Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Afvalstoffenverordening Stadsdeel Amsterdam-Noord 2007.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening Stadsdeel Amsterdam-Noord 2007.
CiteertitelAfvalstoffenverordening Stadsdeel Amsterdam Noord 2007
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpNatuur, milieu en beheer openbare ruimte

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet milieubeheer, art. 10.23

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-12-200601-11-2009nieuwe regeling

13-12-2006

Noord Amsterdams Nieuwsblad,26-12-2006

A-2655022

Tekst van de regeling

Hoofdstuk

§ 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    wet: Wet milieubeheer;

  • b.

    inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

  • c.

    ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

  • d.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel ten behoeve van één huishouden/perceel; bijvoorbeeld een huisvuilzak, rolcontainer, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag;

  • e.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats ten behoeve van meerdere huishoudens/percelen; bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot;

  • f.

    inzameldienst: de krachtens artikel 7, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

  • g.

    andere inzamelaars: de krachtens artikel 7, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

  • h.

    inzamelvergunning: de vergunning zoals bedoeld in artikel 11;

  • i.

    gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

  • j.

    straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel;

  • k.

    wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;

  • l.

    motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders;

  • m.

    voertuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, met uitzondering van: treinen en trams; kruiwagens, kinderwagens en dergelijke kleine voertuigen;

  • n.

    laadbak: een metalen bak, al dan niet voorzien van een overkapping bedoeld om groter (bouw- en sloop)afval in te verzamelen;

  • o.

    het dagelijks bestuur; het dagelijks bestuur van het Stadsdeel Amsterdam Noord;

  • p.

    het Stadsdeel; het Stadsdeel Amsterdam Noord.

Artikel 2 Beslistermijn
  • 1. Het dagelijks bestuur beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan zijn beslissing ten hoogste 8 weken verdagen.

  • 3. Voor het aanvragen van een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening kan het dagelijks bestuur een aanvraagformulier vaststellen.

Artikel 3 Indiening aanvraag
  • 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het dagelijks bestuur besluiten de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. Voor bepaalde, door het dagelijks bestuur aan te wijzen, vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden in het belang van de bescherming van het milieu.

  • 2. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 5 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens verordening anders is bepaald.

Artikel 6 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging moet worden gevorderd in het belang van de bescherming van het milieu;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    indien de houder dit verzoekt.

§ 2 Inzameling van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 7 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars
  • 1. Het dagelijks bestuur wijst de inzameldienst aan, die belast is met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Bij vaststelling van deze verordening wordt aangewezen de afdeling inzameling van het Stadsdeel Amsterdam Noord.

  • 2. Naast deze inzameldienst kan het Dagelijks bestuur andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Afzonderlijke inzameling
  • 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • klein chemisch afval;

    • glas;

    • oud papier en karton;

    • textiel;

    • elektrische en elektronische apparatuur, waaronder verlichtingsapparatuur (wit- en bruingoed);

    • grof huishoudelijk afval;

    • huishoudelijk restafval;

    • metaal;

    • autobanden;

    • landbouwfolie;

    • puin-, bouw- en sloopafval;

    • verduurzaamd hout;

    • grof tuinafval;

    • asbest en asbesthoudend afval

  • 2. Het dagelijks bestuur kan een andere omschrijving van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen dan vermeld in het eerste lid vaststellen.

Artikel 9 Inzamelmiddelen en -voorzieningen
  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan aanwijzen via welk (al dan niet van stadsdeelwege) verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 10 Frequentie van inzamelen

Het dagelijks bestuur stelt de frequentie van inzameling vast, met inachtneming van het bepaalde in de wet.

Artikel 11 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning
  • 1. Het is verboden zonder inzamelvergunning van het Dagelijks bestuur huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. De inzamelvergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatig beheer van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 4. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

§ 3 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Artikel 12 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen
  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars en aan de houders van een inzamelvergunning.

  • 2. Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen (verbod afvaltoerisme)
  • 1. Het is anderen dan gebruikers van percelen binnen stadsdeel Amsterdam Noord verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de andere inzamelaars.

  • 2. Het is aan personen die in het stadsdeel Amsterdam-Noord geen woon- of verblijfplaats hebben verboden in Amsterdam-Noord huishoudelijke of andersoortige afvalstoffen achter te laten of ter inzameling aan te bieden.

  • 3. Dit verbod is niet van toepassing op personen, die werkzaam zijn voor een bedrijf in Amsterdam-Noord, die in de directe omgeving van dit bedrijf een hoeveelheid huishoudelijk afval tot maximaal 9 hectoliter aan de weg plaatsen, waarvoor door het bedrijf reinigingsrecht wordt betaald aan het stadsdeel (op grond van de vigerende verordening reinigingsheffingen van het stadsdeel).

  • 4. Het dagelijks bestuur kan besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een inzamelvergunning.

Artikel 14 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
  • 1. Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:

    • klein chemisch afval;

    • glas;

    • oud papier en karton;

    • electrische en electronische apparatuur;

    • bouw- en sloopafval;

    • verduurzaamd hout;

    • grof tuinafval;

    • asbest en asbesthoudend afval;

    • grof huishoudelijk afval;

    • huishoudelijk restafval;

  • 2. Het dagelijks bestuur kan de inzameldienst en andere inzamelaars aanwijzen aan wie de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 3. Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede lid aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

Artikel 15 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel (huisvuilzak, rolcontainer) door de gebruiker van 1 perceel
  • 1. Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is aangewezen of door het Stadsdeel is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen of verstrekte inzamelmiddel.

  • 2. Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de tijd en plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling mogen worden aangeboden.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden.

  • 5. Indien door het Stadsdeel een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het dagelijks bestuur regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan.

  • 6. Indien het inzamelmiddel niet door het Stadsdeel is verstrekt, kan het Dagelijks bestuur eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel.

  • 7. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan bij of krachtens dit artikel is bepaald.

  • 8. Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden dan via dit inzamelmiddel.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen (ondergronds inzamel systeem)
  • 1. Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan bij of krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5. Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 9, tweede lid, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau
  • 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan bij of krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau
  • 1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het brengdepot krachtens artikel 9, tweede lid, is bestemd.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan bij of krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4. Het verbod in artikel 15, zevende lid, en artikel 16, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel (grof vuil)
  • 1. Het dagelijks bestuur kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 9 van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan regels stellen over de dagen en tijden en wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 3. Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden en wijze ter inzameling aan te bieden dan bij of krachtens dit artikel is bepaald.

  • 4. Het is verboden grof huishoudelijk afval te plaatsen in de directe omgeving van inzamelvoorzieningen.

Artikel 20 Dagen en tijden en wijze voor het ter inzameling aanbieden
  • 1. Het dagelijks bestuur stelt de dagen en tijden en wijze vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden en wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

  • 3. Het is verboden kca onbeheerd op of aan de openbare weg te plaatsen.

  • 4. Het is verboden asbesthoudende stoffen op of aan de openbare weg te plaatsen.

  • 5. De afzonderlijke aanbieding van papier en karton, glas en textiel aan de inzamelaar dient te geschieden in de daartoe geplaatste inzamelvoorzieningen.

  • 6. Het is verboden andere huishoudelijke afvalstoffen dan papier en karton te deponeren in de inzamelvoorzieningen bestemd voor papier en karton.

  • 7. Het is verboden andere huishoudelijke afvalstoffen dan glas te deponeren in de inzamelvoorzieningen bestemd voor glas.

  • 8. Het is verboden andere huishoudelijke afvalstoffen dan textiel te deponeren in de inzamelvoorzieningen bestemd voor textiel.

  • 9. Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent het incidenteel op andere wijze afzonderlijk aanbieden van papier en karton, glas en textiel.

Artikel 21 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het Dagelijks bestuur regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

§4 Inzameling van bedrijfsafvalstoffen
Artikel 22 Inzameling bedrijfsafvalstoffen door de inzameldienst

Het dagelijks bestuur kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 23 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst
  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2. Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 22 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voorzover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening reinigingsheffing.

  • 3. Het dagelijks bestuur kan regels stellen omtrent de dagen en tijden en wijze waarop de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden de krachtens artikel 22 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 24 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst
  • 1. Het Dagelijks bestuur kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

§ 5 voorkomen milieuverontreiniging
Artikel 25 Opslagverbod
  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen gelijk te stellen bedrijfsafvalstoffen langer dan één maand binnen de perceelgrenzen van een woning of bedrijf op te slaan.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen en met huishoudelijke afvalstoffen gelijk te stellen bedrijfsafvalstoffen op zodanige wijze binnen de perceelsgrenzen van een woning of bedrijf op te slaan dat overlast ontstaat voor de omgeving.

  • 3. Het is verboden afvalstoffen zo lang en/of op zodanige wijze in een voertuig of vaartuig op te slaan dat overlast ontstaat voor de omgeving.

Artikel 26 Laadbakken
  • 1. Onverminderd het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening is het verboden laadbakken op de openbare weg te plaatsen of te hebben van vrijdag 18.00 uur tot maandag 06.00 uur en op erkende feestdagen.

  • 2. Van het verbod in het eerste lid kan het dagelijks bestuur ontheffing verlenen. Voor bepaling van de erkende feestdagen is artikel 3 Algemene Termijnenwet is van toepassing.

Artikel 27 Ongeadresseerd reclamedrukwerk

Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te doen bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner of gebruiker ervan op een door het Dagelijks bestuur vastgestelde wijze kenbaar heeft gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk.

Artikel 28 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen
  • 1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen of deze omver te werpen.

  • 3. Het verwijderen van grof huishoudelijke afvalstoffen is toegestaan, mits dit niet gepaard gaat met het veroorzaken van verontreiniging van de omgeving.

  • 4. Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 29 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voorzover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 30 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 31 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden
  • 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • d.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Artikel 32 Achterlaten van straatafval
  • 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van stadsdeelwege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van stadsdeelwege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 33 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging
  • 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het dagelijks bestuur bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op:

    • a

      ) het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen;

    • b

      ) het thuiscomposteren van groente -, fruit- en tuinafval;

    • c

      ) voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voorzover de Wet bodembescherming of het Bouwstoffenbesluit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

§ 6 Overige onderwerpen die de verordening aangaan
Artikel 34 Verbod opslag van afvalstoffen
  • 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan houders van een inzamelvergunning.

Artikel 35 Autowrakken en voertuigen
  • 1.

    • a.

      Het is verboden voertuigen die in de zin van de Wet als afvalstof kunnen worden aangemerkt, aanwezig te hebben op een voor het publiek zichtbare plaats.

    • b.

      Voertuigen die in de zin van de Wet als afvalstof kunnen worden aangemerkt dienen te worden afgegeven aan een inrichting bedoeld voor de inzameling van deze afvalstoffen.

    • c.

      Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

  • 2.

    • a.

      Het is verboden een voertuigwrak op de weg te plaatsen of te hebben.

    • b.

      Onder voertuigwrak wordt verstaan: een voertuig dat rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud is en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert.

    • c.

      Het verbod geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

Artikel 36 Inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen (ondergronds inzameling systeem)
  • 1. Het aanbieden van huishoudelijk restafval in een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen (ondergrondse container) moet geschieden op zodanige wijze dat geen afvalstoffen buiten de inzamelvoorziening achterblijven.

  • 2. De inzamelvoorziening moet na het deponeren van de afvalstoffen goed gesloten worden.

Artikel 37 Inzamelmiddel voor de gebruiker van een (1) perceel (rolcontainer, vuilniszak)
  • 1. tijden

    • a.

      Het aanbieden van huishoudelijk restafval op de weg is toegestaan vanaf 21.00 uur op de avond voorafgaand aan de dag van inzameling tot aan het moment van inzameling zelf.

    • b.

      In afwijking van het vorige lid is, indien later dan 18.00 uur wordt ingezameld, het aanbieden van huishoudelijk restafval op de weg slechts toegestaan vanaf 18.00 uur op de dag van inzameling tot aan het moment van inzameling zelf.

  • 2. wijze

    Bij het ter inzameling aanbieden moet de inhoud van het inzamelmiddel:

    • a.

      zonder uitsteeksels in het inzamelmiddel zijn verpakt, zodanig dat zulks geen aanleiding kan geven tot verwondingen;

    • b.

      geen stoffen of objecten bevatten die anderszins een direct gevaar voor mens, dier of omgeving kunnen opleveren.

  • 3. ordelijke aanbieden

  • Degene die huishoudelijk restafval aanbiedt, is verplicht dit ordelijk te doen door het inzamelmiddel zo dicht mogelijk bij de rijroute van het inzamelvoertuig te plaatsen. De plaatsing dient zodanig te geschieden dat het verkeer, voetgangers inbegrepen, zo min mogelijk hinder daarvan ondervindt.

  • 4. rolcontainer

    • a.

      De houder/gebruiker van een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel (rolcontainer) die huishoudelijk restafval aan de inzamelaar aanbiedt, dient dit ordelijk te doen door plaatsing van het inzamelmiddel zo dicht mogelijk bij de rijroute van het inzamelvoertuig. De plaatsing dient zodanig te geschieden dat het verkeer, voetgangers inbegrepen, zo min mogelijk hinder daarvan ondervindt.

    • b.

      In het belang van een doelmatige inzameling van huishoudelijk restafval moet het inzamelmiddel ter inzameling aangeboden worden op de daartoe aangewezen plaatsen.

    • c.

      De houder van een inzamelmiddel moet ervoor zorgen dat het inzamelmiddel na lediging door de inzameldienst zo snel mogelijk doch uiterlijk voor 24.00 uur op vastgestelde inzameldag van de weg is verwijderd.

  • 5. vuilniszak

    • a.

      De vuilniszakken moeten gesloten zijn.

    • b.

      Bij het ter inzameling aanbieden van de vuilniszakken: moet de inhoud zonder uitsteeksels in de zakken zijn gepakt, zodanig dat daardoor geen aanleiding kan bestaan tot het scheuren van de zak of tot het veroorzaken van verwondingen; en mag de inhoud geen stoffen of objecten bevatten die anderszins een direct gevaar voor mens, dier of de omgeving kunnen opleveren.

    • c.

      De inhoud van de vuilniszak mag niet zwaarder zijn dan 8 kilogram.

    • d.

      Degene die huishoudelijk restafval in een vuilniszak ter inzameling aanbiedt, is verplicht dit ordelijk te doen door plaatsing van de vuilniszak, op de vastgestelde inzameldag, zo dicht mogelijk bij de rijroute van het inzamelvoertuig. De plaatsing van de vuilniszak dient zodanig te geschieden dat het verkeer, voetgangers daaronder begrepen, zo min mogelijk hinder daarvan ondervindt.

Artikel 38 Bedrijfsafvalstoffen
  • 1. Met huishoudelijke afvalstoffen gelijk te stellen bedrijfsafvalstoffen tot een maximum van 4 hectoliter dienen bij het gelijktijdig met huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aanbieden van deze afvalstoffen uitsluitend op de voor huishoudelijke afvalstoffen aangegeven wijze te worden aangeboden of overgedragen.

  • 2. Alleen een bedrijf met een bedrijfsvestiging die is gelegen in het stadsdeel Amsterdam-Noord mag de in het eerste lid bedoelde bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan bieden of achter laten.

  • 3. Het is een bedrijf met een bedrijfsvestiging die gelegen is in het stadsdeel Noord verboden:

    • a.

      met huishoudelijke afvalstoffen gelijk te stellen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden, wanneer het bedrijf een vrijstelling heeft gekregen van het betalen van reinigingsrecht (op grond van de verordening Reinigingsheffingen van het stadsdeel)

    • b.

      een hoeveelheid bedrijfsafval gelijktijdig met de huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden wanneer deze de hoeveelheid van 4 hectoliter of 9 gewone grijze huisvuilzakken te boven gaat.

  • 4. Bedrijfsafvalstoffen die niet vallen onder de omschrijving van dit artikel mogen niet aan de openbare weg worden aangeboden en dienen dus rechtstreeks vanuit het bedrijf te worden ingezameld.

  • 5. Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Destructiewet dan wel een provinciale verordening van toepassing anders bepaalt.

Artikel 39 Grof huisafval; Het aanbieden op afroep
  • 1. De inzamelaar draagt er zorg voor dat het grof huisafval binnen 8 dagen na de dag van de melding bij het betreffende perceel wordt ingezameld.

  • 2. Aanbieding en inzameling vinden plaats op een tussen de inzamelaar en de ontdoener afgesproken dag.

  • 3. Het aanbieden van grof huisafval is toegestaan vanaf 21.00 uur op de avond voorafgaande aan de dag van inzameling tot aan het moment van inzameling zelf.

  • 4. In afwijking van het vorige lid is, indien later dan 18.00 uur wordt ingezameld, het aanbieden van grof huisafval slechts toegestaan vanaf 18.00 uur op de dag van inzameling tot aan het moment van inzameling zelf.

Artikel 40 Grof huisafval; Wijze van aanbieden
  • 1. Grof huisafval dient zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en/of samengebonden te worden aangeboden.

  • 2. De maximale lengte van takken, planken en balken mag de 3.00 meter niet overschrijden;

  • 3. Hout dient vrij van spijkers en/of andere uitsteeksels die letsel kunnen veroorzaken ter inzameling aangeboden te worden.

  • 4. Per huishouden mag nooit meer dan 3 m3 grof huishoudelijk afval per week worden aangeboden.

  • 5. In wijken waar door het stadsdeel een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen is geplaatst, mag als grof vuil worden aangeboden al het afval dat niet in zijn geheel via de opening in de inzamelvoorziening kan worden gedeponeerd.

Artikel 41 Grof huisafval; Plaats van aanbieden
  • 1. Degene die grof huisafval ter inzameling aanbiedt aan de inzamelaar, is verplicht dit ordelijk te doen door plaatsing daarvan zo dicht mogelijk bij de rijroute van het inzamelvoertuig. Deze plaatsing dient zodanig te geschieden dat het verkeer, voetgangers inbegrepen, zo min mogelijk hinder daarvan ondervindt.

  • 2. In het belang van een doelmatige inzameling van grof huisafval kan worden bepaald dat grof huisafval ter inzameling aangeboden dient te worden op een door of vanwege het dagelijks bestuur aangewezen plaats.

§ 7 Slotbepalingen
Artikel 42 Straf - bepaling
  • 1. Handelen in strijd met het bij of krachtens deze verordening bepaalde is verboden;

  • 2. In deze verordening wordt onder handelen tevens verstaan het doen, of het nalaten;

  • 3. Een gedraging in strijd met het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

    • Artikel 4: Verbod overtreden voorschriften ontheffing / vergunning

    • Artikel 11: Verbod om zonder vergunning huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen

    • Artikel 12: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

    • Artikel 13: Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen

    • Artikel 14: Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

    • Artikel 15: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

    • Artikel 16: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

    • Artikel 17: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

    • Artikel 18: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau

    • Artikel 19: Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

    • Artikel 20: Dagen en tijden en wijze voor het ter inzameling aanbieden

    • Artikel 23: Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

    • Artikel 24: Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

    • Artikel 25: Opslagverbod

    • Artikel 26: Laadbakken

    • Artikel 27: Ongeadresseerd reclamedrukwerk

    • Artikel 28: Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

    • Artikel 29: Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

    • Artikel 30: Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

    • Artikel 31: Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

    • Artikel 32: Verbod op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen

    • Artikel 33 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

    • Artikel 34 verbod opslag afvalstoffen

    • Artikel 35: Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

    • Artikel 36 tot en met 41; nadere regels met betrekking tot het aanbieden en inzamelen van afval, met name tot de burger gericht en op uitvoeringsniveau.

Artikel 43 Toezichthouders
  • 1. Met het toezicht op de naleving van hetgeen bepaald is bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 18.4, derde lid, van de wet aangewezen ambtenaren.

  • 2. De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze of een gewaarmerkt afschrift daarvan op eerste vordering van een ambtenaar belast met de zorg voor de naleving van hetgeen bepaald is bij of krachtens deze verordening ter inzage af te geven aan deze ambtenaar.

Artikel 44 Betreden dan wel binnentreden van ruimten en plaatsen
  • 1. Zij die belast zijn met de zorg voor de naleving van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften, welke strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

  • 2. Zij die belast zijn met de zo rg voor de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde, hebben toegang tot alle plaatsen, geen woningen zijnde, voor zover dat redelijkerwijs vereist is in verband met het toezicht op de naleving en de opsporing daarvan.

  • 3. Het in het eerste en tweede lid bepaalde geldt niet voor zover het betreden dan wel binnentreden nodig is in verband met het toezicht op de naleving en de opsporing van overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer.

Artikel 45 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag waarop zij is bekendgemaakt middels publicatie.

Artikel 46 Intrekking oude Afvalstoffenverordening

De Afvalstoffenverordening Amsterdam-Noord 2006 vervalt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.

Artikel 47 Overgangsbepaling
  • 1. Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de oude verordening blijven van kracht.

  • 2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van de oude verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 3. Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, dan wel voorschrift of beperking dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de oude verordening.

  • 4. De intrekking van de oude verordening heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten.

Artikel 48 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Stadsdeel Amsterdam-Noord 2007.