Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Goedereede

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Goedereede
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012
CiteertitelVerordening toeristenbelasting 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de verordening toeristenbelasting 2011

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 224

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Uitvoeringsregeling toeristenbelasting 2012 (bijlage 1)

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

31-12-201231-12-2012intrekking

19-12-2012

Ons Eiland (wegener), 27-12-2012

Onbekend.
01-01-201231-12-2012Nieuwe regeling

10-11-2011

Publicatieblad, 11 november 2011 - nr: 2011/11

2011-14G
01-01-2010Nieuwe regeling

26-11-2009

Publicatieblad, 30 november 2009

2009-7E

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Goedereede;gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 31 oktober 2011;gelet op het bepaalde in artikel 224 van de Gemeentewet;b e s l u i t :vast te stellen de:Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor dan wel gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;

  • d.

    vastejaarplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een jaar hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het jaar niet wordt verwijderd;

  • e.

    vaste seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen hebben van een zelfde mobiel kampeeronderkomen, stacaravan of vakantieonderkomen, dat doorgaans na afloop van het seizoen niet wordt verwijderd en waarin het gedurende de winterperiode niet toegestaan is om te overnachten;

  • f.

    seizoenplaats: een gehuurd terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, waar gedurende het seizoen een zelfde mobiel kampeeronderkomen is geplaatst en dat na afloop van het seizoen van de plaats wordt verwijderd;

  • g.

    toeristische plaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar of seizoen plaatsen van steeds wisselende mobiele kampeeronderkomens;

  • h.

    kampeerterrein: een terrein dat bestemd is voor verblijfsrecreatie en dat als zodanig wordt gebruikt;

  • i.

    arrangement: een reservering op een toeristische plaats voor een gezin, echtpaar of samenreizende personen gedurende een vooraf vastgelegde periode van minimaal vier weken voor een vast huurbedrag;

  • j.

    voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend de maand juni;

  • k.

    verlengd voorseizoenarrangement: een arrangement lopend vanaf het begin van het kampeerseizoen en eindigend in de eerste helft van de maand juli;

  • l.

    naseizoenarrangement: een arrangement met een looptijd van ongeveer twee maanden, startend na het hoogseizoen en eindigend bij de afloop van het kampeerseizoen;

  • m.

    maandarrangement: een arrangement met een looptijd van één maand gedurende de maand juni of september.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachtingen binnen de gemeente tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • 1.

    door degene, die: a. als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;b. verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd en betaald;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing

  • 1. Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:

    • a.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen of op vaste seizoenplaatsen, bepaald op 2,4;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens op seizoenplaatsen, bepaald op 2,5;

    • c.

      mobiele kampeeronderkomens, vakantieonderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen, vaste seizoenplaatsen of op seizoenplaatsen, bepaald op:

    1. 2,6, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;2. 2,6, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;3. 2,4, indien sprake is van een naseizoenarrangement;4. 2,1, indien sprake is van een maandarrangement.

  • 2. Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht, wordt:

    • a.

      in geval van het eerste lid, sub a, bepaald op 65;

    • b.

      in geval van het eerste lid, sub b, bepaald op: 50;

    • c.

      in geval van het eerste lid, sub c, bepaald op:

    1. 29, indien sprake is van een voorseizoenarrangement;2. 39, indien sprake is van een verlengd voorseizoenarrangement;3. 15, indien sprake is van een naseizoenarrangement;4. 13, indien sprake is van een maandarrangement.

Artikel 7 (Opteren voor) niet-forfaitaire maatstaf van heffing

In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.

Artikel 8 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon per overnachting € 0,81.

Artikel 9 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 10 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 11 Aanslaggrens

Belastingaanslagen van minder dan € 9,00 worden niet opgelegd.

Artikel 12 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald uiterlijk drie maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbil­jet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan meer is dan € 90,-- en minder dan € 2.500,-- en zolang de verschul­digde bedragen door mid­del van automatische betalingsincas­so kunnen worden afgeschre­ven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

  • 2. De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 14 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijvenregister.

  • 2. Het college van burgemeesters en wethouders stelt genoemd nachtverblijvenregister kosteloos beschikbaar.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de inrichting en gebruik van het nachtverblijvenregister.

  • 4. De verplichting als bedoeld in de voorgaande leden geldt niet als de belastingplichtige alleen gebruik maakt van de forfaitaire berekeningswijze van de heffingsmaatstaf als bedoeld in artikel 6.

Artikel 15 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 16 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening toeristenbelasting 2011” van 25 november 20010, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2012.

  • 4. De verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2012”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goedereede, gehouden op 10 november 2011.

De griffier, D.A. Koppenol

De voorzitter, G.J. van de Velde-de Wilde

UITVOERINGSREGELING TOERISTENBELASTING 2012 1

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goedereede;

gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 237 van de Gemeentewet en het bepaalde in artikel 16 van de Verordening toeristenbelasting 2011;

besluit:

vast te stellen de volgende regeling:

Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Goedereede 2012

Artikel 1 ReikwijdteDaar waar in deze uitvoeringsregeling wordt gesproken van ‘verordening toeristenbelasting’, wordt de verordening toeristenbelasting 2012 van de gemeente Goedereede bedoeld die bij raadsbesluit is vastgesteld.

Artikel 2 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing1. De belastingplichtige kan per soort standplaats (vaste jaarplaats, vaste seizoensplaats en seizoensplaats) opteren voor de niet-forfaitaire maatstaf van heffing.2. Indien de belastingplichtige gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in het eerste lid, dient de belastingplichtige dit per soort standplaats gespecificeerd en voldoende duidelijk aan te geven op het aangiftebiljet.

Artikel 3 Aangifte 1. De belastingplichtige die niet binnen een maand na afloop van het belastingjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen veertien dagen na afloop van die periode bij de heffingsambtenaar van de gemeente Goedereede een verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte. 2. Als formulier van het aangiftebiljet toeristenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage A opgenomen model. 3. Het biljet wordt ondertekend en met de daarbij gevraagde bescheiden binnen vier weken ingeleverd of toegezonden.

Artikel 4 Voorlopige aanslag Voorlopige aanslagen worden opgelegd na de aanvang van het belastingjaar, doch niet voor 1 augustus.

Artikel 5 Aanmeldingsplicht 1. In afwijking van de verordening toeristenbelasting heeft belastingplichtige aan de aanmeldingsplicht voldaan, indien belastingplichtige reeds als belastingplichtige voor de toeristenbelasting bekend is bij de gemeente en hiervan voor het betreffende belastingjaar een bevestiging heeft ontvangen.2. Door de gemeente wordt kosteloos een aanmeldingsformulier ter beschikking gesteld om te voldoen aan de aanmeldingsplicht.

Artikel 6 Nachtverblijfregister 1. Voor de toepassing van de verordening toeristenbelasting en onderhavige uitvoeringsregeling wordt onder ‘nachtverblijfregister’ verstaan een gegevensverzameling, waarin met betrekking tot een ieder aan wie gelegenheid tot verblijf wordt geboden, wordt bijgehouden: a. naam en woonplaats; b. aantal personen en geboortedata; c. datum van aankomst en datum van vertrek; d. het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.2. Het nachtverblijfregister dient te worden bijgehouden conform de bijlagen bij deze uitvoeringsregeling.3. Van de verplichting bedoeld in het vorige lid kan door het college van burgemeester en wethouders ontheffing worden verleend.4. Aan het verlenen van de ontheffing bedoeld in het vorige lid kunnen voorwaarden worden gesteld door het college van burgemeester en wethouders.5. Voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in het derde lid geldt in ieder geval als voorwaarde, dat een eigen nachtverblijfregister wordt bijgehouden, aan de hand waarvan over dezelfde gegevens kan worden beschikt als bedoeld in het eerste lid.6. Een bonnensysteem wordt niet aanvaard als eigen nachtverblijfregister als bedoeld in het vijfde lid.7. In het geval het nachtregister wordt bijgehouden voor mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste jaarplaatsen, vaste seizoenplaatsen en seizoenplaatsen, dient het nachtverblijfregister te worden bijgehouden per standplaats. 8. Indien belastingplichtige gebruik maakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 2, eerste lid, hoeft hij uitsluitend een nachtverblijfregister bij te houden voor de standplaatsen waarvoor de maatstaf van heffing wordt vastgesteld op het werkelijk aantal overnachtingen.9. Het nachtregister dient op verzoek van de heffingsambtenaar onmiddellijk te worden overgelegd. 10. Het nachtverblijfregister wordt niet met de aangifte meegezonden. 11. Het nachtverblijfregister wordt door belastingplichtige zelf bewaard. Voorzover op grond van andere wet- of regelgeving geen langere bewaartermijn geldt, geldt voor het nachtverblijfregister een bewaartermijn van vijf jaar.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel 1. Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.2. De regeling wordt voor het eerst toegepast op 1 januari 2012. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als: “Uitvoeringsregeling toeristenbelasting Goedereede”.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goedereede van 22 november 2011.

De secretaris, H. van Steeg

De burgemeester, G.J. van de Velde-de Wilde