Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Lemsterland

Verordening inzake het recht van onderzoek (enquete) 2002.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Lemsterland
Officiële naam regelingVerordening inzake het recht van onderzoek (enquete) 2002.
CiteertitelVerordening inzake het recht van onderzoek 2002.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuur en recht

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikelen 155a t/m 155e.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-200201-01-2014nieuwe regeling

11-04-2002

11-04-2002 Zuid Friesland d.d. 21-4-2002.

n.b.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake het recht van onderzoek (ENQUETE) 2002

De raad van de gemeente Lemsterland;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 februari 2002;

Gelet op de artikelen 155a t/m 155e van de Gemeentewet

B E S L U I T :

Vast te stellen de:

Verordening inzake het recht van onderzoek (ENQUête) 2002

Artikel 1 instellen onderzoek

  • 1. Een voorstel tot het instellen van een onderzoek zoals bedoeld in artikel 155a eerste lid van de Gemeentewet, moet schriftelijk worden ingediend.

  • 2. Alvorens te besluiten tot het instellen van een onderzoek als bedoeld in artikel 155a eerste lid van de Gemeentewet kan de raad besluiten tot het (laten) verrichten van een voorbereidend onderzoek.

  • 3. De raad kan dit voorbereidend onderzoek opdragen aan een commissie bestaande uit leden uit haar midden.

  • 4. De commissie aan wie het voorbereidend onderzoek is opgedragen beschikt niet over de bevoegdheden als vermeld in de artikelen 155b, 155c en 155d van de Gemeentewet.

Artikel 2 onderzoekscommissie

  • 1. Indien de raad besluit tot het instellen van een onderzoek als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet stelt hij een onderzoekscommissie in als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet, bestaande uit vijf leden, waarvan de raad een lid aanwijst als voorzitter.

  • 2. Het besluit tot het instellen van een onderzoek omvat een omschrijving van het onderwerp van onderzoek en een toelichting. Het onderwerp van onderzoek dient betrekking te hebben op een onderdeel of aspect van het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur.

  • 3. De onderzoekscommissie blijft bestaan totdat de raad heeft besloten haar te ontbinden.

Artikel 3 wijziging onderzoeksomschrijving

  • 1. Indien, hangende het onderzoek, de onderzoekscommissie van mening is dat de omschrijving van het onderwerp van onderzoek gewijzigd dient te worden, doet zij de raad een voorstel de omschrijving te wijzigen.

  • 2. Omtrent een voorstel beslist de raad zo spoedig mogelijk.

Artikel 4 tijdplanning onderzoek

  • 1. Alvorens te beginnen met het horen van personen bericht de voorzitter van de commissie de raad omtrent de tijd die naar verwachting nodig zal zijn voor het onderzoek.

  • 2. Indien het zich naar het oordeel van de commissie laat aanzien dat het onderzoek niet zal zijn afgerond binnen de daarvoor aangegeven tijd doet de voorzitter van de commissie daarvan melding aan de raad.

Artikel 5 vergaderingen onderzoekscommissie

  • 1. De onderzoekscommissie vergadert op door haar te bepalen tijdstippen.

  • 2. De vergaderingen van de onderzoekscommissie vinden alleen doorgang als ten minste drie van de vijf commissieleden aanwezig zijn.

  • 3. De vergaderingen, niet zijnde hoorzittingen, zijn besloten.

  • 4. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt, dat niet in de openbaarheid wordt gebracht.

Artikel 6 horen

  • 1. Van het horen van personen als bedoeld in artikel 155b eerste lid van de Gemeentewet wordt een integraal verslag gemaakt, dat als bijlage bij de bevindingen van de commissie wordt gevoegd.

  • 2. Het verslag van een verhoor als bedoeld in artikel 155c zesde lid van de Gemeentewet is vertrouwelijk.

Artikel 7 informatieve gesprekken, horen

  • 1. De onderzoekscommissie kan, indien dit haar gewenst voorkomt, ter voorbereiding op het horen in beslotenheid informatieve gesprekken voeren. Er bestaat geen verschijningsplicht bij dergelijke gesprekken.

  • 2. De onderzoekscommissie kan ook andere personen als bedoeld in artikel 155b eerste lid van de Gemeentewet oproepen te worden gehoord, met dien verstande dat deze personen niet verplicht zijn gehoor te geven aan een daartoe strekkende oproep.

Artikel 8 bekendmaking

  • 1. De openbare kennisgeving als bedoeld in artikel 155c vijfde lid van de Gemeentewet vindt plaats door middel van een mededeling in een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad.

  • 2. De oproep van de onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155d eerste lid van de Gemeentewet en als bedoeld in artikel 6 tweede lid van deze verordening gaat in ieder geval vergezeld van het besluit van de raad als bedoeld in artikel 155a tweede lid en de onderhavige verordening.

Artikel 9 taak voorzitter

  • 1. De voorzitter van de onderzoekscommissie regelt de gang van zaken tijdens de hoorzitting. De hoorzitting kan door hem worden geschorst.

  • 2. De voorzitter kan, indien de orde tijdens de zitting dat naar zijn oordeel vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de hoorzitting ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting staken.

Artikel 10 publicatie

De bevindingen van de onderzoekscommissie worden op schrift gesteld en openbaar gemaakt.

Na afloop van het onderzoek of zo dikwijls de onderzoekscommissie het nodig oordeelt dan wel de raad daartoe besluit doet de onderzoekscommissie van haar verrichtingen verslag aan de raad.

Artikel 11 secretariaat, ondersteuning

  • 1. De griffier is secretaris van de commissie.

  • 2. De voorzitter van de commissie kan het college van burgemeester en wethouders onder opgaaf van redenen om extra ambtelijke ondersteuning verzoeken.

  • 3. Omtrent een verzoek als bedoeld in het tweede lid beslist het college binnen twee weken na de ontvangst daarvan.

  • 4. Indien ambtenaren, belast met de ambtelijke ondersteuning van de onderzoekscommissie, ambtshalve aanwezig zijn bij een besloten hoorzitting als bedoeld in artikel 155c zesde lid van de Gemeentewet, bewaren zij geheimhouding over hetgeen hun tijdens deze zitting ter kennis komt.

Artikel 12 citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening inzake het recht van onderzoek 2002.

Artikel 13 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat deze is vastgesteld.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van

de raad van de gemeente Lemsterland d.d. 11 april 2002,

de secretaris,

B.G.W. Siebers

de voorzitter,

J. Bosma