Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening op de algemene begraafplaats en dorpskerkhoven 1988 in het stadsdeel Amsterdam-Noord

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening op de algemene begraafplaats en dorpskerkhoven 1988 in het stadsdeel Amsterdam-Noord
CiteertitelVERORDENING OP DE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS EN DE KERKHOVEN IN HET STADSDEEL
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerp

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art 149

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-04-198818-07-2012Ingetrokken

 

Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 10-07-2012

5225-A

Tekst van de regeling

Hoofdstuk

Art. 1
  • Voor de toepassing van de verordening wordt verstaan onder:

  • 1. Begraafplaatsen:

    • a.

      de Noorderbegraafplaats

    • b.

      de kerhoven te Buiksloot, Durgerdam, Holysloot, Nieuwendam, Ransdorp, Schellingwoude en Zunderdorp.

  • 2. Graven: een eigen graf een urnengraf of een algemeen graf.

  • 3. Eigen graf: een graf, ten aanzien waarvan voor bepaalde of voor onbepaalde tijd het uitsluitend.recht is verkregen om daarin te doen begraven.

  • 4. Urnengraf: een graf, ten aanzien waarvan voor bepaalde tijd het uitsluitend recht is verkregen om.daarin asbussen te doen begraven.

  • 5. Algemene graven: de overige graven.

  • 6. Urnennis: een nis, ten aanzien waarvan voor bepaalde tijd het.uitsluitend recht is verkregen an daarin ashussen te doen bijzetten.

  • 7. Urnenplaats: een urnennis, een urnengraf of een verstrooiingsplaats.

  • 8. Rechthebbende: degene, die het recht heeft verkregen tot het doen begraven in een eigen graf of tot het doen bijzetten van asbussen in een.urnenplaats.

  • 9. Het Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord.

  • 10. Stadsdeelraad: De Stadsdeelraad voor Amsterdam-Noord.

  • 11.Afdeling: Afdeling Beheer en Onderhoud van het stadsdeel Amsterdam-Noord.

  • 12. Manager: de Manager van de Afdeling Beheer en Onderhoud van het.stadsdeel Amsterdam-Noord.

Art. 2

Het Dagelijks Bestuur kan bepalen dat de uitvoering van in deze Verordening.opgenomen bevoegdheden aan de Manager wordt opgedragen.

Art. 3
  • Tot de taak van de Afdeling behoort:

  • 1. de zorg voor het aanleggen, stichten, in stand houden, onderhouden en.exploiteren van de begraafplaatsen;

  • 2. de zorg voor de graven, urnenplaatsen, beplantingen, de bij de begraafplaatsen. behorende gebouwen met hun inrichting en hetgeen verder tot de.begraafplaats behoort;

  • 3. de zorg voor de nakoming en uitvoering van de wetten, Koninklijke.bes!uiten, verordeningen, beschikkingen en circulaires, betreffende het.begraven en de begraafplaatsen;

  • 4. de behartiging van alle andere zaken, die bij besluit van de Stadsdeelraad.of van het Dagelijks Bestuur aan de Afdeling worden opgedragen.

Art. 4

De begraafplaatsen zijn voor bezoekers en voor hen, die werkzaamheden.hebben te verrichten, opengesteld gedurende de door het Dagelijks Bestuur.te bepalen tijden.

Art. 5

Het is verboden zich op de begraafplaatsen te gedragen in strijd met de.eerbied aan de doden verschuldigd.

Art. 6
  • 1.Het is aan steenhouwers, tuinlieden en daarmede gelijk te stellen.personen verboden, werkzaamheden voor derden ten behoeve van graven op de.begraafplaatsen te verrichten zonder vergunning van het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan aan de in het eerste lid van dit artikel.bedoelde vergunning voorwaarden verbinden.

Art. 7

Het is verboden, op de begraafplaats bloemen of andere waren te koop aan te.bieden of aanbiedingen te doen met betrekking tot grafbedekkingen.

Art. 8

Het is verboden, met motorvoertuigen of bespannen voertuigen op de.begraafplaatsen te rijden. Door het Dagelijks Bestuur kan ontheffing worden.verleend van dit verbod.

Art. 9

Bezoekers, bedienaren van begrafenissen en personen, die werkzaamheden op.de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht, zich in het belang.van de rust, orde en netheid te houden aan de aanwijzingen door het.Dagelijks Bestuur gegeven.

Art. 10
  • 1. Degenen, die een of meer der voorschriften, vervat in de artikelen 5 tot.en met 9, overtreden, kunnen van de begraafplaatsen worden verwijderd.

  • 2. Ter handhaving van de orde op de begraafplaatsen kunnen de toegangen.worden gesloten door de voorzitter van het Dagelijks Bestuur.

Art. 11

Dodenherdenkingen, overdrachten of onthullingen van gedenktekenen mogen.niet geschieden, zonder dat tijdig overleg heeft plaatsgehad met de voorzitter.van het Dagelijks Bestuur omtrent datum en uur der plechtigheid en.met betrekking tot de wijze, waarop de plechtigheid zal geschieden.

Art. 12
  • 1. Degene, die wil doen begraven, dan wel een asbus wil doen bijzetten, geeft daarvan uiterlijk 24 uur, voordat de begraving of asbezorging zal.plaatshebben, schriftelijk kennis aan het Dagelijks Bestuur.

  • 2. Indien de begraving in een eigen graf of de bijzetting van een asbus in.een urnenplaats moet geschieden, dient tevens een machtiging daartoe te.worden overlegd, ondertekend door de rechthebbende of diens.rechtverkrijgende.

Art. 13

Het openen, aanvullen en sluiten van graven en urnenplaatsen mag.uitsluitend geschieden door de Afdeling, behoudens toestermiing van het.Dagelijks Bestuur.

Art. 14

Voor zover zulks plaatselijk gebruik is, wordt, tegen betaling van een.recht overeenkomstig daarvoor geldende regeling, gelegenheid gegeven tot.het doen luiden der gemeenteklok, alsmede tot het, van het sterfhuis uit, gebruik maken van een draagbaar met roef en van een doodskleed, voor zover.die voorwerpen de beschikbaar zijn bij de Afdeling.

Art. 15
  • 1. De tijden voor het begraven worden door het Dagelijks Bestuur geregeld.

  • 2. Met toestemming van het Dagelijks Bestuur kan van de aangewezen tijd.worden afgeweken.

Art. 16

Asbussen kunnen worden bijgezet in een eigen graf, een algemeen graf, een.urnengraf, dan wel in een urnennis.

Art. 17
  • 1. Voor zover de ruimte zulks toelaat, kan het Dagelijks Bestuur voor de.tijd van 20 jaren het uitsluitend recht verlenen om in een bepaald graf. (eigen graf) te doen begraven.

  • 2. Voor zover de ruimte zulks toelaat kan het Dagelijks Bestuur voor de.tijd van 20 jaren het uitsluitend recht verlenen om in een urnenplaats.asbussen te doen bijzetten.

  • 3. Voor het verkrijgen van een in het eerste of tweede lid van dit artikel.bedoeld recht is een bedrag verschuldigd overeenkomstig de daarvoor.geldende regeling.

  • 4. De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde tijd van 20.jaren kan, behoudens het bepaalde in het vijfde lid van dit artikel, worden verlengd voor een tijd van 10 jaren en zo vervolgens, mits de betaling overeenkomstig de daarvoor geldende regeling heeft.plaatsgevonden voor het verstrijken van de nog lopende termijn.

  • 5. Indien op het tijdstip, waarop een begraving van een tweede of.volgend lijk wordt aangevraagd, het uitsluitend recht tot begraven een.geldigheidsduur heeft van minder dan 10 jaren, wordt de begraving eerst.toegestaan, nadat het recht op het desbetreffende graf tot een.geldigheidsduur van 10 jaren is verlengd, met dien verstande, dat verlenging.slechts mogelijk is in volle jaren.

  • 6. De in dit artikel bedoelde rechten worden verleend onder de in deze.verordening opgenomen of later door de Stadsdeelraad vast te stellen.voorwaarden, doch kunnen niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop de.begraafplaats, overeenkomstig art. 24 van de Wet op de lijkbezorging wordt.gesloten verklaard.

Art. 18

De Stadsdeelraad kent voor ieder eigen graf of urnenplaats slechts één.rechthebbende.

Art. 19

Aan de rechthebbende op een eigen graf kan door het Dagelijks Bestuur toestemming worden verleend tot het doen bouwen van een grafkelder overeenkomstig door het Dagelijks Bestuur te stellen voorwaarden.

Art.20

Wanneer het recht, bedoeld in art. 17, lid 1, door het verstrijken van de.termijn, waarvoor het is verleend, is geëindigd, wordt het graf geruimd met.inachtneming van de daarvoor in art. 23 van de Wet op de lijkbezorging.gestelde termijn.

Art. 21
  • 1. Een recht, bedoeld in de leden 1 en 2 van art. 17, kan op schriftelijk.verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van een ander.

  • 2. Na het overlijden van de rechthebbende kan op schriftelijk verzoek van.de erfgenamen overschrijving ten name van een hunner of ten name van de.echtgeno(o)t(e) van de rechthebbende plaatsvinden, mits dit verzoek wordt.gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende.

  • 3. Indien uit een over te leggen testamentaire beschikking blijkt, dat de.rechthebbende de overschrijving van het recht ten name van een ander dan.één der in het tweede lid van dit artikel bedoelde personen wenst, zal, voor zover nog geen overschrijving heeft plaatsgevonden, aan deze wens.worden voldaan.

  • 4. Indien na het overlijden van de rechthebbende op een eigen graf het verzoek tot overschrijving niet wordt gedaan binnen de in tweede lid van dit artikel gestelde termijn, vervalt het uitsluitend recht tot begraven en wordt het graf geruimd met inachtneming van de daarvoor in art. 23 van de Wet op de lijk gestelde termijn.

  • 5. Zolang het Dagelijks Bestuur niet over het graf heeft beschikt, kan op schriftelijk verzoek van belanghebbenden, de overschrijving alsnog geschieden onder door het Dagelijks Bestuur te stellen voorwaarden.

Art. 22
  • 1. Het Dagelijks Bestuur kan nadere voorschriften vaststellen betreffende het plaatsen van voorwerpen op graven of het daarop aanbrengen van beplantingen.

  • 2. Het is verboden, zonder toestemming van het Dagelijks Bestuur op of bij graven gedenktekenen of banken te plaatsen of beplantingen aan te brengen.

  • Het Dagelijks Bestuur kan vorderen, dat hij een verzoek om een toestemming een tekening van het te plaatsen voorwerp of een omschrijving van de aan te brengen beplanting wordt overgelegd en dat een opgave van het te gebruiken materiaal wordt verstrekt.

  • 3. Het Dagelijks Bestuur kan de in het tweede lid van dit artikel bedoelde toestemming weigeren, indien het verzoek niet voldoet aan de geldende voorschriften, of indien het te plaatsen voorwerp of de beplanting niet past in de omgeving van het desbetreffende graf.

Art. 23
  • 1. De Stadsdeelraad is niet verantwoordelijk voor de zich op of bij de graven bevindende voorwerpen of beplanting.

  • 2. Schade aan bedekkingen, beplantingen of anderszins, door welke oorzaak ook ontstaan, wordt niet door de Stadsdeelraad vergoed.

Art. 24
  • 1. Het afnemen of het herplaatsen van voorwerpen of beplantingen op of bij graven mag uitsluitend geschieden door de Afdeling.

  • 2. Het Dagelijks Bestuur kan in bijzondere gevallen afwijking van de in het eerste lid van dit artikel vervatte bepaling toestaan.

Art. 25
  • 1. Het onderhouden van graven en urnenplaatsen en van op of bij graven geplaatste voorwerpen, alsmede het onderhouden van beplantingen op of bij de graven geschiedt door de Afdeling. Hiervoor is een bedrag verschuldigd overeenkomstig de daarvoor geldende regeling.

  • 2. Onder het onderhouden van op of bij graven geplaatste voorwerpen wordt begrepen het schoonhouden, alsmede het herstellen daarvan, voor zover dit kan geschieden zonder vernieuwing van materiaal, alsook het, zo nodig schilderen van banken, hekken of andere omrastering.

  • 3. Onder het onderhouden van beplantingen wordt mede begrepen het gedeeltelijk aanvullen van de planten.

  • 4. Indien een rechthebbende in een bijzonder geval aan een en ander bijzondere zorg wenst te besteden, kan dit door het Dagelijks Bestuur worden toegestaan, onverminderd de verplichting tot het betalen van het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag.

  • 5. Het Dagelijks Bestuur kan plaatsen op de Noorderbegraafplaats aanwijzen,  waar het onderhoud aan de graven door de rechthebbenden wordt verzorgd onder door het Dagelijks Bestuur te stellen voorwaarden.

Art. 26
  • 1. De rechthebbende is verplicht, de op of bij het graf geplaatste voorwerpen te doen herstellen, of de beplanting te doen vernieuwen, indien deze werkzaamheden van zodanige aard zijn, dat zij, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur, niet vallen onder die, bedoeld in het tweede en het derde lid van art. 25.

  • 2. Indien voor de in het vorige lid van dit artikel bedoelde herstellingen geen zorg wordt gedragen, kan het Dagelijks Bestuur de desbetreffende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan het stadsdeel Amsterdam-Noord zonder dat daarvoor enige vergoedingsplicht ontstaat.

Art. 27

Indien een rechthebbende op een eigen graf gedurende drie achtereenvolgende jaren in gebreke blijft, het in het eerste lid van art. 25 bedoelde bedrag te voldoen, vervalt het uitsluitend recht tot begraven en wordt het graf geruimd met inachtneming van de daarvoor in art. 23 van de Wet op de lijkbezorging gestelde termijn.

Art. 28

De grafbedekking van een eigen graf of een urnengraf, waarvan het uitsluitend recht, bedoeld in art. 17, is geëindigd of vervallen, blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de laatste rechthebbende. Daarna vervalt de grafbedekking aan de Stadsdeelraad zonder dat het de Stadsdeelraad tot enige vergoeding verplicht is.

Art. 29

De grafbedekkingen op een algemeen graf worden verwijderd tien jaren na de laatste begraving in dat graf. Zij blijven gedurende drie maanden ter beschikking van hen, aan wie een vergunning, als bedoeld in het tweede lid van art. 22, was verleend.

Art. 30

Een uitsluitend recht tot het doen begraven in een bepaald graf voor onbepaalde tijd blijft gelden onder de in deze verordening vastgestelde of later door de Stadsdeelraad vast te stellen voorwaarden, doch niet langer dan tot het tijdstip, waarop de begraafplaats, waar het graf is gelegen, overeenkomstig art. 24 van de Wet op de lijkbezorging wordt gesloten verklaard.

Art. 31

Totdat door de Stadsdeelraad een andere regeling is getroffen voor de bepaling van de hoogte van verschuldigde bedragen blijft de Verordening op de heffing van rechten wegens het gebruik van de Algemene Begraafplaatsen en het Crematorium der gemeente Amsterdam van toepassing.

Deze verordening treedt in werking op Amsterdam-Noord 27-4-88