Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Goedereede

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Goedereede
Officiële naam regelingVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand
CiteertitelVerordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de verordeningen toeslagen en verlagingen Algemene Bijstandswet van 26 september 2002

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet werk en bijstand, artikel 8, eerste lid, onderdeel b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-08-200401-01-2012Nieuwe regeling

26-05-2004

Publicatieblad 28 mei 2004 nr: 2004-12

2004-11

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Goedereede;

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 17 mei 2004;

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel b van de Wet werk en bijstand (Wwb); rekening houdend met artikel 18 Wet werk en bijstand, de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de Gemeentewet en artikel 22 lid 2 van de Tijdelijke referendumwet;

               b e s l u i t :

vast te stellen de “Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand”

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet Werk en Bijstand (WWB);

    • b.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Goedereede;

    • c.

      commerciële overeenkomst: een schriftelijke, individuele huur-, onderhuur- of kostgangerovereenkomst naar een commerciële prijs, voorzien van schriftelijke bewijzen van betaling;

    • d.

      commerciële prijs: een bedrag per maand dat tenminste gelijk is aan de maximale toeslag zoals benoemd in artikel 25 van de wet;

    • e.

      verzorgingsbehoeftige: degene die voor beroepsmatige verzorging in een verzorgingstehuis of andere inrichting ter verpleging of verzorging is geïndiceerd.

  • 2. De overige begrippen die in deze verordening worden gehanteerd, zijn ontleend aan de Wet Werk en Bijstand, tenzij in deze verordening uitdrukkelijk anders is bepaald. Inhoudelijk dient aan deze begrippen dezelfde betekenis en invulling te worden gehecht, als omschreven in paragraaf 1.1 WWB.

Artikel 2 Reikwijdte

De bepalingen van deze verordening beperken zich tot personen van 21 tot 65 jaar. De WWB kent een aparte normensystematiek voor personen van 65 jaar of ouder, waarop de toeslagen en verlagingen niet van toepassing zijn.

Artikel 3 Categorieën

  • 1. Voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar aan wie bijstand kan worden verleend, geldt een categorieaanduiding.

  • 2. De onderscheiden categorieën worden als volgt aangeduid:

    • a.

      alleenstaande, als bedoeld in artikel 4 onder a van de wet;

    • b.

      alleenstaande ouder, als bedoeld in artikel 4 onder b van de wet;

    • c.

      gehuwden, als bedoeld in artikel 3 van de wet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor alleenstaanden en alleenstaande ouders

Artikel 4 Medebewoners, kostgangers, onderhuur

  • 1. De bijstandsnorm wordt verhoogd met een toeslag, indien er sprake is van bijstandsverlening aan een alleenstaande of alleenstaande ouder met diens kind(eren) en er in diens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft. De toeslag wordt bepaald op het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 2. De toeslag, als bedoeld in lid 1, wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder bepaald op het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag, indien

    • a.

      in diens woning één of meer niet ten laste komende kinderen hun hoofdverblijf hebben;

    • b.

      in diens woning een ander, die de belanghebbende als verzorgingsbehoeftige verzorgt of die als verzorgingsbehoeftige door de belanghebbende wordt verzorgd, zijn hoofdverblijf heeft.

  • 3. De toeslag als bedoeld in lid 1 wordt voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder, in diens woning op grond van een commerciële overeenkomst één of meer kostgangers of onderhuurders hun hoofdverblijf hebben, bepaald op 50% van het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 4. De toeslag voor een alleenstaande of alleenstaande ouder, die zijn hoofdverblijf heeft in de woning van een ander, wordt bepaald op:

    • a.

      het in artikel 25 van de wet genoemde maximum bedrag, indien er sprake is van een commerciële overeenkomst;

    • b.

      geen toeslag, indien er sprake is van een niet als commercieel aan te merken overeenkomst of van het ontbreken van enige overeenkomst.

  • 5. De bijstandsnorm wordt niet verhoogd met een toeslag, indien de alleenstaande of alleenstaande ouder, zonder een commerciële overeenkomst in diens woning één of meerdere personen als medebewoner, kostganger of onderhuurder heeft wonen.

Artikel 5 Het ontbreken van woonkosten

De bijstandsnorm wordt niet verhoogd met een toeslag, indien de alleenstaande of de alleenstaande ouder geen woonkosten heeft, als gevolg van:

  • a.

    het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden;

  • b.

    het niet bewonen van een woning.

Artikel 6 Alleenstaanden van 21 of 22 jaar

De bijstandsnorm voor een alleenstaande van 21 of 22 jaar wordt, in afwijking van het bepaalde in artikel 4, verhoogd met een toeslag van zodanige hoogte dat de totale uitkering maandelijks niet meer bedraagt dan 8/9 van het netto wettelijk minimumjeugdloon voor die leeftijd.

Hoofdstuk 3 Criteria voor gehuwden

Artikel 7 Medebewoning, kostgangers, onderhuur

  • 1. Op de bijstandsnorm voor gehuwden vindt geen verlaging plaats, indien

    • a.

      in diens woning één of meer ten laste komende kinderen hun hoofdverblijf hebben;

    • b.

      in diens woning een ander, die de belanghebbende als verzorgingsbehoeftige verzorgt, of die als verzorgingsbehoeftige door belanghebbende wordt verzorgd, zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2. De bijstandsnorm voor gehuwden wordt verlaagd met 50% van het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag, indien in de woning van de belanghebbende één of meer medebewoners, kostgangers of onderhuurders hun hoofdverblijf hebben.

  • 3. De bijstandsnorm voor gehuwden, die hun hoofdverblijf hebben in de woning van een ander, wordt verlaagd met:

    • a.

      het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag, indien er sprake is van een niet als commercieel aan te merken overeenkomst, dan wel van het ontbreken van een overeenkomst;

    • b.

      geen verlaging, indien er sprake is van een commerciële overeenkomst.

Artikel 8 Woonkosten

De bijstandsnorm voor gehuwden wordt verlaagd met het bedrag dat in artikel 25 van de wet als maximumbedrag wordt genoemd, indien de gehuwden geen woonkosten hebben als gevolg van:

  • a.

    het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten verbonden zijn;

  • b.

    het niet bewonen van een woning.

Hoofdstuk 4 Beoordeling commerciële prijs

Artikel 9 Beoordeling commerciële prijs

Het bedrag dat een belanghebbende per maand ontvangt of voldoet in verband met medebewoning, kostgangerschap of onderhuur wordt eenmalig getoetst aan het criterium “commerciële prijs”, zoals benoemd in deze verordening. Zolang dit bedrag geen wijzigingen ondergaat, vindt geen nieuwe toetsing plaats. Wanneer partijen een wijziging van het bedrag overeenkomen, vindt een nieuwe toetsing plaats op grond van deze verordening.

Hoofdstuk 5 Schoolverlaters

Artikel 10 Schoolverlaters

De bijstandsnorm wordt niet verhoogd met een toeslag gedurende de eerste zes maanden na het beëindigen van school, studie of studiefinanciering door een belanghebbende.

Hoofdstuk 6 Cumulatie

Artikel 11 Cumulatie

  • 1. De uitkering van de alleenstaande bedraagt:

    • a.

      tenminste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder a van de wet, tenzij sprake is van een verlaging van de uitkering op grond van de bepalingen van de Afstemmingsverordening WWB;

    • b.

      ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder a van de wet, vermeerderd met het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 2. De uitkering van de alleenstaande ouder bedraagt:

    • a.

      tenminste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder b van de wet, tenzij sprake is van een verlaging van de uitkering op grond van de bepalingen van de Afstemmingsverordening WWB;

    • b.

      ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder a van de wet, vermeerderd met het in artikel 25 van de wet genoemde maximumbedrag.

  • 3. De uitkering van de gehuwden bedraagt:

    • a.

      tenminste 80% van het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder c van de wet, tenzij sprake is van een verlaging van de uitkering op grond van de bepalingen van de Afstemmingsverordening WWB;

    • b.

      ten hoogste het bedrag zoals genoemd in artikel 21 onder c van de wet.

Hoofdstuk 7 Uitvoering

Artikel 12 Uitvoering

Burgemeester en wethouders zijn belast met de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Hoofdstuk 8 Slotbepalingen

Artikel 13 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, als strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.

Artikel 14 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, de uitvoering betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 15 Wijzigingen

Het door de gemeente terzake gevoerde beleid wordt periodiek geëvalueerd; indien deze evaluatie daartoe aanleiding geeft, wordt deze verordening aangepast.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet Werk en Bijstand.

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 augustus 2004.

  • 2. Met de inwerkingtreding van deze verordening komt de Verordening toeslagen en verlagingen Algemene Bijstandswet, zoals vastgesteld in de vergadering van de gemeenteraad d.d. 26 september 2002 te vervallen.

         Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de      gemeente Goedereede, gehouden op 26 mei 2004.     De griffier,                                          De voorzitter,

             D.A. Koppenol                                  C. Sinke.