Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Niedorp

Verordening voor inspraak van ingezetenen en cliëntenparticipatie betreffende de Wmo

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Niedorp
Officiële naam regelingVerordening voor inspraak van ingezetenen en cliëntenparticipatie betreffende de Wmo
CiteertitelVerordening Wmo-raad Niedorp
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. Wet maatschappelijke ondersteuning
  3. Wet maatschappelijke ondersteuning
  4. Wet maatschappelijke ondersteuning
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-09-2007Onbekend

06-09-2007

18 januari 2008 Gemeentenieuws Niedorp

21 augustus 2007

Tekst van de regeling

Intitulé

De raad van de gemeente Niedorp,

gelet op de artikelen 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en artikel 150 van de Gemeentewet,

B E S L U I T :

Vast te stellen de aan dit besluit gehechte en tot dit besluit behorende “Verordening Wmo-raad Niedorp''.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 6 september 2007.

De raad voornoemd,

, voorzitter

, griffier

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1. participatie: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de Wmo-raad betrekt bij de beleidsontwikkeling, uitvoering in algemene zin en evaluatie van het gemeentelijke Wmo-beleid;

  • 2. Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • 3. prestatievelden: de activiteiten als bedoeld in artikel 1 lid 1 sub g van de Wmo;

  • 4. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Niedorp;

  • 5. gemeentelijk Wmo-beleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in haar beleid en verantwoordelijkheden werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle burgers binnen de prestatievelden;

  • 6. Wmo-raad: de aangewezen en in de gemeente actief zijnde organisatie van vertegenwoordigers van belanghebbenden bij de uitvoering van de Wmo in Niedorp;

  • 7. belanghebbenden: rechtspersonen en natuurlijke personen die een belang hebben bij het gemeentelijke Wmo-beleid;

  • 8. gemeenteraad: de gemeenteraad van Niedorp.

Artikel 2 Doelstelling

De Wmo-raad heeft tot doelstelling de advisering bij de ontwikkeling, uitvoering in algemene zin en evaluatie van de Wmo en het hierbij zoveel mogelijk betrekken van belanghebbenden.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. In het kader van gemeentelijk Wmo-beleid adviseert de Wmo-raad bij de ontwikkeling, uitvoering in algemene zin en evaluatie, bestaande uit voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op de prestatievelden.

  • 2. De Wmo-raad participeert in de vaststelling van de methodiek tot het verrichten van een onderzoek naar de tevredenheid van gebruikers van Wmo-voorzieningen door het college.

  • 3. De Wmo-raad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de prestatievelden en heeft een signaalfunctie in deze.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1. In het kader van de beleidsontwikkeling op het terrein van de Wmo vraagt het college de Wmo-raad tijdig om advies.

  • 2. De Wmo-raad kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan het college.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

  • 4. In geval het college afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit bij het besluit of voorstel vermeld, waarbij tevens wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad is afgeweken. 1

  • 5. Het college voorziet de Wmo-raad van informatie ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de Wmo-raad. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. Noodzakelijke informatie wordt zo mogelijk beschikbaar gesteld in een aangepaste leesvorm.

  • 6. Voor interne aangelegenheden stelt de Wmo-raad een huishoudelijk reglement vast.

Artikel 5 Interactieve beleidsontwikkeling

  • 1. De vergaderingen van de Wmo-raad, inclusief de agenda en bijbehorende stukken, worden tenminste zeven dagen van tevoren bekendgemaakt op de gemeentelijke website en in de gemeentelijke rubriek en liggen gedurende die periode ter inzage bij het Wmo-loket in het gemeentehuis. 2

  • 2. Indien op nieuw gemeentelijk Wmo-beleid zienswijzen in het kader van de uniforme voorbereidingsprocedure (afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht) worden geuit, worden deze zienswijzen ambtelijk kenbaar gemaakt aan de Wmo-raad.

  • 3. De Wmo-raad kan zelfstandig besluiten tot het organiseren van bijeenkomsten en andere methoden om belanghebbenden bij het gemeentelijk Wmo-beleid en de activiteiten van de Wmo-raad te betrekken.

  • 4. Onverlet het vorige lid nodigt de Wmo-raad tenminste eenmaal per jaar belanghebbenden uit die geen zitting hebben in de Wmo-raad om aan de vergadering deel te nemen. 3

Artikel 6 Overleg

  • 1. Tussen het college en de Wmo-raad vindt minimaal 2 keer per jaar een overleg plaats, waarvoor beide partijen punten kunnen agenderen. In ieder geval wordt de voortgang van de participatie in haar uitvoering aan de orde gesteld.

  • 2. Het college wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt voor de Wmo-raad. De Wmo-raad en de contactambtenaar hebben minimaal vier keer per jaar gestructureerd overleg.

  • 3. De samenwerking tussen de gemeente en de Wmo-raad wordt jaarlijks geëvalueerd.

Artikel 7 Samenstelling

  • 1. De Wmo-raad heeft een minimum van 10 en een maximum van 16 leden.

  • 2. Leden van de WMO-raad moeten ingezetenen zijn van de gemeente Niedorp.

  • 3. Het lidmaatschap van de Wmo-raad is niet verenigbaar met:

    a. lidmaatschap van de gemeenteraad;

    b. lidmaatschap van een andere door de gemeenteraad,  het college van burgemeester en wethouders of burgemeester op basis van de gemeentewet ingestelde commissie, niet zijnde een adviescommissie;

    c. elke functie als werknemer in dienstverband van de gemeente Niedorp;

    d. functies waarmee een mogelijke belangenverstrengeling kan plaatsvinden tussen taken van de Wmo-raad en taken van die privé-functie.

  • 4. Leden van de Wmo-raad vormen een brede afspiegeling van de lokale samenleving, zijn burgers met verschillende expertise, deskundigheid en visie. In ieder geval zijn in de Wmo-raad opgenomen:

    a. een lid vanuit de doelgroep senioren;

    b. een lid vanuit de doelgroep gehandicapten;

    c. een lid vanuit de doelgroep mantelzorgers / vrijwilligers;

    d. een lid namens cliënten van welzijnsinstellingen;

    e. een lid namens cliënten van zorginstellingen;

    f. een lid die houder is van een persoonsgebonden budget;

    g. een lid vanuit of namens de doelgroep jongeren; 4

    h. een lid vanuit of namens de doelgroep sport;

    i. een lid vanuit de doelgroep minima en uitkeringsgerechtigden;

    j. een vertegenwoordiger namens bewonersgroepen;

    k. een lid vanuit (samenwerkende) ouderenbonden;

    l. een lid namens plaatselijke kerkgenootschappen.

  • 5. Een lid van de Wmo-raad kan meerdere van de hiervoor in lid 4 onder a t/m l benoemde groepen vertegenwoordigen.

  • 6. Bij de samenstelling van de Wmo-raad wordt gestreefd naar een evenredige verdeling van leden naar afkomst uit de verschillende dorpskernen van de gemeente Niedorp en naar verdeling over de prestatievelden.

Artikel 8 Benoeming en beëindiging lidmaatschap

  • 1. Leden van de Wmo-raad worden benoemd door het college op voordracht van de Wmo-raad.

  • 2. De zittingsduur van de leden wordt, behoudens tussentijds aftreden, bepaald op 4 jaar, gerekend vanaf de maand januari van het jaar waarin de verkiezingen van de gemeenteraad zijn gehouden.

  • 3. De leden treden gelijktijdig af, doch zijn eenmaal terstond herbenoembaar. (zittingsduur van maximaal twee aaneengesloten periodes van 4 jaar). Zij blijven in overgangsperiode hun functie waarnemen totdat een nieuwe benoeming heeft plaatsgevonden. 5

  • 4. Indien een lid niet langer gerekend kan worden tot de doelgroep, eindigt zijn lidmaatschap en wordt een nieuw lid benoembaar.

  • 5. Indien een lid verhinderd is een vergadering van de Wmo-raad bij te wonen, kan hij zich laten vervangen door een ander uit de doelgroep die hij vertegenwoordigd.

  • 6. Indien een lid gedurende zes maanden of langer niet in de gelegenheid is of zal zijn om de vergaderingen van de Wmo-raad bij te wonen, benoemt het college op voordracht van de Wmo-raad en tijdelijke vervanger. 6

Artikel 9 Voorzitter, penningmeester en secretaris

  • 1. De Wmo-raad kiest uit haar midden een voorzitter, een vice-voorzitter, een penningmeester en een secretaris.

  • 2. De functies van vice-voorzitter en penningmeester zijn verenigbaar.

  • 3. Voorzitter, penningmeester en secretaris vormen het dagelijks bestuur van de Wmo-raad.

Artikel 10 Vergaderingen

  • 1. De Wmo-raad vergadert zo vaak als zij nodig acht, maar tenminste zes keer per jaar.

  • 2. In spoedeisende zaken wordt op verzoek van het college een vergadering bijeen geroepen of als dit door ten minste drie leden van de Wmo-raad met opgaaf van redenen aan de voorzitter wordt gevraagd.

  • 3. De secretaris van de Wmo-raad verstuurt de uitnodiging en de bijbehorende stukken, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste zeven dagen voor het houden van de vergadering. De uitnodiging en stukken worden gelijktijdig met de toezending aan de leden van de Wmo-raad ter kennis gebracht van het college en de contactambtenaar als bedoeld in artikel 3 lid 8.

  • 4. Vergaderingen worden gehouden in een rolstoeltoegankelijke locatie in de gemeente Niedorp.

  • 5. De leden van de Wmo-raad kunnen tot uiterlijk14 dagen voor de vergadering de voorzitter verzoeken bepaalde onderwerpen op de agenda van de eerst volgende vergadering te plaatsen. 7

  • 6. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn in beginsel openbaar; het college of het Dagelijks Bestuur van de Wmo-raad kan om moverende redenen een besloten vergadering bijeen (doen) roepen of over het besprokene geheimhouding opleggen.

Artikel 11 Totstandkoming van adviezen en andere beslissingen

  • 1. Een advies als bedoeld in artikel 4 komt tot stand door overleg van de bij de vergadering van de Wmo-raad aanwezige leden.

  • 2. Indien één of meerdere leden hiertoe verzoeken vindt er een stemming plaats.

  • 3. Adviezen en andere beslissingen komen in het geval van een stemming als bedoeld in het vorige lid tot stand bij meerderheid van stemmen.

  • 4. Indien voor een advies geen meerderheid van meer dan 2/3 van het aantal leden bestaat, worden in het advies de minderheidsstandpunten verwoord.

  • 5. De Wmo-raad neemt geen besluiten als niet tenminste de helft van het aantal leden ter vergadering aanwezig is.

  • 6. Leden van de Wmo-raad stemmen zonder last of ruggespraak.

Artikel 12 Inlichtingen en deskundigen

  • 1. De Wmo-raad is alvorens tot een advies te komen bevoegd om:

    a. inlichtingen in te winnen bij de afdelingen van de gemeente;

    b. deskundigen uit te nodigen voor het bijwonen van zijn

    vergaderingen;

    c. inlichtingen in te winnen bij andere adviesraden, maatschappelijke en/of commerciële organisaties.

  • 2. De Wmo-raad kan de vakwethouder en/of de contactambtenaar verzoeken ter vergadering nadere uitleg op gevraagde adviezen te geven.

Artikel 13 Werkgroepen

  • 1. De Wmo-raad kan, al dan niet uit zijn midden, werkgroepen instellen.

  • 2. Een werkgroep kan worden ingesteld hetzij ter voorbereiding van een advies over een bepaald onderwerp, hetzij ter voorbereiding van adviezen op een bepaald terrein.

  • 3. De Wmo-raad regelt de taak, samenstelling en werkwijze van deze werkgroepen.

Artikel 14 Faciliteiten en kosten

  • 1. De kosten van de Wmo-raad komen in beginsel ten laste van de gemeente. Kosten kunnen worden gemaakt voor het inhuren van deskundigen, voor vorming en scholing van de leden, en kosten van administratieve en communicatieve aard.

  • 2. De ingevolge artikel 8.1 en artikel 8.6 benoemde leden van Wmo-raad hebben recht op een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt ten hoogste € 63,-- per maand, met een maximum van € 630,-- per jaar. 8Het recht op vergoeding vervalt indien niet actief in de Wmo-raad wordt geparticipeerd.

  • 3. Het college stelt aan de Wmo-raad een zodanig budget beschikbaar dat deze in staat kan worden geacht haar adviserende taak op een goede wijze uit te voeren, raadpleging van en terugkoppeling aan de achterban daaronder begrepen.

  • 4. Het budget wordt jaarlijks toegekend op basis van een begroting, die door de Wmo-raad tijdig wordt overgelegd. De begroting gaat vergezeld van een werkplan. Onder tijdig wordt verstaan uiterlijk 1 juni voorafgaande aan het kalenderjaar waarvoor het budget bedoeld is.

  • 5. Het jaarbudget wordt in beheer overgedragen aan de penningmeester van de Wmo-raad, die daartoe een aparte (bank)rekening beheert.

  • 6. Verantwoording van de uitgaven uit het ter beschikking gestelde bedrag wordt eenmaal per jaar – uiterlijk 1 april van het daaropvolgend kalenderjaar - afgelegd door middel van een financieel jaarverslag, inclusief een beknopt inhoudelijk werkversla

Artikel 15 Verhouding tot andere adviesraden

De bestaande organisaties die adviseren (op deelterreinen) op het gebied van de Wmo behouden elk voor zich het recht zelfstandig het college te benaderen of advies te geven.

Artikel 16 Slot- en overgangsbepalingen

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of er geschillen zijn over de toepassing beslist het college. Van dergelijke beslissingen wordt de gemeenteraad in kennis gesteld.

  • 2. De benoeming van leden ten tijde van de formele installatie van de Wmo-raad werkt voor die leden die tevens lid waren van de Wmo-raad i.o. voor de toepassing van artikel 14 tweede lid terug tot 1 januari 2007.

  • 3. Bij voorstellen tot wijziging van deze verordening wordt het advies dienaangaande van de Wmo-raad gevoegd.

  • 4. Dit besluit kan worden aangehaald als: Verordening Wmo-raad Niedorp.

  • 5. Dit besluit treedt in werking met ingang van 7 september 2007.

Voetnoten geplaatst in de tekst van de verordening

[1]  De Wmo-adviesraad Niedorp i.o . heeft verzocht aan dit artikel toe te voegen: “Deze afwijking wordt tijdig doorgegeven aan de WMO-raad”. Voorop staat in dit artikel het adviesrecht van de Wmo-raad. Bedoeling is het creëren van een adviesorgaan aan burgemeester en wethouders, zodat die vanuit eigen verantwoordelijkheden tot een afgewogen beslissing kan komen over de voorstellen die de Wmo betreffen.  Bedoeling van de voorgestelde toevoeging van de Wmo-raad is om bij dergelijke afwijkingen een extra mogelijkheid te creëren om (als pressiegroep) invloed op de gemeenteraad uit te kunnen oefenen op besluitvorming over het betreffende onderwerp. De mogelijk achterliggende gedachte van de Wmo-adviesraad i.o. is dat men niet of niet tijdig wordt geïnformeerd over besluitvorming.

Het college van B&W is verplicht gesteld in voorkomende gevallen te motiveren waarom van een advies wordt afgeweken. Dat is bedoeld als een waarborg voor zorgvuldige afweging binnen de bestuurskolom. Het is niet de bedoeling met instelling van de Wmo-raad een extra bestuurslaag in het leven te roepen. Immers, het is uiteindelijk de gemeenteraad (niet de Wmo-raad) die alles overwegende het Wmo-beleid bepaald. Medezeggenschap in die beslissing is niet aan de orde. Van het college mag op grond van artikel 4 lid 5 uiteraard worden verwacht dat de Wmo-raad de nodige informatie (en dus ook terugkoppeling) krijgt.

 

[2] De Wmo-adviesraad Niedorp i.o. heeft voorgesteld in dit lid na het woord Wmo-raad in te voegen “zijn openbaar”. Artikel 5 is bedoeld voor het publiekelijk maken van stukken en inzichtelijkheid in procedures. De openbaarheid van vergaderingen is geregeld in artikel 10 lid 6 van de verordening. 

 

[3] Hoewel de vergadering van de Wmo-raad in beginsel openbaar zijn (zie artikel 10. 6), is ingebouwd dat de plaatselijke bevolking actief in de Wmo-raad wordt betrokken. Daarmee wordt tevens beoogd dat de Wmo-raad steeds op basis van voldoende kennis van ontwikkelingen tot advisering komt.

 

[4] Door de Wmo-adviesraad Niedorp i.o. is voorgesteld een leeftijdsgrens (16 tot 24 jaar) toe te voegen. Om tweeërlei redenen is dat advies niet overgenomen. In de eerste plaats behoren ook de belangen van de jongeren onder de 16 jaar meegewogen te worden; anderzijds is het thans ook mogelijk dat namens de groep jongeren een vertegenwoordiger wordt aangewezen.

 

[5] Door de Wmo-adviesraad Niedorp i.o. is de wens uitgesproken niet uit te gaan van het gelijktijdig vervangen van de Wmo-raad,  maar te werken volgens een rooster van aftreden. Het argument is dat op die manier zo veel mogelijk kennis kan worden behouden c.q. dossieroverdracht makkelijker kan plaatsvinden. Hoewel voor het aangedragen argument iets te zeggen valt, is het een politieke afweging om vast te houden aan het concept voor gelijktijdig aftreden van de adviesraad als geheel. Voordeel van de in de verordening gekozen constructie is dat na installatie van een nieuwe gemeenteraad ook een nieuwe Wmo-raad wordt gevormd. Daarmee is voor een nieuwe gemeenteraad (en indien van toepassing een  nieuw of vernieuwd college) de weg geopend andere ideeën met een nieuwe groep uit te werken. Dossieroverdracht van leden van de Wmo-raad kan anticiperend op afreden in de periode na de raadsverkiezingen plaatsvinden door potentiële opvolgers alvast in te werken.  Op die manier ontstaat - in ieder geval voor de tussenperiode -automatisch een nieuwe bredere groep ervaringsdeskundige “Wmo-adviseurs”.

 

[6] Hoewel het al uit lid 1 volgt is ook in lid 6 op advies van de Wmo-adviesraad Niedorp i.o. ingevoegd “op voordracht van de Wmo-raad”.

 

[7] Op voorstel van de Wmo-adviesraad Niedorp i.o. is  het woord “uiterlijk” (in plaats van “maximaal”) in de tekst ingevoegd. Het artikel op zich dient als een termijn van orde, teneinde het DB van de adviesraad in staat te stellen voor een deugdelijke afkondiging zorg te dragen.

 

[8] Het bedrag van € 630 is het maximum dat een bijstandsgerechtigde jaarlijks aan vergoeding mag ontvangen.Het bedrag is opgesplitst in 10 maandelijkse termijnen, wat aansluit bij de werkzaamheden rond de aangenomen vergaderfrequentie van de Wmo-raad.