Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Goedereede

Marktverordening gemeente Goedereede 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Goedereede
Officiële naam regelingMarktverordening gemeente Goedereede 2010
CiteertitelMarktverordening gemeente Goedereede 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening vervangt de verordening op de warenmarkt voor de gemeente Goedereede vastgesteld op 11 december 2003

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 147

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-05-201001-10-2014Nieuwe regeling

15-04-2010

Publicatieblad datum 27 april 2010 nummer 2010/11

2010 - 6

Tekst van de regeling

De raad van de gemeente Goedereede;

gelezen het voorstel van het Presidium d.d. 6 april 2010­;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markten;

gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 van de Gemeentewet;

               b e s l u i t :

vast te stellen de volgende Marktverordening gemeente Goedereede 2010

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • i.

    anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • j.

    marktmeester: de persoon die als zodanig is aangewezen door het college.

Artikel 2 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a.

      een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b.

      een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2 BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 5 Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6 Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

Artikel 7 Intrekking vaste standplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning in:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Goedereede de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vastestandplaatsvergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Goedereede is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

Hoofdstuk 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 9 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d.

    niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

Artikel 10 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c.

    niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 11 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13 Intrekking oude regeling

De Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Goedereede 2003, vastgesteld op 11 december 2003, wordt ingetrokken.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

  • 1 Besluiten van het college die genomen zijn krachtens Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Goedereede 2003 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening op de warenmarkten voor de gemeente Goedereede 2003 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Goedereede 2010.

                              Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de                              gemeente Goedereede, gehouden op 15 april 2010.

                             De griffier,                                                     De voorzitter,

                              D.A. Koppenol .                                           G.J. van de Velde-de Wilde.

1 Algemene toelichting

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. BegripsomschrijvingenIn dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd,gedefinieerd.

Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indelingOp grond van het eerste lid, onder a, stelt het college het aantal standplaatsen op de marktvast met onder meer als doel het aantrekkelijk maken van de markt voor de consumenten.Het aantal branches is in principe onbeperkt, tenzij het gaat om een gespecialiseerde markt.Bij de opstelling en indeling van de markt als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordtrekening gehouden met de verschillende branches.Het tweede lid is facultatief bedoeld. Het schept de mogelijkheid een beperkt aantalkooplieden per branche toe te laten. Hierdoor wordt bereikt dat op de markt een zo grootmogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en wordt voorkomen dat te veelkooplieden van één branche op de markt optreden. Hierdoor wordt de markt aantrekkelijkervoor de consument.

Artikel 3. Nadere regelsMet de herziening van het model in 2008 is er voor gekozen om de modelverordening in tekorten en een gedeelte van de bepalingen over te hevelen naar een marktreglement. Opgrond artikel 3 is het college bevoegd deze nadere regels te stellen.

Beleidsregels versus nadere regelsAangezien vaak onduidelijkheid bestaat over het verschil tussen beide soorten regels volgthieronder een korte uiteenzetting van beleidsregels en nadere regels. Het college kanbeleidsregels opstellen ten aanzien van de gekregen bevoegdheden. Verder kan het collegenadere regels stellen op grond van art. 3 van de modelmarktverordening. Voor alleduidelijkheid: beleidsregels zijn algemene regels omtrent de toepassing van bevoegdheden(zie de definitie in art. 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Nadere regels zijnalgemene regels die te karakteriseren zijn als algemeen verbindende voorschriften.Beleidsregels kennen een inherente afwijkingsbevoegdheid in tegenstelling tot nadereregels. Op grond van artikel 4:84 van de Awb dient een bestuursorgaan een uitzondering opeen beleidsregel te maken indien bijzondere omstandigheden daartoe nopen. Dit wordt deinherente afwijkingsbevoegdheid van de beleidsregel genoemd. Hierdoor zijn beleidsregelsflexibeler dan nadere regels (algemeen verbindende voorschriften). Immers, van nadereregels is geen afwijking mogelijk.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingenDoor aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan eenverfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemdebelangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijkebelangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, reguleringvan het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente.Niet-nakoming van voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kangrond opleveren voor intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van anderebestuursrechtelijke sancties. De strafbepaling van artikel 11 is eveneens van toepassing.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen

Artikel 5. StandplaatsvergunningDe vergunning geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. Devergunninghouder moet voldoen aan de voorschriften en beperkingen die aan de vergunningzijn verbonden (artikel 4). De vergunning is persoonlijk en niet overdraagbaar.

De verkoop van waren op een markt dient uitsluitend te geschieden door degenen aan wiedoor het college vergunning daarvoor is verleend. Iedere andere wijze van verkopen opmarkten is verboden.

Artikel 6. VereistenVanuit het oogpunt van lastenverlichting was het wenselijk de indieningvereisten uit demodelmarktverordening 2003 eens nader onder de loep te nemen. In dat kader zijn devoorheen geldende verplichtingen tot het overleggen van de inschrijving in hethandelsregister en de CRK-kaart (registratiekaart van het Centraal Registratiekantoor (CRK)bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) komen te vervallen. Deze vereisten veroorzaakten onnodig veel administratieve lasten voor de aanvrager, terwijl het niet inverhouding stond tot het te dienen doel. Daarnaast dienden deze inschrijvingen ook niet hetdoel, waarmee wordt beoogd markten te houden. De inschrijvingen zien op economischeaspecten en dit valt buiten de huishouding van een gemeente.In plaats daarvan is nu slechts het vereiste van een handelingsbekwaam natuurlijk persoonopgenomen, die de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Hiermee is dwingend vastgelegd datalleen natuurlijke personen tot de markt worden toegelaten en wordt voorkomen datrechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen innemen. Door de koppelingvan de vergunning aan een natuurlijk persoon wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling vanalle marktstandplaatsen in Nederland bereikt. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijkepersoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt denatuurlijke persoon (de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is echter nietmogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunningAls de in het eerste lid genoemde gronden zich voor doen, wordt altijd tot intrekking van devaste standplaatsvergunning overgegaan. In het tweede lid worden intrekkingsbevoegdheden (‘kan’ betekent: is bevoegd, dat wil zeggen is niet verplicht) genoemd ten aanzien van de vergunning.Bij dag- en standwerkersplaatsen ligt intrekking van de vergunning minder voor de hand. Daarom is deze bepaling beperkt tot de vaste standplaatsvergunning. Ten aanzien van dagplaatsen en standwerkersplaatsen zal echter eerder worden overgegaan tot bestuursdwang of onmiddellijke verwijdering op grond van artikel 10.

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunningIn artikel 8 worden de gronden genoemd op basis waarvan een vergunning voor een vastestandplaats kan worden ingetrokken of geschorst. Het artikel heeft een facultatief karakter.Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan.In onderdeel c wordt ervan uitgegaan dat het niet betalen van marktgeld een grond kan zijnvoor intrekking of schorsing van een standplaatsvergunning voor de markt (RvS 29 juli 1999,JG 99.0184 m.nt. M. Geertsema).

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerkerIn artikel 8 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaatsgeregeld. Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij niet-vastestandplaatsen, maar in de praktijk is het van belang gebleken om naast de bevoegdheid totonmiddellijke verwijdering (artikel 10) ook een vergunninghouder van een dagplaats ofstandwerkersplaats langduriger van de markt te kunnen verwijderen. Dit kan zichbijvoorbeeld voordoen indien een vergunninghouder voor een vaste standplaats op de vuistgaat met een dagplaatshouder of standwerker.In dit artikel 9 is dan ook de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen devergunninghouder voor maximaal vier marktdagen uit te sluiten van de toewijzing van eendagplaats of een standwerkersplaats. In de beschikking tot uitsluiting moet worden aangegeven om hoeveel dagen het gaat (maximaal vier) en om welke concrete dagen.Het in onderdeel d genoemde kan worden opgenomen ter bestraffing van niet-betalendedagplaatshouders of standwerkers.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijderingIn artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemenemaatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:36 van de Awb worden regels over de besluitvorming omtrent en de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in artikel 10 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, zesde lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier te worden gesteld. Van deze bevoegdheid dient uiteraard alleen in zeer spoedeisende gevallen gebruik te worden gemaakt. Overigens is in artikel 5:23 van de Awb geregeld dat de bepalingen over bestuursdwang niet van toepassing zijn indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.Op grond van artikel 4:8 van de Awb dienen belanghebbenden bij toepassing van artikel 10in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken. Artikel 4:11 Awb bepaalt dat dit horen niet nodig is in spoedeisende situaties.Onderdeel c is gewijd aan de niet-actieve standwerker. Duidelijk kwam in het COM de wensnaar voren om dergelijke ‘verkapte stille kramers’ aan te kunnen pakken.

Artikel 11. StrafbepalingTen aanzien van de in artikel 11 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleensprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm)inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmedetegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdientvoor wat de organisatie betreft een administratieve afhandeling de voorkeur.

Artikel 12. ToezichthoudersHet ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen. Door toevoegingvan de marktmeester is verzekerd dat deze na beëdiging als opsporingsambtenaar kanfungeren.

Artikel 13. Intrekking oude regelingDe datum waarop de oude regeling vervalt, is de datum waarop de verordening in werkingtreedt.

Artikel 14. OvergangsbepalingenEen overgangsregeling als hier opgenomen, achten wij noodzakelijk voor de rechtszekerheidvan de betrokkenen.

Artikel 15. InwerkingtredingDe marktverordening is een besluit van het gemeentebestuur op overtreding waarvan straf isgesteld. Een dergelijk besluit wordt op dezelfde wijze bekendgemaakt als alle overigebesluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden(artikel 139 Gemeentewet).

 

Artikel 16. CiteertitelIn de citeertitel wordt een jaartal opgenomen om de betrokken regeling te onderscheiden van de voorgaande regeling.