Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Bergambacht

Beleid Gladheidbestrijding 2010-2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Bergambacht
Officiële naam regelingBeleid Gladheidbestrijding 2010-2014
CiteertitelBeleid Gladheidbestrijding 2010-2014
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

art. 16 e.v. Wegenwet, art. 209 sub h Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-11-201001-01-2017Actualisering beleid

16-11-2010

Gemeentepagina, 24-11-2010

n.v.t.

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleid Gladheidbestrijding2010-2014

Inhoudsopgave

1. Beleid in Bergambacht

  • 1.1

    Gladheidbestrijding

  • 1.2

    Gladheidbestrijdingsplan

  • 1.3

    Gladheidbestrijding, zorgplicht en aansprakelijkheid

2. Gladheidbestrijding en milieu

  • 2.1

    Verantwoording en milieueffecten

  • 2.2

    Groen en Water

  • 2.3

    Alternatieven voor zout

3. Uitvoering gladheidbestrijdingsplan

  • 3.1

    Gladheidbestrijdingsmiddelen

  • 3.2

    Alarmeringssysteem gladheidbestrijding

  • 3.3

    Preventief strooien

  • 3.4

    Curatief strooien

  • 3.5

    Gladheidbestrijding bij sneeuw en extreme weersomstandigheden

  • 3.6

    Inzet personeel

  • 3.7

    Opslag en voorraad wegenzout en chloorcalcium

  • 3.8

    Afspraken met HHSK

  • 3.9

    Afspraken met externe partners

  • 3.10

    Financiën

  • 3.11

    Communicatie

Bijlagen

Bijlage 1: Strooiroutes (gemeente en HHSK)

Bijlage 2: Interne en externe betrokkenen

Bijlage 3: contract zoutafname provincie

1 Beleid in Bergambacht

1.1 Uitgangspunten bij gladheidbestrijding

De gladheidbestrijding in Bergambacht wordt in principe geactiveerd door de provincie op basis van specifieke, voor de regio geldende, weersvoorspelling.

Het personeel van steunpunt Bergambacht van de Provincie Zuid-Holland waarschuwt, indien door de provincie (zowel preventief als curatief) wordt uitgerukt, de dienstdoende gladheidcoördinator van Bergambacht. De gladheidcoördinator van de gemeente beoordeelt of ook wordt uitgerukt.

Het beleid in Bergambacht is erop gericht dat in de eerste aanleg op elk noodzakelijk tijdstip (dag en nacht) de gladheid wordt bestreden op:

  • ·

    Hoofdroutes voor voertuigen in de belangrijkste ontsluitingsroutes (doorgaande routes)

  • ·

    Busroutes

  • ·

    Uitrukroute brandweer en politie

  • ·

    Enkele wegen richting specifieke complexen waaronder verzorgingstehuizen / bejaardencomplexen en (medische)instellingen en basisscholen.

Zie bijlage 1.

De gladheidbestrijding op deze zogenaamde “primaire routes” geschiedt met één strooi-eenheid op de (jaarlijks geactualiseerde) route. Binnen 3 uur na start werkzaamheden is deze gehele route gestrooid. Bij de primaire routes wordt, voor het geval van tekort aan zout, een aantal wegen aangeduid met ‘hoge prioriteit’. Dit betekent dat van de primaire route de wegen met de aanduiding ‘prioriteit’ niet worden gestrooid.

In tweede instantie worden, als daartoe aanleiding bestaat en er voldoende zout op voorraad is, vanaf 07.30 de zogenaamde “secundaire routes” gestrooid. In het kader van het zorg- en ouderenbeleid vindt tegelijkertijd op specifieke locaties gladheidbestrijding plaats.

Overige opmerkingen:

  • ·

    Uitgangspunt is dat particulier eigendom en openbare parkeerterreinen, behoudens terrein van hulpdiensten (politie en brandweer), niet worden gestrooid.

  • ·

    Buiten de bebouwde kom wordt er in principe gestrooid door het Hoogheemraadschap (HHSK) volgens het beleid Bestrijdingsplan Gladheid. Zie bijlage 1.

  • ·

    Trottoirs worden niet gestrooid behalve op locaties bij seniorencomplexen en medische instellingen. De bewoners of aangrenzende bedrijven / winkeliers hebben zelf een verantwoordelijkheid bij het schoonhouden van de trottoirs. Indien er op werkdagen personele capaciteit (over) is, worden trottoirs die niet aan woningen grenzen of trottoirs richting bijvoorbeeld opstapplaatsen OV gestrooid.

1.2 Gladheidbestrijdingplan

Het gladheidbestrijdingsplan is inhoudelijk op bovengenoemde uitgangspunten gebaseerd. De gladheidbestrijding vindt plaats onder regie van de gemeente Bergambacht; ook de uitvoering geschiedt grotendeels door personeel van de gemeente Bergambacht. Jaarlijks wordt met een aantal betrokken instanties het gladheidbestrijdingsplan geëvalueerd en zo nodig geactualiseerd en aan het college van B&W ter goedkeuring voorgelegd (en bij actualisatie ter kennisname aan de raad toegestuurd). Vervolgens wordt het definitieve plan aan alle belanghebbende instanties toegestuurd.

1.3 Gladheidbestrijding, zorgplicht en aansprakelijkheid

De gemeente heeft een zorgplicht / inspanningsverplichting voor de veiligheid van de weg. Het voorliggende gladheidbestrijdingsplan is het resultaat van deze zorgplicht / inspanningsverplichting. Het stelt de gemeente in staat om aan te tonen dat zij op adequate wijze zorgdraagt voor de veiligheid van de weggebruikers.

Op grond van artikel 16 e.v. van de Wegenwet en art. 209 sub h van de Gemeentewet rust de zorg voor het in goede en veilige staat verkeren van wegen bij de gemeente, voor zover deze zorg niet aan een ander overheidsorgaan is opgedragen. Tot de zorg voor het in goede en veilige staat verkeren van wegen behoort ook het bestrijden van gladheid van deze wegen. Het gaat hier om een inspanningsverplichting van de gemeente en niet om een garantieplicht.

Aan een weg die ten gevolge van nachtvorst, sneeuwval, ijzel e.d. glad is geworden, kunnen niet dezelfde eisen worden gesteld als aan zo’n weg gedurende de zomer. Van de weggebruiker mag worden verwacht dat hij bij “winterse” omstandigheden met een grote mate van oplettendheid en voorzichtigheid aan het wegverkeer deelneemt dan wel dat hij zich bij extreme omstandigheden geheel niet op de weg begeeft. In dit soort omstandigheden kan de gemeente als wegbeheerder niet altijd zonder meer aansprakelijk worden geacht voor eventueel ontstane schade.

Het is mede gelet op bovenstaande belangrijk een beleid vast te stellen (op basis van financiële en milieu-afwegingen), jaarlijks voor het winterseizoen de uitgangspunten van het beleid te publiceren en adequaat te reageren op gevaarlijke situaties.

2 Gladheidbestrijding en milieu

2.1 Verantwoording en milieueffecten

Bij de gladheidbestrijding wordt gebruik gemaakt van dooimiddelen die een schadelijke invloed hebben op het leefmilieu. Wel eist onze maatschappij ook ’s winters een zo veilig mogelijk wegen- en fietspadennet. Een niet doelmatig bestreden gladheid van de wegen leidt tot een verkeerschaos met mogelijk ernstig persoonlijk letsel en grote materiële en economische schade. Hierbij hanteert de gemeente Bergambacht, vanuit milieuoogpunt, geen terughoudend strooibeleid. Dit betekent dat er mogelijk milieueffecten optreden.

2.2 Groen en water

Het is zo dat zout het milieu aantast. Een deel van het zout komt namelijk in de berm terecht. Daar kan zich waardevolle beplanting bevinden. Vooral bomen en struiken hebben te lijden van strooizout. Uiteindelijk komt het zout, nadat het van het wegdek is afgespoeld, terecht in het oppervlakte- en grondwater.

De eenvoudigste en goedkoopste manier om zoutschade aan het milieu te beperken is de hoeveelheid te beperken / doseren. Vandaar dat we wel zijn overgegaan op nat strooien. Hierbij wordt aan het wegenzout de vloeistof Calciumchloride toegevoegd. Hierbij wordt namelijk aanmerkelijk minder zout per m2 wegdek gebruikt. Gemiddeld wordt 10 tot 15 gram zout per m2 wegdek gestrooid en in extreme gevallen kan dit oplopen tot 30 à 35 gram zout per m2. Dus natzout strooien betekent dat:

  • ·

    er minder zout nodig is

  • ·

    het milieu minder wordt belast

  • ·

    er over het algemeen een beter en sneller dooiresultaat is.

Ook zal het zorgvuldig instellen van de strooibreedte van de strooier en het gebruik maken van de links – midden – rechts instelling bijdragen aan een beter milieu.

2.3 Alternatieven voor zout

Zand wordt voornamelijk gebruikt als stroefheidverhogend middel. Vroeger strooide men in het algemeen zand; tegenwoordig wordt het op specifieke plaatsen toegepast, bijvoorbeeld op bruggen. Het wordt ook wel vermengd met zout gebruikt. In dit laatste geval heeft het zout de functie om vriespuntverlaging te bewerkstelligen.

Voordelen:

  • a.

    Geen verontreiniging van het oppervlaktewater

  • b.

    Geen zoutschade bij bomen en beplanting.

Nadelen:

  • a.

    Zand geeft op gladde wegen een te geringe verbetering van de wrijvingsweerstand. Bovendien is bij gebruik van zand per vierkante meter veel strooimaterieel nodig.

  • b.

    Op het wegdek blijft een laagje zand achter dat na verloop van tijd weer van de rijweg, dan wel uit het rioleringssysteem verwijderd moet worden.

  • c.

    Bij bepaalde weersomstandigheden zal men na het strooien van zand, het strooien eerder moeten herhalen dan bij het gebruik van zout.

Bij voldoende zoutvooraad wordt, gelet op bovenstaande, niet gekozen voor zand.

3 Uitvoering gladheidbestrijdingsplan

3.1 Gladheidbestrijdingsmiddelen

Voor een effectieve gladheidsbestrijding heeft de gemeente Bergambacht het volgende materieel ter beschikking:

  • -

    1 “nat”-strooier 800 liter (combinatie pekel en calciumchloride)

  • -

    1 “droog”-strooier 4 m3 voor extreme weersomstandigheden en hevige sneeuwval

  • -

    1 voet- / fietspadenstrooier achter de Nimos

  • -

    1 sneeuw- / bladborstel voor de Nimos

  • -

    Zoutkisten op diverse locaties in de kernen (zie bijlage 1).

Ook zijn tijdens extreme weersomstandigheden externe partijen met eigen materieel inzetbaar (zie bijlage 2).

In alle gevallen zorgt de dienstdoende coördinator gladheidbestrijding van de gemeente Bergambacht voor de algehele coördinatie tussen alle betrokken medewerkers en externe partijen.

3.2 Alarmeringssysteem gladheidbestrijding

Het alarmeringssysteem ten behoeve van de gladheidbestrijding heeft als doel een zo snel en zo goed mogelijke communicatie te waarborgen, om zodoende de optredende gladheid zo goed mogelijk te kunnen bestrijden. Hierbij is met Meteoconsult een contract gesloten om een specifieke, op de regio afgestemde weersverwachting en gladheidvoorspelling af te nemen. Dit weersysteem is in 5K verband (ook met HHSK) aangeschaft. De gladheidcoördinator kan op elk moment op de internetsite van Meteoconsult inloggen voor de actuele weersomstandigheden.

Betrokken instanties:

  • ·

    Provincie Zuid-Holland, steunpunt Bergambacht (veelal meldende instantie)

  • ·

    Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard (HHSK)

  • ·

    Politie, centrale meldkamer Politie Hollands Midden

  • ·

    Gemeente (dienstdoende gladheidcoördinator en dienstdoende strooiploeg)

De communicatie geschiedt door middel van mobiele telefoons.

3.3 Preventief strooien

De laatste jaren wordt veel gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de wegen “nat” te strooien. Zo is de kleine strooier van de gemeente ingesteld op het zogenaamde “nat-strooien”.

Bij de nat-strooi-methode wordt het wegenzout met een nauwkeurig werkende dosering bevochtigd met calciumchloride. In tegenstelling tot gewoon zout heeft toepassing van calciumchloride effect bij lagere temperaturen dan -10 graden. Daarenboven is er een langduriger hechting aan het wegdek, zodat er niet onnodig vaak hoeft te worden gestrooid. De wegbermen worden ontzien vanwege het vermijden van verwaaiing van zout. De resultaten van de toepassing worden beïnvloed door de optredende luchtvochtigheid, de intensiteit van het verkeer, de snelheid van het verkeer en de textuurdiepte van het wegdek.

Nog een belangrijk voordeel van nat-strooien is dat preventief kan worden gestrooid. Bij de verwachting van gladheid wordt het wegdek vooraf voorzien van een laagje “nat” zout, waardoor de sneeuw of ijzel minder kans krijgt om te hechten.

Preventief strooien (op droge, vochtige of natte rijbanen) moet beperkt blijven tot die omstandigheden, waarin:

  • ·

    met grote mate van zekerheid, neerslag of mist te verwachten is en de temperatuur van het wegdek op of onder 0 graden Celsius ligt.

  • ·

    het wegdek vochtig of nat is en de luchttemperatuur tot onder het nulpunt zal dalen.

Preventief strooien heeft de volgende voordelen:

  • ·

    Per vierkante meter is er minder zout nodig (milieu-effect).

  • ·

    Er vindt minder verwaaiing plaats van het zout waardoor de wegbermen worden ontzien.

  • ·

    Men kan strooien met relatief hoge snelheden (tot 50 km per uur).

  • ·

    Het tijdstip van strooien kan men zelf vaststellen zodat kan worden zeker gesteld dat er voor de ochtendspits (07.00 uur) is gestrooid.

  • ·

    Het strooien vindt plaats voor het optreden van gladheid waardoor het gevaar op de weg wordt geminimaliseerd.

3.4 Curatief strooien

  • a.Gladheidbestrijding binnen de reguliere diensttijd

    Bij optredende gladheid of sneeuwval binnen de reguliere diensttijd (tussen 07.30 uur en 16.30 uur) neemt de meldende instantie (gelet op zoutdepot is dit provincie) contact op met de Opzichter Gemeentewerken. Al naar gelang de mate van gladheid of sneeuwval neemt de Opzichter Gemeentewerken alle noodzakelijke maatregelen. Van deze maatregelen zal de Centrale Meldkamer van de politie en de front-office van de gemeente (telefoniste) op de hoogte worden gehouden.

  • b.Gladheid buiten de reguliere diensttijd

    Bij optredende gladheid of sneeuwval buiten de reguliere diensttijden om (na 16.30 uur en voor 07.30 uur) worden gladheidmeldingen door de meldende instantie (gelet op zoutdepot is dit provincie) naar dienstdoende coördinator gladheidbestrijding gemeld (dan wel eigen initiatief). In overleg met de meldende instantie bepaalt de dienstdoende coördinator gladheidbestrijding hoe en in welke mate de gladheid wordt bestreden. In principe wordt zo veel mogelijk opgetrokken met de uitrukken van de provincie. Provincie gaat bij de afweging om al dan niet te strooien uit van Meteo weerdienst. De dienstdoende coördinator gladheidbestrijding informeert centrale meldkamer politie Hollands Midden.

  • c.Informatie betreffende de mate van gladheid

    • ·

      Politie Hollands Midden heeft een signalerende ondersteunende functie. In voorkomende gevallen zal de Centrale meldkamer dienstdoende ambtenaar van de gemeente informeren over incidentele gladheid.

    • ·

      Dienstdoende coördinator gladheidbestrijding kan op basis van eigen waarneming, informatie uit Meteo weerdienst of signalen van HHSK zowel preventief als curatief (voor zover zoutvoorraad aanwezig is) een strooiactie in gang zetten.

    • ·

      Bij een reële kans op gladheid ’s ochtends, wordt de avond ervoor preventief gestrooid.

    • ·

      Er wordt gestreefd om ’s morgens voor de spits op de primaire route gladheid te hebben bestreden. Men dient zich te realiseren dat bij helder weer de temperatuur tegen de ochtend het laagst is.

    • ·

      Dienstdoende medewerker van de strooiploeg draagt zorg voor het afmelden, bij de centrale meldkamer politie Hollands Midden, zodra de gladheidbestrijding is afgerond.

3.5 Gladheidbestrijding bij sneeuw en extreme weeromstandigheden

Bij aanhoudende sneeuwval kan niet meer alleen met strooien volstaan worden en dient overgegaan te worden op sneeuwruimen. Doordat de werking van het wegenzout mede bepaald wordt door de mate van verkeersdruk, dient op fietspaden eerder overgegaan te worden op sneeuwruimen dan op bijvoorbeeld auto-ontsluitingswegen. Vanwege de aanzienlijk langere doorlooptijd van de routes bij het sneeuwruimen met behulp van sneeuwploegen is een opdeling betreffende prioriteiten binnen de primaire routes noodzakelijk. Dit houdt in dat bij aanhoudende sneeuwval de gladheidbestrijding zich in eerste instantie zal concentreren op het begaanbaar houden en krijgen van de ontsluitingswegen. In een later stadium zullen dan de overige wegtypen binnen de primaire routes sneeuwvrij worden gemaakt.

Bij extreme weersomstandigheden, zoals zware sneeuwval, zullen externe partijen ingezet worden voor met name het sneeuwschuiven.

3.6 Zoutkisten

Op diverse locaties in de kernen staan zoutkisten (zie bijlage 1 voor de locaties). Op deze locaties wordt door de gemeente zout beschikbaar gesteld. Aan het begin van het strooiseizoen worden deze gevuld en tussentijds bijgevuld. Dit zout is in eerste instantie bedoeld voor nabijgelegen bijzondere objecten (waaronder seniorencomplexen).

3.7 Inzet personeel

Een gladheidbestrijdingsploeg bestaat uit 3 personen. Zij zijn ingeroosterd volgens een van tevoren vastgesteld schema.

Een ploeg bestaat uit:

  • .

    1 dienstdoend ambtenaar meldpunt woonomgeving / coördinator gladheidbestrijding;

  • .

    2 buitendienstmedewerkers (strooiploeg).

Naast bovenstaande drie medewerkers is er een 4e medewerker ingeroosterd voor overige meldingen (Meldpunt Woonomgeving).

Arbo en werktijden

Uitgangspunt is dat medewerkers maximaal 6-8 uur strooien. Bij langdurige strooiperiodes (bijv. enkele nachten achtereen) is het mogelijk in overleg een vervangende strooiploeg in te zetten, zodat de eigenlijke strooiploeg kan uitrusten en ‘opladen’. De coördinator gladheidbestrijding is verantwoordelijk voor vervanging en afstemming van werktijden. Dit betekent mogelijk een beperking van de gladheidbestrijding. In totaal mag een medewerker maximaal 12 uur per dag werken (met een rusttijd van minimaal 14 uur). Daarnaast mag bij hevig winterweer niet meer dan 60 uur per week (inclusief reguliere werkzaamheden en werktijden) door een medewerker worden gewerkt. Dit betekent mogelijk een beperking van de gladheidbestrijding.

In geval dat gladheidbestrijding plaatsvindt tussen 24.00 en 6.00 uur, en er een reguliere werkdag volgt, kan (dan wel moet, boven de 12 uur) gecompenseerd worden op de volgende manier:

  • ·

    bij werktijd tussen 0:00 en 4:00 bij aanvang van de werkdag;

  • ·

    bij werktijd tussen 4:00 en 6:00 aan het einde van de werkdag.

Bovenstaande is als uitgangspunt geformuleerd waarbij de dienstdoende coördinator verantwoordelijk is voor een juiste werkbare toepassing. Rooster inzet personeel.

3.8 Opslag en voorraad wegenzout en chloorcalcium

Sinds de nieuwbouw van Gemeentewerken aan de Veerweg te Bergambacht beschikt de gemeente niet meer over opslag van eigen wegenzout of chloorcalcium voorraden.

Hiervoor is een contract gesloten met de Provincie Zuid-Holland. Sinds het seizoen 2009-2010 betrekt de gemeente haar wegenzout en calcium bij het Steunpunt van de Provincie Zuid-Holland (ook gevestigd aan de Veerweg te Bergambacht).

De gemeente betaalt hiervoor een vergoeding per ton wegenzout en liter chloorcalcium.

Het nadeel hiervan is dat de gemeente niet zelf kan bepalen wanneer men een strooiactie gaat inzetten, men kan alleen op het terrein van de Provincie als er personeel aanwezig is. De gemeente en de provincie moeten dus gezamenlijk strooiacties houden.

Voor noodgevallen kan beperkte voorraad zout, voor één strooibeurt, worden opgeslagen. Zodoende kan de gemeente op eigen initiatief uitrukken.

3.9 Afspraken met HHSK

In bijlage 1 is aangegeven welke routes door de gemeente voor het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) worden gestrooid en andersom. Jaarlijks stelt de gemeente deze routes op en legt deze ter goedkeuring voor aan het HHSK.

3.10 Afspraken met overige partijen (Cyclus, oud papier, Connexxion)

Connexxion en Cyclus hebben een procedurebeschrijving bij calamiteiten (winters weer). Vooraf zijn geen harde criteria voor het wel of niet uitvoeren van taken bij bepaalde (weers)omstandigheden. Belangrijk is op de gemeentelijke website primair te verwijzen naar de sites van beide partijen en indien noodzakelijk op de eigen website informatie beschikbaar te stellen. Bij enkele belangrijke bushaltes wordt met digitale informatieborden aangegeven of de bussen daadwerkelijk rijden.

3.11 Financiën

Bij hevige winters is het budget niet leidend voor stooiacties. Wel zal gedurende een hevige winter regelmatig contact zijn over de uitvoering met het college van burgemeester en wethouders, hierbij gaat het o.a. over de financiële middelen.

3.12 Communicatie

Ten aanzien van de interne communicatie en de communicatie met andere overheidsinstanties is de dienstdoende coördinator gladheidbestrijding verantwoordelijk. Dit geldt ook voor de, incidentele en niet voorziene, externe communicatie met betrokken instanties. Communicatie met o.a. de pers en andere externen (bij calamiteiten) wordt verzorgd door afdeling communicatie (in afstemming met afdelingshoofd ROB en college). Zodoende kan dienstdoende coördinator zich volledig richten op de gladheidbestrijding.

Voor de voorziene communicatie (jaarlijks terugkerend) is de coördinator Buitendienst verantwoordelijk. Hierbij gaat het om:

  • ·

    publicatie van belangrijkste kaders van het beleid Gladheidbestrijding op de gemeentepagina en de gemeentelijke website (medio oktober). Hierbij wordt aandacht besteed aan:

    • o

      strooiroutes en prioriteiten

    • o

      afspraken met HHSK over buitengebied

    • o

      eigen verantwoordelijkheid / voorzichtigheid (in relatie tot aansprakelijkheid)

    • o

      verwijzen naar website (en gemeentepagina) voor laatste nieuws (o.a. t.a.v strooiroutes, voorraad zout, vuilophaal, etc)

  • ·

    eventueel plaatsen van waarschuwingsborden bij entree van kernen.

Bij winters weer wordt door burgers / betrokkenen veelvuldig contact opgenomen met de gemeente om een toelichting over het beleid of het melden van tekortkomingen bij het strooien. Hierbij is in eerste instantie de medewerker aan de balie het aanspreekpunt. Hierbij wordt verwezen naar het beleid op de website, worden meldingen genoteerd en worden meldingen doorgegeven aan de dienstdoende coördinator Gladheidbestrijding. Veelal zal en kan, vanuit personeel en financieel oogpunt, niet individueel gereageerd worden op meldingen. Uitgangspunt in de communicatie is het vooraf vastgestelde beleid en routes en wordt hierbij voor de actualiteit verwezen naar de website van de gemeente. Wel worden meldingen meegenomen bij nieuwe uitrukken, tussentijds (ambtelijke) bijstelling van strooiroutes en/of aanpassing van strooiroutes of beleid.

(bovenaan deze pagina zijn verwijzingen naar de bijlagen opgenomen)

Bijlagen (jaarlijks te actualiseren)

  • ·

    Bijlage 1: Strooiroutes (gemeente en HHSK)