.

    de Noorderbegraafplaats en

  • b.

    de kerkhoven te Buiksloot, Durgerdam, Holysloot, Nieuwendam, Ransdorp, Schellingwoude en Zunderdorp.

Eigen graf : een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verleend om daarin te doen begraven.

Rechthebbende : degene die het uitsluitend recht heeft verkregen op een eigen graf, dan wel voor bepaalde tijd het recht heeft verkregen op een urnengraf of een urnennis.

Art. 2 RECHTEN; BELASTBARE FEITEN

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Art. 3 BELASTINGSPLICHT

Belastingplichtig is de aanvrager van het gebruik of van de diensten, danwel degene te wiens behoeve het gebruik of de diensten worden aangevraagd of verleend.

Art. 4 BELASTINGTIJDVAK
  • 1. Het belastingtijdvak voor de rechten genoemd in artikel 4.2 van de bij deze verordening behorende tabel beloopt 12 maanden en vangt voor het eerst aan op de dag van uitgifte van het recht.

  • 2. Het belastingtijdvak voor rechten bedoeld in art. 4.2.2.5 tot en met 4.3.3 van de bij deze verordening behorende tabel is gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Art. 5 HEFFINGSMAATSTAF/TARIEVEN
  • 1. De rechten worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tabel.

  • 2. Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Art. 6 WIJZE VAN HEFFING

Met uitzondering van de bij wijze van aanslag geheven rechten, bedoeld in de tabel onder 3.1.1.6, 4.2.1.1. en 4.2.1.2, worden de overige rechten geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke

kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota of andere schriftuur.

Art. 7 ONTSTAAN VAN DE BELASTINGSCHULD EN BEPALINGEN OMTRENT AANVANG EN EINDE VAN BELASTINGPLICHT IN DE LOOP VAN HET BELASTINGTIJDVAK
  • 1. De onderhoudsrechten, als bedoeld in 4.2. van de bij deze verordening behorende tabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak.

  • 2. Belastingbedragen van minder dan _17,-- worden niet geheven.

  • 3. Ontheffing wordt niet verleend indien deze minder dan _17,-- bedraagt.

Art. 8 VRIJSTELLING

Voor het opgraven van een lijk of het verwijderen van een asbus op rechterlijk gezag worden geen rechten geheven.

Art. 9 BETALINGSTERMIJN
  • 1. De rechten die worden geheven bij wijze van aanslag moeten worden voldaan in één termijn, welke vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. De rechten die worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving of op andere wijze moeten worden voldaan binnen acht dagen na dagtekening van de kennisgeving.

Art. 10 MACHTIGING TOT OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEDEN
  • 1. Het Dagelijks Bestuur is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan een of meer medewerkers van het stadsdeel aanwijzen, die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van de rechten.

Art. 11 NAKOMING VERPLICHTINGEN

De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47,49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van

toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het Dagelijks Bestuur aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen.

Art. 12 INWERKINGTREDING CITEERTITEL
  • 1. De Heffingsverordening begraafplaatsen Stadsdeel Amsterdam-Noord 1990, goedgekeurd bij besluit van 22 november 1989, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van één dag na die van de bekendmaking, maar niet eerder dan 1 januari 1996.

  • 3. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4. De datum van ingang van de heffing is 1 februari 1996.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als de Heffingsverordening begraafplaatsen Stadsdeel Amsterdam-Noord 1996.