Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Sneek

markt en standplaatsverordening

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Sneek
Officiële naam regelingmarkt en standplaatsverordening
CiteertitelMarkt en standplaatsverordening
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpMarkt en standplaatsverordening

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-07-199901-10-2012Nieuwe regeling

13-07-1999

Sneeker Nieuwsblad

Onbekend

Tekst van de regeling

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Inrichting van de marlet; branche-indeling

  • 1.

    Burgemeester en wethouders bepalen ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke plaatsen op het marktterrein uitsluitend bestemd zijn voor standwerken;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein eventueel bestemd worden voor het plaatsen van verkoopwagens.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen (branches); en

    • b.

      een maximum aantal standplaatsen per branche.

Artikel 2.2 Vergunning voor het innemen van een standplaats

Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op het marktterrein een standplaats in'te nemen met een kraam, tafel, verkoopwagen of anderszins, teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden.

Artikel 2.3 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vasta plaats, dagplaats of standwerkersplaats.

Artikel 2.4 De vergunningaanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij burgemeester en wethouders en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie, '

Artikel 2.5 Intrekking vergunning

  • 1.

    De vergunning voor het innemen van een vaste plaats wordt ingetrokken: a.. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder; .

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.11 de vergunning wordt overgeschreven;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning intrekken:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wei onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in

artikel 2.4 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

3.Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.11 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste standplaatsen

Artikel 2.6 inhoud vergunning

Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verlenen burgemeester en wethouders een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats met vermelding van de afmetingen daarvan;

  • c.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • d.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend en zijn volgnummer op de anciënniteitslijst;

Artikel 2.7 Inschrijving op de anciënniteitslijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding van en in volgorde van de datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.8 Inschrijving op de wachtlijst

  • 1.

    Burgemeester en wethouders schrijven de aanvrager in op de wachtlijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.4, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen; en

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wii worden geplaatst. 2. Burgemeester en wethouders vermelden bij de inschrijving in teder geval:

    • a.

      de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      da datum waarop de aanvraag door haar is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

Burgemeester en wethouders verstrekken de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de -wachtlijst. 3. De inschrijving op de wachtlijst blijft gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.

Artikel 2.9 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst

De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:

  • a.

    indien de ingeschrevene' zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;

  • b.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • c.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 2A wordt voldaan.

Artikel 2.10 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen,

wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste plaats die aan burgemeester en wethouders schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;

  • b.

    degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.

Artikel 2.11 Overschrijving vergunning

  • 1.

    Ingeval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.

  • 2.

    Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het .eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.

  • 3.

    Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.12 Toewijzing dagplaats

  • 1.

    Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door burgemeester en wethouders op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2.

    De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf vóór 8.30 uur aanmelden bij de marktmeester.

Paragraaf 4 Standwerkarsplaatsen

Artikel 2.13 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1.

    Het is uitsluitend toegestaan op daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen standplaatsen als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, als standwerker op te treden.

  • 2.

    De toewijzing van standwerkerspiaatsen geschiedt door burgemeester en wethouders door middel van een per marktdag- af te geven schriftelijke vergunning.

  • 3.

    Voor een vergunning voor het innemen van een standwerkersplaats komen slechts marktkoopiieden in aanmerking die handelingsbekwaam zijn en die kunnen aantonen dat zij voldoen aan de in artikel -2.4 gestelde eisen.

  • 4.

    Indien het aantaf gegadigden voor een standwerkersplaats groter is dan het aantal uit te geven standwerkerspiaatsen wordt aan de hand van loting bepaald wie voor een plaats in aanmerking

  • 5.

    De toewijzing van een standplaats ais bedoeld in het tweede lid vindt pfaats nadat aan de hand van loting de volgorde is bepaald waarin de gegadigden als bedoeld in het vierde lid, één van de beschikbare standwerkerspiaatsen hebben uitgekozen, zulks met inachtneming van hun wijze van werken.

  • 6.

    Een standwerker die op een marktdag geen standwerkersplaats toegewezen krijgt wordt geen dagplaats toegewezen.

  • 7.

    Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 8.

    Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.

Paragraaf 5 Het gebruik van de standplaats.

Artikel 2.14 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1.

    De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk ïn. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3.

    De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die hij overeenkomstig artikel 2.13, achtste lid .bij de marktmeester heeft aangemeld.

Artikel 2.15 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste negenmaal per dertien

weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 2.16 en 2.17.

Artikel 2.16 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1.

    De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan burgemeester en wethouders. Bij'vakantie-geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2.

    De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

  • 3.

    Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan burgemeester en wethouders,, tenzij burgemeester en wethouders hiervan ontheffing hebben verleend.

Artikel 2.17 Ontheffing en vervanging

  • 1.

    Ingeval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hém tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en negenmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag van de vergunnighouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een mét name genoemde persoon.

Artikel 2.18 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

  • 1.

    Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is,

  • 2.

    De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.

Artikel 2.19 Tijdstip innemen standplaats/aan-en afvoer goederen

  • 1.

    Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan twee uur voor aanvang en meer dan anderhalf uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in

    • -

      te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2.

    De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Burgemeester en wethouders kunnen van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 3.

    De vergunninghouder van een vaste standplaats dient uiterlijk om 8.30 uur zijn standplaats bezet te hebben.' Indien de standplaatshouder zonder opgaaf van reden niet een halfuur voor aanvang van de markt zijn standplaats heeft ingenomen/wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 4.

    Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

Artikel 2.20 Parkeren marfctvoertuigen

  • 1.

    Het is verboden rij- of voertuigen waarmee goederen of waren ter markt worden of zijn aangevoerd, op de markt aanwezig te hebben.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen van het eerste lid ontheffing verlenen.

Artikel 2.21 Verbod voertuigen marktterrein

Het is verboden zich op marktdagen als bedoeld in artikel 1.1, onder a zich met een voertuig op het

marktterrein te bevinden of een voertuig op de markt aanwezig te hebben.

Artikel 2.22 Ventverbod

  • 1.

    Het is verboden op het marktterrein tijdens de duur van de markt met goederen of waren ten verkoop rond te lopen of te rijden.

  • 2.

    Van het bepaalde in het eerste lid kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen voor zover het de verkoop betreft van alcoholvrije dranken en geringe eet- en drinkwaren ten behoeve van de vergunninghouders van de markt.

Artikel 2.23 Verzorging standplaats

De vergunninghouder dient:

  • a.

    ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt;

  • b.

    geen goederen of waren, afval of verpakkingsmateriaal in het water belanden;

  • c.

    tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen;

  • d.

    bij het ontruimen van de standplaats geeri afval wordt achtergelaten, anders dan gebundeld of ingepakt ter afhandeling door de reinigingsdienst.

Artikel 2.24 Afvalbakken

De vergunninghouder aan wie yergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.

Artikel 2.25 Geluidsapparatuur

  • 1.

    Het is verboden op de standplaats gebruik, te maken van luidsprekers; versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.

  • 2.

    Het aanwezig hebben van radio's, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor' een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.

  • 3.

    Burgemeester en. wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door haar te stellen voorwaarden.

Artikel 2.26 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur

Het is de vergunninghouder verboden op de standplaats gebruik te maken van L.P.G. ais energiebron voor het bakken, braden of anderszins opwarmen van etenswaren.

HOOFDSTUK 3 STANDPLAATSEN BUITEN DE MARXT

Artikel 3.1 Vergunning voor het innemen van een standplaats

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of aan een ' openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats:

    • a.

      met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen ofte hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan te bieden dan wei diensten aan te bieden;

    • b.

      anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.

  • 2.

    Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder vergunning van burgemeester en wethouders standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of zijn uitgestald als bedoeld in het eerste lid,

  • 3.

    Het in het eerste lid, onder b, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden.geopenbaard ais bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.

  • 4.

    'De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is aangewezen voor het houden van een door de gemeenteraad ingestelde markt, voor het organiseren van een bijzondere markt als bedoeld in artikel 4.1, voor een evenement ais bedoeld in artikei 2.2.1 van de APV Sneek of voor het organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4 van de APV Sneek, zulks gedurende de tijden dat deze markten worden gehouden.

  • 5.

    Het ln het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Woningwet, de Wet beheer rijkswaterstaatwerken of het Provinciaal wegenregfement van toepassing is, '

  • 6.

    Een vergunning bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;

    • c.

      in het belang van de bescherming van het uiterlijk aanzien van de omgeving;

    • d.

      in het belang van de verkeersvrijheid of -veiligheid;

    • e.

      wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

    • f.

      vanwege de strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 7.

    Burgemeester en wethouders houden de beslissing op de aanvraag voorden standplaatsvergunning aan, indien de aanvraag tevens een Wet milieubeheerplichtige activiteit betreft en indien geen toepassing kan wórden gegeven aan het zesde lid, tot de dag waarop de beslissing over de Wet milieubeheervergunningaanvraag is genomen.

Artikel 3.2 Overige bepalingen

Ten aanzien van het innemen van standplaatsen buiten de markt zijn overeenkomstig van toepassing de artikelen 2.4, 2.5, 2.8, 2.9-, 2.11, 2.14, 2.16, 2.13, 2.19 en 2.20 van deze verordening.

HOOFDSTUK 4 BIJZONDERE MARKTEN

Artikel 4.1 Vergunning bijzondere markten

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of een openbaar water - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijk en in de openlucht gelegen plaats, een bijzondere markt te houden.

  • 2.

    Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd;

    • a.

      in het belang van de openbare orde;

    • b.

      in het belang van een krachtens artikel 151 van de Gemeentewet ingestelde markt.

Artikel 4.2 Verplichtingen vergunninghouder

  • 1.

    Degene die in het bezit is van een vergunning als bedoeld in artikel 4.1 is verplicht erop toe te zien dat alle personen die een standplaats innemen op de door hem georganiseerde bijzondere markt de voorschriften als bedoeld in de artikelen 2.18 tot en met 2.21 en 2.23 tot en met 2.26 in acht te nemen.

  • 2.

    Degene die in het-bezit is van een vergunning ais bedoeld in artikel 4.1 is tevens verplicht erop toe te zien dat de standplaatshouders op de door hem georganiseerde bijzondere markt de voorschriften .die burgemeester en wethouders verbonden hebben aan de vergunning, nageleefd worden.

HOOFDSTUK 5 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 5.1 Strafbepalingen

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van ' de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 5.2 Intrekking van de vergunning en schorsing

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 5.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste' vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief Is op een hem toegewezen standwerksrspiaat-s.

Artikel 5.4 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kunnen burgemeester en wethouders, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet ais standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 5.5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

Artikel 5.6 Bijzondere opsporingsambtenaren

Met de opsporing van de bij artikel 5.1 strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 141. van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenareft, belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.

Artikel 5.7 intrekking oude regeling

De Markt- en Standplaatsenverordening Sneek, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 februari 1996, wordt ingetrokken.

Artikel 5.8 Overgangsbepalingen

  • 1.

    Vergunningen en ontheffingen verleend krachtens de in artikel 5.7 genoemde verordening, blijven -indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de in artikel 5.7 genoemde verordening, blijven -indien en voorzover de bepalingen ingevolge weke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijrr vervat in deze verordening van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd,'is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3.

    Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in artikel 5.7 genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 5.9 inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste werkdag van de week volgend op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Artikel 5.10 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: "Markt- en Standpiaatsenverordening Sneek 1999".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 juli 1999.

Indeling en brancheverdelïng dinsdag- en zaterdagmarkt te Sneek

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2.1, eerste lid, van de Markt- en standplaatsverordening Sneek 1999 besluit het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sneek;

ten aanzien van de dinsdagmarkt:

dat deze markt bestaat uit 37 standplaatsen, en is ingedeeld zoals aangegeven op de bij de dit besluit behorende tekening en lijst met afmetingen per standplaats;

ten aanzien van de zaterdagmarkt:

dat deze markt bestaat uit 25 standplaatsen en is ingedeeld zoals aangegeven op de bij de dit besluit behorende tekening en lijst met afmetingen per standplaats.

ten aanzien van de dinsdag- en zaterdagmarkt:

de bevoegdheid tot het aanwijzen van de plaats op het marktterrein welke uitsluitend bestemd is voor standwerken te mandateren aan de marktmeester.

Ter uitvoering van het bepaaid in artikel 2.1, tweede lid, van de Markt- en standpiaatsverordening Sneek 1999 wordt ten behoeve van de verdeling van standplaatsen op beide markten de volgende brancheverdelingen vastgesteld:

BRANCHE-INDELING GOEDEREN- EN WARENMARKT OP DINSDAGOCHTEND

Hoofdgroep: Artikelengroep: Aantal plaatsen:

A.

Textiel

  • 1.

    bovenkleding t.b.v, volwassenen 2

  • 2.

    onder-nachtkleding t.b.v. volwassenen en kinderen 2

  • 3.

    baby- kleuter- en kinderkleding 1

  • 4.

    stoffen 2

  • 5.

    beenbekleding 1

  • 6.

    bekleding t.b.v. verschillende ruimten, waaronder woonkamer 1

  • 7.

    kleinvakartikelen 1

  • 8.

    handwerkartikelen 1

    • B.

      Voedingsartikeien

  • 1.

    aardappelen, groente, fruit 3

  • 2.

    geringe eet- en drinkwaren 3

  • 3.

    consumptie-ijs 1

  • 4.

    poelierswaren en eieren 2

  • 5.

    verse vis, haring, bewerkt en zuurwaren (w.o. gebakkan vis) 2

  • 6.

    brood, koek en banket 2

  • 7.

    chocolaterie en suikerwerken 1

  • 8.

    stroopwafels 1

  • 9.

    zuivelproducten 2

  • 10.

    vleeswaren 1

  • 11.

    noten, verduurzaamde zuidvruchten, reformartikelen 1

  • 12.

    kruiden en specerijen, thee- en koffiesoorten 1

  • 13.

    rijsttafelartikelen 1

    • C.

      Schoeisel, Lederwaren, Reisartikelen

  • 1.

    schoeisel 1

  • 2.

    tassen, koffers, portefeuilles, portemonnaies en lederwaren en fournituren 2

  • D.

    Horloges en sieraden

    • 1.

      uurwerken 1

    • 2.

      byouterieën en edelstelen 1

  • E.

    Bezigheidsartikeien1

    • 1.

      speelgoed 1

    • 2.

      lectuur en posters, wenskaarten 1

    • 3.

      geluid en beelddragers 1

    • 4.

      hobby-artikelen 1

  • F.

    Uzerwaren, IVIotortecbnïsche artikelen

    • 1.

      gereedschappen, motortechnische onderdelen 1

  • G.

    Huishoudelijke en geschenkartikelen

    • 1.

      glas, porselein, aardewerk 1

    • 2.

      koperwerk, tin e.d, 1

    • 3.

      borstelwerk (w.o. dweiien, vaatdoeken, stofzuigerzakken) en reinigingsartikelen 1

  • 4.

    meubelen en kleinmeubelen 1

  • 5.

    pannen en keukengereedschap 1

    • H.

      Tuin- en Plantartikelen, Bloemen 1, zaden, bloembollen, bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten 2

  • 2.

    snijbloemen, potplanten en kamerplanten 3

    • I.

      Overige artikelen

  • 1.

    diervoeder en-benodigdheden 1

  • 2.

    diversen 1

    • J.

      Biologische producten 1

'branche E4 is toegevoegd bij B&W-besluit van 17 oktober 2000

BRANCHE-INDELING GOEDEREN- EN WARENMARKT OP ZATERDAG

Hoofdgroep: Artikelengroep: Aantal plaatsen:

  • A.

    Textiel

    • 1.

      bovenkleding t.b.v. volwassenen

    • 2.

      onder-nachtkleding t.b.v. volwassenen en kinderen

    • 3.

      baby- kleuter- en kinderkleding

    • 4.

      stoffen

    • 5.

      beenbekleding

    • 6.

      bekleding t.b.v. verschillende ruimten, waaronder woonkamer

    • 7.

      kleinvakartikelen

    • 8.

      handwerkartikelen

  • B.

    Voedingsartikelen

    • 1.

      aardappelen, groente, fruit

    • 2.

      geringe eet- en drinkwaren

    • 3.

      consumptie-ijs

    • 4.

      poeiierswaren en eieren

    • 5.

      verse vis, haring, bewerkt en zuurwaren (w.o. gebakken vis)

    • 6.

      brood, koek en banket

    • 7.

      chocolaterie en suikerwerken

    • 8.

      stroopwafels

    • 9.

      zuivelproducten

    • 10.

      vleeswaren

    • 11.

      noten, verduurzaamde zuidvruchten, reformartikelen

    • 12.

      kruiden en specerijen, thee- en koffiesoorten

    • 13.

      rijsttafeiartikelen

  • C.

    Schoeisel, Lederwaren, Reisartikelen

    • 1.

      schoeisel

    • 2.

      tassen, koffers, portefeuilles, portemonnaies en lederwaren en fournituren

D, Horloges en sieraden

1, uurwerken 1

  • 2.

    byouterieën en edelstelen 1

    • E.

      Bezigheidsartikelen2

  • 1.

    speelgoed 1

  • 2.

    lectuur en posters, wenskaarten 2

  • 3.

    geluid en beelddragers 1

  • 4.

    hobby-artikelen 1

:. IJzerwaren, Motortechnische artikelen

  • 1.

    gereedschappen, motortechnische onderdelen 1

  • 3.

    Huishoudelijke en geschenkartikelen

  • 1.

    glas, porselein, aardewerk 1

  • 2.

    koperwerk, tin e.d. 1

  • 3.

    borstelwerk (w.o. dweilen, vaatdoeken, stofzuigerzakken) en reinigingsartikelen 1

2 branche E4 is toegevoegd bij B&W-besluit van 17 oktober 2000

4.meubelen en kleinmeubelen 1

5, pannen en keukengereedschap 1

  • H.

    Tuin- en Plantartikelen, Bloemen

    • 1.

      zaden, bloembollen, bomen, heesters, perkplanten, moestuinplanten 1

    • 2.

      snijbloemen, potplanten en kamerplanten 2

  • I.

    Overige artikelen

    • 1.

      diervoeder en -benodigdheden 1

    • 2.

      diversen 1

  • J.

    Biologische producten

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag van bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het coliege van burgemeester en wethouders van Sneek op 25 juli 2000 onder

nummer B7.

De secretaris, De burgemeester,

Opm.

Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 17 oktober 2000, toegevoegd is de branche E 4 voor zowel de

dinsdag- als de zaterdagmarkt

LENGTE STANDPLAATS DIEPTE STANDPLAATS

14,00

3,50

8,50

3,50

19.00

3,00

11,40

3,50

11,60

4,00

13,70

4,00

10,00

4,00

10,00

4,00

10,30

4,00

10

10,30

4,00

11

10,20

4,00

12

7,70

4,00

 

BRUG

 

13

 

6,00

2,50

   

Fietsrekken

 

14

 

8,00

3,00

15

 

8,00

3,00

16

 

9,00

3,00

17

 

stroomkast + 7,50

2,50

   

5,00 + fietsrekken

 
 

2 bankjes + prullenbak

 

18

 

8,50

2,50

19 |

9,00

2,50

20 I I 13,00 I

3,00 I

21 I I 13.00'

3,00

22

KOP

6,00

4,00

23

 

10,00

5,00

24

 

10,50

5,00

25

 

10,50

5,00

26

 

10,00

5,00

27

 

10,00

5,00

28

 

10,00

4,00

29

 

10,40

3,00

30

 

10,40 I

2,00

31

 

18,80

2,00

 

?tÄBijlateB^Sfan;dp aatsindelmg rataitfagmarfcfcäite

 

PLAATSNR.

LENGTE STANDPLAATS DIEPTE STANDPLAATS

 
         
 

1

14,00

3,50

 
 

2

8,50

3,50

 
 

3

19,00

3,00

 
 

4

11,40

3,50

 
 

5

11,60

4,00

 
 

6

13,70

4,00

 
 

7

10,00

4,00

 
 

8

10,00

4,00

 
 

9

10,30

4,00

 
 

10

10,30

4,00

 

11

10,20

4,00

 
 

12

7,70

4,00

 
 

B

RUG

   
 

13

6,00

2,50

 
   

Fietsrekken

   

1 14

8,00

3,00

 

15

8,00

3,00

 

16

9,00

• 3,00

 

17

stroomkast + 7,50

2,50

 

J

5,00 + fietsrekken

   
   

2 bankjes + prullenbak

   
 

18

8,50

2,50

 
 

19

9,00

2,50

 
 

20

13,00

3,00

 
 

21 | | 13,00

3,00

 
   

22 |kOP 6,00 | 4,00 |

standplaatsen dinsdag- en zaterdagmarkt

arkt: nr. 1 t/m 31 foarkfcjnr■ 1 t/m 22

No. 11

De raad van de gemeente Sneek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 mei 2000 (bijlage no. 54);

gelet op artikel 149 en 151 Gemeentewet;

besluit;

vast te stellen de verordening tot wijziging Van dè Markt- én Standplaatsenverordening Sneek 1999.'

  • 1.

    In artikel 1, onder j, wordt het woord "ambtenaar" vervangen door: "persoon".

  • 2.

    In artikel 2.15 wordt "vergunninghouder" vervangen door: "vergunninghouder van een vaste plaats"

  • 3.

    Aan artikel 2.5, tweede lid, wordt toegevoegd:

c indien niet of niet tijdig is voldaan aan de verpiichting het marktgeld te betalen, dat wordt geheven op grond van artikei 229 van de Gemeentewet.".

Aan artikel 5,2 wordt toegevoegd:c indien niet of niet tijdig is voldaan aan de verplichting het marktgeld te betaien, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.".

  • 5.

    In artikel 5.5 wordt na "belast" de zinsnede toegevoegd; "de marktmeester en"

  • 6.

    Artikel 5.6 vervalt.

  • 7.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste werkdag van de week volgende op die waarin het besluit is bekendgemaakt.

Aldus vastgesteld In de openbare vergadering van 23 mei 200CU

, voorzitter.

, secretaris.