Overheidsorganisatie | Waterschap Regge en Dinkel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening behandeling bezwaarschriften |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaarschriften |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | WATERSCHAP.regelingen |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit:
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-10-2008 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 17-09-2008 TCTubantia, 4 oktober 2008 De Stentor, editie Zwolle, 4 oktober 2008 De Gelderlander, editie Doetinchem, 4 oktober 2008 | 08.15749 |
Verordening behandeling bezwaarschriften
Het algemeen bestuur van het waterschap Regge en Dinkel;
Gezien het voorstel van het bestuursorgaan d.d. 12 augustus 2008;
Gelet op artikel 78, eerste lid van de Waterschapswet en de Algemene wet bestuursrecht.
BESLUIT
Vast te stellen de navolgende Verordening behandeling bezwaarschriften.
In deze verordening wordt verstaan onder:
A. wet: de Algemene wet bestuursrecht;
B. bestuursorgaan: het dagelijks bestuur van het waterschap Regge en Dinkel;
C. commissie: de commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de wet;
D. ambtenaar: degene die door het bestuursorgaan is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn.
1. Er is een commissie voor de voorbereiding van en advisering over de beslissing op bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.
2. De commissie bestaat uit twee kamers en wordt aangeduid als “adviescommissie bezwaarschriften”.
3. De voorbereiding van en advisering over de beslissing op een door een ambtenaar ingediend bezwaarschrift tegen een besluit dat is genomen op basis van op de ambtenaar van toepassing zijnde rechtspositieregelingen, vindt plaats in de eerste kamer van de commissie.
4. De voorbereiding van en advisering over de beslissing op alle overige bezwaarschriften vindt plaats in de tweede kamer van de commissie.
Het bestuursorgaan beslist op de bij hem ingediende bezwaarschriften na advies van de commissie.
1. Elke kamer van de commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.
2. De voorzitter en de leden van de commissie worden door het bestuursorgaan benoemd, geschorst en ontslagen.
3. De voorzitter en leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.
4. Door het bestuursorgaan kunnen één of meer plaatsvervangende leden en één of meer plaatsvervangende voorzitters voor elke kamer van de commissie worden benoemd.
5. De voor de voorzitter en leden van de commissie in deze verordening gegeven bepalingen zijn op deze plaatsvervangende leden en plaatsvervangende voorzitters van overeenkomstige toepassing.
1. De voorzitter en leden van de commissie worden voor vier jaar benoemd, met stilzwijgende verlenging voor een gelijke periode, tenzij het bestuursorgaan anders beslist.
2. De voorzitter en leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij geven daarvan schriftelijk kennis aan het bestuursorgaan.
3. De voorzitter en leden van de commissie kunnen op ieder moment bij een met redenen omkleed besluit en tegen een daarin te bepalen datum door het bestuursorgaan worden ontslagen, indien de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid van de commissie naar behoren uit te voeren.
4. De voorzitter en leden van de commissie blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de leden en de voorzitter die op grond van het bepaalde in het derde lid van dit artikel zijn ontslagen.
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
De voorzitter en leden van de commissie ontvangen een door het bestuursorgaan vastgestelde vergoeding.
1. Het secretariaat van de eerste kamer van de commissie wordt gevoerd door een door het bestuursorgaan aangewezen persoon, niet zijnde een ambtenaar.
2. Het secretariaat van de tweede kamer van de commissie wordt gevoerd door een door het bestuursorgaan aangewezen persoon of ambtenaar.
3. Het bestuursorgaan kan één of meer plaatsvervangers aanwijzen.
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
2. Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris van de commissie.
De bevoegdheden ingevolge artikel 2:1, tweede lid, 6:6, 6:17, 7:4, tweede lid en 7:6 vierde lid van de wet worden voor toepassing van deze verordening uitgeoefend door of namens de voorzitter van de commissie.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verzoek van de commissie advies of inlichtingen inwinnen en deskundigen uitnodigen ter zitting te verschijnen. Indien aan het inwinnen van advies of het uitnodigen ter zitting te verschijnen kosten zijn verbonden, is daarvoor vooraf machtiging van de secretaris van het waterschap vereist.
1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.
2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.
1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het bestuursorgaan ten minste drie weken voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich tijdens de zitting te doen horen.
2. Indien een belanghebbende of het bestuursorgaan wijziging wenst van het tijdstip van de zitting, dient dit binnen drie dagen na verzending van de in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen aan de voorzitter te worden verzocht.
3. De beslissing van de voorzitter, op een verzoek als bedoeld in het tweede lid, wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de belanghebbende en het bestuursorgaan meegedeeld.
4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel.
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat tenminste één lid van de commissie en de voorzitter aanwezig is.
1. De hoorzittingen van de tweede kamer van de commissie zijn openbaar. De hoorzittingen van de eerste kamer van de commissie zijn niet openbaar.
2. Indien gewichtige redenen aanwezig zijn die zich verzetten tegen de openbaarheid van de zitting, besluit de commissie dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt.
1. Het verslag van de hoorzitting vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.
2. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren heeft plaatsgevonden, wordt dit in het verslag vermeld.
3. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.
4. Het verslag verwijst naar de ter zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.
5. Het verslag wordt door de voorzitter en secretaris van de commissie ondertekend.
1. De commissie beraadslaagt en beslist met gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.
2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.
3. Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel aan het bestuursorgaan voor de te nemen beslissing op het bezwaar.
4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.
1. Het schriftelijk advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 16, tijdig aan het bestuursorgaan uitgebracht.
2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn, zoals bedoeld in het artikel 7:10 eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
3. Van een besluit tot verdagen ontvangt de commissie een afschrift.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening behandeling bezwaarschriften”.
2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgend op die waarop de bekendmaking heeft plaatsgevonden.
Almelo, 17 september 2008
Het algemeen bestuur van het
waterschap Regge en Dinkel,
de secretaris, de voorzitter,
ing. W.A. Joosten dr. S.M.M. Kuks
[Toelichting: Artikel 7:13 Awb geeft enkele dwingende bepalingen voor wat betreft de samenstelling van de commissie (minimum bezetting en onafhankelijke voorzitter). Er is in deze verordening voor gekozen de onafhankelijke positie ook voor de leden van de commissie te waarborgen.
Om praktische redenen is er voor gekozen de leden van de commissie en de voorzitter door het dagelijks bestuur te laten benoemen.]