Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Harenkarspel

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1994

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Harenkarspel
Officiële naam regelingVerordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1994
CiteertitelVerordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1994
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpBezwaar en beroep

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Harenkarspel. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Harenkarspel, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 84
  2. Gemeentewet, art. 108 lid 1
  3. Gemeentewet, art. 147 lid 1
  4. Gemeentewet, art. 149
  5. Algemene wet bestuursrecht, art 7:13
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

14-04-199417-01-2013Nieuw

12-04-1994

Gemeente HRK Nieuws, 13-04-1994

HK 501

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1994

De raad, het college van burgemeester er wethouders en de burgemeester van de gemeente Harenkarspel, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, d.d. 5 april 1994;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

BESLUITEN:

vast te stellen de volgende: Verordening inzake de behandeling van bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1994

HOOFDSTUK I begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    beroepsorgaan: gemeentelijke bestuursorgaan dat dient te beslissen op een beroepschrift;

  • b.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • c.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaar- en beroepschriften;

  • d.

    wet: wet van 4 juni 1992 (Stbl. 1992, 315) houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht).

HOOFDSTUK II Behandeling van de bezwaar- en beroepschriften

Paragraaf 1 De commissie
Artikel 2 Inleidende bepaling

Er is een commissie, genaamd: Commissie bezwaar- en beroepschriften, ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren en ingestelde administratieve beroepen als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie
  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de gemeenteraad op voorstel van burgemeester en wethouders.

  • 2. Alvorens burgemeester en wethouders een voorstel doen tot benoeming van een voorzitter, worden de leden van de commissie in de gelegenheid gesteld daartoe een voordracht te doen.

  • 3. De gemeenteraad benoemt overeenkomstig het eerste lid een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

  • 4. De voorzitter van de commissie maakt geen deel uit van of is werkzaam onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan.

  • 5 De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris
  • 1. De secretaris van de commissie is een door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar.

  • 2. Burgemeester en wethouders wijzen tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur
  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure
Artikel 6 Ingediend bezwaar- of beroepschrift
  • 1. Op het ingediende bezwaar- of beroepschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaar- of beroepschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3. Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de wet wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar of beroep zal adviseren.

Artikel 7 Overdracht bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen

  • -

    2:1, tweede lid,

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld,

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, tweede lid,

  • -

    7:6, vierde lid,

  • -

    7:18, tweede en zesde lid, en

  • -

    7:20, vierde lid,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek
  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaar- of beroepschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van burgemeester en wethouders vereist.

Artikel 9 Hoorzitting
  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikelen 7:3 en 7:17 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikelen besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan;

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan;

    • c.

      in geval van behandeling van een beroepschrift, het beroepsorgaan.

Artikel 10 Uitnodiging hoorzitting
  • 1. D voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste drie weken voor de hoorzitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de hoorzitting.

  • 2. Binnen drie dagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval twee weken voor het tijdstip van de hoorzitting aan de belanghebbenden, het verwerend orgaan en in het geval van behandeling van een beroepschrift, aan het beroepsorgaan meegedeeld.

  • 4 De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 11 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 12 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 13 Openbaarheid hoorzitting
  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De deuren worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de hoorzitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 14 Schriftelijke verslaglegging
  • 1. Het verslag als bedoeld in de artikelen 7:7 en 7:21 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en overigens ter hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 15 Nader onderzoek
  • 1. Indien na afloop van de hoorzitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Raadkamer en advies
  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken dan beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar- of beroepschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 17 Uitbrengen advies
  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 14 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaar- of beroepschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van tien weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, of artikel 7:24, tweede lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie, de belanghebbenden en in het geval van behandeling van een beroepschrift het verwerend orgaan, een afschrift.

HOOFDSTUK III Slotbepalingen

Artikel 18 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging.

  • 2. De Verordening bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1990 wordt op de in lid 1 genoemde datum ingetrokken.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaar- en beroepschriften Harenkarspel 1994.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Harenkarspel, gehouden op 12 april 1994,

De secretaris, de voorzitter,

J.Perton J.S.C.M. Louter