Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Slochteren

Regeling interne klachtenbehandeling Slochteren

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Slochteren
Officiële naam regelingRegeling interne klachtenbehandeling Slochteren
CiteertitelRegeling interne klachtenbehandeling Slochteren
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Met inwerkingtreding worden de Regeling interne klachtenbehandeling en de Verordening inzake de externe klachtenbehandeling, vastgesteld 27 oktober 2002, ingetrokken

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, artikel 149
  2. Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 9

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200612-05-2011Nieuwe regeling

19-12-2005

't Bokkeblad, 28-12-2005

2005/5091

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling interne klachtenbehandeling Slochteren

De raad,

de commissies ex artikel 7:13 Awb,

de raadscommissies,

het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Slochteren,

ieder voor zover het zijn/haar bevoegdheden betreft;

overwegende dat ingevolge Hoofdstuk 9 van de Awb er een interne klachtenregeling voor de gemeente Slochteren gewenst is;

gehoord de Ombudscommissie;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 2005 ;

gelet op Hoofdstuk 9 van de Awb en op (artikel 149 van) de Gemeentewet;

b e s l u i t e n :

vast te stellen de volgende

REGELING INTERNE KLACHTENBEHANDELING SLOCHTEREN

Hoofdstuk 1 Mondelinge klachten

Artikel 1 Indiening
  • 1. Een mondelinge klacht over een gedraging jegens klager of een ander van een gemeentelijk bestuursorgaan, kan telefonisch of in persoon worden ingediend bij de klachtencoördinator of zijn/haar plaatsvervanger(s).

  • 2. De klacht wordt vastgelegd op een door het college vast te stellen intake-formulier. Na vastlegging van de klacht gaat een afschrift van het intake-formulier per omgaande naar de behandelaar uit artikel 4 en samen met de klachtenfolder naar de klager en de beklaagde.

Artikel 2 Behandeling en afdoening
  • 1. De behandeling en afdoening van mondelinge klachten geschiedt bij mandaat door de behandelaars uit artikel 4.

    De klacht wordt niet in behandeling genomen als (op advies van de klachtencoördinator) de behandelaar artikel 9:8, lid 1a, b, c, d, e of f dan wel lid 2, van de Awb van overeenkomstige toepassing acht.

    Binnen 3 weken na indiening stuurt de klachtencoördinator aan klagers bij mandaat, samen met de klachtenfolder, het bericht dat klachten niet in behandeling worden genomen met een berichtkopie aan de beklaagde of de behandelaars doen deze op zorgvuldige wijze schriftelijk af. Bij het geschrift voegen zij de klachtenfolder en een kopie van het geschrift sturen zij naar de beklaagde en de klachtencoördinator.

Hoofdstuk 2 Schriftelijke klachten

Artikel 3 Indiening
  • 1. Een schriftelijke klacht over een gedraging als bedoeld in artikel 1.1 wordt ingediend c.q. gericht aan het betreffende bestuursorgaan, t.a.v. de klachtencoördinator.

  • 2. Het klaagschrift wordt ondertekend en bevat tenminste:

    • a.

      De naam en het adres van de indiener;

    • b.

      de dagtekening;

    • c.

      een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht is gericht.

Artikel 4 Onderzoek/behandeling
  • 1. Een klacht over een gedraging van de gemeenteraad wordt onderzocht en behandeld door de voorzitter en de griffier van de raad als personen van advies aan de gemeenteraad in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

  • 2. Een klacht over een gedraging van het college als geheel wordt onderzocht/behandeld door de collegevoorzitter of diens 1e plaatsvervanger en een ander door het college aan te wijzen collegelid, niet zijnde collegeleden die het klachtonderwerp in hun portefeuille hebben, als personen van advies aan het college in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

  • 3. Een klacht over de burgemeester wordt, behoudens lid 6, onderzocht/behandeld door de loco-burgemeester en de gemeentesecretaris als personen van advies aan de burgemeester in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

  • 4. Een klacht over een gedraging van een collegelid of de gemeentesecretaris wordt onderzocht/behandeld door de collegevoorzitter en een ander door het college aan te wijzen collegelid, niet zijnde beklaagde, als personen van advies aan het college in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

  • 5. Een klacht over een gedraging van een raadscommissie of een adviescommissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb wordt onderzocht/behandeld door de voorzitter en de secretaris/griffier van die commissie als personen van advies aan die commissie in de zin van artikel 9:14.1 Awb; voor zover over die medewerkers individueel geklaagd wordt, vervangen hun plaatsvervangers hen.

  • 6. Een klacht over de aangeduide voorzitter van de raad en commissies uit lid 5 wordt onderzocht/behandeld door de volgende personen van advies in de zin van artikel 9:14.1 Awb aan die voorzitter:

    • -

      voorzitter: de plaatsvervangend/waarnemend voorzitter en de (commissie)griffier/secretaris;

    • -

      waarnemend/plaatsvervangend voorzitter: de voorzitter en de (commissie)griffier/secretaris.

  • 7. Een klacht over een gedraging van de directeuren wordt onderzocht/behandeld door de gemeentesecretaris als persoon van advies aan het college in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

  • 8. Een klacht over een gedraging van de griffier wordt onderzocht/behandeld door de burgemeester en de plaatsvervangend griffier als personen van advies aan de raad in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

  • 9. Een klacht over een gedraging van overige medewerkers door zijn/haar back-office manager of directeur als persoon van advies aan respectievelijk de raad en het college in de zin van artikel 9:14.1 Awb.

Artikel 5 Inbehandelingname/ontvangstbevestiging/beklaagden informatie
  • 1. Als het klaagschrift niet voldoet aan het tweede lid van artikel 9:4 Awb, wordt de klager namens het bestuursorgaan bij brief door de klachtencoördinator in de gelegenheid gesteld om het herstel van dit verzuim alsnog binnen 2 weken na de verzending van die brief aan hem/haar te doen toekomen. De tijdige datum van ontvangst van het verzuimherstel, wordt dan geacht de ontvangstdatum van het klaagschrift te zijn.

  • 2. Het bestuursorgaan kan al dan niet op binnen 2 weken uitgebracht advies van de klachten-coördinator besluiten dat artikel 9:8, lid 1a, b, c, d, e of f dan wel lid 2, Awb van toepassing is. Dan stelt de klachtencoördinator de klager, de ombudscommissie en beklaagde, als het om een persoon gaat, binnen 4 weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk, met ontvangstbevestiging, in kennis van het niet in behandeling nemen daarvan. Bij de inkennissstelling wordt een klachtenfolder gevoegd en wordt de klager gewezen op de mogelijkheid om aansluitend binnen 1 jaar na de datum van verzending van de inkennisstelling een klacht in te dienen bij de externe intergemeentelijke ombudscommissie. De rest van deze regeling blijft dan buiten toepassing.

  • 3. Als het advies uit het tweede lid niet wordt uitgebracht en het klaagschrift voldoet aan artikel 9:4, tweede lid, Awb wordt de ontvangst namens het bestuursorgaan door de respectieve behartigers uit artikel 11 binnen 2 weken daarna schriftelijk bevestigd. De bevestiging, waarvan een afschrift naar het bestuursorgaan gaat, bevat tevens een uitnodiging voor de hoorzitting uit artikel 7 en een beschrijving van de verdere gang van zaken en gaat vergezeld van een klachtenfolder.

  • 4. Binnen 2 weken na de ontvangst zenden de respectieve behartigers uit artikel 11 een afschrift van het klaagschrift en de daarbij meegezonden stukken aan beklaagden en aan beklaagde personen, naast de klachtenfolder, ook een uitnodiging voor de hoorzitting, waarin een weergave van artikel 6 is opgenomen.

Artikel 6 Kenbaarheid

Als over personen of de burgemeester/voorzitters als bestuursorganen geklaagd wordt, zenden deze binnen 4 weken na de ontvangst van de klacht, een schriftelijke reactie aan de klager. Hij/zij heeft daarover binnen 5 weken na ontvangst van de klacht een gesprek met de klager, in aanwezigheid van de direct leidinggevende als het gaat om medewerkers. Als daarbij blijkens schriftelijke bevestiging van de klager aan de klacht naar tevredenheid van de klager wordt tegemoet gekomen, stelt beklaagde terstond de behandelaren uit artikel 4 daarvan d.m.v. die bevestiging in kennis en wordt de behandeling gestaakt. Dit laatste wordt door de behartiger uit artikel 11 binnen 6 weken na klachtontvangst schriftelijk meegedeeld aan klager, het verantwoordelijke bestuursorgaan en de klachtencoördinator.

Artikel 7 Horen
  • 3. De behandelaren uit artikel 4 stellen klager en beklaagde(n) binnen 7 weken na ontvangst van het klaagschrift in de gelegenheid in beslotenheid te worden gehoord en, voor zover van toepassing, op elkaars standpunt te reageren. De raad en commissies laten zich dan, evenals bij de Ombudscommissie, als beklaagden vertegenwoordigen door hun plaatsvervangend voorzitter, het College van burgemeester en wethouders door het collegelid, dat het onderwerp van de klacht in zijn portefeuille heeft, tenzij het betreffende bestuursorgaan heeft besloten tot een andere vertegenwoordiging.

    Van het horen laten de behandelaren een voorlopig verslag maken, dat om reactie wordt toegezonden aan klager en beklaagde. Hun eventuele reacties worden bij het definitieve verslag gevoegd.

Artikel 8 Resultaat
  • 1. Het bestuursorgaan besluit, op advies van de behandelaren binnen 10 weken na ontvangst van de klacht over de afdoening daarvan op basis van een rapport van bevindingen, een advies, het verslag en eventuele aanbevelingen van de behandelaren.

  • 2. De behartiger uit artikel 11 stelt op dezelfde dag klager, beklaagde, de ombudscommissie en de klachtencoördinator schriftelijk in kennis van de door dat bestuursorgaan vastgesteldebevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt, vergezeld van het verslag en van het eventuele advies. Daarbij wordt deklager op de mogelijkheid gewezen om aansluitend de klacht in te dienen bij de externe intergemeentelijke ombudscommissie.

Artikel 9 Verdaging

Het betreffende bestuursorgaan kan de afdoening voor ten hoogste 4 weken verdagen, met dien verstande dat de respectieve personen van advies uit artikel 4 dit doen voor door de raad en de commissies af te handelen klachten. In geval van verdaging zijn de termijnen uit de artikelen 5, 6 en 7 niet van toepassing en moet in artikel 8 voor 10 weken 14 weken gelezen worden. Van de verdaging wordt door de behartiger uit artikel 11 binnen die eerste 10 weken schriftelijk mededeling gedaan aan klager en beklaagde, als dit geen bestuursorgaan is.

Hoofdstuk 3 Registratie

Artikel 10 Jaaroverzicht
  • 1. Het college brengt jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit van het aantal klachten, de aard van de klachten, de wijze van afdoening en de eventuele maatregelen die naar aanleiding van de behandeling zijn getroffen. In het verslag wordt het recht van betrokkenen op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer in acht genomen.

  • 2. Het verslag, bedoeld in lid 1, dat zowel schriftelijke als mondelinge klachten betreft, wordt jaarlijks gepubliceerd.

Hoofdstuk 4 Algemene en slotbepalingen

Artikel 11 Ambtelijke behartiging
  • 1. Alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen ter behandeling van klachten over het College van B&W en de collegeleden worden verricht door of namens de gemeentesecretaris.

  • 2. Alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen ter behandeling van klachten over de gemeentesecretaris worden verricht door of namens de loco-gemeentesecretaris.

  • 3. Alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen ter behandeling van klachten over medewerkers worden verricht door of namens zijn/haar back-office manager of directeur.

  • 4. Alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen ter behandeling van klachten over een andere beklaagde dan die uit de vorige twee artikelleden worden verricht door of namens de ambtelijk persoon van advies voor die beklaagde uit artikel 4.

Artikel 12 Onvoorzien

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het afhandelend bestuursorgaan.

Artikel 13 Inwerkingtreding
  • 1. Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2006.

  • 2. Met ingang van 1 januari 2006 vervallen de Regeling interne klachtenbehandeling en de verordening inzake de externe klachtenbehandeling, vastgesteld bij besluit van 27 oktober 2002 , met dien verstande dat de regeling van toepassing blijft op klachten die vóór die datum zijn ingediend.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in de openbare vergadering van 19 december 2005.

De raad voornoemd,

, voorzitter.

, griffier.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders op 20 december 2005.

Burgemeester en wethouders voornoemd,

, burgemeester.

, secretaris.

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 20 december 2005.

De burgemeester voornoemd,

, burgemeester.

Aldus vastgesteld door de Commissie voor bezwaar- en beroepschriften op 19 december 2005.

De Commissie voornoemd,

, voorzitter

, secretaris