Overheidsorganisatie | Gemeente Harenkarspel |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening woninggebonden subsidies 2007 |
Citeertitel | Verordening woninggebonden subsidies 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp | Woninggebonden subsidie |
Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Harenkarspel. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Harenkarspel, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2011 | 01-06-2007 | 01-01-2015 | Nieuw | 10-06-2008 Schager Weekblad, 29-12-2010 | VRO/2008/1934 |
De Raad van de gemeente Harenkarspel;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Harenkarspel van 26 februari 2008;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 maart 2008,
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,
besluit:
vast te stellen de volgende verordening: Verordening woninggebonden subsidies 2007.
De minister: de minister van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer.
Het Besluit: het Besluit woninggebonden subsidies 1995.
BWS-budget: het positieve bedrag aan gerealiseerde exploitatieresultaten, welke in het kader van de BWS-regelgeving vrij besteedbaar is, en is bestemd om eventuele nadelige kas- en renteverschillen op te vangen.
(vervallen)
Subsidie-ontvanger: de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die een aanvraag doet om vaststelling en betaling van de door de gemeente verleende subsidie.
(vervallen)
(vervallen)
Huurprijs: prijs die bij huur en verhuur is verschuldigd voor het enkele gebruik van een woning, standplaats of woonwagen, uitgedrukt in een bedrag per maand.
Gereedkomingsdatum: de dag waarop de woning, de standplaats of de woonwagen gereedkomt, dan wel in geval van het treffen van ingrijpende voorzieningen de dag waarop de werkzaamheden zijn voltooid, dan wel de dag waarop de administratief in een plan samengevoegde woningen gemiddeld gereedkomen, dan wel de dag waarop een buiten de standplaats gebouwde nieuwe woonwagen op de standplaats wordt geplaatst.j
Kosten van het verkrijgen in eigendom: de door burgemeester en wethouders vast te stellen noodzakelijke, direct met de bouw samenhangende kosten, inclusief de koopsom van de grond van een woning of een standplaats, met dien verstande dat:
indien een woning of standplaats wordt gebouwd op grond waarop een recht van opstal rust of waarop een recht van erfpacht is gevestigd dan wel de grond en de woning of de standplaats afzonderlijk in eigendom worden verkregen of de grond reeds geruime tijd eigendom is van de eigenaar, als koopsom van de bouwrijpe grond een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag wordt aangehouden;
indien een koopwoning, een koopstandplaats of een koopwoonwagen geheel of gedeeltelijk met eigen arbeid of in eigen beheer wordt gebouwd, als kosten van het verkrijgen in eigendom een door burgemeester en wethouders te bepalen bedrag wordt aangehouden;
de kosten van het verkrijgen in eigendom in voorkomende gevallen kunnen worden verminderd met subsidie, verleend als bijdrage ten behoeve van woningaanpassing voor gehandicapten op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten dan wel de Regeling ziekenfondsraad subsidiëring wooningaanpassingen gehandicapten 1994.
(vervallen)
Toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet.
Voor de toepassing van deze verordening wordt mede verstaan onder:
eigenaar: opstaller, erfpachter, gerechtigde tot een appartementsrecht of degene die lid is van een coöperatie en op die grond het uitsluitende gebruik heeft van een aan die coöperatie in bloot eigendom toebehorende woning;
eigendom: opstal, erfpacht, appartementsrecht of lidmaatschap als bedoeld onder a;
woning: onzelfstandige woonruimte;
het verlenen van subsidie: het verlenen van subsidie ten behoeve van het bouwen dan wel het treffen van ingrijpende voorzieningen van gemeentewege;
bouwen: het verbouwen van een gebouwde onroerende zaak tor woonruimte, waarbij de bestemming van de onroerende zaak wordt gewijzigd;
bouwen van standplaatsen: het treffen van ingrijpende voorzieningen aan bestaande huurstandplaatsen
.
Deze verordening is niet van toepassing op:
woningen die niet geschikt of bestemd zijn om voortdurend door dezelfde persoon of personen te worden bewoond;
woningen die bestemd zijn voor of in gebruik zijn als ambts- of dienstwoning; bejaardenoorden als bedoeld in de Wet op de bejaardenoorden.
Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders uitsluitend subsidie verlenen voor:
het bouwen van woningen;
het treffen van ingrijpende voorzieningen aan woningen;
het bouwen standplaatsen;
het bouwen van woonwagens.
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
1. De subsidie-omvanger meldt aan burgemeester en wethouders dat de te bouwen woning, standplaats of woonwagen gereed is, dan wel dat de werkzaamheden zijn voltooid.
2. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling en betaling van de subsidie.
3. De subsidie-ontvanger dient de gereedmelding als bedoeld in het eerste lid bij burgemeester en wethouders in terstond na de voltooiing van de werkzaamheden, doch uiterlijk binnen driejaar na het verlenen van de subsidie.
1. De gereedmelding als bedoeld in artikel 21, eerste lid, gaat vergezeld van:
een verklaring van de subsidie-ontvanger dat bij de bouw respectievelijk het treffen van de ingrijpende voorzieningen is of wordt voldaan aan de bijzondere verplichtingen waaronder de subsidie is verleend;
een opgave van de gereedkomingsdatum.
2. Indien de subsidie-ontvanger een ander is dan de aanvrager, gaat de gereedmelding als bedoeld in het eerste lid vergezeld van een opgave van de afwijkingen van bestek en tekeningen, indien deze hebben plaatsgevonden.
3. De aanvrager dient gedurende een periode van vijfjaar na de gereedmelding alle rekeningen en betalingsbewijzen met betrekking tot de werkzaamheden ter controle beschikbaar te houden.
(Vervallen)
Burgemeester en wethouders bevestigen binnen twee weken de ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 21, eerste lid.
1. Binnen acht weken na ontvangst van de gereedmelding als bedoeld in artikel 21, eerste lid, nemen burgemeester en wethouders een besluit op de aanvraag tot vaststelling en betaling van subsidie.
2. Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met acht weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.
(Vervallen)
Indien burgemeester en wethouders instemmen met de aanvraag tot vaststelling en betaling, stellen zij de subsidie vast overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 Awb.
De subsidie wordt betaald als bijdrage ineens, één jaar na de gereedkomingsdatum als genoemd in artikel 22, eerste lid, onder b.
De intrekking en wijziging van de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling geschieden overeenkomstig afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht.
Burgemeester en wethouders voegen aan het BWS-budget het bedrag toe dat beschikbaar komt als gevolg van een intrekking van een besluit tot verlening van subsidie.
1. Burgemeester en wethouders kunnen op een daartoe strekkende en gemotiveerde aanvraag van de aanvrager dan wel de subsidieontvanger ontheffing verlenen van de termijn als genoemd in artikel 21. Een dergelijke aanvraag wordt vóór het verstrijken van de termijn bij burgemeester en wethouders ingediend.
2. Indien burgemeester en wethouders een aanvraag als bedoeld in het eerste lid honoreren, geven zij een nieuwe termijn aan.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de uitvoering van deze verordenmg nadere regels vaststellen.
De werking van artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgesloten.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een toegelaten instelling subsidie verlenen voor het bouwen van een huurwoning.
Burgemeester en wethouders verlenen alleen subsidie indien de huurprijs niet hoger is dan € 486,-.
De subsidie als bedoeld in artikel 33 bedraagt maximaal € 2.269,-.
1. Indien de woning bedoeld is om een naar prijsklasse zo gedifferentieerd mogelijke samenstelling van de woningvoorraad in de wijk of buurt te bereiken, verlenen burgemeester en wethouders, in afwijking van het bepaalde in artikel 34, subsidie indien de huurprijs niet meer bedraagt dan € 399,-.
2. Bij toepassing van het eerste lid kan de subsidie als genoemd in artikel 35 worden verhoogd met maximaal € 4.084,--.
Indien locatiegebonden kostenverhogende factoren de bouwprijs van de woning beïnvloeden, kan de subsidie als genoemd in artikel 35 worden verhoogd.
1. Burgemeester en wethouders kunnen van de huurprijzen als genoemd in de artikelen 34 en 36, eerste lid, afwijken indien de woning vijf of meer kamers zal hebben.
2. Voor het bepalen van het aantal kamers als bedoeld in het eerste lid worden een afzonderlijke keuken en een afzonderlijke badkamer niet meegerekend.
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
(Vervallen)
Op aanvragen, waarop vóór 1 juni 2007 een bijdrage is verleend, blijven de bepalingen van de regeling op grond waarvan de bijdrage is verleend van toepassing.
1. Burgemeester en wethouders kunnen de uitvoering van bepalingen van deze verordening, voor zover die uitvoering tot hun bevoegdheid behoort, mandateren aan burgemeester en wethouders van een door hen aan te wijzen centrumgemeente.
2. In de besluiten van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente als bedoeld in het eerste lid wordt tot uitdrukking gebracht dat deze namens burgemeester en wethouders zijn genomen.
Indien vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in deze verordening.
Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening woninggebonden subsidies 2007.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008 en werkt terug tot 1 juni 2007.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 10 juni 2008.
de griffier, de voorzitter,
R.H. Mulder E.J. Brommet