Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Goedereede

Algemene subsidieverordening gemeente Goedereede 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Goedereede
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening gemeente Goedereede 2012
CiteertitelAlgemene subsidieverordening gemeente Goedereede 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de Algemene Subsidieverordening 2000 van 26 oktober 2000.

De wijzigingen van 21februari 2008 zijn in de verordening opgenomen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2013Nieuwe regeling

22-12-2011

Publicatieblad datum 23 december 2011 nummer: 2011/23

2011-12
01-01-2007Nieuwe regeling

21-12-2006

Publicatieblad datum 22 december 2006 nummer: 2006/30

2006-10

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Goedereede;

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 12 december 2011;

overwegende, dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 27 oktober heeft besloten tot het doen opstellen van een nieuwe algemene subsidieverordening;

gelet op het bepaalde in artikel 147 e.v. van de Gemeentewet en de bepalingen van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

               b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening

 Algemene subsidieverordening gemeente Goedereede 2012

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1 Omschrijving van gebruikte begrippen

Deze verordening verstaat onder:

aanvraag:

een aanvraag als bedoeld in artikel 4:2 Algemene wet bestuursrecht (Awb) om in aanmerking te komen voor een subsidie in het kader van deze verordening;

aanvrager:

een vrijwilligersorganisatie of professionele organisatie die voor een subsidie in aanmerking wil komen;

activiteiten:

werkzaamheden die zijn gericht op door de gemeente nagestreefde doelen die van ideële of materiële aard kunnen zijn, waarvan de resultaten meetbaar zijn in termen van kwantiteit, kwaliteit of geld en die ten goede komen aan de inwoners van de gemeente Goedereede;

accountantsverklaring:

een in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde gewaarmerkte verklaring over het gevoerde financieel beheer en de financiële verantwoording daarover;

Awb:

de Algemene wet bestuursrecht, zoals deze luidt na inwerkingtreding van de vierde tranche gepubliceerd in het Staatsblad 2009, nr. 264;

beleidsregel:

een door het college vastgestelde algemene regel, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift, omtrent de afweging van belangen, de vaststelling van feiten of de uitleg van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid door een bestuursorgaan;

boekjaar:

een kalenderjaar;

college:

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goedereede;

deskundigheidsbevordering:

het geheel van activiteiten gericht op het in stand houden of vergroten van de bekwaamheid van vrijwilligers;

erkende vrijwilligersorganisatie of professionele organisatie:

een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek daaronder begrepen de , die in het bijzonder werkzaam is op het gebied van maatschappelijke ondersteuning of andere beleidsterreinen van de gemeente Goedereede en die als zodanig door het college is erkend in het kader van het subsidiebeleid en die is opgenomen in het Register;

eigen middelen:

alle vermogens- en inkomensbestanddelen waarover de subsidieontvanger kan beschikken, waaronder inkomsten uit contributies, inkomsten uit deelnemersbijdragen, inkomsten uit donaties, erfstellingen, legaten, reserves en voorzieningen;

investeringsprogramma:

een door een aanvrager opgesteld overzicht van activiteiten waarvoor een investeringssubsidie wordt aangevraagd;

investeringssubsidie:

subsidie voor het aankopen, stichten, verbouwen of in stand houden van onroerend goed, niet zijnde onroerend goed in eigendom van en beheer bij de gemeente;

maatschappelijke ondersteuning:

het geheel van activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de prestatievelden die zijn benoemd in de Wmo, activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de bevordering van toerisme/recreatie en activiteiten die zijn gericht op het behoud van cultuurhistorisch erfgoed;

project:

een bijzondere incidentele en vernieuwende activiteit of samenstel van activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager;

projectplan:

een door een aanvrager opgesteld overzicht en inhoudelijke omschrijving van activiteiten waarvoor projectsubsidie wordt aangevraagd;

projectsubsidie:

een subsidie voor een éénmalige projectmatig georganiseerde activiteit, daaronder begrepen activiteiten in het kader van deskundigheidsbevordering;

vrijwilligersorganisatie:

een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, daaronder begrepen de, die werkzaam is op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en die bestuurd wordt door vrijwilligers;

professionele organisatie:

een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die werkzaam is op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en die bestuurd wordt door een of meer personen in dienst op grond van een landelijke CAO of een anderszins gereguleerde arbeidsovereenkomst;

raad:

de raad van de gemeente Goedereede;

rechtspersoon:

een rechtspersoon als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die zich ten doel stelt om zonder winstoogmerk de belangen van ideële of materiële aard van de inwoners van de gemeente Goedereede te behartigen;

Register:

het overzicht van de door het college in het kader van deze verordening erkende vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties waarmee zij een structurele subsidierelatie onderhoudt;

structurele subsidie:

een subsidie voor activiteiten met een voortdurend karakter;

subsidie:

de aanspraak op financiële middelen die door de gemeente worden verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan de gemeente geleverde goederen of diensten, en anders dan ter uitvoering van een door een hoger overheid opgelegde taak;

subsidieontvanger:

een erkende vrijwilligersorganisatie of professionele organisatie die een subsidie ontvangt;

subsidieplafond:

een bedrag dat gedurende een begrotingsjaar door de raad ten hoogste beschikbaar wordt gesteld voor vormen van subsidie die op basis van deze verordening en de geldende beleidsregels worden verleend;

subsidieverlening:

een beschikking die een omschrijving bevat van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend en het bedrag van de subsidie, dan wel het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld en de wijze waarop dit bedrag wordt betaald;

subsidievaststelling:

een beschikking die een omschrijving bevat van de activiteiten waarvoor subsidie is vastgesteld of ten hoogste zal worden vastgesteld, en de wijze waarop dit bedrag wordt betaald;

uitvoeringsovereenkomst:

een overeenkomst, gesloten tussen het college en een subsidieontvanger, ter uitvoering van de beschikking tot subsidieverlening;

verplichting:

een door het college aan een subsidieontvanger opgelegde taak;

voorziening:

vermogensbestanddelen die worden gevormd voor toekomstige kosten die een periode van meerdere jaren omvatten en die niet binnen de reguliere exploitatie kunnen worden opgevangen, nu al zijn te voorzien, onvermijdelijk zijn, hun oorzaak hebben in het verleden en kwantificeerbaar of berekenbaar zijn;

werkplan:

een overzicht en omschrijving van activiteiten waarvoor een structurele subsidie wordt aangevraagd;

Wmo:

Wet maatschappelijke ondersteuning.

 

Hoofdstuk 2 WERKINGSSFEER VAN DEZE VERORDENING

Artikel 2.1 Tot subsidie gerechtigde partijen en te subsidiëren activiteiten
  • 1. Alleen rechtspersonen kunnen in aanmerking komen voor een subsidie.

  • 2. Rechtspersonen kunnen alleen voor een structurele subsidie in aanmerking komen als zij in het kader van deze verordening door het college zijn erkend als gesubsidieerde organisatie.

  • 3. Alleen activiteiten die passen binnen de door de raad of het college geformuleerde beleidsdoelen kunnen voor een subsidie in aanmerking komen.

  • 4. Subsidie wordt alleen verstrekt voor activiteiten die naar het oordeel van het college in het directe belang zijn van de inwoners van de gemeente Goedereede.

  • 5. Activiteiten van lokale of regionale afdelingen van landelijke vrijwilligersorganisaties of professionele organisaties op het gebied van patiënten- en cliëntenbelangenbehartiging komen niet voor subsidie in aanmerking, behoudens het in deze verordening bepaalde inzake projectsubsidies.

  • 6. Activiteiten die enkel zijn gericht op religieuze, levensbeschouwelijke, politieke of commerciële doeleinden worden niet gesubsidieerd.

  • 7. Het bij of krachtens deze verordening bepaalde is niet van toepassing als het rijk of de provincie een regeling heeft vastgesteld, waarbij de rijks- of provinciale subsidie op andere dan in deze verordening gestelde voorwaarden afhankelijk wordt gesteld van de verlening van een gemeentelijke subsidie.

Artikel 2.2 Het erkennen van vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties
  • 1. Een verzoek tot de in artikel 2.1 bedoelde erkenning wordt voor 1 april, voorafgaand aan het jaar waarin de erkenning moet ingaan, ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Bij het in het voorgaande lid bedoeld verzoek tot erkenning overlegt de verzoeker:

    • a.

      een gewaarmerkt exemplaar van de oprichtingsakte van de rechtspersoon waarin de statuten zijn opgenomen;

    • b.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;

    • c.

      verdere gegevens die het college nodig acht voor het correct uitvoeren van deze verordening.

  • 3. Het college beslist binnen twaalf weken na indiening van een verzoek als bedoeld in dit artikel.

  • 4. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Artikel 2.3 Verdeling van de bevoegdheden

De raad

1.  De raad kan voor de terreinen waarop deze verordening van toepassing is, kaders vaststellen waaruit het college voorwaarden kan afleiden voor de subsidieverlening (Beleidsregels).

2.  De raad stelt jaarlijks bij het vaststellen van de begroting de subsidieplafonds vast.

Het college

3.  Het college is door de raad belast met het uitvoeren van deze verordening.

4.  Het college kan ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere Beleidsregels vaststellen, inclusief de daarbij behorende formulieren.

5.  Het college kan eisen formuleren waaraan het in het kader van de rapportage en verantwoording in te dienen inhoudelijk en financieel verslag moeten voldoen.

 

Artikel 2.4 Het indienen van aanvragen en het verzoek tot aanvullende informatie
  • 1. Een aanvraag voor een subsidie wordt ingediend met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Het college kan binnen zes weken na ontvangst van een aanvraag de aanvrager verzoeken om binnen een redelijke termijn aanvullende informatie te verstrekken.

  • 3. Over deze termijn wordt met de aanvrager overlegd en bij onenigheid beslist het college.

  • 4. Als het verzuim niet binnen de overeengekomen of door het college gestelde termijn is hersteld, dan wordt de aanvraag buiten behandeling gesteld.

Artikel 2.5 Het afwijzen van een subsidieaanvraag
  • 1. De subsidieaanvraag wordt in ieder geval afgewezen als de activiteiten naar hun inhoud of naar de wijze van organisatie niet verenigbaar zijn met algemeen gangbare normen of uitgangspunten voor duurzaamheid en soberheid, of als de activiteiten niet kunnen worden aangemerkt als goedkoopst adequate oplossing c.q. voorziening.

  • 2. De subsidieaanvraag wordt in ieder geval afgewezen als een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      de aanvrager verbonden is aan een commerciële instelling die dezelfde of vergelijkbare activiteiten aanbiedt;

    • b.

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • c.

      de subsidie niet wordt aangewend overeenkomstig het doel waarvoor die wordt verleend;

    • d.

      de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie te verbinden verplichting(en);

    • e.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

    • f.

      de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag heeft geleid.

  • 3. De subsidieaanvraag wordt afgewezen als de activiteiten al door het college langs andere weg worden bekostigd.

  • 4. De subsidieaanvraag wordt afgewezen als op het betreffende beleidsterrein al in voldoende mate is of wordt voorzien.

  • 5. De subsidieaanvraag wordt afgewezen als de aanvrager de kosten van de activiteit uit eigen middelen of uit middelen van derden kan betalen.

  • 6. De subsidieaanvraag wordt afgewezen als de aanvrager failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

  • 7. De subsidieaanvraag wordt afgewezen als met het vaststellen de subsidieplafonds worden overschreden.

Artikel 2.6 Het verlenen van subsidie onder voorbehoud
  • 1. Als de subsidie is of wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is goedgekeurd door de raad, dan wordt de subsidie verleend onder voorwaarde dat de raad voldoende gelden beschikbaar stelt.

  • 2. De subsidie kan worden vastgesteld onder het voorbehoud dat slechts de werkelijke kosten op basis van nacalculatie worden vergoed.

Artikel 2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger
  • 1. De subsidieontvanger informeert het college per omgaande en schriftelijk over:

    • a.

      ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de activiteiten niet kunnen plaatsvinden, daaronder begrepen wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;

    • b.

      ontwikkelingen die ertoe leiden of kunnen leiden dat de aan de subsidie verbonden voorwaarden of verplichtingen niet of niet helemaal kunnen worden nagekomen;

    • c.

      het geheel of gedeeltelijk beëindigen van de activiteiten;

    • d.

      wijzigingen in de statuten, en de rechtsvorm, onder toezending van een afschrift van de notariële akte waarin de wijziging is opgenomen;

    • e.

      besluiten en procedures die leiden of kunnen leiden tot beëindiging van de activiteiten dan wel ontbinding van de rechtspersoon.

  • 2. De subsidieontvanger is verplicht een verzekering af te sluiten tegen de risico’s van wettelijke aansprakelijk zoals bedoeld in artikel 162 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3. Het college kan aan de subsidieontvanger aanvullende verplichtingen opleggen.

Artikel 2.8 Het recht op reservering, voorziening en afschrijving
  • 1. Rechten en verplichtingen betreffende reservering, voorziening en afschrijving in het kader van structurele subsidies aan professionele organisaties worden opgenomen in een Uitvoeringsovereenkomst.

  • 2. Rechten en verplichtingen betreffende reservering, voorziening en afschrijving in het kader van structurele subsidies aan vrijwilligers organisaties kunnen in de vorm van een aanvullend recht of aanvullende verplichting worden opgenomen in de subsidiebeschikking.

Artikel 2.9 Het afsluiten van een Uitvoeringsovereenkomst
  • 1. Het college sluit met professionele organisaties waaraan een structurele subsidie is verleend een Uitvoeringsovereenkomst af.

  • 2. Het college kan met vrijwilligersorganisaties waaraan een structurele subsidie is verleend een Uitvoeringsovereenkomst afsluiten.

Artikel 2.10 Inhoud van de beschikking tot het vaststellen van de subsidie

In de vaststellingsbeschikking staat:

  • a.

    de omschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt of is verleend;

  • b.

    de resultaten die met de activiteiten moeten worden bereikt of hadden moeten worden bereikt;

  • c.

    het bedrag van de subsidie, of het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden bepaald en de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • d.

    het tijdvak waarvoor de subsidie is of wordt verleend;

  • e.

    door het college vast te stellen dan wel vastgestelde verplichtingen;

  • f.

    bezwaar en beroepsmogelijkheden.

Artikel 2.11 Rapportage en verantwoording
  • 1. De leden 1 t/m 4 van artikel 4:78 van de Awb zijn niet van toepassing voor zover de verleende of vastgestelde subsidie de grens van € 50.000 niet overschrijdt.

  • 2. Bij het indienen van het inhoudelijk en financieel verslag dient de subsidieontvanger tevens het verzoek om de subsidie waarop de verslaglegging betrekking heeft, vast te stellen.

  • 3. De in deze verordening gestelde termijn voor rapportage en verantwoording kan eenmalig in overleg met de aanvrager worden verlengd en bij onenigheid beslist het college.

  • 4. Bij het overschrijden van de overeengekomen of door het college vastgestelde termijn stelt het college de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 2.12 Verslaglegging

Minstens één keer in de vijf jaar stelt het college een rapportage op over de effecten van subsidies.

Hoofdstuk 3 PROCEDUREBESCHRIJVING PER SOORT SUBSIDIE

Paragraaf 3.1 Procedure voor structurele subsidie voor vrijwilligersorganisaties
Artikel 3.1.1 De aanvraag
  • 1. Een aanvraag kan voor meerdere jaren worden ingediend, met een maximum van drie jaren.

  • 2. Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt voor 1 april, voorafgaand aan het boekjaar of boekjaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 3. In afwijking van het tweede lid dient de aanvraag te worden ingediend voor 1 oktober, voorafgaand aan het boekjaar of boekjaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag ten opzichte van de subsidieverlening in het lopende boekjaar:

    . inhoudelijk niet afwijkt of;

    . financieel niet meer dan 2% afwijkt.

  • 4. Bij een aanvraag voor een meerjarige periode, kan de aanvrager volstaan met één aanvraag voor de gehele periode.

  • 5. De in te dienen stukken als bedoeld in het volgende lid moeten dan betrekking hebben op de gehele periode.

  • 6. Bij de aanvraag worden door de aanvrager overgelegd:

    • a.

      een werkplan voor het boekjaar of boekjaren waarop de aanvraag betrekking heeft en waarin de aard en omvang van de activiteiten, de doelgroepen, de beoogde doelstelling(en) en het gevraagde subsidiebedrag zijn vermeld;

    • b.

      een motivering waarom de uit te voeren activiteiten niet kostendekkend zijn of kunnen zijn, en waarom gemeentelijke subsidiëring gewenst is;

    • c.

      een begroting van baten en lasten voor het boekjaar of boekjaren waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      een opgave van bij derden aangevraagde subsidie voor dezelfde activiteiten, met daarbij de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvra(a)g(en).

  • 7. Het college kan eisen formuleren waaraan het werkplan moet voldoen.

Artikel 3.1.2 De verlening
  • 1. Het college beslist op een aanvraag uiterlijk op 31 december van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar of boekjaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

  • 3. Als de verleende subsidie de grens van € 12.500 niet overschrijdt dan is de subsidieverlening tevens aan te merken als subsidievaststelling behoudens het bepaalde in de Beleidsregel Steekproefsgewijze controle Subsidies tot € 12.500 gemeente Goedereede.

Artikel 3.1.3 De rapportage en verantwoording
  • 1. Vrijwilligersorganisaties waaraan een structurele subsidie is verleend van meer dan € 12.500 dienen uiterlijk op 1 juni van het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een inhoudelijk en een financieel verslag in over de uitgevoerde activiteiten.

  • 2. Als de in het vorige lid bedoelde subsidie meer bedraagt dan € 50.000 dan wordt aan het financieel verslag een accountantsverklaring toegevoegd.

Artikel 3.1.4 De vaststelling
  • 1. Als de verleende subsidie de grens van € 12.500 niet overschrijdt dan is de subsidieverlening tevens aan te merken als subsidievaststelling, behoudens het bepaalde in de Beleidsregel Steekproefsgewijze controle Subsidies tot € 12.500 gemeente Goedereede.

  • 2. Het college beslist op een verzoek tot vaststelling van de subsidie binnen twaalf weken.

  • 3. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Paragraaf 3.2 Procedure voor een structurele subsidie voor professionele organisaties
Artikel 3.2.1 De aanvraag
  • 1. Een aanvraag kan voor meerdere jaren worden ingediend, met een maximum van drie jaren.

  • 2. Een aanvraag voor een structurele subsidie wordt voor 1 april, voorafgaand aan het boekjaar of boekjaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 3. In afwijking van het tweede lid dient de aanvraag te worden ingediend voor 1 oktober, voorafgaand aan het boekjaar of boekjaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, indien de aanvraag ten opzichte van de subsidieverlening in het lopende boekjaar:

    . inhoudelijk niet afwijkt of;

    . financieel niet meer dan 2% afwijkt.

  • 4. Bij een aanvraag voor een meerjarige periode, kan de aanvrager volstaan met één aanvraag voor de gehele periode.

  • 5. De in te dienen stukken als bedoeld in het volgende lid moeten dan betrekking hebben op de gehele periode.

  • 6. Bij de aanvraag worden door de aanvrager overgelegd:

    • a.

      een werkplan voor het boekjaar of boekjaren waarop de aanvraag betrekking heeft en waarin de aard, de omvang van de activiteiten, de doelgroepen, de beoogde doelstelling(en) en het gevraagde subsidiebedrag vermeld;

    • b.

      een begroting van baten en lasten voor het boekjaar of boekjaren waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • c.

      een inhoudelijk en financieel verslag over het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;

    • d.

      een accountantsverklaring over het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarin de subsidie wordt aangevraagd;

    • e.

      een opgave van eventueel bij derden aangevraagde subsidie voor dezelfde activiteiten, met daarbij de stand van zaken met betrekking tot de beoordeling van die aanvra(a)gen.

  • 7. Het college kan eisen formuleren waaraan het werkplan moet voldoen.

Artikel 3.2.2 De verlening
  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een structurele subsidie uiterlijk op 31 december van het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar of boekjaren waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

  • 3. Als de verleende subsidie de grens van € 12.500 niet overschrijdt dan is de subsidieverlening tevens aan te merken als subsidievaststelling behoudens het bepaalde in de Steekproefsgewijze controle Subsidies tot € 12.500 gemeente Goedereede.

Artikel 3.2.3 De rapportage en verantwoording
  • 1. Professionele organisaties waaraan een structurele subsidie is verleend van meer dan € 12.500 dienen uiterlijk op 1 juni in het jaar volgend op het jaar waarover subsidie is verleend, een inhoudelijk en financieel verslag in over de uitgevoerde activiteiten.

  • 2. Als de verleende subsidie meer bedraagt dan € 50.000 dan wordt aan het financieel verslag een accountantsverklaring toegevoegd.

Artikel 3.2.4 De vaststelling
  • 1. Het college beslist op een verzoek tot vaststelling van de subsidie binnen twaalf weken.

  • 2. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Paragraaf 3.3 Procedure voor projectsubsidie
Artikel 3.3.1 De aanvraag
  • 1. In het kader van deze verordening worden aanvragen voor een subsidie voor deskundigheidsbevordering behandeld als een aanvraag voor een projectsubsidie.

  • 2. Een projectsubsidie of een subsidie voor deskundigheidsbevordering kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • 3. Een aanvraag voor een projectsubsidie kan door meerdere aanvragers gezamenlijk worden ingediend, waarbij één van de aanvragers optreedt als hoofdaanvrager.

  • 4. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 5. Een aanvraag voor een projectsubsidie wordt tenminste twaalf weken voor aanvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, door de aanvrager ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 6. Bij de aanvraag dient de aanvrager een projectplan in.

  • 7. Het college kan eisen formuleren waaraan het projectplan moet voldoen.

  • 8. De kosten van activiteiten die al zijn gestart zonder voorafgaande toestemming van het college, komen niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 3.3.2 De verlening
  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een investeringssubsidie binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

  • 3. Als binnen twaalf weken na de datum waarop in de beschikking is aangegeven dat de activiteiten dienen te starten geen begin is gemaakt met de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, dan vervallen de aanspraken.

Artikel 3.3.3 De rapportage en verantwoording
  • 1. De ontvanger van een investeringssubsidie dient binnen zes maanden na voltooiing van de investeringswerken een inhoudelijk en financieel verslag in.

  • 2. Als de investeringssubsidie meer bedraagt dan € 50.000 dan wordt aan het financieel verslag een accountantsverklaring toegevoegd.

Artikel 3.3.4 De vaststelling
  • 1. Het college beslist op een verzoek tot vaststelling van de subsidie binnen twaalf weken.

  • 2. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Paragraaf 3.4 Procedure voor investeringssubsidie
Artikel 3.4.1 De aanvraag
  • 1. Een investeringssubsidie kan alleen worden aangevraagd door een rechtspersoon.

  • 2. Een aanvraag voor een investeringssubsidie kan door meerdere aanvragers gezamenlijk worden ingediend, waarbij één van de aanvragers optreedt als hoofdaanvrager.

  • 3. Bij de aanvraag overlegt de aanvrager een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 4. Een aanvraag voor een investeringssubsidie wordt voor 1 april, voorafgaand aan het boekjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld formulier.

  • 5. Bij de aanvraag dient de aanvrager een investeringsprogramma in.

  • 6. Het college kan eisen formuleren waaraan het investeringsprogramma moet voldoen.

  • 7. Investeringssubsidie kan alleen worden verstrekt op investeringen ten behoeve van onroerend goed dat geen eigendom is van de gemeente en niet in beheer bij de gemeente.

  • 8. De kosten van investeringswerkzaamheden die al zijn gestart zonder voorafgaande toestemming van het college, komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 9. Het college kan een verzoek op grond van deze verordening voor het stichten van een nieuwe accommodatie afwijzen als naar het oordeel van het college door middel van multifunctioneel gebruik van bestaande accommodaties in de behoefte aan huisvesting van de aanvrager op redelijke wijze kan worden voorzien.

  • 10. Een verzoek op grond van deze verordening wordt ook afgewezen als er onvoldoende zekerheden zijn omtrent het verkrijgen van een sluitende exploitatie van de accommodatie gedurende een periode van vijf jaar na realisatie.

Artikel 3.4.2 De verlening
  • 1. Het college beslist op een aanvraag voor een investeringssubsidie binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

  • 3. Als binnen twaalf weken na de datum waarop in de beschikking is aangegeven dat de activiteiten dienen te starten geen begin is gemaakt met de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, dan vervallen de aanspraken.

Artikel 3.4.3 De rapportage en verantwoording
  • 1. De ontvanger van een investeringssubsidie dient binnen zes maanden na voltooiing van de investeringswerken een inhoudelijk en financieel verslag in.

  • 2. Als de investeringssubsidie meer bedraagt dan € 50.000 dan wordt aan het financieel verslag een accountantsverklaring toegevoegd.

Artikel 3.4.4 De vaststelling
  • 1. Een overschrijding van de raming van de investeringskosten die ten grondslag heeft gelegen aan het verleende of vastgestelde subsidiebedrag, leidt niet tot verhoging van de gemeentelijke investeringssubsidie.

  • 2. Het college beslist op een verzoek tot vaststelling van de subsidie binnen twaalf weken.

  • 3. Deze termijn kan eenmalig worden verlengd met vier weken.

Hoofdstuk 4 HET WIJZIGEN OF INTREKKEN VAN SUBSIDIE

Artikel 4.1 Het wijzigen of intrekken van subsidie

Het college kan een verleende of vastgestelde subsidie met inachtneming van een redelijke termijn geheel of gedeeltelijk wijzigen, dan wel geheel intrekken als.

  • a.

    er feiten of omstandigheden bekend worden waarvan het college bij de subsidieverlening of de subsidievaststelling niet op de hoogte was of redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn, en op grond waarvan de subsidie niet of anders zou zijn verleend of vastgesteld;

  • b.

    deze feiten of omstandigheden zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten;

  • c.

    de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

  • d.

    de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of redelijker wijze behoorde te weten;

  • e.

    de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

  • f.

    de subsidieontvanger na de vaststelling niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichting(en);

  • g.

    de subsidieontvanger de subsidie niet aanwendt voor organisatieonderdelen waarvoor de subsidie is bedoeld;

  • h.

    als een subsidie is verleend onder het voorbehoud dat de raad voldoende middelen beschikbaar stelt en zulks niet het geval is.

Artikel 4.2 Het wijzigen van subsidie bij voorbehoud
  • 1. Het college kan een verleende subsidie wijzigen na vaststelling van de gemeentebegroting en de subsidieplafonds.

  • 2. Het college kan een verleende subsidie wijzigen als het bedrag van de subsidie afhankelijk is gesteld van de werkelijke kosten van de activiteit(en), het project of de investeringswerken.

  • 3. Tot die wijziging uit het vorige lid kan ook worden besloten als uit het inhoudelijk en het financieel verslag en de accountantsverklaring als blijkt dat er kosten zijn gemaakt en opgevoerd die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd.

Artikel 4.3 Het weigeren van subsidie voor een nieuw tijdvak
  • 1. Als een subsidie voor dezelfde of in hoofdzaak dezelfde soort activiteiten is verstrekt voor een tijdvak van drie of meer opeenvolgende jaren, dan kan bij veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten de subsidie voor een nieuw tijdvak worden geweigerd.

  • 2. Het college neemt voor het aankondigen van de voorgenomen weigering voor een nieuw tijdvak een redelijke termijn in acht.

  • 3. Bij het weigeren van subsidie voor een nieuw tijdvak wordt de organisatie of instelling door het college in staat gesteld haar op grond van al eerder verleende subsidie aangegane redelijke verplichtingen naar behoren na te komen.

Artikel 4.4 Termijnen en werking
  • 1. Een wijziging of intrekking van een verleende of vastgestelde subsidie kan met terugwerkende kracht worden geëffectueerd vanaf het tijdstip waarop de subsidie is verleend of vastgesteld.

  • 2. Het recht tot het wijzigen of intrekken van de subsidie vervalt vijf jaar na de dag waarop:

    • a.

      de subsidiebeschikking is afgegeven;

    • b.

      de in artikel 4.1 bedoelde veranderde omstandigheden bekend zijn geworden;

    • c.

      bekend is geworden dat er is gehandeld in strijd met de bepalingen uit deze verordening of de subsidiebeschikking;

    • d.

      aan een of meerdere verplichtingen uit de subsidiebeschikking had moeten zijn voldaan.

Hoofdstuk 5 HET VERLENEN VAN VOOTRSCHOTTEN, TERMIJNBEDRAGEN, BETALEN, OPSCHORTEN VAN BETALING EN TERUGVORDEREN VAN SUBSIDIE

Artikel 5.1 Het vaststellen van voorschotten
  • 1. Het college kan aan een subsidieontvanger één of meer voorschotten verlenen, voor zover dit bij de subsidieverlening is bepaald.

  • 2. De beschikking voor de subsidieverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald.

Artikel 5.2 Het vaststellen van terminbedragen

Het college kan een subsidie van meer dan € 50.000 meer in termijnbedragen betaalbaar stellen, mits in de beschikking tot subsidieverlening is bepaald hoe de termijnbedragen worden berekend en de manier waarop zij betaalbaar worden gesteld.

Artikel 5.3 Betalen van de subsidie
  • 1. De subsidie wordt binnen vier weken na de subsidieverlening of de subsidievaststelling betaalbaar gesteld.

  • 2. De subsidie wordt overeenkomstig de subsidieverlening of de subsidievaststelling betaalbaar gesteld, onder verrekening van betaalde voorschotten.

Artikel 5.4 Opschorten van de betalingsverplichting
  • 1. De verplichting tot betalen van een subsidiebedrag, respectievelijk termijnbedragen wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het college de subsidieontvanger schriftelijk informeert over het bestaan van een ernstig vermoeden dat er grond bestaat om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 4.1.

  • 2. De opschorting duurt tot en met de dag waarop de beschikking over het wijzigen of intrekken bekend is gemaakt aan de subsidieontvanger, of de dag waarop sinds de kennisgeving bedoeld in artikel een termijn van dertien weken is verstreken.

Artikel 5.5 Terugvorderen van onverschuldigd betaalde subsidie

Onverschuldigd betaalde subsidie kan worden teruggevorderd binnen vijf jaar na de dag waarop de subsidie is vastgesteld, dan wel de wijziging of intrekking van de subsidievaststelling heeft plaatsgevonden.

Hoofdstuk 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 6.1 Hardheidsclausule

Het college kan de bepalingen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang waarvoor deze regeling tot stand is gebracht leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6.2 Ingetrokken worden:

De Algemene subsidieverordening van de gemeente Goedereede, laatstelijk door de raad gewijzigd vastgesteld op 21 februari 2008.

Artikel 6.3 Termijnen

Een in deze verordening gestelde termijn die eindigt op een zaterdag of een zondag, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die geen zaterdag of een zondag is.

Artikel 6.4 Overgangsbepalingen

Overgangsbepalingen

Artikel 6.4.1 Afhandeling subsidies over 2011

De over 2011 verleende subsidies worden afgehandeld overeenkomstig de Algemene subsidieverordening van de gemeente Goedereede, laatstelijk door de raad gewijzigd vastgesteld op 21 februari 2008 zoals van kracht zijnde op 31 december 2011, behoudens begunstigende werking die voortvloeit uit de Algemene subsidieverordening van de gemeente Goedereede 2012.

Artikel 6.4.2 Afhandeling subsidies over 2012

Subsidies voor 2012 die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening zijn aangevraagd of verleend, worden afgehandeld overeenkomstig de Algemene subsidieverordening van de gemeente Goedereede, laatstelijk door de raad gewijzigd vastgesteld op 21 februari 2008 zoals van kracht zijnde op 31 december 2011, behoudens begunstigende werking die voortvloeit uit de Algemene subsidieverordening van de gemeente Goedereede 2012.

Artikel 6.4.3 Afhandeling subsidies over 2013

De voor 2013 aan te vragen subsidies worden afgehandeld overeenkomstig de Algemene subsidieverordening gemeente Goedereede 2012.

Artikel 6.5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 6.6 Bekendmaking

De subsidieplafonds worden bekendgemaakt voor het begin van het tijdvak waarvoor ze zijn vastgesteld.

Deze verordening wordt bekend gemaakt in het Publicatieblad gemeente Goedereede.

Het Register wordt geplaatst op de website van de gemeente.

 

Artikel 6.7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Algemene subsidieverordening gemeente Goedereede 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goedereede, gehouden op 22 december 2011.

De griffier, D.A. Koppenol

De voorzitter, G.J. van de Velde-de Wilde