Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Goedereede

Verordening studiefaciliteiten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Goedereede
Officiële naam regelingVerordening studiefaciliteiten
CiteertitelVerordening studiefaciliteiten Goedereede
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-197410-12-2014nieuwe regeling

21-02-1974

GS 22 februari 1974

1974 - 19

Tekst van de regeling

De raad der gemeente Goedereede;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 november 1973;

               b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende  VERORDENING STUDIEFACTILITEITEN IN DE GEMEENTE GOEDEREEDE. 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    ambtenaar: degene op wie het Algemeen Ambtenarenreglement van toepassing is;

  • b.

    volledige betrekking: een betrekking waarvan de arbeidsduur gemiddeld 38 uur per week bedraagt;

  • c.

    werkdag: de krachtens artikel D 1 van het Algemeen Ambtenarenreglement voor de betrekking van de ambtenaar per dag vastgestelde – al of niet gelijke – arbeidsperiode;

  • d.

    woongebied: een door burgemeester en wethouders aan te wijzen gebied aansluitend aan het grondgebied van de gemeente.

Artikel 2.

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover het belang van de dienst zulks toelaat, aan een ambtenaar op diens verzoek een of meer van de in de volgende artikelen omschreven studiefaciliteiten toekennen, indien:

    • a.

      met de studie een gemeentelijk belang wordt gediend en

    • b.

      de opleiding door burgemeester en wethouders deugdelijk wordt geoordeeld.

  • 2. Een gemeentelijk belang wordt gediend door:

    • a.

      opleidingen aan een bestuursschool;

    • b.

      opleidingen, gericht op het terrein waarop de ambtenaar in zijn huidige functie werkzaam is;

    • c.

      opleidingen, die niet direct betrekking hebben op de tegenwoordige functie van de ambtenaar, maar gericht zijn op een functie, waarvoor de ambtenaar op een later tijdstip in aanmerking kan komen;

    • d.

      andere door burgemeester en wethouders aan te wijzen opleidingen.

Artikel 3.

  • 1. Alvorens studiefaciliteiten te verlenen kunnen burgemeester en wethouders – al dan niet op verzoek van de ambtenaar – een gericht studieadvies inwinnen.

  • 2. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders in overleg met de ambtenaar een psychologisch onderzoek doen instellen.

Artikel 4.

  • 1. De studiefaciliteiten worden verleend voor een door burgemeester en wethouders bij de verlening te bepalen termijn, die wordt afgeleid van de normaal te achten duur van de studie.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de in het vorige lid bedoelde termijn met één jaar verlengen, welke termijn in bijzondere gevallen nogmaals kan worden verlengd.

  • 3. De in de voorgaande leden bedoelde termijnen worden geacht in elk geval te zijn verstreken op de datum, waarop het dienstverband van de ambtenaar met de gemeente eindigt.

Artikel 5.

  • 1. Indien burgemeester en wethouders op grond van door hen ingewonnen inlichtingen van oordeel zijn, dat de ambtenaar niet regelmatig of niet voldoende studeert, waardoor hij niet in staat kan worden geacht zijn studie binnen de termijn als bedoeld in artikel 4 te volbrengen, zijn zij bevoegd de verleende studiefaciliteiten – al dan niet tijdelijk – in te trekken. Deze intrekking vindt echter niet plaats, indien de ambtenaar aannemelijk maakt, dat de onregelmatigheden, die niet aan hem zelf zijn te wijten.

  • 2. De ambtenaar is verplicht de inlichtingen te geven, die burgemeester en wethouders voor de toepassing van deze verordening nodig achten.

Artikel 6.

De ambtenaar, aan wie studie faciliteiten zijn toegekend, is verplicht zich na het verstrijken van de in artikel 4 bedoelde termijn aan het eerstvolgende voor zijn studie geldende examen te onderwerpen en de uitslag daarvan aan burgemeester en wethouders mede te delen, tenzij zulks op grond van persoonlijke omstandigheden niet kan worden verlangd.

Hoofdstuk 2 Studiekosten

Artikel 7.

  • 1. De door een ambtenaar met een volledige betrekking naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte studiekosten worden vergoed tot een percentage van: 75 voor cursus, les- , of collegegelden, examen- en diplomagelden, alsmede studiemateriaal met uitzondering van schrijfbehoeften, verzendkosten, duurzame gebruiksartikelen en niet verplicht voorgeschreven met de studie verbandhoudende boeken.100 voor noodzakelijke reis- en verblijfkosten, met dien verstande, dat:

    • a.

      de reiskosten worden toegekend naar de minst kostbare wijze van vervoer met een openbaar middel van vervoer;

    • b.

      de verblijfkosten worden berekend aan de hand van de naar het oordeel van burgemeester en wethouders redelijk gemaakte kosten en dat geen vergoeding wordt gegeven indien lessen worden gevolgd of het examen wordt afgelegd binnen het woongebied.

  • 2. De ambtenaar die geen volledige betrekking vervult, ontvangt een, in evenredigheid tot het aantal uren van een volledige betrekking berekend, deel van de vergoeding zoals bedoeld in het vorige lid.

Artikel 8.

  • 1. Vergoeding van studiekosten wordt eerst gegeven, nadat de ambtenaar schriftelijk heeft verklaard, dat hij de uit dien hoofde genoten bedragen zal terugbetalen, indien:

    • a.

      hij de hem ingevolge artikel 6 opgelegde verplichting niet nakomt;

    • b.

      hij de studie, waarvoor de vergoeding is verleend, beëindigt voordat de in artikel 4 bedoelde termijn is verstreken zonder dat de studie tot het behalen van een diploma heeft geleid;

    • c.

      de vergoeding wordt gestaakt op grond van artikel 5;

    • d.

      hij op eigen verzoek of tengevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen voor het einde van de studie, waarvoor vergoeding is toegekend of binnen twee jaren na het behalen van het voor deze studie geldende diploma;

    • e.

      hij op eigen verzoek of tengevolge van aan hemzelf te wijten feiten of omstandigheden wordt ontslagen binnen twee jaren na het beëindigen van de studie zonder dat het hem – na het verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 4 - afgelegde examen tot het behalen van een diploma heeft geleid.

  • 2. De terugbetalingsverplichting op grond van het gestelde in lid 1 onder b van dit artikel vervalt, indien voortzetting van de studie redelijkerwijs niet van hem kan worden verlangd.Geen terugbetaling op grond van het gestelde in lid 1, onder d en e behoeft te geschieden, indien de ambtenaar aansluitend aan zijn ontslag een betrekking aanvaardt, waaraan het ambtenaarschap in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet is verbonden. Indien op de datum van ingang van het ontslag van de in lid 1, onder d en e bedoelde termijn van twee jaren tenminste één jaar is verstreken blijft de verplichting tot terugbetaling beperkt tot 1/24 gedeelte van de genoten bedragen voor iedere volle maand, die aan de termijn van twee jaren ontbreekt. 

Hoofdstuk 3 Verlof

Artikel 9.

Onverminderd het bepaalde in artikel F 28, lid 1, van het Algemeen Ambtenarenreglement, wordt voor het volgen van lessen die in diensttijd worden gegeven, per week, gemiddeld over een jaar berekend.

Artikel 10.

Aan een ambtenaar die een opleiding volgt, waarvan de lessen niet of niet geheel in diensttijd worden gegeven, kan studieverlof worden verleend van minimaal een halve werkdag per vier weken tot maximaal een halve werkdag per week. Daarbij wordt rekening gehouden met de aard van de opleiding en de persoonlijke omstandigheden van de ambtenaar.

Artikel 11.

Ter voorbereiding op een studie of een afgerond deel daarvan afsluitend examen, kan aan de ambtenaar verlof worden verleend tot een maximum van vijf halve werkdagen per gehele studie.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 12.

Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regelen stellen.

Artikel 13.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd te beslissen, voor zover nodig in afwijking van het in deze verordening bepaalde, in gevallen, waarin deze verordening naar hun oordeel niet of niet redelijk voorziet.

Artikel 14.

  • 1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 1974.

  • 2. Zij kan worden aangehaald als “Verordening studiefaciliteiten Goedereede”.

  • 3. Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de verordening inzake tegemoetkoming studiekosten, vastgesteld door de raad in zijn vergadering van 31 maart 1966.

              Aldus vastgesteld in de openbare vergadering          van 21 februari 1974.

              De secretaris,                       De voorzitter, 

              A.J. Vogelaar                         G. van Velzen