Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Waterschap Regge en Dinkel

Omslagverordening 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieWaterschap Regge en Dinkel
Officiële naam regelingOmslagverordening 2007
CiteertitelOmslagverordening 2007
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën – belastingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

de datum van de ingang van de heffing is 1 januari 2008

Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit:

Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: -

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Waterschapswet, art. 110, 113 lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2009Ingetrokken

14-05-2008

TCTubantia, 20 december 2008 De Stentor, editie Zwolle, 20 december 2008 De Gelderlander, editie Doetinchem, 20 december 2008

08.19826
22-06-200801-01-200801-01-2009Toevoegen nieuw artikel 7 en wijziging van artikel 12 in verband met de toevoeging van vrijdom van omslag voor het waterschap

14-05-2008

Twentsche Courant Tubantia op 14 juni 2008

08.12136
01-01-200822-06-2008Wijziging van de artikelen 6, 11 en 14 in verband met nieuwe tarieven belastingjaar 2008

19-12-2007

Twentsche Courant Tubantia, Zwolsche Courant en Stentor op 22-12-2007

07.10663

Tekst van de regeling

Omslagverordening 2007

Zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van het algemeen bestuur dd. 19 december 2007

Omslagverordening 2007

Hoofdstuk I  Inleidende bepalingen

Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a. taakgebied: het bij waterschapsreglement aangegeven gebied, waarin de aan het waterschap opgedragen

taken worden behartigd;

b. woonruimte: een ruimte die blijkens haar inrichting bestemd is om als een afzonderlijk geheel te voorzien in

woongelegenheid en waarvan de delen blijkens de inrichting van die ruimte niet bestemd zijn om afzonderlijk in

gebruik te worden gegeven;

c. kadastrale registratie: de registratie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Kadasterwet;

d.de ambtenaar belast met de heffing: de door het dagelijks bestuur van het Gemeenschappelijk belastingkantoor

Oost Nederland aangewezen ambtenaar, bedoeld in artikel 124, vijfde lid, onderdeel a, van de Waterschapswet.

e. Omslagklassenverordening: de verordening van het waterschap, bedoeld in artikel 120, zevende lid, van de

Waterschapswet;

f.  Kostentoedelingsverordening: de verordening van het waterschap, bedoeld in artikel 119, eerste lid, van de

Waterschapswet.

Belastbaar feit en omslagplichtigen

Artikel 2
  • 1.Ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de aan het waterschap opgedragen

    taak inzake het waterkwantiteitsbeheer worden onder de verzamelnaam ‘waterschapsomslagen’ directe belastingen

    geheven.

  • 2.De in het eerste lid bedoelde waterschapsomslagen worden geheven van de omslagplichtigen:

    • a.

      bedoeld in de hoofdstukken II en III, terzake van de in die hoofdstukken genoemde onroerende zaken,

      voorzover deze zijn gelegen in het taakgebied en deze belang hebben bij de behartiging van de in die hoofdstukken

      nader omschreven taak;

    • b.bedoeld

      in hoofdstuk IV, terzake van het ingezetene zijn in het taakgebied.

Hoofdstuk II  Omslagheffing ongebouwd

Omslagplicht zakelijk genothebbenden ongebouwd

Artikel 3
  • 1.Met betrekking tot de taak van het waterschap inzake het waterkwantiteitsbeheer wordt onder de naam omslag

    ongebouwd een waterschapsomslag geheven van degenen die in het taakgebied krachtens eigendom, bezit of

    beperkt recht het genot hebben van ongebouwde onroerende zaken.

  • 2.Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een ongebouwde onroerende zaak wordt aangemerkt

    degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de desbetreffende kadastrale registratie is vermeld, tenzij

    blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.Ingeval een ongebouwde onroerende zaak is onderworpen aan verschillende soorten van beperkt recht, wordt uitsluitend

    geheven van degene die het genot heeft van het beperkt recht, waaraan ingevolge artikel 24 van de Waterschapswet

    stemrecht is verbonden.

  • Belastingobject ongebouwd

Artikel 4
  • 1.Voor de toepassing van artikel 3 wordt als één ongebouwde onroerende zaak aangemerkt een kadastraal perceel of

    gedeelte daarvan, met dien verstande dat hetgeen wordt aangemerkt als een gebouwde onroerende zaak niet in

    aanmerking wordt genomen.

  • 2.Indien een deel van een kadastraal perceel of een deel van een gedeelte van een kadastraal perceel daarvan buiten

    het taakgebied van het waterschap is gelegen, wordt uitsluitend het binnen een dergelijk gebied van het waterschap

    gelegen deel in aanmerking genomen.

  • 3.Voor de toepassing van het eerste en tweede lid worden openbare land– en waterwegen en banen voor openbaar

    vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken, alsmede waterverdedigingswerken die worden beheerd

    door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van

    zodanige werken die dienen als woning, als ongebouwde eigendommen aangemerkt.

  • Heffingsmaatstaf ongebouwd

Artikel 5
  • 1.Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Omslagklassenverordening geldt voor de

    waterschapsomslagen, bedoeld in artikel 3, als heffingsmaatstaf de oppervlakte van de ongebouwde onroerende

    zaak. De oppervlakte wordt uitgedrukt in een aantal hectaren of een gedeelte daarvan.

  • 2.Indien de oppervlakte van een ongebouwde onroerende zaak niet in de kadastrale registratie staat vermeld, stelt de

    ambtenaar belast met de heffing deze door middel van meting of schatting vast.

  • Tarieven ongebouwd

Artikel 6
  • 1. Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening 2004 bedraagt het tarief van de waterschapsomslag per hectare, zoals bedoeld in artikel 3, voor het waterkwantiteitsbeheer € 59,15.

  • 2. Met toepassing van de Omslagklassenverordening 2004 betekent dit voor de drie klassen de volgende tarieven:

    • A-klasse: € 59,15;

    • B

      -klasse: € 39,04;

    • C

      -klasse: € 15,38.

    Niet-heffing om doelmatigheidsredenen

Artikel 7         [ vervallen]

Hoofdstuk III  Omslagheffing gebouwd

Omslagplicht zakelijk genothebbenden gebouwd

Artikel 8
  • 1.Met betrekking tot de taak van het waterschap inzake het waterkwantiteitsbeheer wordt onder de naam omslag

    gebouwd een waterschapsomslag geheven van degenen die in het taakgebied krachtens eigendom, bezit of beperkt

    recht het genot hebben van gebouwde onroerende zaken.

  • 2.Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een gebouwde onroerende zaak wordt aangemerkt

    degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de desbetreffende kadastrale registratie is vermeld, tenzij

    blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

  • 3.Ingeval een gebouwde onroerende zaak is onderworpen aan verschillende soorten van beperkt recht, wordt uitsluitend

    geheven van degene die het genot heeft van het beperkte recht, waaraan ingevolge artikel 24 van de Waterschapswet

    stemrecht is verbonden.

  • Belastingobject gebouwd

Artikel 9
  • 1.Voor de toepassing van artikel 8 wordt als één gebouwde onroerende zaak aangemerkt:

    • a.

      een gebouwd eigendom;

    • b.een

      gedeelte van een gebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om als een afzonderlijk geheel

      te worden gebruikt;

    • c.

      een samenstel van twee of meer van de in onderdeel a bedoelde gebouwde eigendommen of van in onderdeel b

      bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden

      beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • d.het

      binnen het gebied van een gemeente gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in

      onderdeel b bedoeld gedeelte of van een in onderdeel c bedoeld samenstel;

    • e.

      het binnen het taakgebied gelegen deel van een in onderdeel a bedoeld eigendom, van een in onderdeel b

      bedoeld gedeelte, van een in onderdeel c bedoeld samenstel of van een in onderdeel d bedoeld deel.

  • 2.Voor de toepassing van het eerste lid maken de ongebouwde eigendommen voorzover die dienstbaar zijn aan een

    gebouwd eigendom, aan een gedeelte van een gebouwd eigendom of aan een samenstel van gebouwde

    eigendommen, als bedoeld in onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b of onderdeel c, van dat lid, deel uit van

    de gebouwde onroerende zaak, met uitzondering van de ongebouwde eigendommen, voorzover de waarde daarvan

    bij de waardebepaling op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken op basis van het bepaalde

    krachtens artikel 18, derde lid, van die wet buiten aanmerking wordt gelaten.

  • Heffingsmaatstaf gebouwd

Artikel 10
  • 1.Voor de waterschapsomslag, bedoeld in artikel 8, geldt, indien de gebouwde onroerende zaak tevens een onroerende

    zaak is als bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, als heffingsmaatstaf de op de voet van

    hoofdstuk IV van die wet voor de onroerende zaak vastgestelde waarde voor het tijdvak waarbinnen het desbetreffende

    kalenderjaar valt.

  • 2.In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf voor de omslagen terzake van

    gebouwde onroerende zaken buiten aanmerking gelaten, voorzover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in

    het eerste lid bedoelde waarde, de waarde van werktuigen als bedoeld in artikel 220d, eerste lid, onderdeel j,

    Gemeentewet, juncto artikel 2, eerste lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ.

  • 3.Bij de toepassing van het tweede lid is het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 19, eerste lid, onderdelen b en c,

    tweede lid, onderdelen b en c, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken van

    overeenkomstige toepassing.

  • 4.Voor de omslagen terzake van gebouwde onroerende zaken die deel uitmaken van een onroerende zaak als bedoeld in

    hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf gesteld op het gedeelte van de op

    de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde dat kan worden toegekend

    aan de gebouwde onroerende zaak.

  • 5.Indien het eerste of vierde lid geen toepassing kan vinden door het ontbreken van een op de voet van hoofdstuk IV van

    de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde, wordt de heffingsmaatstaf van die gebouwde onroerende

    zaak bepaald met toepassing van het tweede en derde lid en met overeenkomstige toepassing van het vierde lid

    alsmede van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16 tot en met 19, 20 tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet

    waardering onroerende zaken.

  • Tarieven gebouwd

Artikel 11

Het tarief van de waterschapsomslag gebouwd bedraagt met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening 2004, voor elke volle

€ 2.500,- van de heffingsmaatstaf voor het waterkwantiteitsbeheer € 0,65.

Niet-heffing om doelmatigheidsredenen

Artikel 12

De waterschapsomslag, bedoeld in artikel 8, wordt niet geheven terzake van:

straatmeubilair, waaronder worden begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn

geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van een in het taakgebied

gelegen gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en

palen.

Hoofdstuk IV  Omslagheffing ingezetenen

Omslagplicht ingezetenen

Artikel 13
  • 1.Met betrekking tot de taak van het waterschap inzake het waterkwantiteitsbeheer wordt onder de naam ingezetenenomslag

    een waterschapsomslag geheven van degenen die in het taakgebied ingezetenen zijn.

  • 2.Als ingezetene wordt aangemerkt degene die blijkens de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens bij het

    begin van het kalenderjaar woonplaats heeft in het gebied van het waterschap en die aldaar het gebruik heeft van

    woonruimte. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het gebruik van woonruimte door de leden van een

    gezamenlijke huishouding aangemerkt als gebruik door een door de ambtenaar belast met de heffing aan te wijzen lid

    van dat huishouden.

  • Tarief ingezetenen

Artikel 14

Met inachtneming van het bepaalde dienaangaande in de Kostentoedelingsverordening bedraagt het tarief van de

waterschapsomslag, bedoeld in artikel 13, per woonruimte voor het waterkwantiteitsbeheer € 33,39.

Hoofdstuk V  Heffing en invordering

Wijze van heffing

Artikel 15

De waterschapsomslagen worden geheven bij wege van aanslag.

Aanslagen bij meerdere omslagplichtigen

Artikel 16

Indien voor de toepassing van de artikelen 3, en 8 met betrekking tot eenzelfde onroerende zaak meer dan één

genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht danwel meer dan één gebruiker kan worden aangewezen,

kan de aanslag worden gesteld ten name van één van hen.

Niet opleggen van aanslagen

Artikel 17
  • 1.Aanslagen die een bedrag van € 5,- niet te boven gaan worden niet opgelegd.

  • 2.Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen

    aangemerkt als één aanslag.

  • Betalingstermijn

Artikel 18
  • 1. De aanslagen in de omslag ongebouwd en gebouwd, alsmede navorderingsaanslagen en een beschikking inzake

    bestuurlijke boete, moeten worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na de dagtekening van het

    aanslagbiljet danwel de beschikking.

  • 2. Ingeval aanslagen in de ingezetenenomslag worden geïnd door het Waterbedrijf Vitens N.V. dienen deze te worden

    betaald tegelijk met, op dezelfde wijze en in evenzovele termijnen als die waarop de nota’s van het Waterbedrijf Vitens

    NV. moeten worden betaald.

  • 3. In geval aanslagen in de ingezetenenomslag worden geïnd door het Gemeenschappelijk belastingkantoor Oost

    Nederland, moeten deze worden betaald in één termijn die vervalt twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • Nadere regels

Artikel 19

Het dagelijks bestuur van het waterschap kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de waterschapsomslagen.

Kwijtschelding

Artikel 20

Van de waterschapsomslag ongebouwd, bedoeld in hoofdstuk II van deze verordening en van de waterschapsomslag

gebouwd, bedoeld in hoofdstuk III van deze verordening, wordt geen kwijtschelding verleend.

Hoofdstuk VI  Overgangs– en slotbepalingen

Intrekking, inwerkingtreding, tijdstip van ingang van de heffing en citeertitel

Artikel 21
  • 1.De Omslagverordening 1994 van 17 november 1994, laatstelijk gewijzigd bij besluit van het algemeen bestuur van

    14 december 2000, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing,

    met dien verstande dat zij, met uitzondering van artikel 19, eerste lid van die verordening, van toepassing blijft op

    belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van haar bekendmaking.

  • 3.De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2002.

  • 4.Deze verordening wordt aangehaald als ‘Omslagverordening 2007’.