Overheidsorganisatie | Gemeente Goedereede |
---|---|
Officiële naam regeling | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Goedereede 2009 |
Citeertitel | Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Goedereede 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | vervallen van rechtswege | 01-01-2012 Staatsblad | onbekend | |
01-10-2009 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 30-09-2009 Publicatieblad datum 1 oktober 2009 | 2009-6C |
De raad van de gemeente Goedereede;
gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 21 september 2009;
overwegende, dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;
gelet op het bepaalde in artikel 147, eerste lid, Gemeentewet, en de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Goedereede 2009.
In deze verordening wordt verstaan onder:
de wet: de Wet investeren in jongeren;
gehuwdennorm: de norm bedoeld in artikel 28, eerste lid onderdeel d, van de wet;
college: het college van burgemeester en wethouders;
maximum toeslag: de maximum toeslag als bedoeld in artikel 30, tweede lid van de wet.
De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.
1. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 100% van de maximum toeslag voor de jongere in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.
2. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 50% van de maximum toeslag voor de jongere die met één ander zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
3. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 25% van de maximum toeslag voor de jongere die met twee of meer anderen zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.
4. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid, van de wet bedraagt 25% van de maximum toeslag voor de jongere die inwonend is bij een familielid in de eerste graad.
1. De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 50% van de maximum toeslag voor gehuwden die met één ander hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.
2. De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 75% van de maximum toeslag voor gehuwden die inwonend zijn bij een familielid in de eerste graad.
De verlaging bedoeld in artikel 32 van de wet bedraagt 100% van de maximum toeslag indien de jongere geen woonkosten heeft, als gevolg van:
het bewonen van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden;
het niet bewonen van een woning.
De verlaging bedoeld in artikel 33 van de wet bedraagt 100% van de maximum toeslag.
1. De verlaging bedoeld in artikel 34 van de wet bedraagt:
de maximum toeslag indien het een jongere van 21 jaar betreft;
50% van de maximum toeslag indien het een jongere van 22 jaar betreft.
2. In afwijking van lid 1 wordt de verlaging vastgesteld op de hoogte van de op grond van artikel 3 toegekende toeslag, indien deze toeslag minder bedraagt dan de verlaging waartoe toepassing van lid 1 zou leiden.
3. De vorige leden zijn niet van toepassing ten aanzien van een jongere op wie artikel 6 van toepassing is.
De toepassing van de artikelen 3 tot en met 7 geschiedt zodanig, dat de toepasselijke norm voor de jongere tenminste bedraagt:
35 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;
55 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;
65 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden.
Indien de belanghebbende op 1 oktober 2009 recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand inclusief een toeslag op grond van de Verordening Toeslagen en Verlagingen Wet werk en bijstand, doch de Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Goedereede 2009 leidt tot een lagere norm en/of toeslag, dan wordt de eerst van toepassing verklaarde norm en/of toeslag gehandhaafd voor de duur dat de belanghebbende uitkering blijft ontvangen.
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, als strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van zwaarwegende aard zou leiden.
In gevallen, de uitvoering betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Voor wat betreft deze regeling worden de voor de minimale rechtmatigheidsvereisten relevante bepalingen weergegeven in bijgaand overzicht, dat als zodanig geacht wordt van dit besluit deel uit te maken.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.
Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren gemeente Goedereede 2009.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Goedereede, gehouden op 30 september 2009.
De griffier, De voorzitter,
D.A. Koppenol G.J. van de Velde-de Wilde