Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

Standplaatsenbeleid 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid 2008
CiteertitelStandplaatsenbeleid 2008
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Naarden 2007 (APV), art. 5.2.3.1 - 5.2.3.5

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-06-2008Nieuwe regeling

23-04-2008

Gemeenteblad, jrg 15, nr 8, 5 juni 2008

Nieuwe regeling

Tekst van de regeling

Standplaatsenbeleid 2008

Inhoudsopgave

Inleiding 31. Huidige situatie 32. Wettelijk kader 32.1 APV 32.1.1 Artikel 1.8 APV 32.1.2.Artikel 5.2.3.2 APV 32.2 Europese Dienstenrichtlijn 32.3 Grondwet 32.4 Wet op de Ruimtelijke Ordening 32.5 Winkeltijdenwet 32.6 Warenwet 32.7 Wet milieubeheer 33. Gewenste situatie 33.1 Hoek Mackaylaan/ Cort van der Lindenlaan 33.2 Adriaan Dortsmanplein/Promersplein 33.3 Evert de Bruijnstraat/ hoek Kolonel Verveerstraat 33.4 Evert de Bruijnstraat/hoek Majoor Kampstraat 33.5 Burgemeester Visserlaan/ hoek Prinses Margriethof 33.6 Energiestraat 34. Schematisch overzichten standplaatsen 34.1 Overzicht standplaatsen in de huidige situatie 34.2 overzicht standplaatsen in de nieuwe situatie 34.3 Toelichting schematisch overzicht 34.3.1 Dagen waarop het wenselijk is een standplaats toe te staan 34.3.2 Branches 34.3.3 Aanvragen en wachtlijst 35. Stroomvoorziening standplaats 36. Voorschriften standplaatsvergunning 37. Vergoeding 38. Rechtskarakter van het standplaatsenbeleid 39. Slotbepaling 3

Bijlage 1 Artikelen uit de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Naarden 2007 die van toepassing zijn op de standplaatsvergunning Bijlage 2 tekening standplaats 1 hoek Mackaylaan/ Cort van der Lindenlaan Bijlage 3 tekening standplaatsen 2a, 2b, Adriaan Dortsmanplein/PromerspleinBijlage 4 tekening standplaats 3 hoek Evert de Bruijnstraat/Kolonel VerveerstraatBijlage 5 tekening standplaats 4 hoek Evert de Bruijnstraat/Majoor KampstraatBijlage 6 tekening standplaats 5 hoek Burgemeester Visserlaan/Prinses MargriethofBijlage 7 tekening standplaats 6 Energiestraat

Hoofdstuk 1 Inleiding

Regelmatig ontvangt de gemeente Naarden telefonische of schriftelijke verzoeken om een standplaats te mogen innemen. Door het ontbreken van een standplaatsenbeleid, kan veelal geen adequaat antwoord worden gegeven, ook omdat er eenvoudigweg geen standplaatsen beschikbaar zijn. Kortom wij kunnen geen gronden aangeven waarop we een plaats in een bepaald gebied niet (kunnen) toekennen, dan wel weigeren.

In de Algemene Plaatselijke Verordening van de gemeente Naarden 2007 (APV) zijn vijf artikelen opgenomen, waarin de regels ten aanzien van standplaatsen zijn verwoord.

Het gaat om artikel 5.2.3.1 tot en met 5.2.3.5 van de APV. Op grond van de APV is het verboden zonder vergunning een standplaats in te nemen. Er worden in de APV diverse gronden genoemd op basis waarvan een vergunning kan worden geweigerd.

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Naarden acht het noodzakelijk een specifiek beleidskader op te stellen. De genoemde artikelen van de APV zijn te beperkt om handvatten te bieden van waaruit de vergunningverlening kan geschieden.

Het opstellen van het standplaatsenbeleid dient een tweeledig doel:

  • 1.

    Het scheppen van duidelijkheid voor de mogelijkheden en de positie van ondernemers;

  • 2.

    Aanwijzen locaties waar standplaatsen mogen worden ingenomen;

  • 3.

    Vaststellen van de dagen waarop een standplaats wordt ingenomen.

Het huidige aantal standplaatsen is aangegeven in hoofdstuk 1. Hoofdstuk 2 beschrijft het wettelijk kader waarbinnen het standplaatsenbeleid zich beweegt.

Een weergave van de gewenste situatie vindt u in hoofdstuk 3. Een schematisch overzicht van de standplaatsen treft u aan in vierde hoofdstuk. Dit overzicht wordt nader toegelicht. Hoofdstuk 5 geeft kort weer hoe wordt omgegaan met de stroomvoorziening ten behoeve van de standplaatsen.

Hoofdstuk 6 benoemt de vergunningvoorschriften die aan een standplaatsvergunning zijn gekoppeld. Het daaropvolgende hoofdstuk behandelt de vergoeding die de vergunninghouder verschuldigd is aan de gemeente.

In de laatste twee hoofdstukken wordt ingegaan op het rechtskarakter van het standplaatsenbeleid, evenals de wijze van bekendmaking.

Artikel 1 Huidige situatie

In de huidige situatie hebben wij op drie plaatsen in Naarden en slechts op enkele dagen per week standplaatsen, te weten:

  • 1.

    Hoek Mackaylaan/Cort van der Lindenlaan: op vrijdagen: verkoop van vis en visspecialiteiten vergund aan de heer J. R. de Graaf te Bunschoten.

  • 2.

    Adriaan Dortsmanplein, twee standplaatsen op het deel voor parkeerplaatsen op de dinsdagen (met toegepaste parkeerverbodzone): a. verkoop van vis; vergund aan de heer E. Hartog te Bunschoten;b. verkoop van groente en fruit; vergund aan de heer W. Jansen te Loosdrecht.

  • 3.

    Hoek Evert de Bruijnstraat/Kolonel Verveerstraat op de vrijdagen en op vijf zaterdagen voor de (meeste) feestdagen: verkoop van bloemen, vergund aan de heer A.J. Fine.

Hoofdstuk 2 Wettelijk kader

Op het innemen van standplaatsen is een aantal wettelijke bepalingen van toepassing. In dit hoofdstuk worden deze wettelijke bepalingen kort weergegeven.

Artikel 2.1 APV

In de APV zijn vijf artikelen gewijd aan de standplaats en de bijbehorende vergunning. U vindt deze artikelen in bijlage 1. In artikel 5.2.3.2 lid 2 van de APV zijn de aanvullende weigeringsgronden omschreven. Deze dienen als aanvulling op de algemene weigeringsgronden zoals genoemd in artikel 1.8 van de APV.

Artikel 2.1.1 Artikel 1.8 APV

De vergunning of ontheffing kan door het daartoe bevoegde gezag worden geweigerd in het belang van:

  • a.

    de openbare orde

  • b.

    de openbare veiligheid

  • c.

    de volksgezondheid

  • d.

    de bescherming van het milieu

In de algemene weigeringsgronden gaat het in hoofdzaak om de verkeersveiligheid die gewaarborgd dient te blijven. Standplaatsen waar goederen te koop worden aangeboden hebben in de praktijk een verkeersaantrekkend karakter. Door deze verkeersaantrekkende werking ontstaan mogelijk ongewenste oversteekbewegingen door voetgangers en ontoelaatbaar rijwielverkeer in voetgangersgebieden. Ook parkerende en geparkeerde auto’s kunnen overlast in de omgeving veroorzaken. In het belang van de verkeersveiligheid is het daarom niet mogelijk overal een standplaats in te nemen. Uit de jurisprudentie blijkt dat beperking van het aantal te verstrekken vergunningen in het belang van de openbare orde en de verkeersveiligheid is toegestaan.

Artikel 2.1.2 Artikel 5.2.3.2 APV

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.8 kan de vergunning worden geweigerd:

  • a.

    indien de standplaats hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan eisen van redelijke welstand;

  • b.

    vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan.

De standplaats mag hetzij op zichzelf hetzij in verband met de omgeving niet in strijd zijn met de redelijke eisen van welstand. Dit kan voorkomen als bijvoorbeeld het straatbeeld ernstig verstoord wordt. Via deze weg wordt ook de verkapte marktvorming tegengegaan. Het college hoeft hierbij geen gebruik te maken van het advies van de welstandscommissie.

Ook mag er geen strijd zijn met het bestemmingsplan. Er dient bij de beoordeling van een standplaats altijd gelet te worden op de voorschriften die uit het bestemmingsplan voortvloeien.

Nu het bestaande voorzieningenniveau niet meer via een weigeringsgrond kan worden geregeld, zal men in de toekomst hieromtrent regels op dienen te nemen in het bestemmingsplan. De standplaatsen zijn op de in dit standplaatsenbeleid aangegeven locaties in strijd met het bestemmingsplan.

In de nabije toekomst is het de bedoeling dat bij het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen voor de nieuwe locaties in het desbetreffende bestemmingsplan aan te geven dat de voorgestelde standplaatsen mogelijk zijn. Dit staat uiteraard los van de standplaatsvergunning zelf.

In de nieuwe APV is een verandering ontstaan ten opzichte van de voorgaande APV. Het ontbreekt het college namelijk aan de bevoegdheid om een bepaalde controle uit te oefenen op het verzorgingsniveau binnen de gemeente. De omissie van deze bevoegdheid is gestoeld op de Europese Dienstenrichtlijn 2006/123/EG, vastgesteld op 12 december 2006, die middels jurisprudentie eveneens van toepassing verklaard is op de verkoop van goederen.

Artikel 2.2 Europese Dienstenrichtlijn

De Europese Dienstenrichtlijn is sinds (2006/123/EG)12 december 2006 van kracht.

Dit heeft geleid tot aanpassingen in het huidige artikel van de APV, waarin de weigeringsgronden genoemd worden voor de standplaatsvergunning. Aangezien in de Europese Dienstenrichtlijn de weigeringsgrond aangaande het verzorgingsniveau niet genoemd wordt, kan deze niet meer aangevoerd worden door de gemeente bij het opstellen van een standplaatsenbeleid. Dit zou namelijk kunnen leiden tot oneerlijke concurrentie.

De toelichting bij de Richtlijn noemt de volgende voor de APV van belang zijnde redenen van algemeen belang: handhaving van de maatschappelijke orde; bescherming van afnemers van diensten; voorkoming van oneerlijke concurrentie; consumentenbescherming; dierenwelzijn; bescherming van het milieu en het stedelijk milieu, met inbegrip van stedelijke en rurale ruimtelijke ordening; culturele beleidsdoelen, met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting, in het bijzonder ten aanzien van de sociale, culturele, religieuze en filosofische waarden van de maatschappij; verkeersveiligheid en behoud van het nationaal historisch en artistiek erfgoed.

Artikel 2.3 Grondwet

Op basis van artikel 7 van de Grondwet kan geen vergunning geëist worden voor het aanbieden van gedrukte stukken. Als dit gebeurt vanaf een standplaats , is voor het innemen van de standplaats wel een vergunning vereist. De specifieke regels voor het innemen van een standplaats vindt u in de APV.

Artikel 2.4 Wet op de Ruimtelijke Ordening

Een vergunning voor het innemen van een standplaats kan worden geweigerd vanwege strijd met een geldend bestemmingsplan. Wanneer er een vergunning verleend wordt krachtens de APV, dan blijven de eisen die gesteld worden in het geldende bestemmingsplan, van kracht. Het college kan een aanvraag voor het innemen van een standplaats mede opvatten als een verzoek om vrijstelling van de gebruiksvoorschriften van het bestemmingsplan. In een dergelijk geval wordt een aanvraag gebruikt voor twee afzonderlijke procedures. Het is dan niet nodig twee afzonderlijke aanvragen in te dienen. Zie voor aanvullende informatie paragraaf 2.1.2.

Artikel 2.5 Winkeltijdenwet

De Winkeltijdenwet regelt een aantal zaken met betrekking tot de openingstijden van winkels en het leveren van goederen aan particulieren. De bepalingen uit de Winkeltijdenwet gelden ook voor de verkoop van goederen vanaf een standplaats. Het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Winkeltijdenwet geschiedt door de Economische Controledienst.

Artikel 2.6 Warenwet

Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet (eetwaren, waaronder tevens worden begrepen kauwpreparaten, andere dan van tabak, en drinkwaren, alsmede andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt regels met betrekking tot de goede hoedanigheid en aanduiding van waren. Daarnaast stelt de Warenwet regels met betrekking tot de hygiëne en degelijkheid van producten. Met betrekking tot het toezicht op de naleving van de bepalingen van de Warenwet is een afzonderlijk regime van toepassing. De voorschriften die uit de Warenwet voortvloeien gelden naast de voorschriften die door het college gesteld kunnen worden op basis van een standplaatsvergunning.

Artikel 2.7 Wet milieubeheer

In de Wet milieubeheer wordt een regeling getroffen ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor een standplaatshouder, voor zover zijn verkoopplek als ‘inrichting’ kan worden aangemerkt. Van belang is de regelgeving die geldt voor bijvoorbeeld patatverkopers, die voor wat betreft de frituurinrichting aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen.

Hoofdstuk 3 Gewenste situatie

Er komen reeds verzoeken binnen om bij het winkelcentrum (eind 2005 opgeleverd) Koningshoek standplaatsen te mogen innemen. In de jurisprudentie omtrent standplaatsen komt naar voren dat de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State aangeeft dat een gemeente terughoudend dient te zijn bij haar standplaatsenbeleid bij in ontwikkeling zijn de winkelcentra (ABRvS, 03-11-1994, JG 95.0047). Om deze reden wordt voorgesteld vanwege de opbouwfase waarin het winkelaanbod zich daar bevindt, voorlopig (tot medio 2010) op deze locatie geen standplaatsen toe te laten. Na die tijd kan in overleg met de aanwezige ondernemers in Koningshoek worden onderzocht of een standplaats een goede aanvulling zou kunnen zijn op het bestaande aanbod.

Voor de overige delen van de gemeente stellen wij voor standplaatsen toe te laten op de volgende locaties. Per locatie wordt tevens aangegeven op welke dagen standplaatsinname wordt voorgesteld. Om ook op donderdag en zaterdag plaatsen beschikbaar te stellen lijkt niet gewenst, omdat er dan markt wordt gehouden in Bussum, respectievelijk in de Vesting.

Artikel 3.1 Hoek Mackaylaan/ Cort van der Lindenlaan

Hier is gekeken of het mogelijk is om de huidige locatie (zie de tekening in bijlage 2) ook te vergunnen op maandag. Er zijn aanvragen binnengekomen voor het hebben van een standplaats op deze locatie voor de verkoop van Vietnamese loempia´s. Dinsdag is een wat ongunstige dag, daar dan een aantal zaken op de Mackaylaan ´s middags zijn gesloten en er dan te weinig klandizie zal zijn voor deze branche.

Naar aanleiding van de zienswijze van een winkelier met een kapsalon in de directe nabijheid van de standplaats is besloten deze locatie niet als standplaatslocatie mogelijk te maken voor de verkoop van Vietnamese loempia´s, dan wel andere snacks. Dit met name vanwege de geuroverlast die dan zal ontstaan op deze dag. Er is reeds op vrijdag sprake van geuroverlast van de viskraam. Mede uit dit oogpunt is ervoor gekozen geen standplaatsmogelijkheid aan te bieden op maandag voor de verkoop van Vietnamese loempia´s dan wel andere snacks.

In mei 2007 heeft de standplaatshouder met de snackkraam (patat, ijs, snacks en fris) voor de woensdag zijn standplaats opgezegd. Er wordt voor gekozen op deze dag geen bakproductie meer toe te staan.

Voor andere branches is het overigens, indien hiervoor aanvragen binnenkomen, mogelijk om de standplaats te vergunnen voor maandag of woensdag, behoudens producten die ter plaatse gebakken moeten worden.

Artikel 3.2 Adriaan Dortsmanplein/Promersplein

Op de huidige locatie (zie de tekening in bijlage 3) zijn op dinsdag van 07.00 uur tot 14.00 uur op negen parkeerplaatsen door middel van een daar ingestelde parkeerverbodzone twee grote standplaatsen in gebruik bij groente- en fruithandelaar Jansen en de vishandelaar Hartog. Wegens een aantal verzoeken van onder andere een slager en een poelier is uitbreiding voor een aantal uitbaters wenselijk. Daarom wordt voorgesteld een uitbreiding met nog een zelfde lengte aan de overzijde van de huidige standplaatsen als standplaats voor maximaal twee uitbaters in te richten. In het daarvoor te reserveren gebied dient alsdan eveneens een parkeerverbodzone (verkeersbesluit) te worden ingesteld. Op deze wijze ontstaat een kleinschalig marktje, op de dinsdag, waartoe van de gemeente uit geen marktkramen behoeven te worden geplaatst. De uitbaters nemen zelf hun faciliteiten mee, zoals dat bij alle andere standplaatsen ook geschiedt.

Hierbij dient opgemerkt te worden dat op basis van bestaande jurisprudentie nog geen sprake is van een zogenaamde "minimarkt", waarop de marktverordening van toepassing zou zijn. Meer gemeenten in Nederland leggen daarom de grens bij vier standplaatsen. Het betreft hier een uitspraak uit 1984 naar aanleiding van een zaak van de gemeente Bruinisse, behandeld door de voorzitter van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State. De voorzitter heeft in die uitspraak geoordeeld, "dat het college – gelet op de grootte van Bruinisse (een gemeente vergelijkbaar met Naarden) – in redelijkheid de beleidslijn heeft kunnen hanteren, dat niet meer dan vier standplaatsen voor de verkoop van waren tegelijkertijd op het zelfde terrein mogen worden ingenomen. In redelijkheid kan worden staande gehouden dat een maximum aantal van vier de nodige waarborgen beoogd te bieden en biedt dat de concentratie van kramen en dergelijke de karakteristieken van een markt niet nabij komt.

Een nadeel van het inleveren van nog eens negen parkeerplaatsen zal zijn, dat de parkeerdruk op de dinsdagen op het plein en in de overige straten rondom het Promers- en Adriaan Dortsmanplein iets zal toenemen. Gelet op de waargenomen drukte op de bedoelde dinsdag zal het echter niet zo zijn dat de parkeerdruk onoverkomelijk zou kunnen zijn. Op de dinsdag zijn er over het algemeen geen grotere evenementen (behalve opbouw van de kermis, die meestal op maandag begint). Er komt meer levendigheid, in casu bedrijvigheid voor terug. Door het nemen van een verkeersbesluit zal het mogelijk zijn een belangenafweging te maken, voor wat betreft de parkeerdruk.

In verband met de toekomstige herinrichting van dit gebied zal aan belanghebbenden wel moeten worden aangegeven dat de standplaats vooralsnog tijdelijk is, maar dat bij de herinrichting rekening zal worden gehouden met aanwijzing van mogelijk (een) andere locatie(s) in de Vesting.

Er is in december 2006 (en in november 2007) een verzoek binnengekomen van de Gewestelijke Afvalstoffen Dienst Gooi en Vechtstreek (GAD) om op de tweede dinsdag van de maand op het Adriaan Dortsmanplein/Promersplein (en de vierde vrijdag van maand op de hierna genoemde locatie E. de Bruijnstraat/Hoek Majoor Kampstraat, wanneer er meer drukte is), een "standplaats" van 9.00 uur tot 12.00 uur te mogen innemen met een zogenaamde chemokar. Op basis hiervan heeft het college een vergunning verleend op grond van artikel 2.1.5.1 van de APV (voorwerpen op, aan of boven de weg) om eenmaal per vier weken gedurende drie uren per dag op beide locaties een plaats in te nemen.

De combinatie trekauto, uitgerust als mobiel informatiepunt met uit te klappen luifel en aanhangwagen (10.00 m. x 4.50), neemt momenteel op dinsdag plaats aan de A. Dortsmanplein/ Promersplein, schuin naast het voormalig VVV/kantoor, het zogeheten Cantinegebouw, vóór het daar gesitueerde hek. Deze plaats zal echter niet bestemd worden als standplaats, aangezien de toekomstplannen met het voormalig VVV/kantoor er toe zullen leiden dat hiervoor geen mogelijkheid meer zal zijn op deze locatie. Wel kan er tot die tijd gebruik gemaakt worden van de locatie op basis van de eerder verleende vergunning.

Artikel 3.3 Evert de Bruijnstraat/ hoek Kolonel Verveerstraat

Voorgesteld wordt de huidige locatie (bij de Dierenspeciaalzaak "Pets Place, zie tekening bijlage 4) te vergunnen op meer dagen per week op maandag en woensdag aan een andere branche dan de huidige bloemenstal op de vrijdag.

De binnengekomen aanvragen betreffen de branches: Vietnamese productenverkoop, een kaashandel en een poelier.

Artikel 3.4 Evert de Bruijnstraat/hoek Majoor Kampstraat

Een apart geval is het in december 2006 ingekomen verzoek van de Gewestelijke Afvalstoffen Dienst Gooi- en Vechtstreek ( GAD) om op de vierde vrijdag van de maand wanneer er meer drukte is, een "standplaats" van 9.00 uur tot 12.00 uur te mogen innemen met een zogenaamde chemokar. Let wel: het gaat dus om een plaats die één maal per vier weken wordt ingenomen. (Tot nu toe heeft de GAD toestemming van de gemeente op basis van artikel 2.1.5.1 van de APV) om een chemokar op beide locaties te parkeren gedurende de tijdsspanne van drie uur. Op deze locatie (zie tekening bijlage 4) staat de chemokar geparkeerd op de vierde vrijdagochtend van de maand.

Samen met de GAD (dhr. Schulting) is gekeken naar een geschikte locatie voor de chemokar in het centrumgebied aldaar. Een uitstekende locatie blijkt de open plaats te zijn naast de reeds aanwezige standplaats, namelijk hoek E. de Bruijnstraat/Majoor Kampstraat (zie bijlage 5, tekening standplaats hoek E. de Bruijnstraat/Majoor Kampstraat). Deze open plaats bevindt zich op de kopse kant van het daar aanwezige parkeerterrein. De combinatie auto plus aanhanger kan hier goed staan.

Indien het erg druk zou zijn kan de aanhangwagen (= inzameldepot) gemakkelijk losgekoppeld worden en in een vrij parkeervak geplaatst kan worden.

Blijkens bijgaand verzoek van de GAD is uit onderzoek naar voren gekomen dat de inzameling van (klein) chemisch afval (KCA) een nieuwe impuls nodig heeft en dat men de mobiele inzamelpunten een nieuwe rol wil toedelen. Deze inzamelpunten zullen dan behalve de inzameling van KCA, medicijnen, wit- en bruingoed, ook een voorlichtende functie krijgen. Het is de bedoeling dat ook gemeentelijke informatie over bijvoorbeeld zwerfafval, bedrijfsafval bij de nieuwe opzet wordt betrokken. De colleges van regiogemeenten zijn hierover in september 2006 geïnformeerd.

De genoemde locatie is tevens geschikt als standplaats. Mocht het zo zijn dat de plaats niet meer door de GAD wordt gebruikt, dan kan deze locatie beschikbaar worden gesteld aan nieuwe standplaatshouders.

Artikel 3.5 Burgemeester Visserlaan/ hoek Prinses Margriethof

Het betreft een locatie (bij de winkelstrip Vierhoven, zie tekening bijlage 6) die in het verleden ook vergund is geweest, maar na de herinrichting niet meer als zodanig gebruikt wordt.

Er zijn op deze hoek een aantal ingerichte parkeerplaatsen. De zijde van de flat aan de B. Visserlaan is minder geschikt, mede omdat deze plaatsen eigendom zijn van de Vereniging van Eigenaren van het naastgelegen flatgebouw.

De twee parkeerplaatsen langszij de winkelgalerij aan de Prinses Margriethof zijn hier voor wel geschikt. Dit parkeervak is aangewezen als laad- en losplaats.

Voorgesteld wordt deze locatie (weg- en trottoir) eveneens beschikbaar te stellen als standplaats, bijvoorbeeld voor bloemen (is telefonisch aanvraag voor geweest) op woensdag en vrijdag. In het daarvoor te reserveren gebied dient een parkeerverbodzone (verkeersbesluit) te worden ingesteld.

Om deze reden is er een enquête gehouden onder de winkeliers. Drie enquêtes hebben wij positief retour ontvangen (zie bijlage 8). Met de andere winkelier hebben wij telefonisch contact gezocht en van hem hebben wij eveneens een positief antwoord ontvangen. Wellicht ten overvloede zij vermeld dat de winkeliers het liefst zien dat de standplaats gebruikt wordt voor de verkoop van bloemen.

Artikel 3.6 Energiestraat

Voorgesteld wordt de laatste daar aanwezige parkeerhaven (bijlage 7) in gebruik te geven als standplaats met een totaal aan oppervlak van 6.00 m. x 5.00 m. bijvoorbeeld op woensdag en vrijdag en mogelijke een andere voorkeursdag voor de branche "patat frites en frisdranken". Ook vanuit deze branche zijn diverse keren verzoeken ingekomen. In deze gaat echter de voorkeur uit de plaats toe te kennen aan Snackbar De Vesting, familie Bakker).

Deze partij had een standplaats op het parkeerterrein bij de Admiraal Helfrichweg/ Groene Brug, maar mocht daar van de Rijksgebouwendienst niet meer staan.

Mevr. N. Bakker van de snackbar heeft desgevraagd aangegeven daar zeker oren naar te hebben, omdat men destijds een dure snackwagen had aangeschaft voor de plaats bij de Groene Brug. Er wordt voorgesteld om de locatie voor twee dagen te vergunnen als standplaats. De aangewezen locatie wordt momenteel slechts in de avonduren als parkeerplaats gebruikt. Verkeerstechnisch gaat het hier om een uitstekende locatie. Allereerst is onderzocht of de parkeerplaatsen aan de overzijde geschikt zouden zijn als standplaats. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat deze locatie verkeerstechnisch tot problemen zal leiden. Om die reden wordt de eerdergenoemde locatie voorgesteld.

Hoofdstuk 4 Schematisch overzichten standplaatsen

Artikel 4.1 Overzicht standplaatsen in de huidige situatie

                                                  Overzicht standplaatsen in de huidige situatie 

           
 hoek Mackaylaan/C.v.d. Lindenlaana. patat, ijs, snacks, fris b. vis, visspecialiteiten woensdag vrijdag 1/10 - 1-5Dhr. Raven J.R. de Graaf 
 A. Dortsmanplein(aangewezen parkeerplaatsen)a1. vis, visspecialiteitena2. groente en fruit dinsdagdinsdag hele jaar hele jaar E. HartogW. Jansen 
 E. de Bruijnstraat/hoek Kol.Verveerstraata1. bloemenvrijdaghele jaarA.J. Fine

 

 

Artikel 4.2 Overzicht standplaatsen in de nieuwe situatie

(vervallen)

Artikel 4.3 Toelichting schematisch overzicht

In deze toelichting wordt ingegaan op de diverse onderdelen die naar voren komen uit dit standplaatsenoverzicht. Denk hierbij aan de dagen daarop een standplaats ingenomen wordt, de aangegeven branchering en de wachtlijst voor aanvragers van een standplaatsvergunning.

Artikel 4.3.1 Dagen waarop het wenselijk is een standplaats toe te staan

Een van de uitgangspunten is dat op donderdag de markt in Bussum wordt gehouden waar vrijwel alle branches vertegenwoordigd zijn en het geen zin heeft op die dagen in Naarden standplaatsen toe te kennen. Behalve in de Vesting zijn op de dinsdagen in de meeste wijken ´s middags veel winkels gesloten zodat in winkelgebieden onvoldoende klanten voor de standhouders te verwachten zijn. In de meeste gevallen is daarom behalve voor wat de Vesting betreft gekozen voor woensdag en vrijdag.

Artikel 4.3.2 Branches

In het schema zijn branches vermeld omdat vanuit deze branches verzoeken zijn binnengekomen. De branches hebben niet onze specifieke voorkeur. Het levert in de nieuwe situatie wel een evenredige verdeling van diverse branches op.

Indien alle standplaatsvergunningen zouden toegaan naar één branche dan leidt dat ongetwijfeld tot problemen op het terrein van de openbare orde. Een en ander is ook met het oog op een gevarieerd aanbod van producten niet in het belang van het publiek. Bij de afgifte van vergunningen wordt rekening gehouden met de huidige branchering zoals genoemd in het laatst gegeven schema.

Wanneer een standplaatslocatie vrijkomt kan dan op basis van de wachtlijst voor standplaatsen een nieuwe standplaatshouder aangewezen worden. Wanneer er een maximum aantal vergunningen aangehouden wordt per branche, dan wordt dit door de rechter slechts toegelaten indien het aantal aanvragen per branche het totaal aantal af te geven vergunningen overtreft. Om die reden is er geen maximering per branche ingevoerd. Indien voor een branche niet het maximum aantal vergunningen wordt afgegeven, acht de rechter geen noodzaak tot handhaving van een maximumstelsel aanwezig.

Artikel 4.3.3 Aanvragen en wachtlijst

Indien het maximum aantal vergunningen reeds is verleend, zoals in Naarden het geval is, wordt er een wachtlijst aangelegd voor aanvragen voor het innemen van een standplaats. De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst geregistreerd.

Indien een standplaatshouder te kennen geeft zijn plaats niet meer te zullen innemen kan deze vergunning aan de eerste daarvoor in aanmerking komende aanvrager op de wachtlijst (rekening houdend met de huidige brancheverdeling) worden ingenomen. Indien er geen aanvrager op de wachtlijst aanwezig is, dient de locatie eveneens opengesteld te worden voor de andere branches.

Wanneer de vergunninghouder komt te overlijden geldt dat indien de partner of een kind van de vergunninghouder binnen een redelijke termijn aan het college kenbaar heeft gemaakt het gebruik van de vergunning voort te willen zetten, aan diegene voorrang verleend wordt, mits de standplaats gebruikt wordt voor dezelfde branche.

Over 2004 tot en met 2007 heeft de gemeente diverse verzoeken om een standplaatsvergunning ontvangen. Het gaat om aanvragers vanuit de volgende branches:

- vietnamese producten- vis- oliebollen- kaashandel- frituur, snacks- bloemen- Kozijnen

Hoofdstuk 5 Stroomvoorziening standplaats

Op enkele standplaatsen in de gemeente is een stroomvoorziening aanwezig (locatie 1 en 2, uit het schematisch overzicht standplaatsen gewenste situatie, hoofdstuk 4).

Uit onderzoek blijkt dat de stroomvoorziening op locatie 1 door de standplaatshouder zelf geregeld is in overleg met de energieleverancier. Locatie 2 beschikt over een gemeentelijke stroomvoorziening aangezien deze locatie eveneens in gebruik is als marktterrein.

Op de locaties die eigendom zijn van de gemeente en specifiek bestemd zijn voor standplaatsen, wordt geen stroomvoorziening aangeboden door de gemeente. Dit is ter voorkoming van wildgroei van stroomkasten bij standplaatsen. Een standplaatshouder dient dan gebruik te maken van een eigen stroomvoorziening, bijvoorbeeld middels een stroomaggregaat.

Dit aggregaat dient te voldoen aan de milieuwetgeving zoals bijvoorbeeld de Wet milieubeheer (waar in artikel 1.1. a de zorg voor het milieu genoemd wordt). Het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer is van toepassing bij de standplaatsen binnen de gemeente Naarden.

Daarnaast noemt artikel 13 van de Wet bodembescherming onder andere het voorkomen en ongedaan maken van de verontreiniging van de bodem. Ook stelt de gemeente eisen aan het geluid van een stroomaggregaat. Het aggregaat mag geen voor de omgeving storend geluid voortbrengen.

Hoofdstuk 6 Voorschriften standplaatsvergunning

Aan de APV standplaatsvergunning worden voorschriften verbonden. De voorschriften hebben ten doel de openbare orde, veiligheid en het milieu te beschermen. De huidige vergunningvoorschriften worden gehandhaafd. Er is een voorschrift toegevoegd, met betrekking tot het gebruik van deze vergunning (punt 11).

  • 1.

    van deze vergunning mag slechts gebruik gemaakt worden van 8.00 tot 18.00 uur;

  • 2.

    de exacte locatie van de standplaats wordt in overleg met u door de afdeling Civiele Werken en Groenvoorziening aangewezen;

  • 3.

    er mag geen gebruik worden gemaakt van motorische apparaten, indien deze een voor de omgeving storend geluid voortbrengen;

  • 4.

    de omgeving van de standplaats moet steeds in een nette staat worden gehouden;

  • 5.

    alle aanwijzingen gegeven door de afdeling Civiele Werken en Groenvoorziening moeten stipt worden opgevolgd;

  • 6.

    deze vergunning is strikt persoonlijk en niet overdraagbaar;

  • 7.

    de vergunning geldt van * tot en met * ;

  • 8.

    de vergunning kan tussentijds worden ingetrokken, indien onvoorziene omstandigheden dit noodzakelijk maken. Daarbij kan, behoudens restitutie van een evenredig deel van het door u te betalen marktgeld, géén aanspraak worden gemaakt op vergoeding van schade of een andere vorm van compensatie;

  • 9.

    de Gemeente Naarden moet gevrijwaard worden van aanspraken op schadevergoeding die voortvloeien uit het gebruik van deze vergunning;

  • 10.

    er dient voldaan te worden aan de milieuwetgeving en aanverwante regelgeving;

  • 11.

    De standplaatsvergunning vervalt indien gedurende een aaneengesloten periode van zes maanden geen standplaats is ingenomen;

  • 12.

    Deze vergunning kan op grond van artikel 1.6 lid 1 sub b van de Algemene Plaatselijke Verordening eveneens worden gewijzigd wanneer er sprake is van een wijziging in het gemeentelijke standplaatsenbeleid.

Hoofdstuk 7 Vergoeding

De kosten, verbonden aan het innemen van standplaatsen door middel van een tent, kraam of soortgelijke inrichting vallen uiteen in enerzijds de leges en anderzijds marktgeld voor het gebruik van (openbare) gemeentegrond.

Marktgeld is een vorm van belasting die ingevolge artikel 3 van de (nieuwe) door de raad vastgestelde "Verordening marktgeld 2007" bij wege van aanslag ook voor het innemen standplaatsen wordt geheven. De tarieven voor het marktgeld liggen in relatie tot de regio op een evenredig niveau. Het tarief (2007) bestaat uit twee delen, te weten:

  • a.

    voor het innemen van een standplaats met een tent, kraam of soortgelijke inrichting voor elke strekkende meter frontbreedte van de standplaats of gedeelte daarvan, welke wordt ingenomen per dag of gedeelte daarvan € 2,97;

  • b.

    voor het innemen van een standplaats door een verkoopwagen geldt wegens inefficiënt ruimtegebruik een toeslag op het onder a genoemde tarief, per dag of gedeelte daarvan, van € 5,95, ongeacht de afmeting van de betreffende standplaats.

De leges, de vergoeding voor een beschikking op aanvraag, bedragen voor het jaar 2008 € 29,75 (Hoofdstuk 1, Algemeen). Dit bedrag wijzigt jaarlijks.

Hoofdstuk 8 Rechtskarakter van het standplaatsenbeleid

Het standplaatsenbeleid is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dat betekent dat het standplaatsenbeleid als besluit van algemene strekking moet worden bekendgemaakt (door publicatie).

Ingevolge het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb moet overeenkomstig de beleidregel worden gehandeld, tenzij toepassing van het beleid voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen (inherente afwijkingsbevoegdheid).

Hoofdstuk 9 Slotbepaling

  • a.

    Deze beleidsregel treedt na vaststelling in werking de dag na de dag van bekendmaking in de Naarder Koerier.

  • b.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als "Standplaatsenbeleid 2008".

Ondertekening

Naarden, 23 april 2008 burgemeester en wethouders van Naarden,de secretaris,                         de burgemeester,R. Kool                                     dr. J.P. Rehwinkel