Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

2010 II Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 II

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regeling2010 II Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010 II
CiteertitelLegesverordening 2010 II
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-10-201010-09-2013Herziene regeling

22-09-2010

Gemeenteblad, jrg 17 nr 9

geen.

Tekst van de regeling

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010-II

De raad van de gemeente Naarden;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 augustus 2010, RV 10.043;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010-II’;

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    ‘dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    ‘week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    ‘maand’: het tijdvak dat loopt van ne in een kalendermaand tot en met de (n-1) e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    ‘jaar’: een tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1) e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    ‘kalenderjaar’: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege ¬het gemeentebestuur verstrekte diensten, genoemd in deze verordening en de daar¬bij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald.

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wabo;

  • c.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren in de uitoefening van hun functie;

  • d.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen; verstrekking van agenda's, voorstellen en notulen, betrekking hebbende op raadsvergaderingen, een en ander indien deze stukken op het stadskantoor worden afgehaald en zolang de voorraad strekt, met dien verstande dat de kosteloze uitgifte van deze stukken slechts geldt gedurende de termijn, voorafgaande aan de behandeling van deze stukken door de raad.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2. Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving dan wel in geval van toezending daarvan, binnen een maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1. Vermindering van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2. Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 3. Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het redactioneel wijzigen van de verordening en de bijbehorende tarieventabel, alsmede tot het wijzigen van tarieven die voortvloeien uit een hogere regeling.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Overgangsbepaling

De ‘Legesverordening 2010’ van 16 december 2009 vervalt met ingang 1 oktober 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 oktober 2010.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Legesverordening 2010-II’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente Naarden, gehouden op 22 september 2010.

de voorzitter,

 

de griffier,

Tarieventabel behorende bij de Legesverordening 2010-II 1

@alt@alt@alt@alt@alt  @alt@alt@alt@alt@alt@alt@alt@alt

1 op de Legesverordening 2010-II

AlgemeenTerminologieWettelijke basisHet begrip ‘dienst’Artikelsgewijze toelichtingArtikel 1 t/m artikel 8Artikel 10 Overdracht van bevoegdhedenArtikel 11 t/m 14Toelichting op de tarieventabelAlgemeenInleidingIndeling van de tarieventabelBelastbare feitHoogte van de tarievenTe heffen bedrag moet blijken uit de verordeningArtikelsgewijze toelichtingTitel 1 Algemene dienstverleningAlgemeenHoofdstuk 1 Burgerlijke standHoofdstuk 2 ReisdocumentenHoofdstuk 3 RijbewijzenHoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het KiezersregisterHoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van de Wet bescherming persoonsgegevensHoofdstuk 7 BestuursstukkenHoofdstuk 8 VastgoedinformatieHoofdstuk 9 Overige publiekszakenHoofdstuk 10 GemeentearchiefHoofdstuk 11 HuisvestingswetHoofdstuk 12 LeegstandwetHoofdstuk 13 GemeentegarantieHoofdstuk 14 Marktstandplaatsen en ventvergunningHoofdstuk 15 WinkeltijdenwetHoofdstuk 16 KansspelenHoofdstuk 17 KinderopvangHoofdstuk 18 TelecommunicatieHoofdstuk 19 Verkeer en vervoerHoofdstuk 20 Wet op de lijkbezorgingHoofdstuk 21 AlgemeenHoofdstuk 22 OverigenTitel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunningAlgemeenHoofdstuk 1 BegripsomschrijvingenHoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordelen conceptaanvraagHoofdstuk 3 OmgevingsvergunningHoofdstuk 4 VerminderingHoofdstuk 5 TeruggaafHoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunningHoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging projectHoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteitenHoofdstuk 9 SloopmeldingTitel 3 Dienstverlening vallend onder Europese DienstenrichtlijnEuropese DienstenrichtlijnHoofdstuk 1 HorecaHoofdstuk 2 Organiseren van evenementen of marktenHoofdstuk 3 ProstitutiebedrijvenHoofdstuk 4 Splitsingsvergunning woonruimteHoofdstuk 5 BrandbeveiligingsverordeningToelichting op de Legesverordening 2010-IIAlgemeenTerminologieWaar sprake is van de Legesverordening 2010-I wordt bedoeld: de Verordening op de heffing en invordering van leges, vastgesteld in de openbare raadsvergadering der gemeente Naarden van 16 December 2009.De onderhavige verordening wordt aangeduid als: Legesverordening 2010-II.Wettelijke basisDe onderhavige verordening en bijbehorende tarieventabel zijn gebaseerd op het model legesverordening van de VNG en naar de gemeente Naarden aangepast. De leges (rechten) worden geheven op basis van artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet. Vanaf 1 januari 1995 komt het begrip ‘leges’ niet meer voor in de Gemeentewet. Het begrip ‘rechten’ in artikel 229 van de Gemeentewet omvat mede de leges.De legesverordening 2010-II is aangepast aan de Europese Dienstenrichtlijn die op 28 december 2009 in de Nederlandse regelgeving moet zijn geïmplementeerd en aan de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (inclusief invoeringswet) die  er 1 oktober 2010 in werking treedt. De Legesverordening 2010-I blijft van toepassing op belastbare feiten die zich voor 1 oktober 2010 hebben voorgedaan. De Legesverordening 2010-II heeft betrekking op belastbare feiten vanaf 1 oktober 2010, gelijk de datum waarop de Wabo inwerking treedt.Het begrip ‘dienst’Artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bepaalt dat gemeenten onder andere rechten kunnen heffen voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Leges kunnen dus uitsluitend geheven worden voor door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten. Het begrip ‘dienst’ is niet nader gedefinieerd in de wet. Wel is in de jurisprudentie invulling gegeven aan het begrip ‘dienst’. Voor de vraag of sprake is van een dienst, is doorslaggevend of degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend een individueel belang heeft bij de dienst. Dit individuele belang is in beginsel altijd aanwezig indien de dienstverlening wordt gevraagd. Is het algemene belang groter dan het individuele belang van de aanvrager dan wel degene te wiens behoeve de dienst wordt verleend, dan is er evenmin sprake van een dienst die legesheffing rechtvaardigt.Indien de dienst ambtshalve wordt verleend, is er naar het oordeel van de wetgever geen sprake van een dienst (Tweede Kamer, vergaderjaar 1989-1990, 21 591, nr. 3, blz. 78).Ten slotte merken wij op dat het ‘verlenen’ van een dienst, zoals geformuleerd in de modelverordening, uitsluitend betrekking heeft op het in gang zetten van de dienstverlening. Er is dus sprake van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting.Artikelsgewijze toelichtingArtikel 1 t/m 8Geen wijzigingen.Artikel 9 Vermindering of teruggaafSamenvoeging van de bepalingen van de Legesverordening 2010-I, artikel 9 (oud) en 10 (oud).Artikel 10 Overdracht van bevoegdhedenDit artikel is anders geredigeerd ten opzichte van de Legesverordening 2010-I, doch inhoudelijk gelijk.De bevoegdheidsoverdracht blijft beperkt tot:• een zuiver redactionele wijziging (tekstuele wijzigingen die geen materiële gevolgen hebben);• bij wijziging in rijksregelgeving:        • waarvan de implementatieperiode na bekendmaking in het Staatsblad of de Staatscourant korter is dan drie maanden; en        • die tariefbepalingen betreft waarbij een rijkskostendeel onderdeel uitmaakt van het tarief of waarvoor bij of krachtens een wet een (maximum)tarief is gesteld;        • en bovendien de raad niet zelf al met deze wijzigingen rekening heeft gehouden.Voor wijzigingen in rijksregelgeving die meer dan drie maanden voor de inwerkingtreding officieel worden bekendgemaakt, blijft de raad te allen tijde bevoegd. De beperking tot de situaties waarin de centrale overheid de hoogte van de tarieven (mede) beïnvloedt betreft de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel:1. onderdeel 1.1.9 (leges akten burgerlijke stand);2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);3. hoofdstuk 3 (rijbewijzen);4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens);5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen ingevolge de Wet bescherming persoonsgegevens);6. onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);7. hoofdstuk 16 (kansspelen).Artikel 11 t/m 14Spreekt voor zich.Toelichting op de tarieventabel van de legesverordening 2010-IIAlgemeenInleidingDe tarieventabel maakt deel uit van de verordening. In de tarieventabel zijn diensten opgenomen waarvoor de gemeente leges heft.Indeling van de tarieventabelGelet op artikel 229b van de Gemeentewet en de (on)mogelijkheden tot kruissubsidiëring als gevolg van de Europese Dienstenrichtlijn en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (zie de toelichting op artikel 5 van de verordening) hebben wij de tarieventabel in drie titels onderverdeeld:- titel 1 Algemene dienstverlening;- titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning, en- titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese Dienstenrichtlijn.KruissubsidiëringBinnen titel 1 is kruissubsidiëring mogelijk tussen de verschillende hoofdstukken. Hetzelfde geldt voor titel 2. De wetgever gaat er bij de omgevingsvergunning van uit dat alleen binnen de omgevingsvergunning kruissubsidiëring kan worden toegepast en niet met dienstverlening daarbuiten. Overigens zijn in titel 2 ook een paar andere diensten opgenomen die verband houden met de fysieke leefomgeving of de omgevingsvergunning (hoofdstukken 2, 8 en 9). Op basis van artikel 13, tweede lid, van de Europese Dienstenrichtlijn geldt voor titel 3 dat slechts kruissubsidiëring binnen elk hoofdstuk mogelijk is. Een hoofdstuk in titel 3 betreft een individueel vergunningstelsel dan wel een cluster van samenhangende vergunningstelsels. Elk hoofdstuk van titel 3 dient de gemeente te controleren op kostendekkendheid. Indien uit controle blijkt dat er op het betreffende vergunningstelsel of samenhangende vergunningstelsels winst wordt gemaakt, dienen de tarieven te worden aangepast tot of onder 100% kostendekkendheid.Belastbare feitAls belastbare feit is opgenomen ‘het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning’ en niet als ‘het afgeven van een vergunning’. Dit heeft als voordeel dat de leges al verschuldigd zijn op het moment van het in behandeling nemen van de aanvraag.Hoogte van de tarievenVoor een aantal diensten is de hoogte van het te heffen legesbedrag wettelijk geregeld. Dit geldt onder andere voor de diensten opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand. Voor een aantal andere diensten is wettelijk geregeld dat de tarieven niet boven een bepaald bedrag uit mogen gaan.Te heffen bedrag moet blijken uit de verordeningEen belastingplichtige moet uit de (leges)verordening de hoogte van het van hem te heffen bedrag kunnen afleiden. Dit vloeit voort uit het bepaalde in artikel 217 van de Gemeentewet. Dit artikel bepaalt dat de belastingverordening onder andere het tarief moet vermelden.Dit wil niet zeggen dat de verordening het bedrag van de belasting moet vermelden. In zijn arrest van 22 juli 1985 (nr. 22.780, BNB 1985/259, Belastingblad 1985, blz. 493, gemeente IJlst) overwoog de Hoge Raad namelijk dat de verordening niet het bedrag van de belasting behoeft te vermelden, maar dat ook op andere wijze kan worden aangegeven tot welke belastingverplichtingen het belastbare feit leidt, mits daarbij op voldoende duidelijke wijze aan de belastingplichtige inzicht wordt gegeven in het beloop van het van hem te heffen bedrag.