Overheidsorganisatie | Gemeente Bolsward |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Bolsward 2003 |
Citeertitel | Marktverordening gemeente Bolsward 2003 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Geen |
Geen
Gemeentewet, art. 147, lid 1 en art. 149
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-10-2003 | 01-10-2012 | Nieuwe regeling | 23-09-2003 Onbekend | Geen |
No. 9.
Onderwerp:
Marktverordening gemeente Bolsward 2003.
De raad van de gemeente Bolsward;
gelezen het voorstel van het college 29 juli 2003;
gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de raadscommissie van 1 september 2003;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);
besluit:
vast te stellen de volgende verordening
Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Bolsward 2003
In deze verordening wordt verstaan onder:
markt: de door het college ingestelde warenmarkt;
standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;
dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;
standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;
standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;
vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;
wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;
anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;
marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.
1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:
het aantal standplaatsen;
de afmetingen van de standplaatsen;
de opstelling en indeling van de markt;
welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats en als standwerkersplaats.
2. Het college kan voor de markt vaststellen:
een lijst met artikelengroepen (branches);
een maximum aantal standplaatsen per branche.
Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
1. Een vaste standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;
een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste standplaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;
de kraam of andere verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de standplaats mag gebruiken;
het soort artikelen dat de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe de vergunninghouder behoort;
de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;
dat de vergunninghouder zelf zorg draagt voor de inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;
de wijze waarop de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;
welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan; en
welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.
2. Aan de vergunning wordt een middel ter identificatie gehecht.
Vergunninghouders van vaste standplaatsen worden ingeschreven op een doorlopend genummerde lijst met vermelding van en in volgorde van de datum waarop aan hen voor het eerst een vaste standplaats is toegewezen. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld de soort artikelen die de vergunninghouder mag verhandelen of de branche waartoe hij behoort.
1. Het college schrijft de aanvrager op zijn verzoek in op de wachtlijst, indien hij voldoet aan de in artikel 6 gestelde vereisten, maar aan hem geen vaste standplaats kan worden toegewezen.
2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:
de naam en voornamen, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;
de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;
de soort artikelen die de aanvrager wil verhandelen of de branche waartoe hij behoort;
de kraam of andere verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.
3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving.
4. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;
op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
bij overlijden van de ingeschrevene;
wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;
indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:
de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;
degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste standplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de standplaats achtereenvolgens toegewezen aan:
de vergunninghouder van een vaste standplaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;
degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven, in volgorde van inschrijving op deze lijst.
1. De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken:
op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;
bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.
2. Het college kan een vergunning intrekken:
indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.
3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 12 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.
1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.
2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 08.00 uur aanmelden bij de marktmeester.
1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van loting.
2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.
3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.
2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
3. De vergunninghouder en degene die hem bijstaat, mogen zich niet schuldig maken aan wangedrag of bedrog.
De vergunninghouder van een vaste standplaats neemt tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken zijn standplaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 18 en 19.
1. De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.
2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.
2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.
1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan een uur voor aanvang en meer dan een uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.
2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.
3. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 08.00 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt, tenzij de marktmeester de standplaats op tijdig verzoek van de vergunninghouder voor hem beschikbaar houdt.
Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg een door het college ingestelde markt te houden.
De houder van een vergunning als bedoeld in artikel 22 is verplicht erop toe te zien dat alle personen die een standplaats innemen op de door hem georganiseerde markt de voorschriften die bij of krachtens deze verordening zijn gesteld, alsmede de voorschriften die zijn gesteld in de verleende vergunning, in acht nemen.
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.
Onverminderd artikel 13 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of
niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standplaatswerker van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:
het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;
zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;
niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:
het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
De Marktverordening Bolsward 1998, vastgesteld op 27 oktober 1998, gewijzigd op 22 februari 2000, wordt ingetrokken.
1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Marktverordening Bolsward 1998 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.
2. De bestaande anciënniteits- en wachtlijsten worden geacht anciënniteits- en wachtlijsten in de zin van deze verordening te zijn.
3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening Bolsward 1998 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van uitgifte van "de Brugge" waarin zij is geplaatst.
Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Bolsward 2003.