Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Eijsden

Verordening besteding gemeentelijke Volkshuisvestingsfonds

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Eijsden
Officiële naam regelingVerordening besteding gemeentelijke Volkshuisvestingsfonds
CiteertitelVerordening besteding gemeentelijke Volkshuisvestingsfonds
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpGrondgebied zaken

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze verordening geldt voor het grondgebied van voormalig gemeente Margraten. Datum inwerkingtreding nieuwe regeling en wijziging bij benadering ingevuld.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Geen.

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-11-199801-01-2013nieuwe regeling

27-10-1998

onbekend

1998, no. 6/X
12-06-200301-01-2013art. 2

13-05-2003

onbekend

2003, no. 4/V

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening besteding gemeentelijke volkshuisvestingsfonds

De raad van de gemeente Margraten;

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

BESLUIT:

vast te stellen de "Verordening besteding gemeentelijk volkshuisvestingsfonds"

Artikel 1. Begripsbepalingen.

  • 1. Onder gemeente wordt verstaan de gemeente Margraten.

  • 2. Onder een sociale verhuurder wordt in eerste instantie verstaan een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet die werkzaam is c.q. werkzaamheden kan verrichten binnen de gemeente. Voorts kunnen particuliere verhuurders en institutionele beleggers worden beschouwd als een sociale verhuurder indien zij binnen de gemeente dezelfde werkzaamheden (kunnen) verrichten gelijk aan die van een toegelaten instelling.

  • 3. Onder een goedkope huurwoning wordt verstaan een huurwoning die voldoet aan het criterium van artikel 13 lid 1 van het BBSH.

  • 4. Onder aftoppingsgrens wordt verstaan de maximale huurprijs als bedoeld in artikel 20 lid 2 van de Wet lHS.

  • 5. Onder een koopwoning wordt verstaan een nieuw te bouwen koopwoning waarvan de netto stichtingskosten niet hoger zijn dan de grens voor middeldure woningen als bedoeld in artikel 3, lid 1 van het Besluit woninggebonden subsidies (BWS 1995). Tot de netto stichtingskosten worden gerekend de noodzakelijke, direct met de bouw samenhangende kosten, inclusief de kosten van de grond van een woning, met dien verstande dat de kosten voor het verkrijgen in eigendom in voorkomende gevallen kunnen worden verminderd met de door derden (o.a. EU, rijk; provincie, etc.) verleende subsidies en/of bijdragen.

  • 6. Onder een starter wordt verstaan een inwoner van de gemeente die zich zelfstandig in de gemeente wil vestigen.

  • 7. Onder een doorstromer wordt verstaan een huishouden of een alleenstaande die een huurwoning in de gemeente verlaat waarvan de huurprijs minder bedraagt dan de aftoppingsgrens en een nieuwe koopwoning of duurdere huurwoning in de gemeente betrekt.

Artikel 2 Algemene uitgangspunten.

  • 1. Een verzoek om een bijdrage uit het volkshuisvestingsfonds dient voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het betreffende begrotingsjaar te worden ingediend.

  • 2. De bijdragen aan derden uit het volkshuisvestingsfonds worden verstrekt in de vorm van een eenmalige bijdrage.

  • 3. De investering moet passen in de uitgangspunten van het gemeentelijke volksvestingsplan.

  • 4. In bijzondere gevallen kan het College van Burgemeester en Wethouders afwijken van de in de hierna volgende artikelen gestelde voorwaarden.

Artikel 3. Voorwaarden bijdragen in verlaging stichtingskosten nieuwbouw- huurwoningen:

  • 1. Alleen nieuwbouwprojecten die tot doel hebben woningen te bouwen tot maximaal de aftoppingsgrens komen in aanmerking voor een bijdrage uit het volkshuisvestingsfonds.

  • 2. Bij het verzoek om in aanmerking te komen voor een bijdrage moet de sociale verhuurder bij de gemeente een bouwplan indienen vergezeld van een technische beschrijving (bestek en tekeningen), een specificatie van de netto stichtingskosten alsmede een huurprijs- voorstel.

  • 3. Op basis van de overgelegde bescheiden zal de gemeente bezien om wat voor type woningen het gaat of de woningen sober en doelmatig zijn en voldoen aan de kwaliteitseisen (bouwbesluit, duurzaam en aanpasbaar bouwen); voorts zal worden beoordeeld of de huurprijs past bij het type en de indeling van de te bouwen woning en of deze huurprijs in de lijn ligt van de elders in de gemeente gehanteerde huur voor vergelijkbare woningtypen.

  • 4. Aan de verlaging van de stichtingskosten (en aanvangshuur) dient ook de sociale verhuurder uit zijn/haar eigen middelen aantoonbare bijdragen beschikbaar te stellen.

  • 5. De gemeente draagt nooit méér bij uit het volkshuisvestingsfonds dan de bijdrage die de sociale verhuurder voor de realisatie van huurwoningen uit haar eigen middelen aanwendt.

  • 6. De gemeente hanteert ter onderbouwing van de verlaging van de stichtingskosten de bedrijfswaardeberekening. De daarbij te hanteren parameters voor disconteringsvoet, afschrijvingsduur, huur- en kostenstijging, aanvangsniveau variabele exploitatie-uitgaven inclusief periodiek onderhoud (b.v. schilderwerk), tijdstippen voor groot onderhoud en de daarbij behorende bedragen zijn conform die welke het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te Huizen hanteert bij de borging van leningen.

  • 7. Op basis van de door de sociale verhuurder ingediende kostenbegroting, huurprijsvoorstel en aanvrage om een bijdragetoekenning stelt de gemeente de bijdrage vast.

  • 8. De bijdrage zal in twee termijnen worden uitbetaald: de eerste termijn bij de aanvang van de bouw, de tweede termijn na goedkeuring (financieel en bouwtechnisch) van de gereedmelding.

Artikel 4. Voorwaarden bijdragen in onrendabele toppen bij renovatieprojecten/ extra voorzieningen bij nieuwbouw.

  • 1. De gemeente kan een grens stellen aan de omvang van de investering.

  • 2. Bij de berekening van de bijdrage zal de gemeente de relatie beoordelen van de huur- stijging ten opzichte van de huidige huur.

  • 3. Aan de verlaging van de netto stichtingskosten (en huur) dient ook de sociale verhuurder uit zijn/haar eigen middelen aantoonbare bijdragen beschikbaar te stellen.

  • 4. De gemeente draagt nooit méér bij uit het volkshuisvestingsfonds dan de bijdrage die de sociale verhuurder in de onrendabele top bij renovatie en extra voorzieningen uit haar eigen middelen aanwendt.

  • 5. Ter onderbouwing van de bijdragetoekenning zullen bedrijfswaardeberekeningen worden gemaakt op basis van dezelfde parameters als genoemd in punt 6 van artikel 3.

Artikel 5. Voorwaarden bijdragetoekenning ten behoeve van splitsing, samenvoeging of bestemmingsverandering van gebouwen.

  • 1. De gemeente kan een grens stellen aan de omvang van de investering.

  • 2. De sociale verhuurder dient de reden van de investering aan te geven en het daarbij beoogde effect.

  • 3. Aan de verlaging van de stichtingskosten (en aanvangshuur) dient ook de sociale verhuurder uit zijn/haar eigen middelen aantoonbare bijdragen beschikbaar te stellen.

  • 4. De gemeente draagt nooit méér bij uit het volkshuisvestingsfonds dan de bijdrage die de sociale verhuurder voor de realisatie uit baar eigen middelen aanwendt.

Artikel 6. Voorwaarden bijdragetoekenning ter stimulering van het eigen woningbezit.

  • 1. De bijdrage wordt alleen toegekend voor zover er sprake is van projectmatige nieuwbouw van koopwoningen in de gemeente.

  • 2. De bijdrage kan worden toegekend aan de bouwer en dient ter verlaging van de stichtingskosten van woningen voorzover deze woningen zijn bestemd ten behoeve van starters of doorstromers.

  • 3. De koopwoning dient ten minste vijf jaar te worden bewoond. Indien de koopwoning eerder wordt verlaten dan zal naar evenredigheid de bijdrage van de koper worden teruggevorderd.

Artikel 7. Voorwaarden bijdragetoekenning in het kader van de bestrijding scheefgroei

De bijdrage kan worden toegekend indien een huurder een huurwoning in de gemeente achterlaat die voldoet aan het criterium van goedkope huurwoning en een andere huurwoning in of buiten de gemeente betrekt met een huurprijs die gelijk is aan of meer bedraagt dan de aftoppingsgrens.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 27 oktober 1998.

De voorzitter, De secretaris