Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Goedereede

Verordening marktgelden 2002

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Goedereede
Officiële naam regelingVerordening marktgelden 2002
CiteertitelVerordening marktgelden 2002
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200201-10-2014nieuwe regeling

20-12-2001

Publicatieblad 21 december 2001 nr: 2001-24

2001 - 10f

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Goedereede;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2001;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

                       b e s l u i t:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2002

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:a. dag: marktdag;b. maand: een kalendermaand. 

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats op een markt als bedoeld in de ‘Verordening op het marktwezen te Goedereede’.

Artikel 3 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene aan wie een standplaats ter beschikking is gesteld.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

  • 1. Het recht wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening opgenomen tarieventabel;

  • 2. Voor de berekening van het recht wordt een gedeelte van een belastingtijdvak aangemerkt als een geheel belastingtijdvak.

Artikel 5 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak is een dag;

  • 2. Voor de berekening van het recht van het eerste lid is het belastingtijdvak bij een abonnement gelijk aan de periode waarvoor het abonnement is afgegeven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht;

  • 2. Indien van een standplaats, waarvoor het recht bij abonnement is voldaan, door omstandigheden buiten de wil van belanghebbende geen gebruik is gemaakt dan wel gedurende een kortere periode gebruik is gemaakt dan waarvoor het abonnement is verleend, wordt op schriftelijk verzoek van belanghebbende teruggaaf van het recht verleend, tenzij het bedrag van de teruggaaf minder dan bedraagt dan € 10,00. De teruggaaf wordt berekend door het bedrag van het verleende abonnement te verminderen met het bedrag dat volgens de tarieventabel verschuldigd is voor de periode waarin geen gebruik is gemaakt van de standplaats;

  • 3. Indien van een standplaats, waarvoor het recht bij abonnement is voldaan, gedurende een of meerdere marktdagen geen gebruik kan worden gemaakt omdat het marktterrein voor andere activiteiten in gebruik is, wordt teruggaaf verleend tenzij door het college van burgemeester en wethouders een andere standplaats is aangewezen. De teruggaaf wordt vastgesteld door het aantal marktdagen dat geen gebruik van de standplaatsen kan worden gemaakt te vermenigvuldigen met het tarief per marktdag voor de periode waarvoor het abonnement is verstrekt. Teruggaaf wordt niet verleend indien het bedrag van de teruggaaf minder bedraagt dan € 10,00.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het recht wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8 Termijn van betaling

  • 1. Het recht wordt betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving;

  • 2. Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden, moet het recht worden betaald binnen vier weken na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De ‘Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 1996’ van 16 november 1995, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 19 maart 1998, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan;

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking;

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2003;

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2002’.        Aldus vastgesteld in de openbare vergadering         van 20 december 2001.         De secretaris,                                De voorzitter,         mr. H. Scholtens                           C. Sinke