Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Middelharnis

Algemene subsidieverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Middelharnis
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening
CiteertitelAlgemene Subsidieverordening gemeente Middelharnis 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpBelastingen, uitkeringen en toeslagen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De regeling vervangt de Algemene subsidieverordening gemeente Middelharnis 1999 en de beleidsregels voor subsidieverstrekking behorende bij de Algemene subsidieverordening gemeente Middelharnis 1999

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 148 en 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

02-01-2013

Huis-aan-huiskrant Groot Goeree-Overflakkee, 08-01-2013

Z 13-00343
24-06-200401-01-2013Nieuwe regeling

06-05-2004

Ons Eiland, 13-05-2004

Onbekend

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Middelharnis;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 januari 2004gelet op artikel 148 en 149 van de Gemeentewet en de bepalingen van titel 4.2 van deAlgemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

vast te stellen de Algemene subsidieverordening gemeente Middelharnis.

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:a. activiteiten: werkzaamheden, gericht op door de gemeente Middelharnis nagestreefdedoelstellingen van ideële of materiële aard, welke werkzaamheden of resultaten daarvanmeetbaar zijn in termen van kwantiteit, kwaliteit of geld;b. eigen middelen: alle vermogens- en inkomensbestanddelen waarover de subsidieontvangerkan beschikken, waaronder inkomsten uit contributies, inkomsten uitdeelnemersbijdragen, inkomsten uit donaties, erfstellingen en legaten, reserves envoorzieningen;c. subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt methet oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan hetbestuursorgaan geleverde goederen of diensten;d. structurele subsidie: een jaarlijks terugkerende subsidie voor activiteiten met eenduurzaam karakter;e. incidentele subsidie: een subsidie voor een éénmalige activiteit;f. subsidie-ontvanger: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid of een groepvan natuurlijke personen of een natuurlijk persoon die een activiteit verricht of laatverrichten;g. subsidieplafond: een bedrag dat gedurende een begrotingsjaar ten hoogste beschikbaaris voor de verstrekking van subsidies ter uitvoering van deze verordening en de geldendebeleidsregels;h. subsidieverlening: een beschikking die bevat een omschrijving van de activiteitenwaarvoor subsidie wordt verleend en het bedrag van de subsidie, dan wel het bedragwaarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld en de wijze waarop dit bedragwordt bepaald;i. subsidievaststelling: beschikking waarbij het bedrag van de subsidie wordt vastgesteld endie aanspraak geeft op betaling van het vastgestelde bedrag;j. uitvoeringsovereenkomst: een overeenkomst, gesloten tussen een subsidie-ontvanger enhet college, ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening;k. boekjaar: kalenderjaar.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening
  • 1 Deze verordening is van toepassing op alle door de gemeente te verlenen subsidies vooractiviteiten die door subsidie-ontvangers in het directe belang van de gemeente wordenuitgevoerd en/of passen binnen de gemeentelijke beleidsdoelstellingen.

  • 2 Het bij of krachtens deze verordening bepaalde is niet van toepassing indien en voorzover:a. bij of krachtens een bijzondere subsidieregeling daarvan wordt afgeweken:b. het rijk of de provincie een regeling heeft vastgesteld, waarbij de rijks- of provincialesubsidie op andere dan in deze verordening gestelde voorwaarden afhankelijk wordtgesteld van de verlening van een gemeentelijke subsidie.

Artikel 3 Informatieverplichtingen

Een ontvanger van structurele subsidie, tevens rechtspersoon, is verplicht het college omtoestemming te vragen in geval van:a. wijzigingen in de statuten, het reglement en de organisatievorm, onder toezending vaneen afschrift van de notariële akte waarin de wijziging is opgenomen;b. wijzigingen in de bestuurssamenstelling;c. besluiten en procedures die leiden of kunnen leiden tot beëindiging van de activiteitendan wel ontbinding van de rechtspersoon.

Artikel 4 Verbodsbepaling
  • 1 Het is de subsidie-ontvanger niet toegestaan schenkingen aan derden te doen, behoudensna verkregen toestemming van het college.

  • 2 Het is de subsidie-ontvanger niet toegestaan onderscheid te maken naar ras,geloofsovertuiging, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid. Het is de subsidieontvangerwel toegestaan activiteiten te organiseren, die gericht zijn op een of meerspecifieke doelgroepen.

Artikel 5 Subsidieplafond
  • 1 Het college kan jaarlijks, bij het vaststellen van de begroting, een subsidieplafondvaststellen.

  • 2 Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt bepaald hoe het beschikbare bedragwordt verdeeld.

  • 3 Een subsidieplafond wordt bekendgemaakt vóór de aanvang van het tijdvak waarvoor hetis vastgesteld. Bij de bekendmaking van het subsidieplafond wordt tevens de wijze vanverdeling vermeld.

  • 4 De subsidie wordt geweigerd, voor zover door verstrekking van de subsidie hetvastgestelde subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 6 Bevoegdheden
  • 1 Het college is belast met de uitvoering van deze verordening.

  • 2 Het college brengt eenmaal per jaar, bij de jaarrekening, een verslag uit van de door hengenomen besluiten en voor zover mogelijk de doeltreffendheid en de effecten van desubsidies in de praktijk.

Hoofdstuk 2 DE SUBSIDIEVERLENING

Artikel 7 Aanvraag van een structurele subsidie
  • 1 De aanvraag van de structurele subsidie wordt bij het college uiterlijk op 1 april voor deaanvang van het boekjaar ingediend.

  • 2 Bij de aanvraag van een structurele subsidie wordt door de aanvrager tenminsteoverlegd:a. een activiteitenplan, waarin tevens de beoogde doelstelling(en) is (zijn) vermeld;b. een begroting per activiteit of cluster van activiteiten, waarbij alle kosten enopbrengsten aan de activiteit of cluster van activiteiten zijn toegerekend, inclusiefpersoneels- en accomodatielasten, alsmede een toelichting op de begroting;c. een begroting voor het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd;d. een financieel verslag over het laatste subsidiejaar, vergezeld van een accountantsverklaringof een verklaring van kascontrole;e. een balans naar de toestand van 31 december van het afgelopen kalenderjaar;f. een verslag van de activiteiten van het laatste kalenderjaar, met een beschrijving vande gevolgde werkwijze en het verkregen resultaat;g. een gespecificeerde opgave van het bedrag dat de aanvrager nodig heeft voor hetuitvoeren van de activiteit of activiteiten;h. een opgave van eventueel bij anderen aangevraagde subsidie voor dezelfdeactiviteiten, met daarbij de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van dieaanvraag of aanvragen.

  • 3 Indien de aanvrager rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid is overlegt dezetevens bij de eerste aanvraag:a. een opgave van de samenstelling van het bestuur;b. een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtingsakte van de rechtspersoon waarin destatuten zijn opgenomen en een exemplaar van het huishoudelijk reglement;c. een beschrijving van de organisatievorm van de rechtspersoon.

  • 4 Het college kan bepalen dat bepaalde stukken, genoemd onder lid 2 van dit artikel, nietbehoeven te worden overlegd. Het college doet het verzoek om overlegging vanaanvullende stukken of informatie binnen een termijn van vier weken na ontvangst vanhet verzoek om structurele subsidie.

  • 5 Het college kan aanvullende beleidsregels vaststellen waaraan te overleggen stukkendienen te voldoen.

  • 6 Indien subsidie wordt verleend voor een meerjarige periode, kan worden volstaan metéén aanvraag op uiterlijk 1 april voor de aanvang van de meerjarige periode. De stukkenals bedoeld in lid 2 moeten dan betrekking hebben op de gehele periode (o.a. meerjarenbegroting).

  • 7 Het college kan één of meer toezichthouders aanwijzen die zij belasten met het toezichtop de naleving van aan de subsidieontvanger opgelegde verplichtingen.

Artikel 8 Aanvraag van een incidentele subsidie
  • 1 De aanvraag van de incidentele subsidie wordt door de aanvrager tenminste 6 wekenvóór de aanvang van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, ingediend bijhet college.

  • 2 Bij een aanvraag van indicidentele subsidie worden door de aanvrager tenminste devolgende stukken overlegd:a. een activiteitenplan, waarin tevens de beoogde doelstellingen zijn vermeld;b. een gespecificeerde opgave van het bedrag dat de aanvrager nodig heeft voor hetuitvoeren van de activiteit of activiteiten. Indien de aanvrager rechtspersoon metvolledige rechtsbevoegdheid is, overlegt hij tevens stukken genoemd in het derde lidvan artikel 7.

  • 3 Het college kan bepalen dat bepaalde stukken, genoemd in lid 2 van dit artikel nietbehoeven te worden overlegd, dan wel dat aanvullende stukken of aanvullendeinformatie dienen te worden overlegd. Het college doet het verzoek om aanvullendeinformatie binnen een termijn van vier weken na ontvangst van het verzoek omincidentele subsidie.

  • 4 Het college kan aanvullende beleidsregels vaststellen waaraan te overleggen stukkendienen te voldoen.

  • 5 Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 van dit artikel, voor zoverhet betreft het vereiste dat de aanvraag wordt ingediend vóór de aanvang van deactiviteiten.

Artikel 9 Niet tijdige en niet volledige aanvraag
  • 1 Indien een aanvraag niet tijdig is ingediend kan het college besluiten deze niet tebehandelen.

  • 2 Indien een aanvraag onvolledig is ingediend stelt het college de aanvrager in degelegenheid het verzuim binnen een redelijke, door hen schriftelijk aan te geven, termijnte herstellen. Indien het verzuim niet binnen de gestelde termijn is voldaan besluit hetcollege de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 10 De beschikking omtrent subsidieverlening
  • 1 De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoorsubsidie wordt verleend.

  • 2 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van de subsidie, dan wel hetbedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden bepaald en de wijze waarop ditbedrag wordt betaald.

  • 3 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het tijdvak waarvoor een subsidie wordtverleend.

  • 4 De beschikking tot subsidieverlening kan overige door het college vast te stellenverplichtingen bevatten.

Artikel 11 Begrotingsvoorbehoud

Voor zover een subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet isvastgesteld of goedgekeurd, kan zij worden verleend onder de voorwaarde dat door degemeenteraad voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 12 Weigering subsidieverlening
  • 1 De subsidieverlening wordt in ieder geval geweigerd:a. indien de subsidie-aanvrager zelf in de kosten van de activiteit of activiteiten kanvoorzien uit eigen middelen of middelen van derden;b. indien de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet in het directe belang van degemeente wordt uitgevoerd en/of niet past binnen de door de gemeente Middelharnisgeformuleerde doelstellingen.

  • 2 De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde redenbestaat om aan te nemen dat:a. de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggenomtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten,voorzover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 3 De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager:a. in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en deverstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zoudenhebben geleid, ofb. failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel eenverzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • 4 Het college zal, alvorens een besluit tot weigering wordt genomen, met de subsidieaanvragerin overleg treden.

  • 5 In een beleidsregel kan het college bepalen dat afwijking van de weigeringsgrondgegeven in het eerste lid, onder a, mogelijk is, indien en voor zover het een incidentelesubsidie betreft die het stimuleren van op grond van die beleidsregel gewensteactiviteiten ten doel heeft.

Artikel 13 Uitvoeringsovereenkomst
  • 1 Ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening kan een overeenkomst wordengesloten.

  • 2 Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de subsidie zichdaartegen verzet, kan in de overeenkomst worden bepaald dat de subsidie-ontvangerverplicht is de activiteiten te verrichten waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 14 Verplichtingen van de subsidie-ontvanger
  • 1 De subsidie-ontvanger is verplicht het college zo spoedig mogelijk te informeren over:a. ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de activiteiten niet kunnenworden verwezenlijkt;b. het geheel of gedeeltelijk beëindigen van de activiteiten.

  • 2 Het college kan aan de subsidie-ontvanger verplichtingen opleggen met betrekking tot:a. de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;b. de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;c. het vóór de subsidievaststelling verstrekken van gegevens en bescheiden die nodigzijn voor een beslissing omtrent de subsidie;d. de te verzekeren risico's;e. het stellen van zekerheid voor verleende voorschotten;f. het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en dedaaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling vande subsidie van belang zijn;g. het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor derden;h. het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid,van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op het door het bestuursorgaan gevoerdefinanciële beheer en de financiële verantwoording daarover.

  • 3 Het college kan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen opleggen die strekkentot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

Artikel 15 Reserves en voorzieningen
  • 1 Het college kan bij de verlening van structurele subsidies, aan een subsidie-ontvanger devorming van reserves of voorzieningen toestaan.

  • 2 Het college kan aanvullende beleidsregels vaststellen ten aanzien van hetmaximumbedrag en het doel van vorming van reserves en voorzieningen.

Hoofdstuk 3 SUBSIDIEVASTSTELLING

Artikel 16 Termijn van aanvraag
  • 1 De subsidie-ontvanger dient na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor subsidieis verleend een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2 De aanvraag tot vaststelling van een structurele subsidie moet worden ingediend voor 1april volgend op het jaar waarvoor de subsidie is verleend.

  • 3 De aanvraag tot vaststelling van de incidentele subsidie moet worden ingediend binnen12 weken na afloop van de activiteiten of het tijdvak waarvoor de subsidie is verleend.

Artikel 17 De aanvraag tot subsidievaststelling
  • 1 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling toont de aanvrager aan dat de activiteiten hebbenplaatsgevonden overeenkomstig de aan de subsidie verbonden verplichtingen, tenzij desubsidie voor de aanvang wordt vastgesteld.

  • 2 Bij de aanvraag tot subsidievaststelling legt de aanvrager rekening en verantwoording afomtrent de aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voorde vaststelling van de subsidie van belang zijn.

  • 3 Het college kan de subsidieontvanger verplichten tot medewerking aan een aanvullendaccountantsonderzoek.

  • 4 Bij de aanvraag voegt de subsidie-ontvanger een inhoudelijk en financieel verslag,waarin in ieder geval zijn beschreven:a. de aard en omvang van de verrichte activiteiten;b. een beschrijving in hoeverre de door de gemeente nagestreefde doelstellingen zijnbehaald en een toelichting op verschillen tussen de nagestreefde doelstellingen enbehaalde resultaten.

  • 5 Bij subsidie-ontvangers, die meer dan € 45.500 omzet per jaar hebben, is eengoedkeurende accountantsverklaring vereist.

  • 6 Het college kan beleidsregels stellen met betrekking tot de stukken, genoemd in de leden1 tot en met 5 van dit artikel.

Artikel 18 Beslistermijn

Het college stelt de subsidie binnen dertien weken na de indiening van de aanvraag totvaststelling vast.

Artikel 19 De beschikking tot subsidievaststelling
  • 1 Indien een beschikking tot subsidieverlening is gegeven, stelt het college de subsidieovereenkomstig de subsidieverlening vast.

  • 2 De subsidie kan lager worden vastgesteld indien:a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbondenverplichtingen;c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en deverstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op deaanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, ofd. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist ofbehoorde te weten.

  • 3 Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van deactiviteit of activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in redelijkheidniet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd, bij de vaststelling van de subsidie nietin aanmerking worden genomen.

  • 4 Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven kunnen aan de subsidieontvangerverplichtingen worden opgelegd als genoemd in artikel 14.

Artikel 20 Ambtshalve subsidievaststelling

Het college stelt de subsidie geheel of gedeeltelijk ambtshalve vast indien:a. de termijn waarbinnen de aanvraag tot vaststelling moet zijn ingediend, is verstreken engeen aanvraag tot vaststelling is ingediend;b. de beschikking tot subsidieverlening of de beschikking tot subsidievaststelling wordtingetrokken;c. bij wettelijk voorschrift of bij de subsidieverlening een termijn is bepaald binnen welke desubsidie ambtshalve wordt vastgesteld.

Artikel 21 Weigering subsidievaststelling

Indien geen beschikking tot subsidieverlening is gegeven, kan subsidievaststelling wordengeweigerd op de gronden genoemd in artikel 12.

Hoofdstuk 4 INTREKKING EN WIJZIGING

Artikel 22 Intrekking of wijziging subsidieverlening
  • 1 Zolang de subsidie niet is vastgesteld, kan het college de subsidieverlening intrekken often nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen indien:a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebbenplaatsgevonden of zullen plaatsvinden;b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbondenverplichtingen;c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en deverstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op deaanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist ofbehoorde te weten, ofe. het college, met toepassing van artikel 11, een beroep doet op de voorwaarde datvoldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

  • 2 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip, waarop de subsidie isverleend, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 23 Intrekking of wijziging subsidievaststelling
  • 1 Het college kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvangerwijzigen:a. op grond van feiten en omstandigheden, waarvan zijn bij de subsidievaststellingredelijkerwijs niet op de hoogte konden zijn en op grond waarvan de subsidie lagerdan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;b. indien de subsidievaststelling onjuist was en de subsidie-ontvanger dit wist ofbehoorde te weten;c. indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbondenverplichtingen.

  • 2 De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie isvastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

  • 3 De subsidievaststelling kan niet meer worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvangerworden gewijzigd, indien vijf jaar zijn verstreken sinds de dag waarop zij isbekendgemaakt dan wel, in het geval de subsidie-ontvanger na de dag waarop dehandeling in strijd met de verplichting is verricht of de dag, waarop aan de verplichtinghad moeten zijn voldaan.

Artikel 24 Intrekking of wijziging lopende subsidieverlening
  • 1 Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het college de subsidieverlening, metinachtneming van een redelijke termijn, intrekken of ten nadele van de subsidieontvangerwijzigen:a. voor zover de subsidieverlening onjuist is;b. voor zover veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegendemate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten.

  • 2 Bij intrekking of wijziging op grond van het eerste lid vergoedt het college de schade diede subsidie-ontvanger lijdt, doordat deze in vertrouwen op de subsidieverlening andersheeft gehandeld dan deze zonder subsidieverlening zou hebben gedaan.

Artikel 25 Weigering subsidie voor een nieuw tijdvak
  • 1 Indien aan een subsidie-ontvanger voor drie of meer achtereenvolgende jaren subsidie isverstrekt voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde voortdurende activiteiten, geschiedt degehele of gedeeltelijke weigering van de subsidie voor een daarop aansluitend tijdvak opde grond dat veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten zich tegenvoortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten, met inachtnemingvan een redelijke termijn.

  • 2 Voor zover aan het einde van het tijdvak waarvoor subsidie is verleend sedert debekendmaking van het voornemen tot weigering voor een daarop aansluitend tijdvak noggeen redelijke termijn is verstreken, wordt de subsidie voor het resterende deel van dietermijn verleend, zo nodig in afwijking van artikel 5.

Hoofdstuk 5 BETALING, VOORSCHOTTEN EN TERUGVORDERING

Artikel 26 Betaling subsidiebedrag
  • 1 Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaalbaar gesteld,onder verrekening van betaalde voorschotten.

  • 2 Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na de subsidievaststelling betaalbaargesteld, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 3 Het subsidiebedrag kan in gedeelten worden betaalbaar gesteld, mits bij beschikking totsubsidieverlening is bepaald hoe de gedeelten worden berekend en op welke wijze zijworden betaalbaar gesteld.

Artikel 27 Voorschotten
  • 1 Het college kan de subsidie-ontvanger voorschotten verlenen.

  • 2 De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel dewijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

  • 3 De beschikking tot voorschotverlening heeft slechts geldigheid totdat door het collegeeen besluit is genomen omtrent de vaststelling van de subsidie.

  • 4 Voorschotten worden overeenkomstig de voorschotverlening betaalbaar gesteld.

  • 5 Voorschotten worden betaald binnen de termijn bepaald bij de voorschotverlening.

Artikel 28 Opschorting betalingsverplichting

De verplichting tot betaalbaarstelling van een subsidiebedrag of een voorschot wordt opgeschortmet ingang van de dag waarop het college aan de subsidie-ontvanger schriftelijkkennis geven van het ernstige vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aanhet bepaalde in de artikelen 22 en 23, tot en met de dag, waarop de beschikking omtrent deintrekking of wijziging is bekend gemaakt op de dag, waarop sinds de kennisgeving van heternstige vermoeden dertien weken zijn verstreken.

Artikel 29 Onverschuldigde betaling

Onverschuldigd betaalbaar gestelde subsidiebedragen en voorschotten kunnen wordenteruggevorderd voor zover na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de wijzigingof intrekking van de subsidievaststelling heeft plaatsgevonden, conform artikel 24, nog geenvijf jaren zijn verstreken.

Hoofdstuk 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Ontheffing wegens bijzondere omstandigheden

Van de toepassing van de bepalingen in deze verordening kan door het college wordenafgeweken indien strikte toepassing ervan wegens bijzondere omstandigheden onevenredigzou zijn in verband met het met deze bepalingen te dienen doel.

Artikel 31 Citeertitel en inwerkingtreding
  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als Algemene Subsidieverordening gemeenteMiddelharnis 2005.

  • 2 Deze verordening treedt in werking op de 42e dag na die van bekendmaking.

  • 3 Met ingang van deze datum vervallen:• de Algemene subsidieverordening gemeente Middelharnis zoals vastgesteld in devergadering van 4 november 1999 en laatstelijk gewijzigd in de vergadering van 5april 2001;• de beleidsregels voor subsidieverstrekking behorend bij de Algemene subsidieverordeningzoals vastgesteld in de vergadering van 4 november 1999, voor zover nogvan kracht.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 6 mei 2004.

De griffier,                                                  De voorzitter,

P.W. Berrevoets-Ringelberg.                 G. de Vries-Hommes.