Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bolsward

Kampeerverordening Bolsward

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bolsward
Officiële naam regelingKampeerverordening Bolsward
Citeertitelkampeerverordening Bolsward
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpGeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Inwerkingtredingdatum bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Kampeerwet
  3. Algemene wet bestuursrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-12-199301-01-2013Nieuwe regeling

21-12-1993

Onbekend

Geen

Tekst van de regeling

Onderwerp:

Kampeerverordening Bolsward.

De raad van de gemeente Bolsward;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 1993;

overwegende dat het door de inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht noodzakelijk is om de “kampeerverordening” van 23 december 1986 aan te passen;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en de Kampeerwet;

besluit:

vast te stellen de volgende

Kampeerverordening Bolsward.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

  • 1.

    wet: de wet van 14 mei 1981 (Stb. 372), houdende regelen met betrekking tot kampeerplaatsen (Kampeerwet);

  • 2.

    recreatief nachtverblijf: het zich bevinden op of in een kampeerplaats of in een kampeermiddel tussen 22.00 uur en 06.00 uur;

  • 3.

    rechthebbende: degene die krachtens een zakelijk of persoonlijk recht de beschikking heeft over enig onroerende zaak;

  • 4.

    gebouw: een bouwwerk, niet zijnde een kampeerplaats, waarvoor ingevolge de Woningwet een bouwvergunning is vereist;

  • 5.

    jaarstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel dat gedurende het gehele jaar aldaar aanwezig mag zijn;

  • 6.

    seizoenstandplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel voor ten hoogste in de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;

  • 7.

    toeristische standplaats: het terreingedeelte dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, niet zijnde een bouwwerk, dat slechts gedurende een beperkte periode van ten hoogste enige weken aanwezig is;

  • 8.

    recreatie woonverblijf: een gebouw, geen woonkeet en geen caravan of ander bouwsel op wielen zijnde bestemd om uitsluitend door een gezin of een daarmede gelijk te stellen groep van personen dat/die zijn hoofdverblijf elders heeft, te worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

  • 9.

    agrarisch bedrijf: onder agrarisch bedrijf als bedoeld in artikel 21,

    lid 1, van de wet wordt verstaan een bedrijf dat bestemd is, en gebruikt wordt voor het voortbrengen van produkten door middel van het telen van gewassen en/of het houden of fokken van vee.

Hoofdstuk 2 aanvraag

Artikel 2
  • 1. De aanvraag van de vergunning of vrijstelling vermeldt:

    • a.

      naam en adres van de rechthebbende en de beheerder van de kampeerplaats;

    • b.

      indien van toepassing een opgave van het aantal jaar-, seizoen- en toeristische standplaatsen en recreatiewoonverblijven op de kampeerplaats;

    • c.

      een opgave van het aantal toe te laten verblijfsrecreanten op of in de kampeerplaats;

    • d.

      de periode of het aantal dagen dat de kampeerplaats per kalenderjaar kan worden gebruikt.

  • 2. Bij de aanvraag van een vergunning of vrijstelling moeten de volgende bescheiden worden overgelegd:

    • a.

      een situatietekening in 3-voud van de kampeerplaats op schaal van tenminste 1 : 1000 met een kadastrale omschrijving van het perceel waarop, indien van toepassing, is aangegeven:

      -de plaats van de bestaande en op te richten gebouwen met hun functie;

      -de aanwezige en aan te brengen randbeplanting, alsmede het assortiment waaruit de randbeplanting bestaat;

      -het verloop van de wegen en paden;

      -de parkeergelegenheid;

      -de kavelbegrenzing van de jaar- en seizoenstandplaatsen, de recreatiewoonverblijven alsmede de begrenzing van de plaatsen bestemd voor toeristisch kamperen en voor sport en spel;

      -de aanwezig en te realiseren voorzieningen ter bestrijding van brand;

    • b.

      een toelichting waaruit blijkt welke sanitaire voorzieningen er zijn en hoe de afvoer van vaste en vloeibare afvalstoffen is geregeld.

  • 3. bij de aanvraag van een vergunning of vrijstelling voor een kampeerplaats als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a, sub 2, van de wet moet, naast de in het tweede lid bedoelde bescheiden, een tekening in 3-voud van de kampeerplaats worden overgelegd op schaal van tenminste 1: 200 waarop, indien van toepassing, zijn aangegeven:

    • a.

      de situering van de slaapplaatsen per vertrek;

    • b.

      de dagverblijf/eetruimte;

    • c.

      de vluchtwegen.

Artikel 3
  • 1. De aanvraag van een ontheffing vermeldt de naam en het adres van de rechthebbende.

  • 2. De aanvraag van een ontheffing gaat vergezeld van een situatietekening in 3-voud van het terrein op schaal van tenminste 1:1000 waarop tenminste is aangegeven:

    • a.

      de aanwezige en aan te brengen randbeplanting, alsmede het assortiment waaruit deze randbeplanting bestaat;

    • b.

      de situering van het kampeermiddel

Artikel 4

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat niet alle bescheiden, genoemd in de artikelen 2 of 3 behoeven te worden overgelegd.

Hoofdstuk 3 Wijziging reglement

Artikel 5

Wijzigingen in het reglement worden niet van kracht dan nadat burgemeester en wethouders er mee hebben ingestemd.

Hoofdstuk 4 Voorschriften

Artikel 6
  • 1. Burgemeester en wethouders verbinden aan de vergunning, vrijstelling of ontheffing voorschriften met betrekking tot de geldigheid en duur van de vergunning, vrijstelling of ontheffing.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning, vrijstelling of ontheffing voorschriften verbinden betreffende de aanwezigheid van voorzieningen voor sport en spel en betreffende het gebruik en de inrichting van de kampeerplaats.

Hoofdstuk 5 Slotbepaling

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Te zelfder tijd vervalt de “kampeerverordening” van 23 december 1986, no.3.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als; “kampeerverordening Bolsward”.