Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Rijnwoude

Integriteitscode commissieburgerleden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Rijnwoude
Officiële naam regelingIntegriteitscode commissieburgerleden
Citeertitel“Integriteitscode commissieburgerleden”
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerpIntegriteitscode commissieburgerleden

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 82, 83, 84, 108 en 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201027-03-2014Nieuwe Regeling

27-05-2010

29-09-2010, Rijnwoude Koerier

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Integriteitscode commissieburgerleden

De raad van de gemeente Rijnwoude

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de volgende integriteitscode voor commissieleden, niet zijnde raadsleden of collegeleden (“integriteitscode commissieburgerleden”):

Deel I. Kernbegrippen van integriteit van commissieleden

Leden van de commissies stellen bij hun handelen de kwaliteit van de commissie centraal. Integriteit van de commissie is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de commissie en gemeente, en in het verlengde daarvan die van de organisaties en de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Integriteit van commissieleden houdt in dat de verantwoordelijkheid die met het commissielidmaatschap samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt afgelegd aan collegeleden of aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie de commissieleden hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst de integriteit van commissieleden in een breder perspectief:

  • 1.

    Dienstbaarheid

    Het handelen van een commissielid is altijd en volledig gericht op het belang van de commissie en de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

  • 2.

    Functionaliteit

    Het handelen van een commissielid heeft een herkenbaar verband met de functie die hij of zij vervult in de commissie.

  • *3.

    Onafhankelijkheid

    Het handelen van een commissielid wordt gekenmerkt door een gedrag, waarbij geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en waarbij ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

  • *4.

    Openheid

    Het handelen van een commissielid is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is.

  • 5.

    Betrouwbaarheid

    Op een commissielid moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij of zij uit hoofde van zijn of haar commissielidmaatschap beschikt, wendt hij of zij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

  • 6.

    Zorgvuldigheid

    Het handelen van een commissielid is zodanig dat alle organisaties, burgers en ambtenaren op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

  • *7.

    Vertrouwelijkheid/geheimhouding

    Kennis en informatie met een vertrouwelijk karakter waarover commissieleden beschikken, blijven vertrouwelijk. Burgers, ambtenaren, collegeleden, raadsleden en collega-commissieleden kunnen erop rekenen dat gevoelige of vertrouwelijke informatie alleen wordt aangewend waartoe deze dient. Kennis en informatie met een geheim karakter waarover commissieleden beschikken, blijven geheim. Burgers, ambtenaren, collegeleden en collega-bestuurders kunnen erop rekenen dat gevoelige of geheime informatie alleen wordt aangewend waartoe deze dient.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel II. Nadere invulling gedragscode integriteit commissieleden

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1.1 Onder college wordt verstaan: het college van burgemeester en wethouders van Rijnwoude.

  • 1.2 Onder raad wordt verstaan: de (leden van de) gemeenteraad van Rijnwoude.

  • 1.3 Onder commissie wordt verstaan: de (leden van de) adviescommissies aan de burgemeester en/of het college en/of de gemeenteraad.

  • 1.4 Deze gedragscode geldt voor alle leden van de onder 1.3 bedoelde adviescommissies, die geen lid van het college of van de gemeenteraad van Rijnwoude zijn.

  • 1.5 In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het college dan wel in de raad.

  • 1.6 Deze code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.7 De leden van de commissies ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van deze code.

Artikel 2 Belangenverstrengeling en aanbesteding

  • 2.1 Een commissielid doet opgave van zijn of haar financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is vertrouwelijk ten opzichte van derden.

  • 2.2 Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt het commissielid (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.3* Een oud-commissielid wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn of haar lidmaatschap uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente, met uitzondering van een bestuurlijke functie binnen het college en de hiermee samenhangende bestuurlijke nevenfuncties.

  • 2.4* Een commissielid dat familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de beraadslagingen en besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 2.5 Een commissielid neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn of haar onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

Artikel 3 Nevenfuncties- en werkzaamheden

  • 3.1 Een commissielid vervult geen (neven) functies waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de gemeente.

  • 3.2 Een commissielid maakt melding van al zijn of haar (neven)functies. Deze gegevens zijn vertrouwelijk ten opzichte van derden, tenzij het betreffende commissielid toestemt in de openbaarmaking daarvan of de Verordening op de raadscommissies daartoe verplicht.

  • 3.3 Het verbod van artikel 15 van de Gemeentewet is op de commissieleden van overeenkomstige toepassing, tenzij er hierover al een regeling is opgenomen in de verordening op grond waarvan de betreffende commissie is ingesteld. Hierbij geldt echter de beperking dat dit verbod alleen geldt voor de in dit artikel genoemde handelingen die een relatie hebben met onderwerpen, die op dat moment worden- of al zijn behandeld in de desbetreffende commissie.

Artikel 4 Informatie

  • 4.1 Een commissielid gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij of zij uit hoofde van zijn of haar commissielidmaatschap beschikt. Hij of zij verstrekt geen vertrouwelijke of geheime informatie.

  • 4.2* Een commissielid houdt op verzoek geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3 Een commissielid maakt niet ten eigen bate of van zijn of haar persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het commissielidmaatschap verkregen informatie.

Artikel 5 Aannemen van geschenken

  • 5.1 Geschenken en giften die een commissielid uit hoofde van zijn of haar functie ontvangt van derden, niet zijnde de gemeente Rijnwoude, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de gemeente. Het college respectievelijk de gemeenteraad besluit over de bestemming van het geschenk.

  • 5.2*Geschenken en giften mogen op het huisadres worden ontvangen. Het bepaalde onder 5.1wordt echter overeenkomstig toegepast.

Artikel 6 Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 6.1 Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

*Artikel 7 Citeerartikel en inwerkingtreding.

Deze integriteitscode kan worden aangehaald als “Integriteitscode commissieburgerleden”.

Deze integriteitscode treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op de dag van de bekendmaking ervan.

Ondertekening

Bij dit besluit heeft de raad zich gebaseerd op:

- Het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 30 maart 2010.

- Behandeling in de commissie Bestuur, Middelen en Organisatie d.d. 10 mei 2010.

- Artikelen 82, 83, 84,108 en 149 van de Gemeentewet.

- Overwegende dat het integriteitsbeleid ook voor burgercommissieleden, niet zijnde collegeleden of raadsleden, gestalte dient te krijgen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Rijnwoude,

d.d. 27 mei 2010,

de griffier, de voorzitter,

Toelichting

INTEGRITEITSSCODE VOOR COMMISSIELEDEN, NIET ZIJNDE COLLEGELEDEN OF RAADSLEDEN (INTEGRITEITSCODE BURGERCOMMISSIELEDEN)

Inleiding

Het doel van deze gedragscode is om commissieledenleden een houvast te bieden bij het bepalen van normen omtrent de integriteit. De code kan de discussie stimuleren om lokaal tot regels te komen, waarbij rekening kan worden gehouden met specifieke omstandigheden.

De code bevat regels zowel voor de commissieleden gezamenlijk als voor commissieleden afzonderlijk.

De code geeft niet per definitie regels die rechtskracht hebben, maar heeft vooral bestuurlijke en politieke relevantie. Commissieleden zijn op de naleving van gedragscodes aanspreekbaar en wanneer zij zich er niet aan houden kan dat gevolgen hebben voor hun functioneren en voor hun positie. Overigens kan de rechtskracht van de code versterkt worden door deze onderdeel te maken van een verordening die op gemeentelijk niveau wordt vastgesteld. Niet voor alle regels ligt een dergelijke juridische verankering echter voor de hand.

Naast deze code bestaan er voorschriften over fraude en valsheid in geschrifte (Wetboek van Strafrecht), welke dan ook niet in deze code zijn opgenomen.De code bevat zowel normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen als regels over procedures die moeten worden gevolgd. Procedure-afspraken kunnen een onlosmakelijk onderdeel zijn van een gedragsregel en de transparantie en daarmee de controleerbaarheid vergroten.

De code bestaat uit twee onderdelen.

Deel I beschrijft een aantal kernbegrippen van integriteit en plaatst daarmee het vraagstuk in een breder kader. Zij vormen als het ware de algemene uitgangspunten voor de gedragscode.

Deel II bevat de feitelijke nadere invulling van de gedragsregels, waarbij een aantal thema's wordt onderscheiden:

  • -

    artikel 1: algemene bepalingen;

  • -

    artikel 2: belangenverstrengeling en aanbesteding;

    Er is hier bewust gekozen voor een geheimhouding van de belangenmededeling naar derden, omdat de wettelijke openbaarheid alleen geldt voor raadsleden

  • -

    artikel 3: (neven)functies- en werkzaamheden;

    Hierbij gaat het om alle (neven)functies, welke strijdig zijn met het belang van de gemeente of dit kunnen zijn. Er is hier bewust gekozen voor een geheimhouding van de nevenfuncties naar

    derden, omdat de wettelijke openbaarheid alleen geldt voor collegeleden en raadsleden.

    De verboden handelingen, opgesomd in artikel 15 van de Gemeentewet, gelden nu alleen voor commissieleden, die ook raadslid zijn. Voor de burgerleden van de reguliere raadscommissies

    geldt dit verbod overigens al op basis van de Verordening op de raadscommissies.

    In het kader van de integriteit is er echter aanleiding dit verbod ook op de andere externe commissieleden van toepassing te verklaren. Omdat de bezwaarschriftencommissie, de rekenkamercommissie en de Welstandscommissie doorgaans concrete zaken behandelen

    is er aanleiding om aan het verbod de beperking te verbinden dat dit verbod alleen geldt voor de in artikel 15 van de Gemeentewet genoemde handelingen die een relatie hebben met onderwerpen, die op dat moment worden of zijn behandeld in de desbetreffende commissie(s).

  • -

    artikel 4: informatie;

    Het kan hierbij b.v. gaan om informatie over de op de agenda voor de commissie geplaatste onderwerpen op verzoek van een burger, een ambtenaar, een collegelid, een raadslid of een ander commissielid;

  • -

    artikel 5: aannemen van geschenken;

    Omdat de commissieleden geen postvak of persoonlijk kastje hebben op het gemeentehuis, is het bepaalde onder 5.2 voor commissieleden net zo geformuleerd als voor raadsleden.

    In afwijking van de integriteitscode voor collegeleden en raadsleden is op voorstel van de rekenkamercommissie de bepaling opgenomen dat voor geschenken afkomstig van een ander dan de gemeente Rijnwoude geen ondergrens geldt voor geschenken tot € 50, - , zodat deze ook moeten worden gemeld en niet mogen worden behouden.

  • -

    artikel 6: gebruik van gemeentelijke voorzieningen;

    Het verbod heeft geen betrekking op het kopiëren van enkele pagina’s voor privé-doeleinden, maar wel op het kopiëren van hele boekwerken.

  • -

    artikel 7: inwerkingtreding;

    omdat de commissieleden alleen bij hun aantreden een exemplaar van de integriteitscode - ontvangen en de zittende leden van de commissie voor de bezwaarschriften en de burgerleden van de raadscommissies op de hoogte dienen te worden gesteld voor het in

    werking treden van de integriteitscode, is gekozen voor de inwerkingtreding van de code op de eerste dag van de maand, volgend op de bekendmaking van de integriteitscode.