Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Deelgemeente Amsterdam - Noord

Verordening tot behoud van monumenten Amsterdam-Noord

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieDeelgemeente Amsterdam - Noord
Officiële naam regelingVerordening tot behoud van monumenten Amsterdam-Noord
CiteertitelMonumentenverordening Amsterdam-Noord
Vastgesteld doordeelraad
Onderwerp
Eigen onderwerpMonumenten en welstand

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 149
  2. Monumentenwet 1988, artikel 15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-10-201025-07-2012Aanpassing aan de Wabo

10-10-2010

Noord-Amsterdams Nieuwsblad, 05-10-2010

2684-A
18-03-200410-10-2010art. 4

 

-

-
13-03-199617-03-2004nieuwe regeling

 

-

-

Tekst van de regeling

Hoofdstuk 1

Artikel 1
  • Deze verordening verstaat onder:

    • 1.

      monumenten

      • a.

        alle zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde;

      • b.

        terreinen die van algemeen belang zijn wegens daar aanwezige zaken als bedoeld onder a;

    • 2.

      gemeentelijke monumentenlijst: de lijst waarop o.a. zijn vermeld de overeenkomstig deze verordening beschermde monumenten;

    • 3.

      beschermde gemeentelijke monumenten: monumenten die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening op de gemeentelijke monumentenlijst zijn geplaatst;

    • 4.

      beschermde rijksmonumenten: monumenten die zijn ingeschreven in de ingevolge de Monumentenwet vastgestelde registers;

    • 5.

      eigenaren en zakelijk gerechtigden: degenen die in de kadastrale registers als eigenaren en zakelijk gerechtigden van een monument zijn ingeschreven;

    • 6.

      stads- en dorpsgezichten: groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn vanwege hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden;

    • 7.

      gemeentelijke lijst van stads- en dorpsgezichten: de lijst waarop zijn vermeld de van gemeentewege beschermde stads- en dorpsgezichten;

    • 8.

      beschermde stads- en dorpsgezichten: stads- en dorpsgezichten die zijn vermeld op de gemeentelijke lijst van stadsgezichten;

    • 9.

      Commissie voor Welstand en Monumenten: de door de het dagelijks bestuur ingestelde commissie;

    • 10.

      Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

    • 11.

      Awb: Algemene wet bestuursrecht

Artikel 2
  • Deze verordening is van toepassing in de gebieden waar het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord bevoegd is.

Artikel 3
  • Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.

Hoofdstuk 2

 Paragraaf 1. De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst.
Artikel 4
  • 1. Het dagelijks bestuur kan al dan niet op aanvraag van belanghebbende(n) besluiten onroerende monumenten als beschermd gemeentelijk monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen.

  • 2. De kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd monument wordt schriftelijk medegedeeld aan de eigenaar, de zakelijk gerechtigden en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de verzoeker of andere belanghebbenden.

  • 3. Het dagelijks bestuur besluit over plaatsing van onroerende monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst, nadat de Commissie voor Welstand en Monumenten in de gelegenheid is gesteld advies uit te brengen en de vaste commissie van advies op het gebied van de monumentenzorg, alsmede, voor zover mogelijk, de eigenaar en de zakelijk gerechtigden zijn gehoord. In spoedeisende gevallen kan het dagelijks bestuur hiervan afwijken.

  • 4. De Commissie voor Welstand en Monumenten wordt in de gelegenheid gesteld, uiterlijk binnen twaalf weken, nadat het dagelijks bestuur deze raad daartoe een verzoek heeft gedaan, schriftelijk advies uit te brengen.

  • 5. Het dagelijks bestuur beslist binnen vijf maanden na ontvangst van de in het eerste lid genoemde aanvraag. Onverminderd het bepaalde in artikel 3.43 van de Algemene wet bestuursrecht doet het dagelijks bestuur van haar beslissing mededeling aan de ingeschreven hypothecaire schuldeiser(s), alsmede aan de Commissie voor Welstand en Monumenten door toezending van een afschrift van haar beslissing.

  • 6. Met ingang van de datum waarop de kennisgeving als bedoeld in lid 2 wordt medegedeeld tot het moment van inschrijving op de gemeentelijk monumentenlijst, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt ingeschreven, zijn de artikelen 6 tot en met 10 en de artikelen 12 en 14 van overeenkomstige toepassing.

  • 7. De gemeentelijke monumentenlijst geeft de plaatselijke aanduiding aan, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het monument, waarbij zonodig, de onderdelen worden genoemd waarop de bescherming met name is gericht.

  • 8. Het dagelijks bestuur kan, al dan niet op aanvraag van belanghebbende(n), in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen, voorzover het panden betreft die zijn gelegen in het stadsdeel Amsterdam-Noord. Het bepaalde in het derde en vierde lid is alsdan van overeenkomstige toepassing. Indien de wijziging naar het oordeel van het dagelijks bestuur van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging het doorhalen van de inschrijving van een monument dat teniet is gegaan betreft, blijft de overeenkomstige toepassing van het derde lid achterwege.

  • 9. Monumenten die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet of die zijn geplaatst op een lijst van monumenten op grond van de monumentenverordening van de provincie Noord-Holland, worden door het dagelijks bestuur niet op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.

  • 10. Monumenten die na plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst worden ingeschreven in het monumentenregister als bedoeld  in artikel 6 van de Monumentenwet, worden geacht niet (meer) op de gemeentelijke monumentenlijst te zijn geplaatst.

Artikel 5
  • De gemeentelijke monumentenlijst ligt bij het Bureau Monumentenzorg voor een ieder ter inzage.

Paragraaf 2. Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Artikel 6
  • 1. Het is verboden, een beschermd gemeentelijk monument te beschadigen of te vernielen.

  • 2. Het is verboden, zonder vergunning van het dagelijks bestuur of in strijd met bij zodanige vergunning gestelde voorschriften:

    • a.

      een beschermd gemeentelijk monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen of in enig opzicht te wijzigen;

    • b.

      een beschermd gemeentelijk monument te herstellen of te gebruiken op een wijze waarop het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

Artikel 7
  • 1. De aanvrager wordt in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken aan te vullen als bedoeld in artikel 4:5 Awb met de door het dagelijks bestuur aan te geven ontbrekende gegevens.

  • 2. Het dagelijks bestuur brengt de aanvraag en de ingebrachte zienswijzen terstond ter kennis van de Commissie voor Welstand en Monumenten.

  • 3. Binnen vier weken na afloop van de in lid 2 genoemde termijn brengt de Commissie voor Welstand en Monumenten haar advies uit aan het dagelijks bestuur.

  • 4. In aanvulling op het bepaalde in artikel 3.9 lid 1 Wabo zendt het dagelijks bestuur onmiddellijk een afschrift van zijn besluit aan de Commissie voor Welstand en Monumenten, alsmede aan degenen die hun zienswijzen naar voren hebben gebracht.

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10
  • 1. De vergunning kan door het dagelijks bestuur worden geweigerd als het bouwplan de architectonische waarde, de stedenbouwkundige waarde, de cultuurhistorische waarde, de gaafheid/herkenbaarheid en/of de zeldzaamheidswaarde van het monument aantast;

  • 2. De vergunning kan door het dagelijks bestuur worden ingetrokken, indien:

    • a.

      blijkt, dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste en of onvolledige opgave is verleend;

    • b.

      blijkt, dat de vergunninghouder de voorschriften, bedoeld in art. 9, lid 1, niet naleeft;

    • c.

      de omstandigheden aan de kant van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd dat het belang van het monument zwaarder dient te wegen.

  • 3. In aanvulling op artikel 3:15 Wabo wordt het besluit tot intrekking in afschrift verzonden aan de Commissie voor Welstand en Monumenten.

Hoofdstuk 3

  Artikel 11
  • 1. In aanvulling op afdeling 3.4 Awb zendt het dagelijks bestuur onmiddellijk een afschrift van de aanvraag om vergunning voor een beschermd rijksmonument met de tijdig naar voren gebrachte zienswijzen aan de Commissie voor Welstand en Monumenten.

  • 2. De Commissie voor Welstand en Monumenten adviseert schriftelijk over de aanvraag binnen vier weken na de datum van verzending van het afschrift.

Hoofdstuk 4

  Artikel 12
  • 1. Hij, die handelt in strijd met art. 6 van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie zoals omschreven in art. 23 van het Wetboek van Strafrecht.

  • 2. Overtreding van art. 6 van deze verordening kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Hoofdstuk 5

Artikel 13
  • 1. De stadsdeelraad wijst op voordracht van het dagelijks bestuur en gehoord de Commissie voor Welstand en Monumenten stads- en dorpsgezichten aan en plaatst deze vervolgens op de gemeentelijke lijst van stads- en dorpsgezichten, indien deze stadsgezichten naar zijn oordeel voor bescherming door middel van een bestemmingsplan in aanmerking komen. De aanwijzing omvat een topografische kaart op een schaal van ten minste 1:1000, waarop de gebieden, waarvoor de aanwijzing geldt, zijn aangegeven, alsmede een toelichting die de aanwijzing motiveert.

  • 2. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermd stads- en dorpsgezicht wordt bepaald in hoeverre geldende bestemmingsplannen of stadsvernieuwingsplannen als beschermend plan in de zin van het vorige lid kunnen worden aangemerkt.

Hoofdstuk 6

Artikel 14

Artikel 15
  • 1. Deze verordening treedt in werking de vijfde dag na publicatie van deze verordening.

  • 2. De monumentenlijst vastgesteld op grond van de Monumentenverordening Amsterdam-Noord 1995, vastgesteld bij besluit van de deelraad op 13 maart 1996, gewijzigd 12 maart 2003, wordt geacht ingevolgde deze verordening te zijn vastgesteld;

  • 3. Het recht zoals dat gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening blijft van toepassing op aanvragen om onroerende monumenten als beschermd gemeentelijk monument op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen en aanvragen in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aan te brengen ingediend voor het tijstip van inwerkingtreding van de verordening.

Artikel 16
  • Deze verordening kan worden aangehaald als Monumentenverordening Amsterdam - Noord.