Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Stadsgewest Haaglanden

Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieStadsgewest Haaglanden
Officiële naam regelingVerordening BLS Vinac Haaglanden 2005
Citeertitelverordening BLS Vinac Haaglanden 2005
Vastgesteld dooralgemeen bestuur
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeenschappelijke regelingen, artikel 33, Gemeentewet, artikel 149, Regeling stadsgewest Haaglanden, artikel 15

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-04-201101-07-2011art. 9, 10

13-04-2011

De Posthoorn d.d. 20 april 2011 e.a.

geen
23-04-200921-04-2011art. 5, 7, 8, 9, 10

08-04-2009

De Posthoorn d.d. 22 april 2009 e.a.

geen
30-04-200901-01-2005art. 7, bijlage 3, 4, 5

08-04-2009

De Posthoorn d.d. 22 april 2009 e.a.

geen
01-12-200501-01-2005nieuwe regeling

23-11-2005

De Posthoorn d.d. 30 november 2005 e.a.

geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005

Het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden 2005;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 9 november 2005;

gelet op artikel 15 van de Regeling stadsgewest Haaglanden 1995;

overwegende:

  • -

    dat tussen het Rijk, het stadsgewest, de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland op 24 december 2005 een Convenant Woningbouwafspraken 2005-2010 is gesloten, op grond waarvan het Rijk een bedrag als geldelijke steun ter beschikking stelt aan het stadsgewest;

  • -

    dat het Rijk op 27 december 2005 een besluit vaststeld met regels inzake de subsidiëring van de bouw van woningen in stedelijke regio's gedurende de periode 1 januari 2005 - 31 december 2009 (Besluit locatiegebonden subsidies 2005 tot en met 2009);

  • -

    dat op basis van het Convenant Woningbouwafspraken en de in BLS Vinac vastgestelde regels inzake de toekenning en uitbetaling van BLS subsidies het Rijk maximaal € 54.638.000,- ter beschikking stelt als bijdrage voor de Vinac bouwopgave in het stadsgewest, waarbij wordt uitgegaan van een bedrag van € 1.607,- per woning en een taakstelling van 34.000 woningen zoals overeengekomen in eerder genoemd convenant;

  • -

    dat het algemeen bestuur op 16 februari 2005 de hoofdlijnen heeft vastgesteld voor de besteding van het door het Rijk ter beschikking gestelde BLS Vinac budget;

    BESLUIT:

    • 1.

      In te stellen een BLS Vinac-fonds;

    • 2.

      Doel en werking van het Fonds BLS Vinac bij verordening te regelen en hiertoe vast te stellen de VERORDENING BLS VINAC HAAGLANDEN 2005

Artikel 1 Begripsbepalingen
  • a.

    stadsgewest: het stadsgewest Haaglanden;

  • b.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden;

  • d.

    gemeenschappelijke regeling: de Regeling stadsgewest Haaglanden 1995;

  • e.

    de gemeenten: de aan het stadsgewest Haaglanden deelnemende gemeenten;

  • f.

    BLS Vinac: Besluit Locatiegebonden Subsidies Vinac (27 december 2005);

  • g.

    rijksbijdrage: de bijdrage die het Rijk zal storten in het kader van het Besluit Locatiegebonden Subsidies Vinac (2005);

  • h.

    BLS Vinac-fonds: het BLS Vinac-fonds Haaglanden waarin de rijksbijdrage wordt gestort en waaruit onttrekkingen plaatsvinden ten behoeve van de Vinac bouwopgave van het stadsgewest;

  • i.

    Convenant Woningbouwafspraken: Convenant Woningbouwafspraken 2005-2010, op 24 december 2004 gesloten tussen het Rijk, het stadsgewest, de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland;

  • j.

    woonvisie: Regionale Woonvisie Haaglanden 2000-2015, april 2004;

  • k.

    toevoeging aan de woningvoorraad: elke door nieuwbouw en door toevoeging anderszins gerealiseerde en

    bij het CBS gereedgemelde woning;

  • l.

    sociale sector: a) huurwoningen met een rekenhuur tot de maximale huurgrens als bedoeld in de Huursubsidiewet (artikel 13 eerste lid onder b en artikel 27 eerste lid onder

    b). Prijspeil 1 juli 2005: € 604,72; het bedrag wordt jaarlijks per 1 juli bij ministeriële regeling aangepast door het ministerie van VROM. b) goedkope koopwoningen waarvan de kosten voor het verkrijgen in eigendom niet hoger zijn dan € 156.467 (incl. BTW; m.i.v. 1 juli 2004 en geheel 2005). Deze in het beleidskader ISV-2 bij de outputindicator ‘Fysiek/mutaties in de woningvoorraad’ opgenomen prijsgrens voor nieuwbouw- koopwoningen zal jaarlijks door het ministerie van VROM worden geïndexeerd (noot 1: Aangesloten wordt bij de omschrijving/definitie en indexering die door het ministerie van VROM voor ISV2 nog vastgelegd wordt in het aan te passen Besluit verantwoording stedelijke vernieuwing);

  • m.

    ingrijpende woningverbetering: woningverbetering met een minimum aan verbeteringskosten van € 22.689 per woning (inclusief BTW, kostengrens wordt niet geïndexeerd) (noot 2: Deze definitie (vastgelegd bij de afspraken over 30% sociaal in het kader van de Woonvisie, en bij het voorstel hoofdlijnen besteding BLS Vinac) sluit niet aan bij de definitie zoals gehanteerd in het kader van ISV-2 (Fysiek/outputindicator mutaties in de woningvoorraad): "Van ingrijpende woningverbetering is sprake als de aanneemsom of de kostenraming minimaal € 50.000 (exl. BTW) bedraagt". De kostengrens wordt in ISV2 overigens ook niet geïndexeerd). Na verbetering dienen de woningen te vallen binnen de onder l. vermelde definitie van woningen in de sociale sector (noot 3: Hierbij dient te worden gekeken naar de waarde van de woning voor de ingrijpende verbetering (bijvoorbeeld met behulp van de WOZ administratie) plus de gemaakte verbeteringskosten (minimaal € 22.689), tenzij de gemeente op een andere manier kan aantonen dat de woning binnen de sociale sector beschikbaar komt);

  • n.

    studenteneenheid: wooneenheid, alleen toegankelijk voor diegenen die zijn ingeschreven bij een onderwijs-instelling, die minimaal voldoet aan de de door het CBS gehanteerde criteria voor een wooneenheid;

  • o.

    VINEX-uitleglocaties: de bouwlocaties Leidschenveen, Ypenburg, Wateringse Veld, Pijnacker-Delfgauw, Pijnacker-Zuid en Zoetermeer Oosterheem;

  • p.

    Vinac-woning(bouw): alle woningen gebouwd binnen de gemeenten zoals bedoeld onder e.;

  • q.

    eigenbouw: hetgeen het Centraal bureau voor de statistiek in de door dat bureau opgestelde woningstatistieken verstaat onder “overige particuliere opdrachtgevers”;

  • r.

    Grondkostenfonds Vinex: Grondkostenfonds Vinex Haaglanden, vastgesteld door het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden op 12 juni 1995;

  • s.

    AWBZ-gerelateerde wooneenheid: wooneenheid voor AWBZ doelgroepen (zoals ouderen en gehandicapten), die minimaal voldoet aan de door het CBS gehanteerde criteria voor een wooneenheid (noot 4: Conform de Handleiding Administratieve Woningtelling, versie 2, CBS 1992 (par. 3.4 wooneenheden).

Artikel 2 Doel en looptijd van het BLS Vinac-fonds
  • 1.

    Het BLS Vinac-fonds dient uitsluitend ter medefinanciering van de gemeenten in het kader van de Vinac bouwopgave in het stadsgewest, alsmede voor de financiele afwikkeling van het VINEX Grondkostenfonds en de onderzoekskosten.

  • 2.

    Het BLS Vinac-fonds wordt beheerd door het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Het BLS Vinac-fonds en deze verordening kennen een subsidiegrondslag voor woningbouw tot 1 januari 2010.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan, na verkregen toestemming van de Minister van VROM, beslissen de in het derde lid bedoelde looptijd met één jaar te verlengen. Dit is alleen mogelijk indien er op 1 januari 2010 een achterstand is in de productie, die overeenkomt met een woningoverschot van meer dan 0,3% en minder dan 0,8%. In dat geval worden woningen die in de regio nog gebouwd moeten worden om het overschot verder te verhogen tot 0,8% - uitsluitend voor zover ze in 2010 worden gereedgemeld – door het Rijk meegeteld als behorend tot de woningbouwrealisaties 2005 tot en met 2009 en wordt ook voor deze woningen BLS-budget uitbetaald. Aanvullend op de eindverantwoording in 2010 over de in de periode 2005 tot en met 2009 gereedgemelde woningen, dient het dagelijks bestuur dan -uiterlijk op 15 juli 2011- de eindverantwoording in over deze in 2010 gereedgemelde woningen.

Artikel 3 Voeding van het BLS Vinac-fonds
  • 1.

    In het BLS Vinac-fonds wordt in termijnen de rijksbijdrage in het kader van de VINAC gestort. Deze bijdrage omvat maximaal € 54.638.000,- . Dit bedrag wordt niet geïndexeerd.

  • 2.

    In het BLS Vinac-fonds wordt de eventuele extra Rijksbijdrage gestort voor aan de woningvoorraad toegevoegde woningen in eigenbouw.

  • 3.

    De creditrente die het BLS Vinac-fonds opbrengt wordt toegekend aan dit fonds. Eventuele met de uitgaven verbandhoudende debetrente wordt met het fonds verrekend.

Artikel 4 Opbouw van en onttrekkingen aan het BLS Vinac-fonds
  • 1.

    Uitgaande van de maximale Rijksbijdrage in de periode 2005-2010 worden in het BLS Vinac-fonds onderscheiden:

    • a.

      een bedrag ter grootte van € 9.095.620,00, dat gereserveerd wordt voor toevoeging aan het

      Grondkostenfonds Vinex (zoals vermeld in bijlage 1);

    • b.

      een bedrag van € 2.500.000,00, dat beschikbaar is voor extra subsidie aan de gemeenten Leidschendam-

      Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Westland;

    • c.

      een bedrag van € 43.042.380,00 voor sociale woningbouw (zoals vermeld in bijlage 2);

    • d.

      een door het Rijk beschikbaar gestelde extra bedrag, dat met in achtneming van het door het Rijk vastgestelde subsidieplafond wordt berekend door € 1.600,- te vermenigvuldigen met het aantal door eigenbouw aan de woningvoorraad toegevoegde woningen dat uitstijgt boven het drempelaantal van 177 woningen (2,6% van 34.000/5) (noot 5: Het Rijk baseert zich hierbij op de door het Centraal Bureau voor de statistiek terzake opgestelde woningstatistieken).

  • 2.

    Onttrekkingen vinden plaats op basis van een jaarlijks door het dagelijks bestuur vast te stellen (verdeel-) besluit.

  • 3.

    Uit het BLS Vinac-fonds vindt jaarlijks op basis van het in het tweede lid bedoelde verdeelbesluit een onttrekking plaats ten behoeve van de Vinac woningbouw op de VINEX uitleglocaties. Deze onttrekking wordt toegevoegd aan het Grondkostenfonds VINEX en verwerkt in de eindafrekening van dit fonds.

  • 4.

    Uit het BLS Vinac-fonds kunnen op basis van het in het tweede lid bedoelde verdeelbesluit door het dagelijks bestuur jaarlijkse plafonds worden vastgesteld voor de subsidies aan gemeenten.

  • 5.

    Het in het eerste lid onder d. bedoelde bedrag, dat het Rijk extra in het kader van eigenbouw beschikbaar stelt, wordt jaarlijks toegevoegd aan de begroting van het stadsgewest Haaglanden en gereserveerd voor bijdragen aan onderzoek of bijzondere projecten met betrekking tot eigenbouw of vergaande vormen van consumentgerichte projectontwikkeling.

Artikel 5 Basissubsidies voor sociale woningbouw
  • 1.

    Gemeenten kunnen subsidie krijgen voor gerealiseerde sociale woningbouw. Ingrijpende woningverbeteringen, gerealiseerde studenteneenheden, en AWBZ-gerelateerde wooneenheden,waarbij twee studenteneenheden/AWBZ-wooneenheden tellen als één sociale woning, mogen in het kader van deze verordening door gemeenten worden meegeteld bij de aantallen woningen in de sociale taakstelling. Ingrijpende woningverbeteringen, gerealiseerde studenteneenheden en AWBZ-wooneenheden,mogen niet worden meegeteld bij de totale taakstelling die voor de betreffende gemeente is vastgesteld. AWBZ-gerelateerde wooneenheden tellen mee/komen voor subsidiering in aanmerking vanaf 1 januari 2006.

  • 2.

    Het aantal woningen in de sociale sector, dat in het kader van deze verordening voor subsidie in aanmerking komt, en de in principe maximaal beschikbare bedragen voor sociale woningbouw zijn vermeld in tabel A.

    Gemeente

    Totaal aantal woningen, inclusief sociale woningbouw

    Sociale taakstelling in aantallen woningen

    Vast subsidiebedrag per sociale woning

    (zie bijlage 2)

    In principe beschikbare maximaal subsidiebedrag per gemeente

    (zie bijlage 2)

    Delft

    4.000

    1.290

    € 5.827,58

    € 7.517.519,52

    Pijnacker-Nootdorp

    4.150

    224

    € 5.340,21

    € 1.196.207,95

    Rijswijk

    1.300

    390

    € 5.736,58

    € 2.237.267,96

    Midden-Delfland

    600

    225

    € 5.985,85

    € 1.346.815,63

    Westland

    2.550

    765

    € 5.078,36

    € 3.884.945,22

    Wassenaar

    350

    105

    € 5.720,55

    € 600.657,97

    Leidschendam-Voorburg

    750

    270

    € 5.714,93

    € 1.543.031,76

    Zoetermeer

    4.100

    1.230

    € 5.624,58

    € 6.918.230,85

    Den Haag

    16.200

    2.880

    € 6.179,74

    € 17.797.643,15

    Totaal

    34.000

    7.379

    € 5.833,09

    € 43.042.380,00

    Tabel A: Te realiseren woningbouwopgaven gedurende de Vinac-periode

    • 3.

      De in tabel A genoemde in principe beschikbare maximale subsidiebedragen en het bedrag per sociale woning worden niet geindexeerd.

    • 4.

      Per gemeente is in beginsel een maximaal subsidiebedrag beschikbaar. Als gevolg van de eindafrekening, als bedoeld in artikel 10 kan de subsidie boven het maximum uitkomen dat is vermeld in tabel A.

Artikel 6 Extra subsidies voor sociale woningbouw

De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Westland kunnen een extra bijdrage per sociale woning onvangen. Per gemeente is met in achtneming van de eindafrekening, als bedoeld in artikel 10, in beginsel € 833.333,33 beschikbaar. Hierover worden nadere afspraken gemaakt tussen het dagelijks bestuur en de colleges van burgemeester en wethouders van genoemde gemeenten.

Artikel 7 Subsidieaanvraag
  • 1.

    Gemeenten moeten om voor subsidie in aanmerking te komen vóór 1 mei van ieder jaar bij het dagelijks bestuur een subsidieaanvraag indienen. Deze aanvraag bestaat uit een opgave van de woningbouwprestaties van het voorgaande kalenderjaar, waarin wordt onderscheiden:

    • a.

      het totale aantal in dat jaar aan de woningvoorraad toegevoegde woningen in de sociale sector;

      en, indien van toepassing:

    • b.

      het totale aantal woningen in dat jaar waar een ingrijpende woningverbetering heeft plaatsgevonden;

    • c.

      het totale aantal studenteneenheden/AWBZ-gerelateerde wooneenheden dat in dat jaar is gerealiseerd;

    • d.

      het totale aantal in dat jaar aan de woningvoorraad toegevoegde woningen op de VINEX uitleglocatie(s) gelegen op het grondgebied van de betreffende gemeente;

    • e.

      het totale aantal in dat jaar aan de woningvoorraad toegevoegde woningen in de sociale sector op de VINEX uitleglocatie(s) gelegen op het grondgebied van de betreffende gemeente.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde opgave vindt plaats conform het in bijlage 3 opgenomen format en gaat vergezeld van een accountantsverklaring conform het in bijlage 5 opgestelde model. De accountantsverklaring wordt opgesteld met inachtneming van het in bijlage 4 opgenomen accountantsprotocol. De verplichting een accountantsverklaring te verstekken vervalt voor de verklaring inzake de sociale woningen, student/AWBZ wooneenheden en ingrijpende verbeteringen die boven de gemeentelijke sociale taakstelling zijn gerealiseerd buiten de Vinex gebieden. Gemeente dienen ook na het bereiken van de sociale taakstelling een eigen opgave in te dienen bij Haaglanden over de opleveringen tot en met 2009 in de genoemde segmenten subsidiabele sociale woningbouw.

  • 3.

    Naast de opgave, zoals genoemd in het eerste lid, doen de gemeenten tevens opgave van de in de jaren tot 2010 in de gemeente te verwachten aantallen te realiseren woningen in de categorieën a tot en met c, en, indien van toepassing, d tot en met g.

  • 4.

    De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Westland kunnen, op basis van artikel 6, een aanvraag doen voor een extra subsidie per sociale woning.

Artikel 8 Subsidieverlening
  • 1.

    Beschikkingen tot subsidieverlening worden in beginsel jaarlijks vastgesteld door het dagelijks bestuur. In de beschikkingen tot subsidieverlening worden in ieder geval de prestatievoorwaarden vermeld.

  • 2.

    Op basis van de opgaven, zoals bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid, en zonodig met inachtneming van het subsidieplafond, beslist het dagelijks bestuur uiterlijk 1 juli van ieder jaar op de subsidieaanvraag van de gemeenten voor de gerealiseerde sociale woningbouw voor het voorgaande kalender jaar en vindt uitbetaling van de verleende subsidie bij bevoorschotting plaats.

  • 3.

    Op basis van de in artikel 6 bedoelde afspraken over de extra subsidie aan de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Westland beslist het dagelijks bestuur op de subsidieaanvraag voor de extra subsidie zoals bedoeld in artikel 7, vierde lid. De extra subsidie wordt alleen verleend indien in de betreffende gemeente in het jaar, waarop de aanvraag voor extra subsidie betrekking heeft, voldaan is aan de afspraak inzake de toewijzing aan de doelgroep uit de regionale prestatieafspraken, of indien over de toewijzing uiterlijk 1 juni van het jaar van de subsidieaanvraag geen gegevens beschikbaar zijn zoals bedoeld in artikel 9 lid 3, onder d. De verleende subsidie wordt bij bevoorschotting uitbetaald.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur verleent geen voorschotten van subsidies aan gemeenten verder dan de voorschotslimiet zoals vermeld in tabel B van deze verordening.

    Tabel B Voorschotslimiet

    Gemeente

    Risicoscenario realisatie 2009

    (saldo t.o.v. taakstelling)

    Risico op

    korting conform artikel 9 lid 3 sub c.

    Voorschotslimiet

    Delft

    1.877 (-2.123)

    € 3,4 mln

    € 4,1 mln

    Den Haag

    12.020 (-4.180)

    € 6,7 mln

    € 11,1 mln

    Pijnacker Nootdorp

    3.417 (-733)

    € 1,2 mln

    € 0,8 mln

    Rijswijk

    589 (-711)

    € 1,1 mln

    € 1,1 mln

Artikel 9 Subsidievaststelling
  • 1.

    Binnen drie maanden na het laatste verdeelbesluit, dat vóór 1 juli 2010 (dan wel een jaar later indien gebruik is gemaakt van het bepaalde in artikel 2, vierde lid) wordt vastgesteld, stelt het dagelijks bestuur de subsidies per gemeente ambtshalve vast.

  • 2.

    Maatgevend voor de subsidievaststelling zijn de feitelijke realisaties van de woningbouwtaakstellingen.

  • 3.

    Bij de subsidievaststelling kunnen de volgende beperkende voorwaarden van toepassing zijn:

    • a.

      In het geval een gemeente per 31 december 2009 minder dan 83% van de sociale taakstelling heeft gerealiseerd vervalt het recht op BLS Vinac-subsidie. Deze gemeente dient de reeds ontvangen subsidie in dat geval terug te storten in het BLS Vinac-fonds. Het recht op subsidie blijft echter behouden voor de gemeenten die enerzijds zowel de sociale taakstelling als hun totale Vinac taakstelling voor minder dan 83% halen maar anderzijds een aantal subsidiabele sociale woningen opleveren dat overeenkomt met tenminste 30% van het uiteindelijk gerealiseerde totaal aantal woningen.

    • b.

      In het geval een gemeente per 31 december 2009 recht behoudt op subsidie conform artikel 9, lid 3 sub a, maar minder dan 100% van de sociale taakstelling heeft gerealiseerd, wordt de subsidie op het gerealiseerde aantal vastgesteld op basis van het vaste subsidiebedrag per sociale woning zoals vermeld in tabel A.

    • c.

      In het geval per 31 december 2009 de totale Vinac taakstelling Haaglanden (34.000 woningen) niet wordt gehaald zal het dagelijks bestuur de gemeenten aanspreken op de vastgestelde Vinac taakstellingen per gemeente. In dat geval wordt de te weinig gegenereerde Rijkssubsidie voor de reservering sociaal en het resterend geprognostisceerd eindtekort in het VINEX-fonds gedekt door de gemeenten die hun taakstelling niet hebben gehaald. Dit wordt gedaan door deze gemeenten te korten op hun subsidie voor sociale woningbouw voor een nader door het Dagelijks Bestuur te bepalen bedrag. De hoogte van deze korting wordt bij de eindafrekening van het BLS-Vinac fonds vastgesteld.

    • d.

      Door de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp of Westland moet, naast aan de in artikel 6 bedoelde afspraken in het kader van de extra subsidie, per 31 december 2009 in ieder geval zijn voldaan aan de voorwaarden dat:

      • -

        de gemeente ten minste 75% van de totale Vinac-taakstelling heeft gerealiseerd;

      • -

        de gemeente de sociale Vinac-taakstelling volledig heeft gerealiseerd;

      • -

        de gemeente gemiddeld over de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009 heeft voldaan aan de afspraak inzake de toewijzing aan de doelgroep uit de regionale prestatie-afspraken. Indien in de periode 1 januari 2005 tot en met 31 december 2009 voor de betreffende gemeente gemiddeld aan de afspraak inzake de toewijzing aan de doelgroep is voldaan, wordt bij de in het eerste lid bedoelde subsidievaststelling in 2010 of in 2011 de extra subsidie alsnog verleend en vastgesteld voor het jaar of de jaren waarover bij toepassing van artikel 8, derde lid, geen extra subsidie is verleend.

        Indien niet aan de voorwaarde is voldaan 75% van de totale Vinac-taakstelling te realiseren of 100% van de sociale Vinactaakstelling vervalt het recht op de extra subsidie. Indien niet aan de voorwaarde (noot 6: Deze beoordeling van deze voorwaarden vindt plaats op basis van de jaarlijkse gemeentelijke rapportages over de voortgang van de totale woningbouwopgave en het aantal gerealiseerde woningen, alsmede gegevens over het percentage toewijzing aan de doelgroep uit het NCCW-systeem) is voldaan inzake de toewijzing aan de doelgroep uit de regionale prestatie-afspraken, wordt de betreffende gemeente gekort naar rato van het aantal woningen dat in de periode 2005-2009 te weinig aan de doelgroep is toegewezen. Indien te veel subsidie al bij bevoorschotting is uitbetaald aan gemeenten, dienen gemeenten binnen 3 maanden op verzoek van het dagelijks bestuur het te veel betaalde te restitueren.

Artikel 10 Eindafrekening van het BLS Vinac-fonds
  • 1.

    In 2010 (dan wel een jaar later indien gebruik is gemaakt van het bepaalde in artikel 2, vierde lid) vindt een eindafrekening van het fonds plaats op basis van de feitelijke realisaties. Het dagelijks bestuur voert in combinatie met het verdeelbesluit dat vóór 1 juli 2010 moet worden vastgesteld de eindafrekening en eventuele herverdeling van resterende overschotten uit. Indien dit niet mogelijk is doordat gegevens ontbreken wordt binnen 2 maanden na ontvangst van de laatste benodigde gemeentelijke verklaringen de eindafrekening uitgevoerd. Vóór 31 december 2010 wordt de eindafrekening ter informatie voorgelegd aan het algemeen bestuur met een voorstel aan het algemeen bestuur tot beëindiging van het BLS Vinac-fonds.

  • 2.

    De eindafrekening omvat:

    • a.

      De regionale Vinac taakstelling en de gemeentelijke Vinac taakstellingen die zijn gerealiseerd.

    • b.

      De gemeentelijke sociale taakstellingen die zijn gerealiseerd.

    • c.

      De vaststelling van het bedrag van de BLS-subsidie dat wordt gestort in het Grondkostenfonds VINEX, berekend op basis van het aantal feitelijke gerealiseerde Vinac-woningen dat op VINEX locaties is gerealiseerd tussen 1 januari 2005 en 31 december 2009.

    • d.

      Het effect van de realisaties en betalingen/restituties op de slotbalans van het BLS Vinac fonds.

    • e.

      Het totaal aantal woningtoevoegingen dat, op basis van door CBS gepubliceerde aantallen, per gemeente groter of kleiner dan in tabel A van deze verordening als gemeentelijke totale taakstelling is bepaald.

    • f.

      Het totaal door het fonds ontvangen maar niet bestede rentebaten.

    • g.

      Het totaal door het fonds uitgekeerde subsidies bij bevoorschotting en het totaal aan ontvangen en te vorderen bijdragen aan het fonds zoals bedoeld in artikel 9, lid 3.

  • 3.

    Wanneer na de eindafrekening een positief saldo van het fonds resteert, wordt het positeve saldo als volgt herverdeeld:

    • -

      Deelnemende gemeenten ontvangen ten eerste, indien de totale taakstelling niet is gehaald conform art. 9, lid 3 sub c, € 1.607 per woning die in de periode 2005 tot en met 2009 is toegevoegd boven het aantal van de gemeentelijke totale taakstelling zoals bedoeld in tabel A van deze verordening.

    • -

      De niet bestede rentebaten zoals gemeld in artikel 10, lid 2 sub f, worden hierna toegevoegd aan de begroting van het Stadsgewest Haaglanden voor monitoring en bevordering van de woningbouw in lijn met de regionale Woonvisie.

    • -

      Het hierna resterende positieve saldo wordt herverdeeld onder de gemeenten naar rato van de sociale taakstelling van deze gemeenten. Gemeenten die hun taakstelling niet hebben gehaald als gevolg van achtergebleven woningbouwproductie op VINEX-locatie, delen hierin niet mee.

  • 4.

    Een eventueel saldotekort van het BLS Vinac-fonds zal over alle gemeenten worden omgeslagen naar rato van de in artikel 5 opgenomen totale taakstellingen per gemeente.

Artikel 11 Rapportage, evaluatie, tussentijdse wijziging en herijking
  • 1.

    Het dagelijks bestuur rapporteert jaarlijks op basis van de gemeentelijke opgaven van gerealiseerde woningen en de te verwachten woningbouw de voortgang van de Vinac woningbouwopgaven.

  • 2.

    Indien door het dagelijks bestuur gedurende de looptijd van het BLS Vinac-fonds wordt geconstateerd, dat een of meerdere gemeente(n) de vastgestelde gemeentelijke Vinac-taakstellingen en de daaraan gekoppelde sociale taakstellingen niet gaat/gaan halen, kan een ‘herijking’ van de BLS verdeling plaatsvinden middels een herverdeling van de in tabel A vermelde taakstellingen en de daaraan gekoppelde maximale subsidieplafonds. Deze herijking vindt door het algemeen bestuur uitsluitend plaats, op basis van een voorstel van het dagelijks bestuur dat door dit bestuur met algemene stemmen is vastgesteld.

  • 3.

    In afwijking van het in lid 2 van dit artikel gestelde hebben de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Wassenaar het recht om in onderling overleg tussentijds sociale taakstellingen (deels) uit te wisselen, onder de voorwaarde dat de totale sociale taakstelling in deze drie gemeenten gezamenlijk gelijk blijft. Indien van dit recht gebruik wordt gemaakt sluiten de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Wassenaar terzake een overeenkomst (noot 7: De betreffende gemeenten hebben hiervoor gezamenlijk regels vastgesteld in het Convenant uitwisseling sociale taakstellingen woningbouwafspraken tot 2010 Wassenaar, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg, d.d. 27 april 2005). Deze overeenkomst wordt ter kennis gebracht van het dagelijks bestuur.Het dagelijks bestuur verwerkt de overeenkomst in tabel A en betrekt de overeenkomst bij voor te stellen verdeelbesluiten en de eindafrekening, zoals bedoeld in artikel 10. In geval van onderlinge uitwisseling van de sociale taakstelling wordt de subsidie gebaseerd op het bedrag per sociale woning dat voor de oorspronkelijke bouwgemeente was bepaald.

  • 4.

    Indien de voortgang van de Vinac-taakstellingen achterblijft bij de in tabel A genoemde aantallen en indien het dagelijks bestuur, gehoord de dagelijkse besturen van gemeenten van mening is, dat herziening van de in deze verordening opgenomen subsidiegrondslagen en/of -voorwaarden noodzakelijk is, wordt een voorstel hiertoe voorgelegd aan het algemeen bestuur.

Artikel 12 Jaarrekening en verantwoording
  • 1.

    Het dagelijks bestuur legt jaarlijks in het jaarverslag verantwoording af over de financiële aspecten van het BLS Vinac-fonds.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur rapporteert jaarlijks, na vaststelling van het verdeelbesluit zoals bedoeld in artikel 4, tweede lid en de beslissing omtrent de jaarlijkse subsidieverlening zoals bedoeld in artikel 8, tweede lid, aan het algemeen bestuur over de effecten voor de stand en loop van het fonds. Het algemeen bestuur stelt een credit en/of debetrente vast voor het beheer van de fondsgelden tussen 1 juli van het lopende jaar en 1 juli van het volgende jaar.

Artikel 13 Inwerking treding verordening en fonds

Deze verordening treedt in werking de dag na publicatie van het besluit en werkt terug tot en met 1 januari 2005

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als verordening BLS Vinac Haaglanden 2005.

Artikel 16 Lijst van bij deze verordening behorende bijlagen

De volgende bijlagen maken onverbrekelijk deel uit van deze verordening:

Bijlage 1: Toelichting subsidiebijdragen aan het Grondkostenfonds VINEX

Bijlage 2 Toelichting subsidiebijdragen aan 30% sociale sector

Bijlage 3: Format voor gemeentelijke opgaven Vinac-bouwprestaties

Bijlage 4: Protocol voor accountantsverklaringen in het kader van de verordening BLS Vinac Haaglanden

Bijlage 5: Model van een accountantsverklaring bij de jaarlijkse gemeentelijke opgave van Vinac-bouwprestaties

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden van 23 november 2005,

de voorzitter, J.J. VAN AARTSEN

de secretaris, DRS. A. HARKES

Bijlage 1

Toelichting subsidiebijdrage aan Grondkostenfonds VINEX

De bijdrage aan het Grondkostenfonds VINEX kan worden bepaald door de totale woningbouwrealisaties in de periode 2005-2009 op de VINEX locaties die participeren in het Grondkostenfonds te verminderen met de ‘achterstanden’ ten opzichte van de VINEX taakstelling per locatie (die is immers al gesubsidieerd). Aldus wordt de daadwerkelijke Vinac productie per locatie bepaald.

De Vinac productie op alle locaties gezamenlijk wordt gesubsidieerd tegen het door het Rijk bepaalde bedrag per woning (€ 1607,-). Op basis van de programmering per 1 januari 2005 is een voorlopige reservering ten behoeve van het Grondkostenfonds VINEX bepaald:

VINEX locaties binnen GKFA. Planning 2005-2009B. Achterstand VINEXVinac productie (A - B)
       
Wateringse Veld27542469285
Ypenburg332915531776
Leidschenveen30042674330
Pijnacker-Zuid307011321938
Zoetermeer Oosterheem445631251331
Totaal    5660
       
Totaal aantal woningen5660C.  
BLS Vinac bedrag p. woning1607D.  
       
Reservering BLS Vinac € 9.095.620,00(C x D)  

De in de tabel berekende reservering zal in 2010 (aan de hand van de realisatiecijfers) definitief worden vastgesteld, en (indien afwijkend) moeten worden verrekend met het deel van de subsidie wat wordt ingezet voor sociale woningbouw.

Bijlage 2

Toelichting subsidiebijdrage aan 30% sociale woningbouw

Door de reservering voor het Grondkostenfonds VINEX en de reservering voor een extra subsidie voor de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp en Westland in mindering te brengen op het totaal beschikbare BLS budget resteert een subsidiebedrag van € 43.042.380,00 dat als stimuleringsbijdrage voor sociale woningbouw kan worden ingezet.

Dit bedrag wordt op de volgende wijze over de gemeenten verdeeld:

  • ·

    De regionale ambitie van 34.000 woningen (afgeleid uit de Woonvisie Haaglanden) is de basis voor de verdeling over de gemeenten. Dit aantal woningen correspondeert met de Vinac taakstelling voor de regio Haaglanden zoals die is opgenomen in de Woningbouwafspraken met het Rijk voor de periode 2005-2010;

  • ·

    De verdeling van deze taakstelling over de gemeenten vindt plaats op basis van opgaven in het kader van de Woonvisie (2003);

  • ·

    Bij gemeenten die in dit kader geen exacte opgave voor de periode 2005-2010 hebben gedaan is de taakstelling afgeleid op basis van de in de Woonvisie gehanteerde aannames met betrekking tot het bouwtempo. Voor elke gemeente is op deze wijze een gemeentelijke Vinac-taakstelling bepaald;

  • ·

    Op basis van de afspraken in de Woonvisie zal 30% van Vinac-taakstelling in de vorm van sociale woningbouw worden gerealiseerd. Dit deel van de taakstelling komt voor subsidiëring in aanmerking;

  • ·

    Het deel van de 30% sociaal dat wordt gebouwd op VINEX locaties die nog bijdragen uit het Grondkostenfonds VINEX ontvangen komt niet voor subsidiering in aanmerking (deze locaties worden immers al gesubsidieerd via het Grondkostenfonds VINEX);

  • ·

    De sociale woningbouw op de locatie Zoetermeer Oosterheem (een locatie die bijdraagt in het GKF VINEX en dus geen subsidie ontvangt) komt wel voor subsidiëring in aanmerking;

  • ·

    In de Regionale Woonvisie is afgesproken dat de gemeenten Den Haag en Westland op de locaties in de Westlandse Zoom geen sociale woningbouw hoeven te realiseren. Het aantal te subsidiëren sociale woningen voor deze gemeenten wordt hiervoor gecorrigeerd;

  • ·

    Om regionaal toch een aandeel van 30% sociale woningbouw te halen wordt een aantal gemeenten de gelegenheid gegeven om meer dan 30% sociale woningbouw te laten realiseren (waarbij deze extra sociale productie ook voor subsidiëring in aanmerking komt);

  • ·

    Deze woningen worden gebouwd als compensatie voor de Westlandse Zoom. Het betreft de gemeenten Westland (deze gemeente bouwt compenserend voor het eigen aandeel in de Westlandse Zoom) en de gemeenten Delft, Leidschendam-Voorburg en Midden-Delfland (die een extra aantal sociale woningen kunnen bouwen als compensatie voor het Haagse deel in de Westlandse Zoom).

De verdeling over de gemeenten ziet er op basis van bovenstaande uitgangspunten als volgt uit (tabel 1):

 Vinac taakstelling 2005-201030% sociaalAftrek: sociaal VINEXAftrek: Westlandse ZoomCompensatie voor Westl. ZoomSociale Taak- stellingSubsidie- bedrag per woningMaximaal subsidiebedrag per gemeente
Delft 4.0001.200    901.290 € 5.833,09 € 7.524.687,65
                 
Pijnacker-N.4.1501.2451021    224 € 5.833,09 € 1.306.612,43
                 
Rijswijk 1.300390      390 € 5.833,09 € 2.274.905,57
                 
Midden Delfl.600180    45225 € 5.833,09 € 1.312.445,52
                 
Westland2.550765  177177765 € 5.833,09 € 4.462.314,77
                 
Wassenaar350105      105 € 5.833,09 € 612.474,58
                 
L'dam-V.750225    45270 € 5.833,09 € 1.574.934,63
                 
Zoetermeer4.1001.230      1.230 € 5.833,09 € 7.174.702,18
                 
Den Haag16.2004.8601800180  2.880 € 5.833,09 € 16.799.302,67
                 
Totaal34.00010.20028213573577.379   € 43.042.380,00
                 
           A.Totaal aantal te sub. 7.379
Westl. Zoom Totaal30%      B.Rijksbijdrage-GKF € 45.542.380,00
           C.Groen € 2.500.000,00
Den Haag600180      D.Te verdelen € 43.042.380,00
Westland590177      E.Bedrag per woning € 5.833,09

Tabel 1.

Vanwege de onzekerheid rond de gemeentelijke woningbouwaantallen heeft het dagelijks bestuur op 8 september 2004 (bij het besluit over de verdeling van de bodemsaneringgelden die in de periode 2005-2010 via ISV II aan de gemeenten ter beschikking worden gesteld) afgesproken om een financiële correctie bij de verdeling van de BLS middelen toe te passen, wanneer de woningbouwaantallen zoals die worden vastgelegd bij de woningbouwafspraken, significant afwijken van de opgaven van maart 2004 (die zijn gebruikt bij de verdeelsleutel voor de bodemsaneringgelden).

Conform dit besluit dient, nu wordt uitgegaan van een Vinac-taakstelling van

34.000 woningen, een correctie te worden toegepast over de hierboven gepresenteerde verdeling (zie tabel 2).

 Verdeelsleutel 8 september 2004Verdeelsleutel op basis van 34.000Te corrigeren in BLS Vinac
       
Delft € 2.077.770,00- € 2.070.661,86 € 7.108,14-
Pijnacker-Nootdorp € 1.126.392,00- € 1.015.987,52 € 110.404,48-
Rijswijk € 768.600,50- € 730.962,89 € 37.637,61-
Midden-Delfland € 334.355,00- € 368.725,10 € 34.370,10
Westland € 2.158.172,00- € 1.580.802,44 € 577.369,56-
Wassenaar € 345.735,00- € 333.918,39 € 11.816,61-
Leidschendam-Voorburg € 686.243,50- € 654.340,63 € 31.902,87-
Zoetermeer € 838.435,50- € 581.964,17 € 256.471,33-
Den Haag € 8.329.196,00- € 9.327.536,48 € 998.340,48
       
Totaal € 16.664.899,50- € 16.664.899,50  

Tabel 2.

Wanneer deze correctie wordt verdisconteerd in de opgestelde verdeling resulteert een definitieve verdeling over de gemeenten.

De correcties voor BLS bodem kunnen worden verwerkt in de uitkeringen aan de gemeenten door voor elke gemeente het subsidiebedrag dat per sociale woning wordt uitgekeerd aan te passen (tabel 3).

 (1) BLS Verdeling (2) Correctie BLS Bodem (3) BLS Verdeling na correctie  (4) Sociale taakstelling(5) Gedifferentieerd bedrag per woning
             
Delft € 7.524.687,65€ 7.108,14-€ 7.517.579,52  1.290€ 5.827,58
             
Pijnacker - N. € 1.306.612,43€ 110.404,48-€ 1.196.207,95  224€ 5.340,21
             
Rijswijk € 2.274.905,57€ 37.637,61-€ 2.237.267,96  390€ 5.736,58
             
Midden Delfland€ 1.312.445,52€ 34.370,10€ 1.346.815,63  225€ 5.985,85
             
Westland€ 4.462.314,77€ 577.369,56-€ 3.884.945,22  765€ 5.078,36
             
Wassenaar€ 612.474,58€ 11.816,61-€ 600.657,97  105€ 5.720,55
             
L’dam-Voorburg€ 1.574.934,63€ 31.902,87-€ 1.543.031,76  270€ 5.714,93
             
Zoetermeer€ 7.174.702,18€ 256.471,33-€ 6.918.230,85  1.230€ 5.624,58
             
Den Haag€ 16.799.302,67€ 998.340,48€ 17.797.643,15  2.880€ 6.179,74
             
             
 € 43.042.380,00€ -€ 43.042.380,00  7.379  

Tabel 3.

Bijlage 3

Format voor de jaarlijkse gemeentelijke opgave inzake de Vinac bouwprestaties, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005

In het kader van de Verordening BLS Vinac Haaglanden, doet de gemeente (naam) over (jaar) verslag van de volgende Vinac bouwprestaties, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005:

PrestatieAantal
Totaal aan de woningvoorraad toegevoegde woningen in de sociale sectorVERPLICHT
Totaal aantal woningen in de sociale sector waar een ingrijpende woningverbetering heeft plaatsgevondenIndien van toepassing
Totaal aantal studenteneenheden dat is gerealiseerdIndien van toepassing
Totaal aantal AWBZ-gerelateerde wooneenheden dat is gerealiseerdIndien van toepassing
Totaal aan de woningvoorraad toegevoegde woningen op VINEX uitleglocatie(s) gelegen op het grondgebied van de gemeenteIndien van toepassing
Totaal aan de woningvoorraad toegevoegde woningen in de sociale sector op VINEX uitleglocatie(s) gelegen op het grondgebied van de gemeenteIndien van toepassing

Bijlage 4

Protocol voor accountantsverklaringen in het kader van het Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Accountantsverklaring op basis van Artikel 7, tweede lid, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005

Richtlijnen:

  • 1.

    De accountantsverklaring wordt afgegeven met als doel de vaststelling van de deugdelijkheid van verstrekte opgave bedoeld in Artikel 7, eerste lid, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden.

  • 2.

    De accountant controleert daartoe aan de hand van de onder 1 bedoelde opgave in elk geval of de opgave een getrouwe en deugdelijke weergave bevat van de door de gemeente geleverde Vinac woningbouw-prestaties, , zoals genoemd in Artikel 7, eerste lid a t/m e, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005, met in achtneming van de wijziging van genoemde verordening door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 18 februari 2009.

  • 3.

    Een accountantsverklaring wordt opgesteld overeenkomstig het in bijlage 5 opgenomen model. Een accountantsverklaring kan slechts goedkeurend zijn, voorzover naar het oordeel van de accountant fouten, met betrekking tot de geleverde prestaties binnen de in de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005 opgenomen begripsbepalingen (Artikel 1, k t/m q), het percentage van één niet overschrijden. De accountant wordt hierbij de vrijheid gelaten een zodanige combinatie van controlemaatregelen te kiezen dat hij in staat is zich een gefundeerd oordeel te vormen.

  • 4.

    Een accountantsverklaring die niet goedkeurend is, sluit zo veel mogelijk aan op de indeling die in het in bijlage 5 opgenomen model is gegeven, en wordt ingericht met inachtneming van de door het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants vastgestelde gedrags- en beroepsregels voor registeraccountants, dan wel van de door de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten vastgestelde gedrags- en beroepsregels voor accountants-administratieconsulenten.

Bijlage 5

Model van een accountantsverklaring bij de jaarlijkse gemeentelijke opgave inzake de Vinac bouwprestaties, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005

------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Wij hebben de gemeentelijke opgave inzake de Vinac bouwprestaties, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005, van de gemeente (naam) van (datum) gecontroleerd met inachtneming van het protocol, opgenomen in bijlage 4 van de genoemde verordening.

Op grond van deze controle zijn wij van oordeel dat de de door de gemeente (naam) geleverde opgaven van de Vinac woningbouw-prestaties, zoals genoemd in artikel 7, eerste lid a t/m e, van de Verordening BLS Vinac Haaglanden 2005 juist in de gemeentelijke opgave zijn weergegeven, met in achtneming van de wijziging van genoemde verordening door het algemeen bestuur van het Stadsgewest Haaglanden op 18 februari 2009.

Deze verklaring wordt afgegeven aan de hiervoor genoemde gemeente ten

behoeve van het Stadsgewest Haaglanden.

(plaatsnaam, datum)

(naam accountant en ondertekening)