Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Naarden

2010 Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Naarden
Officiële naam regeling2010 Reïntegratieverordening Wet werk en bijstand 2010
CiteertitelReïntegratieverordening WWB 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet Werk en Bijstand

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2010Gewijzigde regeling

22-09-2010

Gemeenteblad, jrg 17, nr.11, 23 november 2010

RV10.038
03-10-2008Nieuwe regeling

10-09-2008

Gemeenteblad, jrg 15, nr.11, 2 oktober 2008

Nieuwe regeling

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Naarden;

Gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 26 augustus 2010, RV10.038;

gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel a van de Wet werk en bijstand ;b e s l u i t :

in te trekken de Reïntegratieverordening 2008 Wet werk en bijstand

vast te stellen RE-INTEGRATIEVERORDENING 2010 WET WERK EN BIJSTAND 

Paragraaf 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Doel

Deze verordening heeft betrekking op de arbeidsmarkt(re-)integratie van uitkeringsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden zonder eigen inkomen en personen met een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet. De ingezette middelen hebben tot doel:a. het bevorderen van economische en maatschappelijke participatie; b. het bevorderen van integratie en emancipatie;c. het tegengaan van uitkeringsafhankelijkheid. 

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:a. de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);b. belanghebbenden: personen in de leeftijd van 27 tot 65 jaar, ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie Naarden, die ingevolge het bepaalde in artikel 10 van de wet, aanspraak op ondersteuning of een voorziening hebben;c. uitkeringsgerechtigden: personen met een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand, de IOAW of de IOAZ;d. Anw-ers: personen met een uitkering volgens de Algemene nabestaandenwet die ingeschreven zijn bij het CWI;e. Nuggers: personen die als werkzoekenden staan ingeschreven bij het CWI en die geen uitkeringsgerechtigden zijn, als bedoeld in artikel 6 van de wet en niet vallen onder het begrip jongere in artikel 2 van de Wet investeren in jongeren;f. werknemers in gesubsidieerde arbeid: werknemers als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de wet;.g. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Naarden;h. de raad: de gemeenteraad van de gemeente Naardeni. IOAW: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;j. IOAZ: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;k. Awb: de Algemene wet bestuursrecht;l. voorziening: elke vorm van ondersteuning die de gemeente biedt aan de belanghebbenden om (een grotere mate van) inschakeling in de reguliere arbeid te realiseren; m. trajectplan: een stapsgewijze en planmatige beschrijving van de wederzijdse verplichtingen, afspraken en in te zetten voorzieningen tussen de belanghebbende en de gemeente; n. algemeen geaccepteerde arbeid: alle arbeid die naar vermogen kan worden verricht en die niet in strijd is met de wet;o. succesvolle uitstroom: het beëindigen van uitkeringsafhankelijkheid door middel van het aanvaarden van reguliere arbeid in loondienst dan wel door middel van inkomsten uit zelfstandige arbeid gedurende ten minste 6 maanden. 

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuning

Belanghebbenden als bedoeld in artikel 10 van de wet, hebben aanspraak op ondersteuning bij arbeidsinschakeling en op de naar het oordeel van het college noodzakelijk geachte voorziening gericht op arbeidsinschakeling.  

Paragraaf 2 OPDRACHT AAN HET COLLEGE

Artikel 4 Algemene opdracht

1. Het college biedt de belanghebbende ondersteuning bij arbeidsinschakeling en/of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling aan. 2. Het college draagt zorg voor voldoende diversiteit in het aanbod aan ondersteuning en voorzieningen. 3. Het college neemt voor elke belanghebbende een besluit, waarin bepaald wordt of het aanbieden van ondersteuning en/of een voorziening, noodzakelijk is. 4. In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 5 Sluitende aanpak

1. Met elke uitkeringsgerechtigde wordt binnen 3 maanden na ingangsdatum van de uitkering een trajectplan opgesteld en een aanbod gedaan voor een voorziening gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid.2. Met elke niet-uitkeringsgerechtigde of Anw-er wordt binnen 3 maanden na een verzoek om een voorziening een trajectplan opgesteld gericht op inschakeling in algemeen geaccepteerde arbeid. 

Artikel 6 Beleidsregels

1. Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening beleidsregels op. 2. Bij de beleidsregels wordt het oordeel van de cliëntenraad gevoegd. 3. Deze beleidsregels omvatten in elk geval:a. een omschrijving van het beleid ten aanzien van de verschillende doelgroepen en de prioritering binnen en tussen die groepen;b. de criteria voor het ontheffingenbeleid ten aanzien van de arbeidsverplichting;c. het flankerend beleid ten aanzien van zorg, kinderopvang en hulpverlening;d. de wijze waarop de aanbesteding wordt vormgegeven;e. de wijze waarop aan de arbeids- en sollicitatieplicht vorm wordt gegeven;f. regels over toepassen van vrijlating van inkomsten uit arbeid zoals bedoeld in artikel 31 tweede lid onder o van de wet;g. regels over toepassen van premies en vergoedingen;h. Persoonsgebonden re-integratie budget (PRB)4. De beleidsregels omvatten ook een omschrijving van de aangeboden voorzieningen. Tot de voorzieningen behoren in elk geval:a. medische- en arbeidskundige keuringen;b. (beroepsgerichte) scholing;c. gesubsidieerde arbeid, loonkostensubsidies en/of werkstages;d. sociale activering;e. actieve / maatschappelijke participatie. 

Paragraaf 3 FINANCIEN

Artikel 7 Verdeling

Het college stelt jaarlijks een verdeling op van de beschikbare middelen zoals bedoeld in artikel 69, eerste lid onder a van de wet, over de verschillende voorzieningen. 

Artikel 8 Wijze van ter beschikking stellen middelen

1. Indien het trajectplan is vastgesteld draagt het college zorg voor inkoop, aanmelding en betaling.2. Aan de belanghebbende worden op voorhand geen geldelijke middelen ter beschikking gesteld. 

Paragraaf 4 VOORWAARDEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 9 Verplichtingen van de cliënt

1. Een uitkeringsgerechtigde aan wie door het college een voorziening wordt aangeboden is verplicht hiervan gebruik te maken.2. De belanghebbende die deelneemt aan een voorziening is gehouden aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wet, deze verordening, alsmede aan de verplichtingen die het college aan de aangeboden voorziening heeft verbonden.3. De belanghebbende heeft met de ondertekening van het trajectplan de verplichting op zich genomen de hierin gemaakt afspraken na te komen en zich in te zetten het traject succesvol af te ronden. 

Artikel 10 Inkomsten en criteria

1. De Anw-er of Nugger heeft recht op een bijdrage in de kosten ingevolge deze verordening indien het gemiddelde netto gezinsmaandinkomen minder bedraagt dan 150% van de geldende bijstandsnorm. 2. Onder inkomen wordt verstaan het inkomen als bedoeld in de artikelen 32 en 33 van de wet.3. Indien het inkomen van belanghebbende boven het in het eerste lid genoemde bedrag ligt, dan heeft deze geen recht op volledige vergoeding van de kosten als genoemd in het eerste lid.4. Indien het inkomen van belanghebbende meer is dan 200 % van het in het eerste lid genoemde bedrag , dan heeft deze geen recht op vergoeding van de kosten als genoemd in het eerste lid.5. Teneinde het college in staat te stellen de hoogte van het inkomen te kunnen bepalen overlegt de belanghebbende bij het doen van de aanvraag alle relevante inkomensgegevens met betrekking tot de in het eerste lid genoemde periode. 

Artikel 11 Vermogen

1. De Anw-er of Nugger heeft recht op een bijdrage in de kosten ingevolge deze verordening indien het vermogen minder bedraagt dan de toepasselijke vermogensgrens van artikel 34 lid 3 van de wet en het gestelde in artikel 10 lid 1 van toepassing is.2. Indien het vermogen meer bedraagt dan het in het eerste lid bedoelde bedrag wordt 100% van het meerdere als draagkracht in aanmerking genomen. 3. Bij de bepaling van de draagkracht uit vermogen wordt uitgegaan van de stand van het vermogen ten tijde van het doen van de aanvraag.4. Voor zover vermogen bestaat uit overwaarde van een door de aanvrager bewoonde eigen woning telt deze niet mee voor de vermogensberekening. 

Artikel 12 Inkomstenvrijlating

De Wwb uitkeringsgerechtigde die arbeid in deeltijd heeft of heeft aanvaard, waarmee een inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan de voor de uitkeringsgerechtigde van toepassing zijnde bijstandsnorm + maximale toeslag, heeft recht op vrijlating van inkomsten uit arbeid zoals bedoeld in artikel 31 tweede lid onder o van de wet. 

Artikel 13 Premies

Het college kan aan de belanghebbende een premie toekennen met in achtneming van het gestelde in artikel 31, tweede lid onder j van de wet.  

Artikel 14 Overige vergoedingen

Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de arbeidsinschakeling.  

Artikel 15 Subsidie in loonkosten

Het college kan subsidie verstrekken aan werkgevers die met een uitkeringsgerechtigde uit Bussum een arbeidsovereenkomst met loon afsluiten.

1. Het college stelt nadere beleidsregels vast ten aanzien van de duur van de subsidie, de hoogte en de verplichtingen die aan de subsidie worden verbonden.2. De loonkostensubsidie wordt verstrekt conform de voorwaarden genoemd in de “Beleidsaanbeveling inzake werkgelegenheidssteun”zoals opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

3. De subsidie wordt alleen verstrekt indien hiervoor de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en er geen verdringing plaatsvindt. 

Paragraaf 5 BEËINDIGING, TERUGVORDERING EN AFSTEMMING

Artikel 16 Beëindigingsgronden

Een traject kan door het college voortijdig worden beëindigd indien:a. de belanghebbende verhuist naar een andere gemeente buiten de samenwerkende regiogemeenten, of;b. de belanghebbende zich onvoldoende inspanningen getroost om tot een succesvolle afronding van (een deel) van het trajectplan te komen, of;c. de belanghebbende arbeid in loondienst aanvaardt dan wel als zelfstandige gaat werken, of;d. de belanghebbende zich in detentie bevindt, dan wel gaat bevinden, of;e. er zich naar de mening van het college omstandigheden voordoen die noodzakelijkerwijs tot beëindiging dienen te leiden. 

Artikel 17 Tekort schietend besef

Constatering van een tekort schietend besef van verantwoordelijkheid is een grond waarop deelname aan een voorziening kan worden geweigerd. 

Artikel 18 Terugvordering

1. Bij een voortijdige, aan de belanghebbende verwijtbare beëindiging van een voorziening, kunnen de gemaakte en nog door het college te maken kosten van de voorziening van de belanghebbende worden teruggevorderd.2. Indien de gemeente kosten ten behoeve van een voorziening heeft gemaakt en op enig moment blijkt dat de belanghebbende te laat of onjuiste of onvolledige gegevens heeft overgelegd, kan het college de volledige gemaakte en nog te maken kosten van de voorziening terugvorderen van de belanghebbende.3. Indien een voorziening van een uitkeringsgerechtigde wordt beëindigd, is het gestelde in artikel 19 van toepassing. 

Artikel 19 Afstemming

Indien een uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan een voorziening niet of in onvoldoende mate voldoet aan de verplichtingen gesteld in artikel 9 van de wet, dan wel, indien van toepassing, artikel 37 lid 1 van de IOAW en IOAZ, kan het college de uitkering verlagen conform hetgeen hierover is bepaald in de Maatregelverordening, tenzij er sprake is van niet-verwijtbaar handelen.  

Paragraaf 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 20 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van zwaarwegende aard leidt. 

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Reïntegratieverordening WWB 2010”. 

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2010. Bij de inwerkingtreding van deze verordening komt de verordening “Reïntegratieverordening 2008 Wet werk en bijstand“ te vervallen. 

Artikel 23 Overgangsrecht

De belanghebbende die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening werk in deeltijd heeft aanvaard en op grond van de “Reïntegratieverordening 2008 ” recht had op een premie, behoudt dit recht. 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 22 september 2010

de griffier,

de voorzitter, 

1

ALGEMENE TOELICHTING

Op 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. De doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk voor jongeren tot 27 jaar. Om dit te bereiken is in de wet een recht op een zogenaamd werkleeraanbod vastgelegd. Het werkleerrecht berust op de uitgangspunt dat jongeren die goed geschoold zijn en over voldoende kwalificaties beschikken gemakkelijker aan het werk zullen komen en daardoor zelfstandig in hun levensonderhoud kunnen voorzien.

De gemeenteraad heeft in de WIJ de opdracht gekregen een vijftal verordeningen vast te stellen. Een reïntegratieverordening is één van deze verordeningen.

Relatie met re-integratieverordening WWB Het instrumentarium dat reeds beschikbaar is voor de re-integratie in het kader van de WWB kan, uitgezonderd participatieplaatsen en vrijlating van inkomsten uit arbeid, tevens worden ingezet voor de vormgeving van het werkleeraanbod. Derhalve is aansluiting gezocht bij de Re-integratieverordening Wet werk en bijstand. Vanuit het oogpunt van duidelijkheid en scheiding van de doelgroep is gekozen voor een separate re-integratieverordening voor de WWB en de WIJ.

Dit heeft tot gevolg dat de Re-integratieverodening Wet werk en bijstand 2008 aangepast moet worden. De jongeren tussen de 16 en 27 jaar vallen niet meer onder de WWB.

TOELICHTING REÏNTEGRATIEVERORDENING 2010

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 DoelDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting

Artikel 2 BegripsomschrijvingenOnder sub b wordt de leeftijdscategorie aangepast, door de invoering van de WIJ bestaat de kring der gerechtigden uit personen tussen de 27 en 65 jaar oud.

Bij sub e wordt de groep der Wij gerechtigden uitgesloten van de groep Nuggers.

Sub f vervalt doordat de jongeren onder de werking van de WIJ vallen.

Artikel 3 Aanspraak op ondersteuningDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting

Paragraaf 2 Opdracht aan het college

Artikel 4 Algemene opdrachtDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 5 Sluitende aanpakDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting

Artikel 6 BeleidsregelsDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Paragraaf 3 Financiën

Artikel 7 VerdelingDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 8 Wijze van het ter beschikking stellen van middelenDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting

Paragraaf 4 Voorwaarden en verplichtingen

Artikel 9 Verplichtingen van de cliëntDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting

Artikel 10 Inkomsten en criteriaDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 11 VermogenDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 12 InkomstenvrijlatingDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 13 PremiesDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 14 Overige vergoedingenDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 15 Subsidie in loonkostenDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Paragraaf 5

Artikel 16 BeëindigingsgrondenDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 17 Tekort schietend besefDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 18 TerugvorderingDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 19 Afstemming Dit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 20 HardheidsclausuleDit artikel blijft ongewijzigd en behoeft derhalve geen toelichting.

Artikel 21 CiteertitelBehoeft geen nadere toelichting.

Artikel 22 InwerkintredingBehoeft geen nadere toelichting.

Artikel 23 Overgangsrecht Behoeft geen nadere toelichting