Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Regge en Dinkel

Verordening behandeling bezwaarschriften

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Regge en Dinkel
Officiële naam regelingVerordening behandeling bezwaarschriften
CiteertitelVerordening behandeling bezwaarschriften
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpWATERSCHAP.regelingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit:

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-02-201401-01-201401-01-2014intrekking

02-01-2014

Waterschapsblad, 2014, 2019

WVS - 22
04-10-200801-01-2014nieuwe regeling

17-09-2008

TCTubantia, 4 oktober 2008 De Stentor, editie Zwolle, 4 oktober 2008 De Gelderlander, editie Doetinchem, 4 oktober 2008

08.15749

Tekst van de regeling

Aanhef

Verordening behandeling bezwaarschriften

Het algemeen bestuur van het waterschap Regge en Dinkel;

Gezien het voorstel van het bestuursorgaan d.d. 12 augustus 2008;

Gelet op artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet en de Algemene wet bestuursrecht.

BESLUIT

Vast te stellen de navolgende Verordening behandeling bezwaarschriften.

1

Algemene bepalingen

Artikel 1

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • A. wet: de Algemene wet bestuursrecht;

  • B. bestuursorgaan: het dagelijks bestuur van het waterschap Regge en Dinkel;

  • C. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet;

  • D. ambtenaar: degene die door het bestuursorgaan is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn.

  • 2

Commissie

Artikel 2

  • 1. Er is een commissie voor de voorbereiding van en advisering over de beslissing op bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie bestaat uit twee kamers en wordt aangeduid als “adviescommissie bezwaarschriften”.

  • 3. De voorbereiding van en advisering over de beslissing op een door een ambtenaar ingediend bezwaarschrift tegen een besluit dat is genomen op basis van op de ambtenaar van toepassing zijnde rechtspositieregelingen, vindt plaats in de eerste kamer van de commissie.

  • 4. De voorbereiding van en advisering over de beslissing op alle overige bezwaarschriften vindt plaats in de tweede kamer van de commissie.

  • 3

Artikel 3

Het bestuursorgaan beslist op de bij hem ingediende bezwaarschriften na advies van de commissie.

Artikel 4

  • 1. Elke kamer van de commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het bestuursorgaan benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

  • 4. Door het bestuursorgaan kunnen één of meer plaatsvervangende leden en één of meer plaatsvervangende voorzitters voor elke kamer van de commissie worden benoemd.

  • 5. De voor de voorzitter en leden van de commissie in deze verordening gegeven bepalingen zijn op deze plaatsvervangende leden en plaatsvervangende voorzitters van overeenkomstige toepassing.

    4

Artikel 5

  • 1. De voorzitter en leden van de commissie worden voor vier jaar benoemd, met stilzwijgende verlenging voor een gelijke periode, tenzij het bestuursorgaan anders beslist.

  • 2. De voorzitter en leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan het bestuursorgaan.

  • 3. De voorzitter en leden van de commissie kunnen op ieder moment bij een met redenen omkleed besluit en tegen een daarin te bepalen datum door het bestuursorgaan worden ontslagen, indien de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid van de commissie naar behoren uit te voeren.

  • 4. De voorzitter en leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de leden en de voorzitter die op grond van het bepaalde in het derde lid van dit artikel zijn ontslagen.

Artikel 6

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 7

De voorzitter en leden van de commissie ontvangen een door het bestuursorgaan vastgestelde vergoeding.

Secretariaat

Artikel 8

  • 1. Het secretariaat van de eerste kamer van de commissie wordt gevoerd door een door het bestuursorgaan aangewezen persoon, niet zijnde een ambtenaar.

  • 2. Het secretariaat van de tweede kamer van de commissie wordt gevoerd door een door het bestuursorgaan aangewezen persoon of ambtenaar.

  • 3. Het bestuursorgaan kan één of meer plaatsvervangers aanwijzen.

Procedure

Artikel 9

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van de commissie.

Artikel 10

De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid, 6:6, 6:17, 7:4, tweede lid en 7:6 vierde lid van de wet worden voor toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie.

5

Artikel 11

De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie advies of inlichtingen inwinnen en deskundigen uitnodigen ter zitting te verschijnen. Indien aan het inwinnen van advies of het uitnodigen ter zitting te verschijnen kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf machtiging van de secretaris van het waterschap vereist.

Artikel 12

  • 1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

Artikel 13

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste drie weken voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich tijdens de zitting te doen horen.

  • 2. Indien een belanghebbende of het bestuursorgaan wijziging wenst van het tijdstip van de zitting, dient dit binnen drie dagen na verzending van de in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen aan de voorzitter te worden verzocht.

  • 3. De beslissing van de voorzitter, op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de belanghebbende en het bestuursorgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel.

  • 6

Artikel 14

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat tenminste één lid van de commissie en de voorzitter aanwezig is.

Artikel 15

  • 1. De hoorzittingen van de tweede kamer van de commissie zijn openbaar. De hoorzittingen van de eerste kamer van de commissie zijn niet openbaar.

  • 2. Indien gewichtige redenen aanwezig zijn die zich verzetten tegen de openbaarheid van de zitting, besluit de commissie dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt.

    7

Artikel 16

  • 1. Het verslag van de hoorzitting vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren heeft plaatsgevonden, wordt dit in het verslag vermeld.

  • 3. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.

  • 4. Het verslag verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt door de voorzitter en secretaris van de commissie ondertekend.

  • 8

Advies

Artikel 17

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist met gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het bestuursorgaan voor de te nemen beslissing op het bezwaar.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18

  • 1. Het schriftelijk advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 16, tijdig aan het bestuursorgaan uitgebracht.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn, zoals bedoeld in het artikel 7:10 eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdagen ontvangt de commissie een afschrift.

  • 9

Slotbepalingen

Artikel 19

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening behandeling bezwaarschriften”.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgend op die waarop de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

  • Almelo, 17 september 2008

  • Het algemeen bestuur van het

  • waterschap Regge en Dinkel,

  • de secretaris,                            de voorzitter,

  • ing. W.A. Joosten                       dr. S.M.M. Kuks


Noot
1[Toelichting: Algemene toelichtingIndien tegen een besluit beroep op een administratieve rechter openstaat, moet eerst op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bezwaar bij het bestuursorgaan worden gemaakt, alvorens tegen dat besluit beroep kan worden ingesteld.De verplichting eerst een bezwaarschrift in te dienen, geldt niet in het geval het besluit: - op bezwaar of in administratief beroep is genomen; - aan goedkeuring is onderworpen; - de goedkeuring van een ander besluit of de weigering van de goedkeuring van een besluit inhoudt; - is voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb.Bij de behandeling van bezwaren is het bestuursorgaan verplicht om belanghebbenden in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. De wijze waarop wordt gehoord, kan het bestuursorgaan (het waterschap) zelf bepalen. Het horen kan gebeuren door het bestuursorgaan in zijn geheel, door de voorzitter of door een bestuurslid. Het horen kan ook geschieden door een ambtelijke commissie, bestaande uit een of meer personen die niet in meerderheid bij de voorbereiding van het besluit betrokken zijn geweest. Tenslotte kan het horen geschieden door een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb. In ieder geval de voorzitter van een dergelijke commissie mag geen deel uitmaken van of werkzaam zijn voor het bestuursorgaan.De laatste wijze van horen biedt de beste waarborg voor een onafhankelijke behandeling van bezwaarschriften en blijkt in de praktijk een belangrijke zeeffunctie ten aanzien van het instellen van beroep op de administratieve rechter te vervullen. In deze verordening is er voor gekozen een onafhankelijke adviescommissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren in te stellen.In de verordening is het horen niet uitputtend geregeld, omdat de Awb zelf al een aantal bepalingen voor het horen geeft.]
Noot
2[Toelichting: Dit artikel definieert een aantal begrippen. De Awb geeft in artikel 1 eveneens begripsomschrijvingen van een aantal begrippen die in het gehele bestuurs-(proces) recht van toepassing zijn. De daar omschreven begrippen hoeven in deze verordening niet opnieuw te worden gedefinieerd.]
Noot
3[Toelichting: De adviescommissie bestaat uit twee kamers: een kamer voor personele aangelegenheden en een kamer voor de overige bezwaren. De specifieke aard van bezwaren tegen besluiten genomen op basis van rechtspositieregelingen is voor deze keuze bepalend geweest.]
Noot
4
  • [Toelichting: Artikel 7:13 Awb geeft enkele dwingende bepalingen voor wat betreft de samenstelling van de commissie (minimum bezetting en onafhankelijke voorzitter). Er is in deze verordening voor gekozen de onafhankelijke positie ook voor de leden van de commissie te waarborgen.

  • Om praktische redenen is er voor gekozen de leden van de commissie en de voorzitter door het dagelijks bestuur te laten benoemen.]

Noot
5[Toelichting: Dit artikel regelt de overdracht van enkele bevoegdheden:* Artikel 2:1, tweede lid Awb. De voorzitter kan een machtiging verlangen van een gemachtigde. Tevens kan de voorzitter een schriftelijke machtiging verlangen van degene die het bestuursorgaan vertegenwoordigt. * Artikel 6:6 Awb. De voorzitter kan een termijn stellen waarbinnen het verzuim, in de zin van het niet voldoen aan de vereisten voor indiening van het bezwaarschrift (artikel 6:5 Awb), kan worden hersteld. Dit dient een redelijke termijn te zijn. In de meeste gevallen zal een termijn van twee weken na het einde van de bezwarentermijn voldoende zijn. * Artikel 6:17 Awb. Het verdient aanbeveling de op de zaak betrekking hebbende stukken niet alleen aan de gemachtigde maar ook aan de indiener van het bezwaar toe te zenden. * Artikel 7.4, tweede lid Awb De voorzitter legt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken voorafgaand aan het horen gedurende tenminste een week voor belanghebbenden ter inzage.* Artikel 7:6, vierde lid Awb. Het is aan de voorzitter om af te wegen of er inderdaad sprake is van gewichtige redenen die rechtvaardigen dat belanghebbenden, wanneer zij afzonderlijk zijn gehoord, niet op de hoogte worden gesteld van het verhandelde tijdens het horen buiten hun aanwezigheid.]
Noot
6[Toelichting: De termijn tussen de oproeping en de hoorzitting dient zodanig te zijn dat belanghebbenden en het bestuursorgaan voldoende tijd hebben om zich op de hoorzitting voor te bereiden. Gekozen is voor een termijn van drie weken.]
Noot
7[Toelichting: Dit artikel bevat het uitgangspunt dat het horen door de tweede kamer van de commissie in het openbaar plaatsvindt. Het tweede lid maakt gehele of gedeeltelijke uitzondering op deze regel mogelijk. De commissie beslist of de hoorzitting al dan niet achter gesloten deuren plaatsvindt.Voor alle duidelijkheid: de hoorzitting dient te worden onderscheiden van de beraadslaging van de commissie. Volgens artikel 17 vindt de beraadslaging altijd achter gesloten deuren plaats.]
Noot
8[Toelichting: Artikel 7:7 van de Awb bepaalt, dat van het horen een verslag wordt gemaakt, maar geeft verder geen regels voor de verslaglegging. Dat gebeurt in artikel 16. Ingevolge artikel 7:13, zesde lid van de Awb maakt het verslag onderdeel uit van het advies van de commissie aan het bestuursorgaan.]
Noot
9[Toelichting: Volgens artikel 7:10 van de Awb moet binnen tien weken op een bezwaarschrift zijn beslist. Het bestuursorgaan is bevoegd de beslissing te verdagen. Artikel 18, tweede lid verlangt dat de voorzitter van de commissie het bestuursorgaan tijdig verzoekt de beslissing te verdagen. ]