Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Ouderkerk

Verordening op het correctief raadgevend referendum

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Ouderkerk
Officiële naam regeling Verordening op het correctief raadgevend referendum
CiteertitelVerordening op het correctief raadgevend referendum
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpbestuurlijke organisatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De wettelijke grondslag is reeds vervallen met ingang van 01.01.2005.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Tijdelijke Referendumwet, art. 8, lid 4

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-01-2017nieuwe regeling

13-12-2001

Postiljon

Onbekend

Tekst van de regeling

De Raad der gemeente Ouderkerk

Gelet op artikel 8, vierde lid van de Tijdelijke referendumwet

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester

en wethouders van Ouderkerk van 4 december 2001.

Besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Tijdelijke referendumwet;

  • b.

    een referendum: een correctiefraadgevend referendum als bedoeld in de Tijdelijke referendumwet over de in artikel 8 van de wet genoemde besluiten van de gemeenteraad.

Artikel 2. Uitzonderingen

Een referendum kan niet worden gehouden over:

  • a.

    een besluit van de gemeenteraad inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan, dat uitsluitend betrekking heeft op:

  • 1.

    de rechtspositie van ambtsdragers of gewezen ambtsdragers als zodanig dan wel hun nagelaten betrekkingen of hun rechthebbenden;

  • 2.

    de gemeentelijke belastingen, bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

  • b.

    een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 155, eerste lid van de Gemeentewet;

  • c.

    een besluit van de gemeenteraad, als bedoeld in artikel 1, eerste en derde lid, artikel 51, eerste en derde lid, artikel61, eerste en derde lid, artikel 73, eerste en derde lid en artikel 96 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 3. Budget

  • 1.

    Indien een besluit tot toelating van het inleidend verzoek als bedoeld in artikel 70 van de wet is genomen, kunnen burgemeesters en wethouders kiesgerechtigden die een geldig verzoek tot het houden van een referendum hebben ingediend, desgevraagd een tegemoetkoming toekennen in de kosten van de organisatie en publiciteit ten behoeve van het verwerven van voldoende verklaringen ter ondersteuning van het inleidend verzoek.

  • 2.

    Indien een besluit tot toelating van het definitief verzoek als bedoeld in artikel lOS van de wet is genomen, kunnen burgemeesters en wethouders kiesgerechtigden die een geldige ondersteuningsverklaring hebben ingediend, desgevraagd een tegemoetkoming toekennen in de kosten van de organisatie en publiciteit ten behoeve van de campagne over het besluit waarop het referendum betrekking heeft.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stellen nadere regels vast voor de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de in het eerste en tweede lid bedoelde tegemoetkoming.

Artikel 3a. Advies

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen zich bij de beslissing als bedoeld in artikel 3 laten adviseren door een referendurncornrnissie.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen deze commissie in en benoemen en ontslaan haar Leden.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2002.

Artikel 5. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening op het correctief raadgevend referendum.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad der gemeente Ouderkerk, Gehouden op 13 december 2001.

De secretaris,

De voorzitter,