| Overheidsorganisatie | Gemeente Middelharnis |
|---|---|
| Officiële naam regeling | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs |
| Citeertitel | Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs |
| Vastgesteld door | gemeenteraad |
| Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
| Eigen onderwerp | Onderwijs |
Regeling vervangt de Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs 1995
Geen
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
|---|---|---|---|---|---|
| 15-09-2001 | 01-08-2001 | 01-01-2013 | Nieuwe regeling | 06-09-2001 | Besluitnummer: 8 |
De raad van de gemeente Middelharnis;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 augustus 2001;
gelet op de artikelen 147, 149 en 156 van de Gemeentewet;
gelet op de artikelen 50, 51 en 57 van de Wet op het primair onderwijs;
b e s l u i t:
1. in te trekken de Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs,vastgesteld d.d. 2 maart 1995, onder nummer 4a;2. vast te stellen de volgende Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs.
Burgemeester en wethouders verlenen desgevraagd aan plaatselijke kerkelijke gemeenten enverenigingen, alsmede aan rechtspersoonlijkheid bezittende instellingen op geestelijke grondslag,een subsidie in de kosten van het geven van godsdienstonderwijs of vormingsonderwijsin levensbeschouwelijke zin aan leerlingen van de openbare en bijzondere scholen voor basisonderwijsen speciaal basisonderwijs in deze gemeente.
Het godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs vindt plaats binnen de schooltijden in hetgebouw van de school en wordt gegeven aan de leerlingen, wier ouders, voogden ofverzorgers daarom hebben verzocht.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs,alsmede de zorg dat het onderwijs pedagogisch en didactisch verantwoord is, berust bij deinstantie, die dit onderwijs doet geven.
1 Personeel dat aan de school is verbonden, kan in geen geval voor de toepassing van dezeverordening met het geven van godsdienstonderwijs of vormingsonderwijs worden belast.
2 De aanspraak op subsidie vervalt indien blijkt dat de subsidie middellijk of onmiddellijk aande school zelf ten goede komt.
1 De subsidie, bedoeld in artikel 1 bedraagt per schooljaar ƒ 1.400,- (€ 635,29) voor eenlesuur van 45 minuten.
2 De subsidie bedoeld in het eerste lid, wordt slechts toegekend indien door tenminste 3leerlingen van de school aan het godsdienstonderwijs en vormingsonderwijs wordtdeelgenomen. Indien meer dan 20 leerlingen bedoeld onderwijs volgen kan aanspraakgemaakt worden op de subsidie voor 2 lesuren, voor zo ver tot uitbreiding van het aantallesuren daadwerkelijk wordt overgegaan. Vervolgens kan bij elke 20 leerlingen meer, eenvolgend lesuur in aanmerking gebracht worden voor subsidie.
3 Het bedrag van ƒ 1.400,- (€ 635,29), genoemd in het eerste lid, is voor het eerst vantoepassing in het schooljaar 2001/2002. Jaarlijks zal de subsidie aan de hand van hetprijsindexcijfer worden aangepast. Deze wijziging zal voor het eerst plaatsvinden op 1augustus 2002 en bepalend zijn voor de subsidie in het schooljaar 2002/2003.
1 Jaarlijks voor 1 oktober zendt het bestuur van de instantie die het godsdienstonderwijs ofhet vormingsonderwijs verzorgt een aanvraag tot toekenning van subsidie in voor hetlopende schooljaar.
2 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op verzoek van de genoemde instantie in heteerste lid een voorschot op de subsidie te verlenen. Het voorschot op de subsidie wordtberekend over het aantal te geven lesuren en hetzij per kwartaal hetzij per jaar uitbetaald.
3 Jaarlijks voor 1 oktober zendt het bestuur van de genoemde instantie in het eerste lid eenoverzicht aan burgemeester en wethouders waarin per school melding wordt gemaakt vande in het afgelopen schooljaar gegeven lesuren en het aantal leerlingen dat aan dezelessen heeft deelgenomen.
4 Na ontvangst van het overzicht als bedoeld in het derde lid stellen burgemeester enwethouders het subsidie over het afgelopen schooljaar definitief vast en wordt tot eventueleverrekening met het verstrekte voorschot overgegaan.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het stellen van nadere voorschriften teruitvoering van deze verordening.
1 De verordening kan worden aangehaald als “Verordening subsidiëring godsdienstonderwijsen vormingsonderwijs”.
2 Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 augustus 2001.
3 Aanvragen om subsidie voor het schooljaar 2001/2002 die ontvangen zijn voor de datumvan vaststelling van dit besluit, worden afgehandeld conform de bepalingen van dezeverordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadvan de gemeente Middelharnis op 6 september 2001.
De secretaris, De voorzitter,
P.L. de Feijter. G. de Vries-Hommes.