Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Liesveld

Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Liesveld

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Liesveld
Officiële naam regelingTelecommunicatieverordening 2010 gemeente Liesveld
CiteertitelTelecommunicatieverordening 2010 gemeente Liesveld
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Art. 5.4 lid 4 Telecommunicatiewet
  2. Art. 149 Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-201001-01-2013nieuwe regeling

26-10-2010

Het Kontakt, 18 november 2010

LSV1004622/INTERN-04311

Tekst van de regeling

Intitulé

Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Liesveld

De raad van de gemeente Liesveld;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 oktober 2010, nummer 2010/43;

Gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;

Besluiten vast te stellen de:

Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Liesveld

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

a.WetTelecommunicatiewet.
b.openbaar elektronisch communicatienetwerktelecommunicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet.
c.kabelskabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet.
d.voorzieningenondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet en kabels.
e.openbare grondenopenbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet.
f.aanbiederdegene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet.
g.werkzaamhedenwerkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden.
h.gedoogplichtigedegene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet.
i.collegecollege van burgemeester en wethouders.
j.meldingmelding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet.
k.instemmingsbesluitbesluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet.
l.huisaansluitinghet gedeelte van een kabel van minder dan twee meter in openbare gronden dat een openbaar elektronisch communicatienetwerk verbindt met een netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1, onder k, van de wet
m.werkzaamheden van niet ingrijpende aard- het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen; - reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan twee meter en niet vallend onder artikel 3 eerste lid; - het maken van huisaansluitingen.

Artikel 2 Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten meldt dit voornemen ten minste acht weken voor aanvang van de werkzaamheden schriftelijk aan het college.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een schriftelijke melding aan het college, minimaal twee dagen voorafgaand aan de werkzaamheden.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmeringen of storing van de communicatie in de zin van artikel 5.6 tweede lid van de wet volstaat de aanbieder met een melding voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. De aanbieder maakt achteraf zo spoedig mogelijk schriftelijk melding van de werkzaamheden aan het college of een daartoe gemandateerde ambtenaar.

Artikel 4 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    • a.

      naam, (e-mail)adres en telefoon- en faxnummer van degene die de kabel of het netwerk in eigendom heeft, beheert of exploiteert;

    • b.

      een opgave van het aantal kabels en/of buizen dat direct met kabels wordt gevuld of ingeblazen en een opgave van het aantal buizen dat leeg wordt aangebracht;

    • c.

      een opgave van belanghebbenden en instanties die vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    • d.

      een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:

1e een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke (digitale) tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

2e een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, alsmede van de gewenste situering daarvan;

3e een omschrijving van de opbrekingen van de verharding;

4e de doorsnede van de kabel en indien van toepassing de kabelgoot;

5e de opgave van ondergrondse (handholes en dergelijke) of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, alsmede de situering en afmetingen daarvan;

6e naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;

7e de maatregelen die de bereikbaarheid van de in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

8e de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden;

9e alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen.

2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt alsook over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5 Beslistermijn en aanhouding

Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6 Voorschriften en beperkingen bij instemming

    • 1.

      Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

    • 2.

      Indien binnen twee jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, verlangt het college specifiek schadeherstel.

    • 3.

      Indien de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren in bijzondere bestrating, verlangt het college specifiek schadeherstel.

Artikel 7 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 5. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 8 Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 9 Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 10 Overgangsrecht

  • 1. De Telecommunicatieverordening 2007 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening 2007 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag nadat zij is bekendgemaakt.

Artikel 12 Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening 2010 gemeente Liesveld.

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 oktober 2010.

De griffier, De wnd. voorzitter,

A.J.P. Saes C. Kers