Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Niedorp

Bezoldigingverordening gemeente Niedorp

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Niedorp
Officiële naam regelingBezoldigingverordening gemeente Niedorp
CiteertitelBezoldigingverordening gemeente Niedorp 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerppersoneel en organisatie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet
  2. CAR-UWO
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-2008Onbekend

30-09-2008

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Burgemeester en Wethouders van Niedorp;

gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst;

gehoord de Ondernemingsraad;

gelet op het gestelde in artikel 156 van de Gemeentewet en op het besluit van de raad dezer gemeente d.d. 6 september 2001 inzake de uitoefening van de macht van de raad door burgemeester en wethouders;

B E S L U I T E N :

vast te stellen de navolgende verordening

Bezoldigingsverordening gemeente Niedorp

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

- ambtenaar:

  • 1.

    de ambtenaar in de zin van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling/Uitwerkingsovereenkomst (CAR-UWO);

  • 2.

    de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de CAR-UWO;

- CAR:

de Collectieve Arbeidsvoorwaarden;

- UWO:

de Uitwerkingsovereenkomst;

- salaris:

het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR-UWO;

- uurloon:

het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van de CAR-UWO;

- schaal:

de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a van de CAR-UWO, opgenomen in de bijlage II en IIa van die regeling;

- maximumsalaris:

het hoogste bedrag van een salarisschaal;

- functieschaal:

de, op basis van een functiewaarderingsonderzoek zoals bedoeld in artikel 6, door burgemeester en wethouders vastgestelde salarisschaal;

- aanloopschaal:

de salarisschaal die vooraf gaat aan de, overeenkomstig artikel 6, vastgestelde salaris/functieschaal;

- uitloopschaal:

de salarisschaal volgend op de, overeenkomstig artikel 6, vastgestelde salaris/functieschaal;

- bezoldiging:

de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR-UWO;

- betrekking:

de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR-UWO;

- conversie:

de vertaling van de gevonden rangorde naar salarisschalen;

- volledige betrekking:

de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR-UWO;

- overwerk:

het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de CAR-UWO;

II Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

  • 1. Het recht op salaris vangt aan met de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

  • 2. Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Deeltijdbetrekking

Het salaris van de ambtenaar met een deeltijdbetrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR-UWO.

Artikel 6 Vaststellen salarisschaal

  • 1. De toepassing van bijlage II dan wel bijlage IIa van de CAR-UWO vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van CAR-UWO.

  • 2. Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek en aan de hand van de vastgestelde conversie de voor

    de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

  • 4. Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR-UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Aanloop-, functionele - en uitloopschaal

  • 1. De aanloopschaal wordt aan de ambtenaar toegekend indien hij op de datum van benoeming nog niet aan alle functie-eisen voldoet.

  • 2. De functionele schaal wordt aan de ambtenaar toegekend indien hij aan alle functie-eisen voldoet.

  • 3.

    • a.

      De uitloopschaal wordt aan de ambtenaar toegekend als hij gedurende drie jaar op het maximum van de functionele schaal heeft gestaan en indien hij gedurende drie aaneengesloten jaren een beoordelingsresultaat van voldoende tot goed heeft gescoord.

      Eventuele ziekte periodes van langer dan drie aaneengesloten maanden van de ambtenaar tijdens de beoordelingsperiode van drie jaar hebben een opschortende werking.

    • b.

      De uitloopschaal wordt aan de ambtenaar toegekend als hij gedurende één jaar op het

      maximum van de functionele schaal heeft gestaan en indien hij gedurende één jaar een beoordelingsresultaat van uitmuntend heeft gescoord. Eventuele ziekteperiodes van langer dan drie aaneengesloten maanden van de ambtenaar tijdens de

      beoordelingsperiode van één jaar hebben een opschortende werking.

  • 4. Indien de bezoldiging van een medewerker bestaat uit een garantieschaal dan wordt deze beschouwd als zijnde de uitloopschaal.

Artikel 8 Periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Het salaris van de ambtenaar wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag, indien uit de personeelsbeoordeling blijkt dat de ambtenaar voldoende tot goed functioneert.

  • 2. De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 januari na de datum van aanstelling en nadien telkens na een jaar.

  • 3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid voor de eerste maal een periodieke verhoging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe naar het oordeel van de leidinggevende aanleiding bestaat.

Artikel 9 Extra periodieke verhoging van het salaris

  • 1. Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend indien uit de personeelsbeoordeling blijkt dat de ambtenaar zeer goed tot uitmuntend functioneert. 

  • 2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip waarop ingevolge artikel 8 een salarisverhoging wordt toegekend onverlet, tenzij anders wordt bepaald.

Artikel 10 Geen periodieke verhoging

  • 1. Indien uit een personeelsbeoordeling blijkt dat een ambtenaar onvoldoende functioneert, niet zijnde voldoende/goed kan, kan de leidinggevende bepalen dat voor hem de in artikel 8 bedoelde salarisverhoging achterwege wordt gelaten.

  • 2. Zolang ten aanzien van de medewerker lid 1 van toepassing is wordt jaarlijks opnieuw bekeken of er aanleiding is deze toepassing voort te zetten.

  • 3. Bepaald kan worden dat de salarisverhoging, welke met toepassing van het eerste lid achterwege is gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht alsnog wordt toegekend.

  • 4. Van een beslissing tot toepassing van het eerste lid wordt de ambtenaar zo spoedig mogelijk, doch in elk geval voor de datum waarop anders de salarisverhoging zou ingaan, schriftelijk mededeling gedaan, onder vermelding van de redenen welke tot de beslissing hebben geleid.

Artikel 11 Bevordering naar de functieschaal

Wanneer de ambtenaar, blijkens een over hem uitgebrachte personeelsbeoordeling, zijn functie volledig en voldoende tot goed uitoefent kan hij worden bevorderd naar de voor zijn functie geldende functieschaal.

Artikel 12 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

1. Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger

maximumsalaris, wordt:

  • a.

    voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de CAR-UWO, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

  • b.

    voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de CAR-UWO wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.

  • c.

    Voorzover nodig zal - in afwijking van het eerste lid onder a - de vooruitgang in salaris tengevolge van de indeling in de schaal met een hoger maximumsalaris nimmer minder bedragen dan het geval zou zijn bij verhoging ingevolge artikel 8 in de schaal waarin de ambtenaar wordt ingedeeld.

III Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 13 Gratificatie

  • 1. Indien een ambtenaar een goede tot uitmuntende individuele prestatie heeft geleverd,blijkens een personeelsbeoordeling of anderszins, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR-UWO worden toegekend.

  • 2. De hoogte van de gratificatie bedraagt maximaal € 500,- netto.

Artikel 14 Groepsgratificatie

  • 1. Indien een groep ambtenaren een goede tot uitmuntende collectieve prestatie hebben geleverd, blijkens een personeelsbeoordeling of anderszins, kan aan hen een groepsgratificatie worden toegekend.

  • 2. De hoogte van een groepsgratificatie bedraagt maximaal € 100,- netto per groepslid.

Artikel 15 Tijdelijke persoonlijke toelage

  • 1. Indien uit de personeelsbeoordeling van de ambtenaar blijkt dat hij gedurende een tijdvak van drie jaar een uitmuntende individuele prestatie heeft geleverd, kan een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt 2 periodieken in de volgende schaal gedurende 2 jaar.

Artikel 16 Persoonlijke toelage na bereiken maximum uitloopschaal

  • 1. Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende uitloopschaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8 van de CAR-UWO worden toegekend, indien de ambtenaar naar het oordeel van de leidinggevende, blijkens een over hem uitgebrachte personeelsbeoordeling, gedurende 2 jaar uitmuntend heeft gefunctioneerd en zijn functie op bijzondere wijze uitgeoefend.

  • 2. Om voor een toelage in aanmerking te komen, moet bovendien aan de volgende voorwaarden worden voldaan:

    • a)

      de bijzondere uitoefening van de functie zal in ieder geval een periode van twee Jaar dienen te omvatten, blijkend uit over die periode opgemaakte personeelsbeoordelingen;

    • b)

      de verwachting is dat de ambtenaar ook in de toekomst op bijzondere wijze zal functioneren.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt niet meer dan het maximum bedrag van de naasthogere schaal.

  • 4. Een krachtens het bepaalde in het eerste lid verleende toelage vervalt met ingang van de datum waarop voor de ambtenaar een schaal met een hoger maximumsalaris gaat gelden.

  • 5. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage werd toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij de leidinggevende van oordeel is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Artikel 17 Arbeidsmarkttoelage

  • 1. Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde toelage wordt toegekend voor een tijdvak dat tevoren is vastgesteld, met inachtneming van een maximum van drie jaar.

  • 3. De hoogte van de toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt maximaal het verschil in salaris tussen het maximum van de functionele schaal en de uitloopschaal.

  • 4. De toelage als bedoeld in het eerste lid eindigt op de ingevolge het tweede lid vastgestelde vervaldatum. Wanneer de arbeidsmarktsituatie waarop de toelage is gebaseerd nog steeds bestaat, kan opnieuw een toelage als bedoeld in het eerste lid aan de ambtenaar worden toegekend.

Artikel 18 Nadere regels instrumenten van flexibele beloning

In de regeling Bewust belonen zijn nadere regels gesteld omtrent de toepassing en de hoogte van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in de artikelen 13 tot en met 17.

Artikel 19 Geen afbouwregeling

Bij het beëindigen van instrumenten van flexibele beloning als bedoeld in artikelen 13 tot en met 17 wordt geen afbouwregeling toegepast.

IV Overige toelagen en vergoedingen

Artikel 20 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de CAR-UWO.

Artikel 21 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR-UWO.

Artikel 22 Toelage onregelmatige dienst

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de CAR-UWO.

  • 2. De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

    • a.

      20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

    • b.

      40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

    • c.

      40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

    • d.

      65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:2:1, derde lid, van de CAR-UWO, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij het maximum van salarisschaal 6.

  • 3. Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is begonnen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

  • 4. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 23 Toelage storings-, consignatie – en wachtdiensten

  • 1. Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de CAR-UWO ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich regelmatig of vrij regelmatig bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.

  • 2. De toelage als bedoeld in lid 1 bedraagt per uur van bereikbaarheid en beschikbaarheid een percentage van het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris behorende bij het maximum van salarisschaal 6 en wel:

    • a.

      Maandag t/m vrijdag, per uur storings-, consignatie –en/of wachtdienst, 5% van het bruto uurloon van het maximum van schaal 6, salarisschalen CAR-UWO;

    • b.

      Zaterdag en zondag, per uur storings-, consignatie –en/of wachtdienst, 10% van het bruto uurloon van het maximum van schaal 6, salarisschalen CAR-UWO;

    • c.

      Feestdagen, per uur storings-, consignatie –en/of wachtdienst, 10% van het bruto uurloon van het maximum van schaal 6, salarisschalen CAR-UWO.

  • 3. In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in dit artikel aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 24 Afbouwtoelage

  • 1.

    Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikelen 22 en 23, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

    • a.

      die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de som van het salaris en de toelage, als bedoeld in artikel 17, en

    • b.

      de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 23 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 23 - een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 23 - direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

  • 3.

    De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage - als bedoeld in artikelen 22 en 23 - heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.

  • 4.

    Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

V Overige bepalingen

Artikel 25 Vaststelling schaalbedragen

Indien in bijlage II dan wel IIa van de CAR/UWO wijzigingen worden aangebracht welke een algemeen karakter dragen wordt met ingang van de datum waarop deze wijziging ingaat, een overeenkomstige wijziging aangebracht in de salarissen van de ambtenaren.

Artikel 26 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 27 Slotbepalingen

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 oktober 2008 en kan worden aangehaald als de 'Bezoldigingverordening gemeente Niedorp 2008'.

  • 2. De 'Bezoldigingverordening gemeente Niedorp 2002, zoals vastgesteld op 23 oktober 2001 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Niedorp

d.d. 30 september 2008

De burgemeester,

De secretaris,